VORMING 'INTRODUCTIE OP TAALONTWIKKELEND VAKONDERWIJS 1 INLEIDING (5 ) Aan: adviseurs taalbeleid. Van: Wim De Groof (Huis van het Nederlands Brussel)

Vergelijkbare documenten
Vorming HBO-docenten CVO Elishout. Deel 1: introductie op taalontwikkelend lesgeven

Met steun van het Europees Integratiefonds en de Vlaamse Gemeenschap

Taalontwikkelend Lesgeven

twee initiatieven Academisch Nederlands

KIJKWIJZER 1 VOORBEREIDE MONDELING PRESENTATIE Vier rubrieken, vier waarden per rubriek en de kernachtige typering per schaalwaarde

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

VMBO-T / Nederlands / 2011 / tijdvak 1

Profiel Academische Taalvaardigheid

Taalbewust beroepsonderwijs. Vijf vuistregels voor effectieve didactiek 1

AANBOD. Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte.

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Duidelijk Nederlands spreken

De presentatie: basisprincipes

Groepswerk. Schriftelijke neerslag. formulier observator p.1. Voornaam en naam persoon C (hoofdrol) Voornaam en naam persoon d (bijrol) Algemeen

HANDLEIDING : VORMING INTRODUCTIE TAALBELEID VOOR VAKLEERKRACHTEN

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Programma. Verbale en non-verbale communicatie Pauze Interactiviteit

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Mbo, toets je taal! Taalvaardigheid Nederlands beoordelen in competentiegericht onderwijs

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

TAALBELEIDSPLAN OPLEIDING POLYVALENT VERZORGENDE

Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten

2.9 Lesplan opzet workshop 8 Lesformulier

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Raad Hoger Onderwijs IDR / 12 juni 2012 RHO-RHO-ADV-010. Advies instapprofiel van de student hoger onderwijs

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:

Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen Mondeling examen

Ingevuld door: BARBARA DE WILDT Functie: PLANNING & USAGE MANAGER

Feedback aan leerkrachten

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1

Nederlands in Uitvoering

GESPREKS- EN DOELEN VANDAAG 6/1/2016 SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK ONDERWIJSACTIVITEITEN. Hoe zeg je dat?

ALGEMEEN. Doel & inhoud. Evaluatie

Kan ik het wel of kan ik het niet?

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen:

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Het houden van een spreekbeurt

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Om, tijdens en rond. Een gids bij het voorbereiden van een studentengesprek in het COBRA-model

«Iedere leraar een taalleraar» Waarom? Wat? Hoe?

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode

VMBO-T / Nederlands / 2011 / tijdvak 2

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Feedback. in hapklare brokken

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven

Reflectieverslag mondeling presenteren

Leo van den Hoek. Zaal 1 Tijdstip uur. Implementeren, hoe doe je dat? FOTO

Samenvatting Nederlands Top niveau -

Inhoud. Introductie tot de cursus

Ear openers voor docenten en studenten

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

Taalontwikkeling in uw vakles

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 3 WAT ZEG JE? Wat ga je doen?

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

TRAINING WERKBEGELEIDING

Informatie voor ouders

C2-taken uitvoeren met een B2-niveau: kunst- en vliegwerk?

PROGRAMMA (AALST) BIJEENKOMST VAKCOÖRDINATOREN NEDERLANDS April 2014 PROGRAMMA (SINT-NIKLAAS) PROGRAMMA (OUDENAARDE) Inleiding - rondleiding OLC

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Feedback. Wat is feedback?

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

Communiceren is teamwork

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Voorbereiding. Overzicht. Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?

vaardigheden - 21st century skills

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 2

Schrijven van studiemateriaal

3 Hoogbegaafdheid op school

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT

Omgaan met een moeilijke klas. Susan de Bruin

Gespreksgereedschap. Handleiding en leskaarten. Oefeningen in gespreksvaardigheid voor mbo-leerlingen techniek (2F) Hans Keesenberg

OEFENING 7: INSPIRERENDE WOORDEN GESPREK MET EEN (VAK/ZORG)LEERKRACHT OF LEERLINGBEGELEIDER

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Schrijven van studiemateriaal

Diversiteit & taalbeleid: de rol van vakdocenten bij taalontwikkeling studenten José Beijer Faculteit Educatie/Instituut Archimedes

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

Het ontwerpen van taalgerichte vaklessen; planningshulpen

Het schrijven van stukken. Een introductie

Motiverende beoordelingsvormen in de Lichamelijke Opvoeding. Project 4/05/2015. Missie onderzoeksgroep sportpedagogiek UGent

