Bestuurscommissie Vervoersautoriteit

AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit Vergadering woensdag 6 maart 2019 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam 09.00 10.00 uur: presentatie en discussie essay professor E. Verhoef ideeën voor een beter functionerende mobiliteitsmarkt (Ontmoetingsruimte; alleen voor bestuurders) 10.00-11.30 uur reguliere vergadering (vergaderzaal A, begane grond) OPENBAAR DEEL Spreekrecht: Belangstellenden die gebruik w illen maken van het spreekrecht dienen dit tenminste 24 uur voor de aanvang van de vergadering kenbaar te maken (via bestuurlijkezakenva@mrdh.nl ) onder vermelding van hun naam en het onderw erp w aarover gesproken zal w orden en het belang dat daarbij aan de orde is. Het spreekrecht heeft uitsluitend betrekking op de in de agenda vermelde onderw erpen. Bij opening van de vergadering, w ordt aan belanghebbende het recht verleend in te spreken. Iedere spreker krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. Indien er meerdere sprekers zijn bepaalt de voorzitter in overleg met de commissie de totale voor belanghebbende beschikbare spreektijd en de volgorde van sprekers. Opening, mededelingen en vaststellen agenda 1. Mededelingen en vaststellen agenda 10.00-10.05 uur Vaststellen verslag openbaar deel vorige vergadering 2. Verslag openbaar deel vergadering 30 januari 2019 Het conceptverslag van het niet besloten deel van de vergadering van 30 januari 2019 vast te stellen. Bespreekpunten 10.05-11.05 uur 3.1 MRDH begroting 2020 (portefeuillehouder dhr. P. Varekamp) Instemmen met de concept ontwerp MRDH begroting 2020 en kennis nemen van het meerjarenbeeld 2021-2023, en deze concept ontwerp begroting op grond van artikel 3 lid 5 van de Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015 toe te sturen aan het dagelijks bestuur ter agendering in het algemeen bestuur. In de Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015 is opgenomen dat de Vervoersautoriteit MRDH het dagelijks bestuur een voorstel doet voor het onderdeel verkeer en vervoer binnen de begroting van de MRDH. De in de bijlage opgenomen concept ontwerp MRDH begroting 2020 bevat dit voorstel. 3.2 Beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen (portefeuillehouder dhr. P. Varekamp) Aan het dagelijks bestuur van de MRDH voorleggen om op grond van artikel 2:1 van de Gemeenschappelijke Regeling de concept ontwerp MRDH Beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden. Vanaf de start van de MRDH is er steeds nadrukkelijk aandacht geweest voor risicomanagement. In haar oprichtingsjaar heeft de MRDH Concern Auditing van de gemeente Rotterdam gevraagd om een eerste risico-analyse op de activiteiten van de MRDH uit te voeren. Op basis van de adviesnota en de bijbehorende financiële analyse heeft het algemeen bestuur opdracht gegeven een Beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen ( Beleidsnota ) op te stellen en een reserve in te stellen voor risico s programma Economisch Vestigingsklimaat. In de daaropvolgende jaren heeft er Pagina 1 van 6

onderzoek plaatsgevonden naar de financiering van de OV bedrijven (2016, reservering voor risico s financiering) en de financiële risicoanalyse aangaande overbesteding (2017, overbestedingstermijn maximaal drie jaar). Deze onderzoeken hebben als bouwstenen gediend voor deze Beleidsnota. Deze Beleidsnota introduceert beleid voor het verankeren van het reeds bestaande en nog te ontwikkelen risicomanagement op alle niveaus in de MRDH organisatie en vormt het kader waarbinnen risicomanagement wordt uitgevoerd. De Beleidsnota beschrijft daarnaast de relatie tussen risicomanagement en het begrip weerstandsvermogen binnen de MRDH. 3.3 Tram 2024 (portefeuillehouder dhr. M. Rosier) 1. Vaststellen van de volgende topeisen welke MRDH stelt aan de te bestellen tramvoertuigen van de HTM ter vervanging van de huidige voertuigen en de HTM te verzoeken deze maximale eisen te verwerken in het bestek voor