Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Ruimtelijke figuren



Vergelijkbare documenten
Een ander zijvlak is het regelmatige vijfhoek met aantal zijden P=5. Hierbij moeten Q=3 zijvlakken samenkomen in een hoekpunt van het veelvlak.

de Leuke En Uitdagende Wiskunde VEELVLAKKEN SAMENSTELLING: H. de Leuw

Veelvlak. Begrippenlijst

Regelmatige en halfregelmatige veelvlakken

Figuur 3 PYTHAGORAS SEPTEMBER 2016

Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

werkschrift passen en meten


Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel meetkunde

HET IS EEN PRISMA, OF TOCH NIET...

Onmogelijke figuren. Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre. Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde

WETENSCHAPPEN oefeningen perspectief OEFENING 5. Arnout Van Vaerenbergh

Opvouwbare kubus (180 o )

5.0 INTRO. Hoofdstuk 5 DE RUIMTE IN

Presentatie Wiskunde Escher

Wisknutselen in de klas: creatief met wiskunde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1. C De derde zijde moet meer dan 5-2=3 zijn en minder dan 5+2=7 (anders heb je geen driehoek).

AFSTANDEN IN PERSPECTIEF

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

Viervlakken tussen Kunst en Wiskunde Kijkend naar het werk van kunstenaar Henk Verbeek met de blik van een wiskundige.

Schaduwopgaven Verhoudingen

TEKENEN. beeldende vorming. Vlakvullingen. hoofdstuk 13: vlakvulling

[Deze tekst komt ongeveer overeen met hoofdstukken 1 en 2 van het boekje Regelmaat in de Ruimte door A. K. van der Vegt]

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek

Regelmaat in de ruimte

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Oneindigheid

handleiding pagina s 965 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 117, 123, 129, 140 en Cd-rom

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Soorten lijnen. Soorten rechten

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Perspectief

Willem-Jan van der Zanden

Op het werkblad staat de uitslag van een kijkdoos, die omstreeks 1980 als doos gebruikt is om gebak bij een bakker in te pakken.

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde . (D)

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Herhalingsles 2 Meetkunde 1 Weeroefeningen

ICT. Meetkunde met GeoGebra. 2.7 deel 1 blz 78

Opgave 3 - Uitwerking

handleiding pagina s 1005 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en Cd-rom

Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets:

Niet-euclidische meetkunde

VOORAF. Een volledige versie is aan te kopen via

Platonische lichamen en andere reguliere polytopen

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Bouwen met veelhoeken

Bij een pv kan men origineel en beeld continu in elkaar overvoeren. De `oriëntatie' blijft hierbij behouden. Er zijn dus twee soorten gt's: De directe

Caspar Bontenbal april 2015 WISKUNDE & KUNST. Eindverslag

DE BINNENKANT VAN EEN TETRAËDER

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Veelvlakken kleuren. Dion Gijswijt

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Een les wiskunde: hoe Kepler naar de wereld keek (voorbeeldles voortgezet onderwijs)

2. Antwoorden meetkunde

Dimensies. een ruimtelijke tocht langs onbekende assen. Anne Lotte van der Kooi Jesse Krijthe Roderik Vogels Onder begeleiding van Aad Goddijn

Kangoeroe. Wallabie thema. de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Onmogelijke figuren

Wiskunde. Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 5, paragraaf 5.1, 5.2 en 5.3 kennen en kunnen.

K 1 Symmetrische figuren

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de eerste graad. R. Van Nieuwenhuyze. Oud-hoofdlector wiskunde aan Odisee, lerarenopleiding Brussel

De Cantitruncated 600 cel

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

wizprof maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

2.5 Regelmatige veelhoeken

Les 2 Hoekpunten, ribben, vlakken

Bedoeling: Doelen: Leerplandoelen wiskunde (VVKBaO):

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C:

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

1 Het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

Meetkundige constructies Leerlingmateriaal

Puntmutsen met patronen

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Hoofdstuk 3 - Piramides - uitwerkingen

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

handleiding passen en meten

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

B136. BIJLAGE H De verbinding met het 'On-eindige' vanuit het twaalf-, het ruitendertig- en het twintig-vlak. Het twaalfvlak of dodecaëder

Een Rombicosidodecahedrische diprismatohexacosihecatonicosachoron op het Kottenpark

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

V el v'akk n kl ure. door Dion Gijswijt

Platonische transformatiegroepen

Transcriptie:

