A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 7 juni 2017, tot uur

Transcriptie

1 A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 7 juni 2017, tot uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Voorafgaand aan de bestuurscommissie vindt van tot uur bij de MRDH de bestuurlijke oploop plaats over het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag. In deze bijeenkomst wordt u o.a. geïnformeerd over de stand van zaken en worden de uitkomsten van de NMCA (IenM) besproken. OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda Vaststellen verslag openbaar deel 2. Vaststellen conceptverslag d.d. 17 mei 2017 Vaststellen van het conceptverslag. Bespreekpunten 3. Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 1. Het algemeen bestuur voor te stellen om de Subsidieverordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag vast te stellen conform bijgevoegd ontwerp; 2. De bijgevoegde Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag, inclusief de documenten in de bijbehorende bijlagen vast te stellen, onder voorbehoud van vaststelling van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag; 3. Bij de inhoudelijke beoordeling van de aanmeldingen voor projecten voor het subsidiejaar 2018 rekening te houden met welke projecten vanaf 1 januari 2018 nog subsidiabel zijn; 4. Eind 2020 een evaluatie te starten met betrekking tot de systematiek van de verordening en de uitvoeringsregeling. Tot 1 januari 2018 is de begroting MRDH Vervoersautoriteit nog uitgesplitst naar de voormalige regio's Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam. Vanaf 2018 is de begroting MRDH Vervoersautoriteit voor de gehele regio. Nu is dan ook hèt moment om het voor het verkeers-en vervoersbeleid door het Rijk beschikbaar gestelde geld, de brede doeluitkering (BDU), in de hele regio op dezelfde manier te gaan inzetten. Daarom is een regiobrede uniforme subsidieverordening verkeer en vervoer nodig, inclusief uitvoeringsregeling. Daarnaast bevat de vigerende verordening voor het gebied van Haaglanden een aantal artikelen die expliciet een looptijd hebben tot en met 2017: de inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds en het programma voor gemeentelijke projecten. De Subsidieverordening Vervoersautoriteit (Subsidieverordening) geeft de technische spelregels voor de inzet van het subsidie-instrument. Dit ter ondersteuning van het in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB) vastgestelde beleid. De Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit (Uitvoeringsregeling) bevat nadere regels die een meer gedetailleerde uitwerking geven van de subsidieverordening en de wijze waarop met specifieke categorieën omgegaan zal worden. Het bevoegde gezag voor vaststelling van de subsidieverordening is het algemeen bestuur, het bevoegd gezag voor vaststellen van de Uitvoeringsregeling is de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Een aanpassing van de Uitvoeringsregeling kan daardoor Pagina 1 van 6

2 met een kortere bestuurlijke doorlooptijd worden gerealiseerd. Echter, de eerste keer dat de Uitvoeringsregeling van kracht kan worden, is wanneer de Subsidieverordening door het algemeen bestuur wordt vastgesteld. Zoals hiervoor beschreven, bevat de Uitvoeringsregeling nadere regels die een meer gedetailleerde uitwerking geven van de Subsidieverordening en de wijze waarop met specifieke categorieën omgegaan zal worden. Het bevoegde gezag voor vaststelling van de Subsidieverordening is het algemeen bestuur, het bevoegd gezag voor vaststellen van de Uitvoeringsregeling is de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. 