Transcriptie:

VORMING 'INTRODUCTIE OP TAALONTWIKKELEND VAKONDERWIJS Aan: adviseurs taalbeleid Van: Wim De Groof (Huis van het Nederlands Brussel) Juni 2011 Heel wat studenten - anderstaligen maar ook Nederlandstaligen - ondervinden problemen met het begrijpen van de cursus, het schrijven van een tekst of spreken tijdens een presentatie. Hoe kan je als docent enerzijds onnodige taaldrempels in je vak vermijden en anderzijds je studenten ondersteunen bij relevante talige uitdagingen? Taalontwikkelend les geven opent perspectieven. Deze introductie licht een tip van de sluier op. Deze vorming werd gegeven door het Huis van het Nederlands Brussel aan docenten uit de opleidingen Hoger Beroepsonderwijs: Openbare besturen, Gids/Reisleider, Hotel- en cateringmanagement, Cosmetische wetenschappen, Specifieke Lerarenopleiding, Farmaceutisch technisch assistant en Bedrijfsbeheer. Duur: 2 tot 2,5 uur 1 INLEIDING (5 ) De doelstelling van deze vorming is om vakdocenten te sensibiliseren en kennis te laten maken met de basisprincipes van taalontwikkelend les geven of taalgericht vakonderwijs. De vorming wil een eerste antwoord geven op de vraag wat kan ik als docent doen om taaldrempels aan te pakken en leerkansen NL te in integreren in mijn vaklessen?. Vakdocenten die al ervaring hebben met taalontwikkelend les geven zullen in deze vorming hun uitgangspunten bevestigd zien. Indien ze op zoek zijn naar een verdieping van hun kennis/ervaring, zijn ze gebaat bij een meer gespecialiseerde vorming of ondersteuning. Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 1

Structuur van de vorming 1 Inleiding (5 ) 2 Taal in de HBO: discussie a.d.h.v. stellingen (30 ) 3 Taalbeleid: korte situering van taalontwikkelend les geven (5 ) 4 Taalontwikkelend les geven (35 ) 4.1 Taalleerkansen creëren tijdens vaklessen 4.1.1 Spreken 4.1.2 Schrijven 4.1.3 Conclusie: 1ste principe van taalontwikkelend les geven 1 principe van taalontwikkelend les geven 4.2 Taaldrempels opsporen en aanpakken (30 ) 4.2.1 Opdrachten 4.2.2 Stukje theorie 4.2.3 Conclusie: 2de en 3de principe van taalontwikkelend les geven 5 Suggesties en tips voor de lessen (30 ) 2 TAAL IN DE HBO (30 ) Opdracht 1: discussieer per 2 over deze stellingen. Schrijf de conclusie kort op. Stelling 1: Niet enkel anderstaligen hebben problemen met Nederlands. Onderzoek van het Huis van het Nederlands Brussel in Hoger onderwijs: Top 6 meest voorkomende fouten bij anderstaligen én Nederlandstaligen. 1 Ontbrekende basisstructuur in geschreven teksten 2 Registerfouten ( Ik begin er met volle goesting aan! ) 3 Beperkt woordenschatgebruik ( Mijn naam is Lies en ik ga rechten doen in de vub. ) 4 Verkeerd gebruik van voorzetselconstructies ( in verband tot ) Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 2