Escher in Het Paleis Wiskundepakket Ruimtelijke figuren

Ruimtelijke figuren Escher maakt in EEN AANTAL prenten gebruik van wiskundig interessante ruimtelijke vormen, zoals Platonische lichamen en Möbiusbanden. Rond 1937 kwam Escher via zijn broer, die geoloog was, op het spoor van de vele vormen die kristallen kunnen aannemen. Later, werd Escher door beroemde wiskundigen waar hij contact mee had, gewezen op de mogelijkheden die bijvoorbeeld een Möbiusband bood voor zijn kunst. Een veelvlak is in de wiskunde een ruimtelijke vorm waarvan de zijvlakken allemaal (rechte) vlakken zijn. De lijnstukken die deze zijvlakken begrenzen worden ribben genoemd. Een kubus of een piramide zijn voorbeelden van veelvlakken. Een regelmatig veelvlak is een veelvlak waarvan alle zijvlakken regelmatige veelhoeken zijn (dat wil zeggen een veelhoek waarvan alle zijden even lang en alle hoeken even groot zijn) en waarvan in ieder hoekpunt evenveel ribben samenkomen. Een kubus is een regelmatig veelvlak: alle zijvlakken zijn vierkanten en in ieder hoekpunt komen drie ribben samen. Euclides (rond 200 BC) toonde in zijn boek de elementen aan dat er precies vijf verschillende regelmatige veelvlakken zijn. Plato kende de vijf vormen al tweehonderd jaar eerder en zag ze als de meest ideale ruimtelijke vormen. Vandaar dat ze nog steeds Platonische lichamen worden genoemd. Hieronder zie je ze alle vijf. Er zijn veel verbanden tussen deze Platonische lichamen. Als je om en om steeds een van de 8 hoekpunten van een kubus neemt en die door lijnstukken verbindt, krijg je een tetraëder. Hieronder zie je een rode en een blauwe tetraëder binnen een kubus. De figuren hierboven zijn allemaal zo getekend dat je duidelijk kunt zien hoe je ze uit een kubus kunt halen. Als je de middelpunten van de zijvlakken van een kubus door de juiste lijnstukken met elkaar verbindt, krijg je een octaëder. Die zie je in het groen.

Als je de rode, blauwe en groene zijden samenneemt dan krijg je een mooie ster, die wel Keplerster genoemd wordt. In de prent Sterren leefde Escher zich helemaal uit in het tekenen van allerlei veelvlakken. De vijf Platonische veelvlakken en de Keplerster (rechtsboven) vind je er in terug, maar ook vele andere sterren die gebaseerd zijn op Platonische lichamen. Centraal in het figuur is een ster die is opgebouwd uit drie octaëders. sterren zwaartekracht orde en chaos In de prenten Orde en Chaos en Zwaartekracht gebruikt Escher een ster die gebaseerd is op de dodecaëder en in de prenten Dubbele Planetoïde en Viervlak Planetoïde gebruikt Escher tetraëders. Maar ook in de prent Concentrische Schillen gebruikt Escher een octaëder als basisvorm. Hierin neemt hij in de driehoekige zijvlakken van de octaëder extra lijnstukken.

De octaëder wordt vanuit het centrum op een bol geprojecteerd, waardoor een patroon van negen cirkels ontstaat die tezamen een ruimtelijk figuur met 26 hoekpunten, 72 ribben en 48 driehoeken vormt. In de prent plaatste Escher vier van deze figuren binnen elkaar. Het moet een heel gepuzzel geweest zijn voor een nietwiskundige als Escher! Dat hij een manier gehad moet hebben om de lengten van de (gekromde) ribben uit te rekenen is zeker, de streepjes op de ribben geven deze lengten nog aan. Hij is echter niet consistent in het gebruik van deze lengten en ook beweert hij in een toelichting dat alle driehoeken gelijkvormig zijn, hetgeen (in wiskundige) zin niet waar is. Het is een wonder dat hij toch tot zo een gave prent kon komen! Concentrische schillen In een aantal prenten experimenteerde Escher met driedimensionale spiralen. Afgezien van de spiralen die Escher op een bol construeerde (zie: rasters) zijn deze prenten vanuit wiskundig oogpunt niet bijzonder interessant. Des te boeiender zijn de twee prenten die Escher vervaardigde met een Möbius band als basis. De Möbius band was een favoriet stuk speelgoed van de wiskundigen uit de tweede helft van de negentiende eeuw en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het vakgebied dat topologie genoemd wordt. Topologie is een onderdeel van de meetkunde, dat zich bezighoudt met de eigenschappen van een vorm die bewaard blijven onder continue vervorming. Zo kan je van een bol met wat oprekken wel een kubus maken (stel je voor dat de bol van rubber is!), maar geen ring. Blijkbaar hebben bol en kubus bepaalde eigenschappen gemeenschappelijk die een ring niet heeft. Het bijzondere aan een Möbius band is dat de ene kant van de band doorloopt in de andere kant.