4. Audit kosten beheer en onderhoud lokaalspoor vervoerregio's 1. Kennisnemen van het rapport Audit BOV-kosten lokaalspoor vervoerregio's conform bijlage 1, met in het bijzonder de hoofdfiguur op blz De hoofdconclusie van het rapport, zoals beschreven in onderstaande toelichting, actief te communiceren intern MRDH en de gemeenten (bewustwording) en extern (lobby hogere BDU). In opdracht van het ministerie van lenm, de Vervoerregio Amsterdam en MRDH is een audit gedaan naar de kostenontwikkeling van het beheer en onderhoud en vervangingsinvesteringen (BOV-kosten) aan het lokaalspoor (infrastructuur en voertuigen van metro en tram). De periode van 2005 tot 2027 is in beeld gebracht. De BOV-kosten zijn tevens in perspectief geplaatst van de totale BDU. De hoofdconclusie die MRDH trekt naar aanleiding van dit rapport is: In 2005 kon nog 3800) van de BDU als 'beleidsvrije ruimte' worden geïnvesteerd in regionale verkeer en vervoer projecten, terwijl dit in 2016 nog maar 130 van de BDU is. In absolute zin is dat C 90 miljoen in 2016 voor de Amsterdamse, Rotterdamse en Haagse regio samen, de overige C740 miljoen wordt structureel besteed aan exploitatie en onderhoud van het regionale OV-systeem. Deze snelle intering op de beleidsvrije ruimte is te wijten aan:» bezuinigingen op de BDU sinds 2010;» stijgende BOV-kosten aan het lokaalspoor. Deze kosten stegen door enerzijds de groei van het netwerk met ca. 170 en de vlootcapaciteit met ca. 200, anderzijds door een intensiever gebruik van het netwerk en de metro- en tramvoertuigen, toegenomen complexiteit van de voertuigen en de omvang van het areaal, waaronder nieuwe beveiligingssystemen, toevoegingen ten bate van het reiscomfort zoals airconditioning, dynamische reizigersinformatie en OV-chipkaart.» Een piek in vervangingsinvesteringen van het metrosysteem in de steden. De exploitatiesubsidies OV nemen structureel af. De vervoerbedrijven zijn binnen de concessies efficiënter gaan werken en verwerven meer inkomsten. Dit staat echter in geen verhouding met de omvang van de gestegen BOV-kosten en daling van de BDU. Er dreigt bij ongewijzigd beleid een majeur financieel dilemma vanwege de doorstijgende systeemkosten (BOV+exploitatie) van het OV, met een reductie van de vrije investeringsruimte tot vrijwel nul tot gevolg. Hamerstukken De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over een hamerstuk dient u dit voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via w. dekker@mrdh. nl en t. vanmourik@mrdh.nl. 5. Gevolgen besluit HTMbuzz niet tijdig uitvoeren dienstregeling HTMbuzz geen financiële sanctie op te leggen voor het niet uitvoeren van het Vervoerplan 2017 gedurende de periode van 11 december 2016 tot en met 30 januari 2017 maar in plaats daarvan een waarschuwing te geven dat bij soortgelijke gevallen in de toekomst HTMbuzz een financiële sanctie tegemoet kan zien, conform bijgevoegde brief. Pagina 2 van 6

3 HTMbuzz heeft in de periode van 11 december 2016 tot en met 30 januari 2017 het Vervoerplan 2016 uitgevoerd in plaats van het Vervoerplan 2017 als gevolg van onvrede bij het personeel over roosters en werkdruk. HTMbuzz mag dit echter niet zonder instemming van MRDH besluiten. Aangezien HTMbuzz inbreuk heeft gemaakt op de rechten en verplichtingen die in de subsidiebeschikking, concessie en exploitatieovereenkomst zijn opgenomen, dient besloten te worden of dit consequenties voor HTMbuzz zou moeten hebben. HTMbuzz heeft tijdelijk niet aan haar verplichtingen voldaan. Het later in werking treden van het vervoerplan 2017 heeft echter beperkte gevolgen aangezien de verschillen tussen de vervoerplannen niet groot zijn. Daarnaast heeft HTMbuzz na ingebrekestelling door MRDH ruim binnen de door MRDH gestelde termijn alsnog aan haar verplichtingen voldaan, waarmee de gevolgen voor de reiziger nog verder beperkt zijn gebleven. Dat