5 Congruentiefouten ( een interessante toekomstperspectief ; management en TEW is alletwee interessant ) 6 Verkeerde voornaamwoorden en verwijswoorden ( De richting dat ik gekozen heb, is ; Men moeder ging akkoord. ) Stelling 2: Als vakdocent ben ik niet geplaatst om aan de taal van de studenten te werken. Taal, denken en leren zijn onlosmakelijk verboden. Een vak leren betekent dat je ook de specifieke taal van dat vak moet aanleren. De nieuwe manier van denken/doen die de vakdocent aanleert, brengt onvermijdelijk nieuwe begrippen/formuleringen/taalregisters met zich mee. Een vakdocent kan niet anders dan ook bezig zijn met taal. Een taaldocent kan, omdat hij/zij geen specialist is in je vakgebied, de vaktaalverwerving niet overnemen. Dit houdt namelijk risico s in. Elke vakdocent stelt voortdurend talige doelen: vergelijk.,./bespreek../geef. Aan de 3 meest frequente fouten (zie 2.1) kan ook de vakdocent werken. De vakdocent kent best de eisen van de arbeidsmarkt. De vakdocent kan een diagnose stellen, doorverwijzen of zelf ondersteuning geven. Vaktaal leer je best in de vaklessen, dit zijn zowel qua context als qua aantal contacturen de meest geschikte momenten. Stelling 3: Taalonderwijs is uiteindelijk vooral het instuderen van woorden en het kennen van grammaticale regels. Denk aan het school-frans, je hebt veel passieve kennis opgedaan, maar het actief en paraat gebruik is niet gevolgd. Verplicht worden om de taal actief te gebruiken is noodzakelijk in het leerproces. Een vaktaal leer je maar door vaktaal, typische taaluitingen en formules te gebruiken in de beroepscontext. Stelling 4: Ik heb soms het gevoel dat een deel van de studenten me maar half begrijpt als ik les geef. Hoe komt dit? Fenomeen schootaal/academisch NL vs alledaags NL Moeite met tegelijkertijd luisteren & noteren & volgen in de cursus Moeite met de leerstof Moeite met het tempo van de les Hoe controleert de docent op begrip? Welke hulpmiddelen hebben de studenten? Is er een instaplat bepaald? Stelling 5: Spreekopdrachten zijn voor mijn studenten moeilijk. hun uitspraak (dialect of buitenlands accent). hun houding (tics, oogcontact, te statische houding, ). Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 3

stress (black-outs, giechelen, te snel spreken, ). ze maken hun zinnen niet af. aarzeling om het juiste woord te vinden, vage / onjuiste woorden. typisch anderstalige fouten (de/het, ). gebrekkige structuur. te weinig logische samenhang en coherentie. ze kunnen hoofdzaak niet van bijzaak onderscheiden, verliezen zich in details. ze brengen de boodschap niet duidelijk over. Niet aangepast of beperkt register (omgangstaal, dialect of omgekeerd: al te formele taal). Stelling 6: Als ik schrijfopdrachten verbeter, ben ik steeds verbaasd over de hoeveelheid fouten die studenten maken. slordigheid (tikfouten, lay-out, ). oneerlijkheid (plagiaat, slordige bronvermelding, ). spelling, bijvoorbeeld dt-fouten. ze leven de afspraken niet na (deadline, lengte, inhoudelijke delen, ). oppervlakkigheid, een gebrek aan inhoudelijke diepgang. zinsbouw. woordkeuze. typisch anderstalige fouten (de/het, ). gebrekkige structuur. te weinig logische samenhang en coherentie. ze kunnen hoofdzaak niet van bijzaak onderscheiden, verliezen zich in details. Ze brengen de boodschap niet duidelijk over. niet aangepast of beperkt register (omgangstaal, dialect of omgekeerd: al te formele taal). Stelling 7: Je moet er van in het begin op hameren dat cursisten correct moeten spreken. Het is beter dat ze weinig zeggen als ze toch nog niet in staat zijn om juiste zinnen te vormen. Als ze zinnen verkeerd formuleren, leren ze deze fouten niet meer af. Tussentaal: taal leren is een proces waarbij taalleerders een zgn. tussentaal ontwikkelen die eigen regels heeft. De tussentaal evolueert als de leerder al doende en grotendeels onbewust meer te weten komt over welke regels juist zijn. Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 4

3 TAALBELEID (5 ) Taalbeleid Leerkansen bieden (= studenten aanpassen aan de lastige leerstof) Talige drempels verlagen (= lastige leerstof talig toegankelijk maken voor de studenten*) Verantwoordelijkheid voor studenten Verantwoordelijkheid voor de opleiding/school Verantwoordelijkheid voor docenten Verantwoordelijkheid voor docenten Verantwoordelijkheid de opleiding/school voor Motivatie Zelfstudie Voor-/neventraject NL Taalgericht vakonderwijs Individuele taalondersteuning aan studenten Tijd & ruimte voorzien Instaplat bepalen Individueel oefenmateriaal en sessies (vorming 2) Docent Nederlands Open Leercentrum met ondersteuning Cursusmateriaal & lessen aanpassen Samenwerken met Nodo-docent Doelen NL bepalen Taalbeleidsplan Remediëring NL volgen (vorming 2) Lessen NL volgen Extra aandacht en inspanning voor NL Remediëring NL Nodo-docent die studenten en vakdocenten ondersteunt *Belangrijk: toegankelijk maken mag niet betekenen het niveau omlaag halen. Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 5