De band bestaat weliswaar uit een vlak, maar kan alleen in drie dimensies bestaan. Vanuit elk punt van de figuur zie je ogenschijnlijk twee zijden en twee randen, maar volg je vanuit een punt een rand of een zijde, dan blijkt bij terugkeer dat men ook de ogenschijnlijk andere rand of zijde heeft doorlopen. Het is niet mogelijk om een kant bijvoorbeeld blauw te kleuren en de andere kant rood: er is maar één kant! In een beroemde prent laat Escher mieren over een Möbius band kruipen. Nadat ze een rondje gekropen hebben zijn ze opeens aan de andere kant van de band gekomen! Möbiusband II

Wat er gebeurt wanneer je een Möbius band in de lengterichting in tweeën knipt, is te zien in een andere prent. Er ontstaan niet twee strippen, zoals je zou verwachten, maar één strip. Hiervan kan je voor en achterkant wel een eigen kleur geven! Möbiusband I Tot het vakgebied van de topologie behoort ook de wiskundige knopentheorie. In de prent knopen geeft Escher een zelfde knoop op drie verschillende wijzen weer. Als je een zijvlak van de grootste tekening hiervan volgt, zal je ontdekken dat je de knoop vier keer moet doorlopen voordat je wee op je beginpunt terug komt! Net als bij de Möbius band bestaat deze knoop uit slechts één zijvlak, terwijl het schijnt alsof er vier verschillende zijvlakken zijn.

Opgaven Ruimtelijke figuren Opgave 1 Door van de hoekpunten van een kubus de hoeken af te zagen, kan je van een kubus een octaëder maken. Je moet dan steeds loodrecht op de zogenaamde lichaamsdiagonalen zagen. Als je maar een klein stukje afzaagt, ontstaan er gelijkzijdige driehoekjes bij de hoekpunten. Door steeds grotere stukken af te zagen ontstaat als het ware een driedimensionale metamorfose, van de kubus naar de octaëder. Teken deze metamorfose als een serie van vijf opeenvolgende ruimtelijke figuren. Wanneer je dit proces uitvoert op de octaëder krijg je trouwens weer een kubus! Je zaagt dan, in eerste instantie, vierkante plakjes van de hoekpunten van de octaëder af. Als je wilt, kan je deze metamorfose ook weergeven. Opgave 2 Hiernaast zie je hoe een Kepler ster in een kubus past. De rode, blauwe en groene lijnstukken vormen namelijk een Kepler ster. Escher gebruikte een Kepler ster in zijn prent sterren. Maak een mooie tekening van een Kepler ster. Laat de ster er echt uit zien, door alleen de vlakdelen te tekenen die je in werkelijkheid ziet, en eventueel gebruik te maken van schaduw.

Opgave 3 Voor deze opgave heb je een schaar, lijm of plakband en papier nodig. 1. Neem een vel A4-papier en knip hiervan een lange strook, waarvan de breedte een kwart van de breedte van het vel is. (Als je eerst vouwt, dan heb je lijnen waarlangs je kunt knippen) 2. Teken op beide zijden van de strook een serie identieke figuren, bijvoorbeeld poppetjes of mieren zoals Escher gebruikt in zijn prent möbiusband 2. 3. Plak de twee uiteinden van de strook gedraaid aan elkaar, zodat een Möbius band ontstaat. 4. Controleer of de figuren van een kant doorlopen aan de andere kant van het papier, zoals bij een Möbius band het geval is. Probeer één kant van de strook een andere kleur te geven dan de andere kant. 5. Knip nog zo een strook papier en plak de uiteinden gedraaid op elkaar, zodat weer een Möbius band ontstaat. 6. Knip de strook in lengterichting door over het midden van de strook. Als je het goed doet ontstaat nu weer een soort Möbius band, maar nu met een dubbele slag erin. 7. Kleur één kant van de strook en de andere kant met een andere kleur. 8. Probeer het figuur van möbiusband 1 van Escher in papier na te maken. Möbiusband 2 Möbiusband 1