de te organiseren aanbesteding van een nieuw tramvoertuig: a. een breder voertuig (maximaal 2,65 meter) en zo de capaciteit van het OV te maximaliseren, om de verwachte reizigersgroei te kunnen opvangen en om bij te dragen aan een eenduidig netwerk in heel Den Haag; b. een lage vloertram, om te voldoen aan de wettelijke vereisten met betrekking tot toegankelijkheid; c. een twee-richtingen tramvoertuig, wat het aanleggen van tailtracks in plaats van keerlussen mogelijk maakt, om zo minder publieke ruimte in beslag te nemen; d. een maximale lengte van 35 meter vanwege de inpassingen van haltes in de stad en de beschikbare ruimte in de remises en opstelplaatsen; e. een maximale aslast van 10kN voor een zo goed mogelijke balans tussen de maximale draagkracht van kunstwerken en het bieden van voldoende capaciteit en het bieden van een optimale levensduur van de voertuigen. 2. Kennis nemen van de voortgang van de planstudie Remise Rijswijk Zuid. 3. Kennis nemen van de voortgang scenariostudie inpassing nieuwe tram Haagse regio. In voorbereiding is de aanbesteding door HTM van nieuwe trams voor het tramnet in de Haagse regio, daartoe ligt de vaststelling van de topeisen nu voor. Dit ter vervanging van de resterende GTL8 voertuigen van HTM. Vaststelling van de topeisen (topeisen: belangrijkste eisen in relatie tot de ruimtelijke inpassing) is de eerste bestuurlijke stap om te starten met de uitvoering van het programma Tram 2024. De topeisen vergen een besluit op dit moment, zodat HTM de vervolgstappen kan zetten, om de levering op tijd te laten plaatsvinden. In de agendapost wordt nader ingegaan op het vervolgproces en go/no go-momenten. Het programma Tram 2024 is, vanwege de groei van het aantal reizigers en de daardoor noodzakelijke vergroting van de OV-capaciteit, de ruimtelijke opgave die de inpassing van de bredere trams met zich meebrengt en forse financiële impact, een groot dossier voor de komende jaren in de metropoolregio. Het programma is daarmee niet uitsluitend gericht op één op één vervanging, maar leidt ook tot meer vervoercapaciteit. Ter indicatie: het type voertuig Avenio heeft 20% meer capaciteit dan voertuigen type GTL8. De eerste serie is al succesvol vervangen door 70 trams van het type Avenio, inclusief de daarbij behorende infrastructurele aanpassingen en de realisatie van toegankelijke haltes. De laatste 60 GTL8 voertuigen moeten vanaf 2024 vervangen worden, gegeven de levensduur van deze voertuigen. Daarbij horen ook de noodzakelijke aanpassingen aan de traminfrastructuur op de lijnen waar nog oude voertuigen rijden, alsmede het realiseren van een nieuwe remise omdat de voertuigen meer ruimte innemen. Deze drie onderdelen vormen een programma genaamd Tram 2024. 3.4 Uitwerking Metropolitane fietsroutes (portefeuillehouder dhr. P. Meij) Ten aanzien van de subsidieverlening aan Metropolitane fietsroutes: 1. Conform bijgevoegd ontwerp-wijzigingsbesluit de Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit MRDH te wijzigen en uitvoeringsregels voor Metropolitane fietsroutes toe te voegen aan paragraaf 2.2.b Fietsinfrastructuur ; Pagina 2 van 6

2. Uitsluitend voor de Metropolitane fietsroutes het maximale subsidiepercentage voor de periode tot 1-1-2025 te verhogen van 50% naar 70% op grond van artikel 27, lid 2 van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018; 3. De handleiding Metropolitane fietsroutes vast te stellen, als hulpmiddel voor wegbeheerders bij de planuitwerking en realisatie van de Metropolitane fietsroutes. In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB) hebben gemeenten en de MRDH de opgave geformuleerd om het Metropolitaan hoofdfietsnetwerk te realiseren. De doelstelling is dat 10% meer inwoners binnen 45 minuten fietsen een belangrijke economische toplocatie bereiken. Het netwerk ontsluit de economische kerngebieden en grotere woon- en Metropolitane recreatiegebieden. Met deze fietsroutes worden mensen gestimuleerd om de fiets te gebruiken