Schema: zie handouts 4 TAALONTWIKKELEND LES GEVEN (35 ) 4.1 TAALLEERKANSEN CREËREN TIJDENS DE VAKLESSEN 4.1.1 Spreken (30 ) Vaststellingen: Vaak zie je dat opleidingen studenten te weinig productieve en beroepsgerichte taaloefenkansen (spreken, schrijven) bieden in voorbereiding op het latere werk. De nadruk ligt veelal op receptieve vaardigheden (luisteren, lezen). Het probleem is niet zozeer dat studenten niet uitgedaagd worden om te spreken. Het knelpunt is evenwel dat ze nog te weinig gerichte opvolging/feedback krijgen. Opdracht 2: beoordeel deze 3 studenten met een spreekwijzer (15 ) Kenny, Kim, Calik (filmfragmenten) Vooraf: criteria overlopen met studenten Achteraf: feedback op deze criteria, ook de medestudenten kunnen meedoen Oefening baart kunst, vaak oefenen is de boodschap Leg link met Nederlandse les Huiswerkopdracht: bekijk (goede) sprekers, wat doen zij, beoordeel ze met de spreekwijzer Zijn deze studenten vergelijkbaar met jullie studenten? Opdracht 3: maak een spreekwijzer voor de spreekopdrachten die je in de les kan geven. Stel de spreekwijzer kort voor.(15 ) Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 6

Kenny Games in de klas 1 SPREEKWIJZER SPREEKOPRACHT Lichaamstaal Taalgebruik: VORM Sta goed recht OK Kijk je publiek in de ogen OK Lees niet af, noteer desnoods enkele kernwoorden OK Leer je tekst niet van buiten, vertel spontaan OK Niet te stijf, gebruik je handen Statisch, handen achter de rug Niet nerveus, blijf rustig Draait heen en weer, nerveus, ook publiek wordt zenuwachtig, Positieve, enthousiaste uitstraling OK spreek AN, Brabantse klanken Uitspraak: Binnensmonds, mompelt, moeilijk verstaanbaar, lispelt Articulatie: Te weinig duidelijk, lispelt Intonatie Volume: Eind zin valt soms weg Tempo: Hoog tempo, nerveus Woordvorming, woordaccent OK Spreek in een gepast register OK Grammaticale correctheid: Mijn mening over gamen in de les is ik vind da goe INHOUD Inleiding: - schets kort het thema/problematiek OK Steek structuur in betoog, zorg voor een logische samenhang - Geef een samenvatting van de problematiek OK - Geef je eigen standpunt en ook je argumenten Standpunt is duidelijk, argumentatie is onhandig - speel zelf spelletjes, ja ok - argument dat het zinvolle games kunnen zijn waarbij lln op zoek gaan naar oplossing, is onhandig en summier geformuleerd. Je gedachtengang is goed begrijpbaar met uitleggen hoe een aardbeving ontstaat, kun je moeilijk het leven doorgaan???, formulering onhandig en ernaast Praat niet om te praten Kies een gepaste woordkeuze De VSK heeft bij 4000 studenten een enquête afgelegd Bereid je goed voor Let op je spreekduur: niet te kort, maar ook niet te lang Samenvattend: heeft last met uitspraak/articulatie, lichaamstaal en correcte en gepaste formuleringen 1 Filmfragment Kenny Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 7

Kim Jongeren willen geen leerkracht worden 2 SPREEKWIJZER SPREEKOPRACHT Lichaamstaal Taalgebruik: VORM Sta goed recht Kijk je publiek in de ogen Lees niet af, noteer desnoods enkele kernwoorden: nt los van blad Leer je tekst niet van buiten, vertel spontaan Niet te stijf, gebruik je handen Niet nerveus, blijf rustig Positieve, enthousiaste uitstraling: weinig enthousiasme spreek AN Uitspraak Aantal zinnen niet verstaanbaar (begin), nr het einde slikt ze woorden in, mompelen onzekere indruk Articulatie Intonatie Volume Tempo Woordvorming, woordaccent CAO-bespreking zegt ze aarzelend, weet ze wat dit is? Spreek in een gepast register Grammaticale correctheid: Aantal zinnen plakt ze ongrammaticaal samen INHOUD Inleiding: - schets kort het thema maakt ze niet voldoende duidelijk, waarover gaat dit precies gaan? Steek structuur in betoog, zorg voor een logische samenhang - Geef een samenvatting van de problematiek geen structuur, puntsgewijze opsomming, wat is het verband? - Geef je eigen standpunt en ook je argumenten De jongere en de ouderen moeten volhouden. Hoe: ze moeten gestimuleerd worden. Dit is geen volledig argument. Je gedachtengang en formuleringen zijn goed begrijpbaar Gemotiveerde lln presteren beter, maar dit wordt nog te veel binnen de klas gehouden??? Oudere lkrtn worden financieel gestimuleerd om te stoppen: niet accuraat geformuleerd. Praat niet om te praten Kies een gepaste woordkeuze Leerkamer? Bereid je goed voor: onvoldoende voorbereid wellicht, bedenkt wat je in de inleiding zegt, stop structuur in je voorbereiding, maak een kapstok, formuleer echte argumenten Let op je spreekduur: niet te kort, maar ook niet te lang Samenvattend: deze presentatie is omwille van het volledig gebrek aan structuur erg moeilijk begrijpbaar. Structuur en samenhang zijn doorslaggevend voor goede communicatie. 2 Filmfragment Kim Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 8