betekent dat de gevolgen in zijn totaliteit beperkt zijn. Voor individuele reizigers op specifieke buslijnen kunnen de gevolgen groter zijn geweest, zowel in positieve als negatieve zin. HTMbuzz is haar verplichting weliswaar niet nagekomen, maar dit betrof een tijdelijke situatie waarbij de gevolgen zowel financieel gezien als voor de reiziger beperkt zijn gebleven. Daarom wordt geadviseerd om HTMbuzz op dit moment geen financiële sanctie op te leggen, maar een waarschuwing te geven en aan HTMbuzz te melden dat bij soortgelijke situaties in de toekomst er wel een sanctie wordt opgelegd met als doel herhaling te voorkomen. 6. Voornemen verlaten reservering tramtracé Ridderkerklijn 1. Het verzoek van de gemeente Ridderkerk om de Provincie te verzoeken de ruimtelijke reservering van het voorkeurstracé van de tramlijn Ridderkerk in deze gemeente te laten vervallen in het Programma Ruimte en andere wettelijke kaders, te honoreren onder de voorwaarde dat voor de gewenste OV-relatie met gemeente Rotterdam een HOV Busnetwerk wordt doorgevoerd; 2. De bij het eerste beslispunt behorende brief aan college van B&W van Ridderkerk vast te stellen; 3. De brief aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, met betrekking tot het onder het eerste beslispunt bedoelde verzoek, vast te stellen. In voorgaande jaren hebben de gemeente Ridderkerk en de Stadsregio Rotterdam uitvoerig gecorrespondeerd over de reservering van een tramtracé in de gemeente Ridderkerk. In mei 2011 is besloten tot uitstel van de aanleg van de tramlijn aangezien er geen financiële dekking aanwezig was. De gemeente is toen verzocht de aanleg van de Ridderkerklijn volgens het voorkeurstracé niet onmogelijk te maken. De gemeente heeft in haar brief van maart 2012, recentelijk in ambtelijke overleggen en tenslotte in haar brief van 25 april 2017 MRDH verzocht te bewerkstelligen dat de ruimtelijke reservering van de Ridderkerklijn wordt geschrapt uit het Programma Ruimte en andere bindende kaders om aldus de binnen de gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. In opdracht van de Provincie Zuid-Holland en MRDH heeft het bureau Goudappel Coffeng onlangs een onderzoek uitgevoerd naar de HOV/R-net netstructuur in het DAV-gebied. Op grond van dit studieresultaat is het niet meer zinvol om de reservering van een tramtracé aan te houden. MRDH en de gemeente Ridderkerk zetten zich vol in op het handhaven en verbeteren van de HOV/R-net busverbindingen met Rotterdam. Voorgesteld wordt om de reservering tramtracé te verlaten, de provincie te verzoeken de ruimtelijke reservering voor het tracé te laten vervallen en in samenspraak met betrokkenen te streven naar het handhaven en verbeteren van de HOV/R-netstructuur. Gemeente Ridderkerk heeft ermee ingestemd de nog uit te werken verbeteringen van de HOV/R-netstructuur in het Vervoerplan 2019 te effectueren. Pagina 3 van 6

4 7. Indienststelling Hoekse Lijn in het kader van Wet lokaal spoor 1. Vergunning te verstrekken voor het proefbedrijf aan de RET N.V., als de overdracht voor beheer en onderhoud heeft kunnen plaats vinden aan RET N.V. en exploitatie als de verklaring van Inspectie Leefomgeving en Transport dit toe laat en het proefbedrijf met een positief resultaat is afgerond op grond van artikel 9 Wet lokaal spoor (Wls) 2. Mandaat te verlenen aan de directeur Vervoersautoriteit om een vergunning voor het in dienst stellen van de HL genoemd in 1 aan de RET N.V. te verstrekken mits voldaan is aan de voorwaarde. 3. In te stemmen met het aanvullende pakket aan maatregelen ter verhoging van de veiligheid en het verminderen van verkeershinder bij de overwegen. 4. In aanvulling op uw besluit van 16 november 2015 de RET N.V. ook aan te wijzen als beheerder voor het lokaal spoor van de Hoekse Lijn in de zin van artikel 18 eerste lid van de Wet lokaal spoor. 