voor woon-werkverkeer. Dat verbetert de bereikbaarheid van de regio, vermindert de CO2-uitstoot en mensen worden gestimuleerd om meer te bewegen. Op 31 januari 2018 heeft de bestuurscommissie Vervoersautoriteit (BC Va) de rapportage Fiets in de MRDH vastgesteld als agenda voor de routegewijze uitwerking van Metropolitane fietsroutes en op aandragen van de gemeenten 6 fietsroutes geprioriteerd. De gemeenten werken nu de geprioriteerde fietsroutes uit en voor de subsidieverlening wordt geadviseerd om bij fietsinfrastructuur de volgende regels voor Metropolitane fietsroutes op te nemen in de Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit MRDH (uitvoeringsregeling) die hoort bij de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018 (subsidieverordening. Hamerstukken 11.05-11.10 uur De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over een hamerstuk dient u dit uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via het volgende emailadres: bestuurlijkezakenva@mrdh.nl 4.1 Subsidieverlening Buurtbus Voorne 2019 (portefeuillehouder dhr. I. Bal) Op grond van artikel 8 hardheidsclausule van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2018 subsidie te verlenen voor een bedrag ter hoogte van 3.100,- over het jaar 2019 aan de Buurtbusvereniging Voorne. De Buurtbus Voorne vervoert passagiers van een aantal woonkernen zonder openbaar vervoer op Voorne Putten naar centrale aansluitingspunten op het regionale openbaar vervoer in Brielle. Buurtbusvereniging Voorne voert de dienstregeling en daarmee samenhangende activiteiten uit met 37 vrijwillige chauffeurs en een vrijwillig bestuur. De vereniging ontvangt jaarlijks een subsidie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de gemeente Brielle om de kosten die de vereniging maakt te dekken. Deze kosten bestaan onder andere uit onkostenvergoedingen voor de bestuursleden, bij vergaderingen gemaakte kosten, bankkosten en kosten van sociale activiteiten. De vervoerder zorgt vanuit de concessie voor de voertuigen en het bijbehorend onderhoud. Verdere financiële ondersteuning vindt plaats door sponsorbijdragen. Op grond van de huidige verordening kan de subsidie alleen verleend worden op grond van de hardheidsclausule omdat volgens artikel 52 jo 4 van de subsidieverordening alleen gemeenten en concessiehouders subsidie kunnen aanvragen. Dat de Buurtbusvereniging subsidie aanvraagt, is een uitzonderlijke situatie.rond de zomer van 2019 wordt bestuurlijke besluitvorming voorzien van een Kadernota Maatwerk OV, waarin voorstellen worden geformuleerd ten aanzien van inhoudelijke afwegingen, financiering e.d.. 4.2 Subsidieverlening HTM tramlijn 1 deel Scheveningseweg (portefeuillehouder dhr. M. Rosier) 1. In de eerste Bestuursrapportage MRDH 2019 en de MRDH begroting 2020 aan het algemeen bestuur via het dagelijks bestuur voor te stellen om de jaarschijf 2019 voor de no regret maatregelen op tramlijn 1 binnen het programma Infrastructuur verkeer en vervoer te verhogen met 2.164.200 ten laste van de jaarschijf 2020. Pagina 3 van 6

2. Onder voorbehoud van beslispunt 1 subsidie te verlenen aan gemeente Den Haag voor de realisatie van het deelproject spoorvervanging tracédeel Scheveningseweg Lijn 1, ter hoogte van 9.463.727,- (prijspeil 2018 excl. BTW). 3. De manager Openbaar Vervoer (mevrouw C. Mourik) te mandateren de uitvoeringsbesluiten te nemen die vallen binnen de kaders kwaliteit, tijd en geld van het besluit. De BCVa heeft op 15 november 2017 het besluit genomen om 14,5 miljoen te investeren in no regrets op tramlijn 1. Tegelijk is het voorontwerp lijn 1 tracé Den Haag Scheveningen vastgesteld. De spoorvervanging langs de Scheveningseweg maakt deel uit van het vervangingsonderhoud van de HTM en is een van de no regrets. Het tracé betreft naast vervanging van de constructie, de aanpassingen aan de halten en verplaatsen van bovenleidingmasten en andere objecten. Met de aanpassingen worden alle halten op dit tracédeel toegankelijk gemaakt. Het tracé wordt tegelijk geschikt gemaakt voor bredere tramvoertuigen. 