Calik De tackle van Axel Witsel 3 SPREEKWIJZER SPREEKOPRACHT Lichaamstaal Taalgebruik: VORM Sta goed recht Kijk je publiek in de ogen Lees niet af, noteer desnoods enkele kernwoorden Leer je tekst niet van buiten, vertel spontaan Niet te stijf, gebruik je handen Niet nerveus, blijf rustig Positieve, enthousiaste uitstraling spreek AN Uitspraak Articulatie Intonatie Volume Tempo Woordvorming, woordaccent Spreek in een gepast register Grammaticale correctheid Inleiding: - schets kort het thema INHOUD Steek structuur in betoog, zorg voor een logische samenhang - Geef een samenvatting van de problematiek - Geef je eigen standpunt en ook je argumenten Je gedachtengang en formuleringen zijn goed begrijpbaar Praat niet om te praten Kies een gepaste woordkeuze Bereid je goed voor Let op je spreekduur: niet te kort, maar ook niet te lang Samenvattend: 3 Filmfragment Calik Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 9

4.1.2 Schrijven (3 ) SCHRIJFWIJZER: VERSCHILLEN UITLEGGEN Hoewel en allebei zijn, zijn er ook een heleboel verschillen. De is, terwijl de Ze zijn ook anders omdat Een ander punt waarop ze verschillen is Ten slotte SCHRIJFWIJZER: EEN WERKWIJZE BESCHRIJVEN Om een te heb je nodig. Eerst Daarna Ten slotte SCHRIJFKADER: EEN ARGUMENTATIE MET PRO S EN CONTRA S SCHRIJVEN Over zijn de meningen verdeeld. Mensen die het ermee eens zijn, zoals, beweren dat Ze voeren ook als argument aan dat kent echter ook tegenstanders. Zij vinden dat Ter verdediging van hun standpunt voeren zij aan dat Een ander tegenargument is Verder Als je alle argumenten op een rijtje zet, vind ik dat, omdat Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 10

Schrijfwijzer: zie ook handout Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 11

4.1.3 Conclusies (2 ) TAALONTWIKKELEND LES GEVEN BRENGT DE TAALGEBRUIKSSITUATIES VAN DE WERKVLOER AAN BOD IN DE VAKLESSEN. TAALONTWIKKELEND LES GEVEN DAAGT STUDENTEN UIT MET RELEVANTE TAALOEFENKANSEN. TAALONTWIKKELEND LES GEVEN BIEDT TAALSTEUN VOOR DE STUDENTEN (1STE PRINCIPE VAN TAALONTWIKKELEND LES GEVEN) 4.2 TAALDREMPELS OPSPOREN EN AANPAKKEN (30 ) 4.2.1 Opdrachten (20 ) Opdracht 5: welke taaldrempels zitten er in het lesfragment Netwerkbeheer (5 )? De docent spreekt erg snel De docent spreekt onduidelijk De docent spreekt niet altijd AN. De docent controleert niet op begrip. De docent creërt geen veilig klasklimaat. Geen aangename sfeer. De docent gaat te snel door te leerstof. De docent heeft onvoldoende contact met de groep. Docent is altijd aan het woord. Vragen worden afgeblokt. Docent checkt niet of cursisten mee zijn. Laat geen ruimte voor vragen. Docent gebruikt erg veel vaktermen zonder introductie. Geen link met de voorkennis, wereld van de cursisten. Blijft theoretisch, geen praktijkoefeningen Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 12