5. In aanvulling op uw besluit van 16 november 2015 de RET N.V. ook een veiligheidscertificaat te verlenen voor het lokaal spoor in Maasluis op grond van artikel 27 eerste lid van de Wet lokaal spoor. 6. Vast te stellen de "Beleidsregels goederenvervoer 2017" in kader de wettelijke verantwoordelijkheid die MRDH heeft voor het lokaal spoor 7. De directeur Vervoersautoriteit een mandaat te verlenen om namens bestuurscommissie Vervoersautoriteit op aanvraag een veiligheidscertificaat te verlenen aan goederenvervoerders voor het gebruik van de Hoekse Lijn, mits is vastgesteld dat een goederenvervoerder op dat moment voldoet aan de Beleidsregels goederenvervoer Op 3 april 2017 is de Hoekse Lijn aangewezen als lokaal spoor. Hiermee is de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vanaf die datum het bevoegd gezag in de zin van de Wet lokaal spoor. Het traject Hoekse Lijn (hierna: HL) wordt geschikt gemaakt voor metro-exploitatie en aangesloten op het bestaande metronetwerk dat door RET wordt geëxploiteerd. Met de HL wordt het metronetwerk uitgebreid vanaf Schiedam naar de haven van Hoek van Holland. Bovendien is er via een overdrachtsspoor een verbinding met het hoofdspoor gecreëerd waardoor goederenvervoer mogelijk is vanaf Schiedam tot Vlaardingen. Als eind september 2017 het proefbedrijf positief wordt afgesloten kan de spoorweginfrastructuur in dienst genomen worden en de exploitatie starten. Na acceptatie van de spoorweginfrastructuur door de RET zal overdracht plaatsvinden van het beheer en onderhoud Hoekse Lijn aan de RET als beheerder. De beheerder kan de Hoekse Lijn in dienst stellen voor proefbedrijf en exploitatie. Voorafgaand aan het in dienst stellen van de Hoekse Lijn dient MRDH in het kader van de Wet lokaal spoor: - een indienststellingsvergunning af te gegeven op grond van artikel 9 Wls en - de RET aan te wijzen als beheerder op grond van artikel 18 eerste lid en vervoerder op grond van artikel 27 eerste lid, dit laatste door het afgeven van een aanvulling op het door MRDH in december 2015 afgegeven veiligheidscertificaat. Ter informatie 8. Verantwoording exploitatie OV-concessies kennis te nemen van de prestaties, die in 2016 zijn geleverd door de openbaar vervoerbedrijven bij de uitvoering van concessies. Jaarlijks geven de vervoerders een overzicht van de prestaties over het afgelopen jaar aan de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Zij leveren cijfers over: het aantal instappers, het aantal reizigerskilometers, de punctualiteit, de uitval van dienstregelinguren, de klantwaardering en het aantal incidenten met betrekking tot de sociale veiligheid. Verschillen in concessie-eisen maken vergelijkingen tussen vervoerders lastig met name op het gebied van punctualiteit en uitval. Pagina 4 van 6

5 De volgende hoofdconclusies kunnen getrokken worden als alle data, inclusief de financiering met elkaar vergeleken worden: 1. Klantwaardering De afgelopen jaren is er een stijgende lijn waarneembaar in de klantwaardering, ondanks - per saldo - een lager totaal aan overheidsbijdragen. De klantwaardering met betrekking tot de concessies van RET Metro (7,7) RET Tram (7,9), HTM Tram stad (7,5) en HTM RandstadRail (7,6), RET Bus (7,7), Connexxion (Haaglanden Streek) (7,7) en NS (Hoekse Lijn) (7,5) is gestegen. De klantwaardering met betrekking tot de concessies van Connexxion (Voorne Putten - Rozenburg) (7,6) en HTMBuzz (7,7) is gelijk gebleven. Geen enkele vervoerder is achteruit gegaan in klantwaardering. 