4.3 Subsidieverlening 10 trams (type Avenio) (portefeuillehouder dhr. I. Bal) Ter uitwerking van het besluit van 17 mei 2017, als subsidieverlener van het Openbaar Vervoer, conform bijgevoegde beschikking voor de business case van 10 trams (type Avenio), op grond van art 44 subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2018, aan HTM: 1. een subsidie te verlenen in de vorm van een vast bedrag (lump sum) van 4 miljoen euro inclusief VAT voor het saldo van de kosten en opbrengsten als genoemd in de businesscase van 10 Avenio s waarin ook zijn opgenomen de exploitatiekosten en onderhoudskosten (infrastructuur en voertuigen) van het traject Javalaan naar Bleizo (verder Bleizo) en het traject van lijn 19 van Delft Station naar de TU-wijk (verder TU-wijk) voor de periode 2019 tot en met 2023. Dit subsidiebedrag wordt niet geïndexeerd; 2. een subsidie te verlenen voor maximaal 50% van het tekort in het kwaliteitsfonds tot een maximum van 1,73 miljoen euro, indien dit tekort zich voordoet op 13 december 2026 te weten einde railconcessie 2016-2026. De BCVa heeft op 17 mei 2017 besloten om, gegeven de netwerkuitbreidingen en reizigersontwikkeling, aan HTM te vragen om 10 extra Avenio s na te bestellen. HTM heeft een business case opgesteld waarin zowel de aanschafkosten van de 10 voertuigen alsmede de exploitatie- en onderhoudskosten van het traject naar Bleizo en de infra voor lijn 19 zijn opgenomen voor de periode 2019 2023. Omdat er op 17 mei 2017 nog geen subsidieaanvraag was ingediend heeft de bestuurscommissie destijds nog geen beschikking afgegeven noch een mandaatbesluit hiervoor genomen.htm heeft op 29 mei 2018 een subsidieaanvraag ingediend voor de businesscase van 10 Avenio s. Vanwege de financieel-technische complexiteit van deze casus is eerst uitgebreid overleg gepleegd met HTM over de concept-beschikking. Nu ligt de verlening van de subsidie door de Bestuurscommissie voor. De subsidieverlening is in detail uitgewerkt in de bijgevoegde beschikking conform het eerdere besluit uit 2017 van de bestuurscommissie en gebaseerd op de businesscase die aan dat besluit ten grondslag lag. 4.4 Uitvoeringsregeling Va MRDH AVLM (portefeuillehouder dhr. S. Fortuyn) Met betrekking tot Automatisch Vervoer Last Mile (AVLM), onder voorbehoud van de begrotingswijziging door het algemeen bestuur op 8 maart 2019: a. de projecten uit het programma AVLM aan te wijzen als subsidiabele pilots als bedoeld in artikel 35, tweede lid van de subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018 en b. conform bijgevoegd wijzigingsbesluit nadere regels voor het programma AVLM op te nemen in de Uitvoeringsregeling behorende bij de subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018. Op 11 juli 2018 is door de Bestuurscommissie Va de visie Automatisch Vervoer op de Last Mile (AVLM) in de metropoolregio Rotterdam Den Haag 2019-2022 vastgesteld. Het doel van het Pagina 4 van 6

programma is om op de locaties zoals aangegeven in de visie, door meerdere (vervoer)bedrijven, voor meerdere doelgroepen ervaring op te doen met automatisch vervoer. Andere pilotlocaties kunnen worden toegevoegd als daarvoor voldoende financiële ruimte is. Bijvoorbeeld doordat locaties afvallen en het unieke karakter (pilot) van de nieuwe locatie duidelijk is en dit verwerkt wordt in een aangepast programma. Om initiatiefnemers in staat te stellen snel via learning by doing aan de gang te gaan wordt voorgesteld gebruik te maken van subsidiëren van pilots. Hierbij moet duidelijk worden op welke locaties AVLM zowel technisch, financieel als qua vervoerwaarde interessant is en wat een toekomstige rol van de verschillende partijen is. In de bestaande uitvoeringsregeling MRDH (11 april 2018) hebben pilots een plaats in artikel 2.4. Het huidige artikel 2.4 geeft onvoldoende houvast om op een gedegen manier een AVLM pilot project te kunnen subsidiëren en te kunnen beoordelen welke onderdelen voor een subsidie in aanmerking komen. Met de aanpassingen geven we invulling aan de gevraagde beoordelingskader en subsidiekader. 