Wft Consumptief krediet oefenexamen

Transcriptie

1 Wft Consumptief krediet oefenexamen Kennis Vraag 1 De Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) heeft gedragsregels opgesteld om overkreditering te voorkomen. Wat schrijven deze regels voor? (twee antwoorden zijn juist) A. De lasten van een bestaande financiering moeten voor minimaal 2% van de kredietsom op het inkomen in mindering worden gebracht. B. Alleen netto woonlasten moeten in mindering worden gebracht op het inkomen. C. Alleen de bruto woonlasten moeten in mindering worden gebracht op het inkomen. D. Een krediet is niet toegestaan als de consument in een minnelijke of wettelijke schuldregeling zit. E. Alleen de leennorm wordt in mindering gebracht op het inkomen. F. Alleen de leennorm en de woonnorm worden in mindering gebracht op het inkomen. Vraag 2 Een klant heeft een aflopend krediet. Het krediet heeft officieel nog een looptijd van vier maanden, maar de klant wil het krediet nu ineens volledig aflossen. Hoe hoog zijn de maximale kosten die de kredietverstrekker hiervoor in rekening mag brengen? A. 0,5% van het af te lossen bedrag B. 1,0% van het af te lossen bedrag C. Niets D. 0,5% van de oorspronkelijke hoofdsom E. 1,0% van de oorspronkelijke hoofdsom Vraag 3 Anton wil graag een nieuwe keuken in zijn appartement laten bouwen. Anton heeft onvoldoende overwaarde op zijn appartement om een tweede hypotheek te vestigen. Anton financiert de keuken middels een persoonlijke lening. Hoe wordt de persoonlijke lening fiscaal behandeld? (twee antwoorden zijn juist) A. De rente over de persoonlijke lening is aftrekbaar in Box 1 onder de inkomsten eigen woning. B. De rente over de persoonlijke lening is negatief inkomen in Box 3. C. De rente over de persoonlijke lening is niet aftrekbaar in Box 1. D. De rente over de persoonlijke lening is aftrekbaar in Box 1 onder persoonlijke verplichtingen. E. Aangezien de financiering gebruikt wordt voor de eigen woning, is de rente fiscaal aftrekbaar. F. De rente over een persoonlijke lening is niet fiscaal aftrekbaar in Box 1 en in Box 3.

2 Wft Consumptief krediet oefenexamen Casus Bij deze casus hoort onderstaande bijlage. Deze is te vinden achter vraag 7. Bijlage 1: Salarisstrook Boy Aanleiding voor gesprek met Adviseur Consumptief krediet Jennifer (32 jaar) en Boy (33 jaar) hebben enkele jaren geleden een woning gekocht in een oude, gezellige wijk van een studentenstad. Ze wonen er met veel plezier. Nu er een baby op komst is, willen ze de woning renoveren. Ze willen de badkamer verbouwen en op de zolderverdieping een dakkapel plaatsen zodat er een slaapkamer kan worden gemaakt. Een Adviseur Hypothecair krediet heeft hen doorverwezen naar de Adviseur Consumptief krediet. Door de bijkomende notaris-, advies- en taxatiekosten was hypothecair financieren niet voordelig. Doelstellingen De verbouwing kost totaal ,00. Omdat Jennifer minder gaat werken na de geboorte van de baby, krijgen ze minder te besteden per maand. Ze denken per maand 350,00 over te houden voor aflossing van het krediet. Ze gaan ervan uit dat ze over zes jaar schuldenvrij zijn. Inkomensontwikkelingen Boy werkt op de administratie van een ziekenhuis. Je vindt zijn salarisstrook achter vraag 7. Jennifer werkt als kapster. Na de bevalling werkt ze drie dagen per week. Haar bruto salaris is dan 1.120,00. Dat is netto 950,00. Zowel Jennifer als Boy verwachten de komende jaren hetzelfde salaris te houden. Vermogen Het stel heeft 5.000,00 gespaard voor onvoorziene uitgaven en de inrichting van de babykamer. Ze hebben geen consumptieve kredieten. Wel hebben ze een hypothecaire financiering. Hiervoor betalen ze maandelijks netto 700,00. Kennis & ervaring Naast de mogelijkheid tot rood staan die beiden hadden in hun studententijd, hebben ze geen ervaring met consumptieve kredieten. Inmiddels zijn deze rekeningen opgeheven.