2. Reizigersgroei Er is in 2016 ten opzichte van 2015 een groei van 2,200) geconstateerd in het aantal instappers bij alle vervoerders (tram, metro en bus). In absolute zin waren er in 2016 grofweg zo'n 275 miljoen instappers. Deze reizigersgroei realiseren de vervoerders door het optimaliseren van vraag en aanbod, ondanks de al jarenlang gehanteerde nullijn bij de vervoerplanprocedure. 3. De punctualiteit De punctualiteit wordt steeds beter. 4. Subsidie per instapper Bij 'Vervoer over Water' is sprake van een naar verhouding tot de reguliere OV-concessies (bus, tram, metro) hogere benodigde (MRDH-) subsidie per instapper. Een uitgebreide toelichting wordt gegeven in bijlage 1. Rondvraag en sluiting 9. Rondvraag De vergadering wordt in beslotenheid voortgezet. BESLOTEN DEEL Opening en mededelingen besloten gedeelte 10. Mededelingen en vaststellen agenda Verslag besloten deel en besluitenlijst 11. Vaststellen conceptverslag d.d. 17 mei 2017 Vaststellen van het conceptverslag. 12. Vaststellen conceptbesluitenlijst d.d. 17 mei 2017 Vaststellen van de conceptbesluitenlijst. Bespreekpunten 13. Strategisch Asset Managementplan railinfrastructuur en railvoertuigen RET en HTM 1. Het tienjarenplan beheer en onderhoud railinfrastructuur en railvoertuigen van de RET vast te stellen. 2. Het tienjarenplan beheer en onderhoud railinfrastructuur en railvoertuigen van de HTM vast te stellen. Dit agendapunt is vertrouwelijk geagendeerd omdat de stukken bedrijfsgevoelige informatie bevatten. De directeur van HTM, de heer Bierman, geeft ter vergadering een toelichting op het tienjarenplan van HTM. Pagina 5 van 6

6 In het kader van de nieuwe railconcessie dienen HTM en RET een 10 jarenplan beheer en onderhoud voor zowel de railinfrastructuur als de railvoertuigen, ter vaststelling aan de bestuurscommissie aan te bieden. In de plannen geven de HTM en RET aan hoe zij met het beheer en onderhoud gaan voldoen aan de railconcessie, waarin balans zit tussen de door MRDH geëiste prestatie-indicatoren, het beschikbare budget en het beheersen van de risico's. De Bestuurscommissie van 7 december 2016 heeft de HTM en RET tot 1 april 2017 uitstel verleend om hen in de gelegenheid te stellen de 10 jarenplannen verder aan te scherpen. Bij de HTM is de aanscherping van het plan gericht op het verbeteren van de beheerorganisatie in samenhang met de organisatiecultuur, zodat HTM in een tijdsbestek van vijf jaar voldoet aan de in de concessie geëiste kwaliteitstandaard voor beheerorganisaties. De directie van HTM legt periodiek verantwoording af aan de MRDH over de voortgang van dit verandertraject waarbij de HTM beheerorganisatie (Ãcultuur) zich fasegewijs transformeert naar een goed geoliede beheerorganisatie. Bij de RET is het meerjarenperspectief beheer en onderhoud in het plan voor de railinfrastructuur verder aangescherpt zodat deze aansluit op de overeengekomen financiële kaders van de nieuwe railconcessie. Dit zodat de uitgaven van het meerjarenonderhoud- en vervangingsinvesteringen voor railinfrastructuur binnen de in de bieding overeengekomen financiële kaders van in totaal 590 miljoen euro blijft (voor 10 jaar). De door de RET en HTM aangepaste en definitieve plannen zijn door MRDH beoordeeld en voldoen aan de in de concessie gestelde eisen, prestatie indicatoren en financiële kaders. Hamerstukken Ter informatie Rondvraag en sluiting 14. Rondvraag en sluiting van het besloten deel Volgende vergadering: Extra bestuurscommissie Vervoersautoriteit Woensdag 28 juni 2017, van tot uur, MRDH, zaal G (5 e etage) De extra bestuurscommissie staat in het teken van besluitvorming over het onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag. Deze extra ingeplande vergadering wordt gehouden om de concept rapportage te bespreken, inclusief de definitief uitgewerkte integrale toekomstbeelden en bijbehorende pakketten samenhangende oplossingsrichtingen. Pagina 6 van 6