4.5 Uitwerking Bediening Transferium Fast Ferry (portefeuillehouder mw. M. Huijsmans) Conform bijgevoegde beschikking aan RET N.V. een subsidie te verlenen aanvullend op de reguliere subsidieverlening voor de Fast Ferry van 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van 130.000, - per jaar (prijspeil 2018) voor maximaal drie jaar om de bediening van de halte Transferium Maasvlakte in de dagshiftenbediening met de Fast Ferry mogelijk te maken. Dit op grond van artikel 8 en artikel 44 van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018. Toelichting De Fast Ferry is een veerdienst tussen Hoek van Holland en de Maasvlakte voor voetgangers en fietsers die RET met behulp van een subsidie van MRDH uitvoert. In het voorjaar van 2018 is de nieuwe halte Transferium Maasvlakte geopend als belangrijk OV knooppunt voor mensen die werken op de Maasvlakte. Hiermee is de bereikbaarheid van de Maasvlakte met het OV vergroot en wordt de drukke A15 ontlast. De Fast Ferry kan hier ook een goede bijdrage aan leveren. Daarom is op 26 maart 2018 de RET met subsidie van het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) een pilot gestart waarbij in de ochtend en avondspits (dagshiftenbediening) de halte Transferium Maasvlakte wordt bediend. Deze pilot eindigt op 29 maart 2019. Gemeente Rotterdam bereidt in samenwerking met de MRDH en het HbR een aanbesteding PoW West voor. Hierbij wordt een drie shiftenbediening naar halte MaasvlakteTransferium als eis uitgevraagd. Het nieuwe contract gaat over drie jaar in. Het voorstel van HbR is ter overbrugging van deze periode de bediening naar de halte Transferium Maasvlakte tot einde huidig contract te continueren(uiterlijk 31 december 2021) minimaal in een dagshiftenbediening. De meerkosten van de bediening halte Transferium Maasvlakte bedragen per jaar 130.000, - Gezien het grote en gezamenlijke belang van dit OV knooppunt bij het Transferium wordt geadviseerd om samen met HBR ieder de helft van de kosten voor zijn rekening te nemen te weten: (65.000, -). 4.6 Notitie Reikwijdte en detailniveau (NRD) MIRT verkenning A4 Burgerveen-N14 (portefeuillehouder dhr. S. Fortuyn) Kennisnemen van bijgevoegd verzonden bestuurlijk advies. De A4 is van belang voor de autobereikbaarheid van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag met Leiden/Amsterdam. Het deel van de A4 tussen knooppunt Burgerveen en de N14 (bij Leidschendam) vormt een bottleneck voor het verkeer. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft daarom besloten een MIRT-verkenning uit te voeren (Startbeslissing 25 oktober 2017). In een MIRTverkenning wordt onderzocht hoe de problemen het beste kunnen worden opgelost. Een ieder kan in de periode van 17 januari t/m 13 februari 2019 een zienswijze indienen op het voornemen een m.e.r.-procedure te starten. De MRDH is gevraagd om een bestuurlijk advies op de NRD. In bijgevoegd bestuurlijk advies van de MRDH wordt aandacht gevraagd voor de gevolgen voor doorstroming/milieukwaliteit op wegvakken die liggen in de metropoolregio, de gevolgen voor natuur/landschap/recreatie in het gebied tussen de Leidse en Haagse agglomeratie, het betrekken Pagina 5 van 6

van Bereik! (verkeersmanagement/smart-mobility), het nadrukkelijk betrekken van de MRDH bij meekoppelkansen/regiowensen op het gebied van fiets/ov verbindingen en een goede afstemming tussen de verkenning A4 Burgerveen N14 en de planuitwerking A4 Haaglanden- N14. Ter Informatie 5. Memo project SMARD Kennisnemen van het memo project SMARD. Rondvraag en sluiting van het openbaar deel 6. Rondvraag De vergadering wordt in beslotenheid voortgezet. 11.10-11.15 uur 11.15-11.20 uur Volgende vergadering: Woensdag 10 april 2019 09.30--11.30 uur MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam (zaal A) Pagina 6 van 6