3 Wft Consumptief krediet oefenexamen Vraag 4 Je weet dat een persoonlijke lening de mogelijkheid biedt tot hypotheekrenteaftrek. Je wilt bepalen of deze kredietvorm past bij de wensen van Jennifer en Boy. Welke vragen stel je om te bepalen of een persoonlijke lening een goed advies is? (twee antwoorden zijn juist) A. Zijn jullie van plan om de afgeloste bedragen opnieuw op te nemen? B. In hoeverre vinden jullie het belangrijk dat het rentepercentage gelijk blijft? C. Wisten jullie dat je met een persoonlijke lening meer zekerheid hebt over het moment dat je alles hebt afgelost dan met bijvoorbeeld een doorlopend krediet? D. Willen jullie de lening ook kunnen betalen als een van beiden arbeidsongeschikt wordt? E. In hoeverre hebben jullie gebruikgemaakt van de mogelijkheid om rood te staan tijdens jullie studietijd? Vraag 5 In bijlage 1 vind je de salarisstrook van Boy. Om te berekenen wat het stel kan lenen, moet je het bruto maandinkomen van Boy weten. Aan de hand van dit inkomen kun je het bijbehorende netto-inkomen uit een tabel aflezen. Welk bruto-inkomen per maand moet je hanteren bij het uitvoeren van deze berekening? Het juiste antwoord is:.., Vraag 6 Jennifer en Boy sluiten een persoonlijke lening af van ,00 met een looptijd van zes jaar. De rente bedraagt 7,8% per jaar. De maandtermijn die zij betalen is 315,00. Na een jaar bedraagt de schuld nog ,57,00. Over de top van hun inkomen betalen ze 42% belasting. Met welk bedrag stijgen hun netto lasten in jaar 1? Het juiste antwoord is:.., Vraag 7 Enkele jaren later nemen Jennifer en Boy opnieuw contact op. Zij gaan op reis naar Las Vegas en willen geld lenen om te gokken. Ze hopen zoveel te winnen dat ze nooit meer hoeven te werken en goed voor hun kinderen (inmiddels zijn het er twee) kunnen zorgen. Je hebt al besloten dat je hier niet aan mee wilt werken. Wat is de beste reactie? A. Ik kan me voorstellen dat jullie hopen veel geld te winnen. Wij willen echter geen risico lopen. B. Ik kan jullie de lening niet verstrekken als jullie geld willen lenen om mee te gokken. C. Zijn jullie niet heel bang dat je niets wint en dan de lening ook nog moet afbetalen?

4 Bijlage Wft Consumptief Krediet oefenexamen Bijlage 1: Salarisstrook Boy

5 Antwoorden Wft Consumptief Krediet oefenexamen Kennis Antwoord vraag 1 De juiste antwoorden zijn: A en D. De aanvrager kan naast de lasten van de woning, ook nog financiële lasten hebben uit andere financieringen die hij in het verleden heeft afgesloten, die niet voor de woning zijn besteed. Deze al lopende financieringen worden meegenomen in de berekening door 2% te nemen van de kredietlimiet bij een doorlopend krediet of 2% van de kredietsom bij een aflopend krediet. Om de consument te beschermen is daarnaast in de Gedragscode opgenomen dat geen krediet mag worden verstrekt als de consument in een minnelijke of wettelijke schuldregeling zit, tenzij het krediet als saneringskrediet onderdeel is van deze regeling. Toetsterm 1a.1 Antwoord vraag 2 Het juiste antwoord is: A. Bij een krediet met een restant looptijd van minder dan een jaar mag maximaal 0,5% van het af te lossen bedrag aan kosten in rekening gebracht worden voor een vervroegde aflossing. Bij een restant looptijd van meer dan een jaar zijn de kosten maximaal 1% van het af te lossen bedrag. Toetsterm 1i.4 Antwoord vraag 3 De juiste antwoorden zijn: A en E. Indien de persoonlijk lening is afgesloten ten behoeven van de eigen woning, is de rente in Box 1 aftrekbaar. In dit geval heeft Anton een financiering afgesloten om zijn eigen woning te verbeteren. Een schuld ten behoeve van de eigen woning; dus Box 1. Toetsterm 1g.1 Antwoord vraag 4 De juiste antwoorden zijn: A en B. Je moet inventariseren wat de wensen zijn van Jennifer en Boy ten aanzien van het krediet. Zaken die dan belangrijk zijn om te vragen, hebben betrekking op de kenmerken van de verschillende kredietvormen. Willen ze bijvoorbeeld afgeloste bedragen weer op kunnen nemen? En willen ze zekerheid met betrekking tot de te betalen rente? In de complete inventarisatiefase vraag je ook naar kennis, risicobereidheid en ervaring. Hier hebben vragen C, D en E betrekking op. Toetsterm 2c.1 / 2c.2

6 Antwoorden Wft Consumptief Krediet oefenexamen Antwoord vraag 5 Het juiste antwoord is 2.177,18. Het bruto salaris is het salaris voordat er inhoudingen (zoals pensioenpremies) op worden gedaan. Het juiste bruto salaris is daarom 2.177,18. Toetsterm 2c.3 Antwoord vraag 6 Het juiste antwoord is 3.243,00 Totale lasten krediet = 12 x 315,00 = 3.780,00 Aflossing jaar 1 = ,00 -/ ,57,00 = 2.501,43 Rente jaar 1 = 3.780,00 -/ ,43 = 1.278,57 Fiscaal voordeel = 1.278,57 x 42% = 537,00 Bruto lasten jaar 1 = 3.780,00 Fiscaal voordeel jaar 1 = 537,00 -/- Netto lasten jaar 1 = 3.243,00 Toetsterm 3b.1 Antwoord vraag 7 Het juiste antwoord is B. Als je eenmaal hebt besloten om het krediet niet te verstrekken dan draai je hier niet omheen. Je vertelt duidelijk wat je beslissing is. Nadat je de klant ruimte hebt gegeven om zijn emoties te uiten, leg je de argumenten uit. Pas wanneer de klant zijn emotie heeft verwerkt, is hij in staat naar argumenten te luisteren en ze te begrijpen. Toetsterm 2a.2 en 3d.1 Heb je na het maken van dit oefenexamen nog extra ondersteuning nodig? Wij hebben diverse opleidingen om je optimaal voor te bereiden op het examen Wft Consumptief Krediet. Ga naar onze website en kies voor Wft Consumptief Krediet. Wilt u direct uw examen boeken, ga dan naar