Opdracht 6: Dit tekstje komt uit een cursus Automechanica. Tandwielpompen zijn kleine, maar essentieel onderdelen in een wagen. Het is dan ook belangrijk dat studenten goed weten waarvoor ze dienen, inzicht krijgen in mogelijke problemen, oplossingen, reparaties, Lees onderstaand tekstje gedurende 2 minuten (projectie).(15 ) Uit een cursus Automechanica (zie ook handouts) De tandwielpomp Bij eenvoudige systemen met lage werkdruk (maximaal 140 tot 180 bar) wordt de tandwielpomp veelvuldig toegepast. De tandwielpomp is een eenvoudige, betrouwbare, minder vuilgevoelige en relatief goedkope hydropomp. De tandwielen worden in de aangegeven draairichting aangedreven. Aan de zuigzijde draaien de tanden uit elkaar; er onstaat een volumevergroting waardoor er olie wordt aangezogen. Aan de perszijde grijpen de tanden in elkaar waardoor de olie de persleiding in wordt verdrongen. De olie wordt dus via de buitenomtrek van de tandwielen van zuig-naar perszijde getransporteerd. De druk aan perszijde wordt bepaald door de weerstand die de olie in het hydraulische systeem ondervindt. De belangrijkste weerstand is de belasting op de aan te drijven hydromotor of cilinder. De onderdruk aan zuigzijde mag nooit groter worden dan ca. 0,1 tot 0,2 bar daar er anders gevaar voor cavitatie bestaat. Daarna pas krijgen de cursisten individueel deze opdracht. - Waarvoor kan je een tandwielpomp gebruiken? - Maak een tekening van een tandwielpomp en geef met pijlen aan hoe de vloeistof er doorheen stroomt. - Leg uit waarom een vloeistof in een tandwielpomp niet kan terugvloeien naar de toevoer. - Verklaar met je eigen woorden: - zuigzijde - perszijde - persleiding! Zeg de deelnemers dat ze niet in de handout mogen kijken voor de juiste oplossing. De verwachting is dat de deelnemers de bovenstaande vraagjes niet kunnen beantwoorden. Daarom krijgen ze nog 2 een andere tekst te zien. Nu mogen ze per 2 proberen de vragen te beantwoorden. Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 13

Lees onderstaande tekstjes gedurende 2 minuten. Uit de cursus Automechanica (zie ook handouts) De tandwielpomp Bij eenvoudige systemen met lage werkdruk (maximaal 140 tot 180 bar) wordt de tandwielpomp veelvuldig toegepast. De tandwielpomp is een eenvoudige, betrouwbare, minder vuilgevoelige en relatief goedkope hydropomp. De tandwielen worden in de aangegeven draairichting aangedreven. Aan de zuigzijde draaien de tanden uit elkaar; er onstaat een volumevergroting waardoor er olie wordt aangezogen. Aan de perszijde grijpen de tanden in elkaar waardoor de olie de persleiding in wordt verdrongen. De olie wordt dus via de buitenomtrek van de tandwielen van zuig-naar perszijde getransporteerd. De druk aan perszijde wordt bepaald door de weerstand die de olie in het hydraulische systeem ondervindt. De belangrijkste weerstand is de belasting op de aan te drijven hydromotor of cilinder. De onderdruk aan zuigzijde mag nooit groter worden dan ca. 0,1 tot 0,2 bar daar er anders gevaar voor cavitatie bestaat. De tandwielpomp: werking in stappen De transmissie van een auto of scooter heeft een constante olietoevoer nodig. Een tandwielpomp kan olie oppompen op een constante manier. Dit proces verloopt zo: Eén tandwiel wordt aangedreven door de motor (van de auto of scooter). Dit tandwiel drijft het andere tandwiel aan. Beide tandwielen haken immers in elkaar. De 2 tandwielen zitten in een ruimte die nauw aansluit. De olie wordt aangevoerd langs de inlaatpijp. De draaiende tandwielen transporteren de olie van de zuigzijde naar de andere zijde (de perszijde ). De meegevoerde olie laat een leegte achter. Die leegte zuigt nieuwe olie aan. De opgepompte olie blijft aan de perszijde van de tandwielen. Deze verhinderen dat de olie terugstroomt. Aan de perszijde komt steeds meer olie. De nieuwe olie duwt de aanwezige olie verder in de uitlaatpijp en de persleiding. De persleiding komt uit in de transmissie. De hoeveelheid olie die de tandwielpomp aanvoert, is contstant. Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 14

Nabespreking: - Waarom was het met het 2de tekstje beter mogelijk om deze opdracht op te lossen? - Meer informatie, meer CONTEXT - Geen foto/foto - Nut/waarom niet aangegeven vs nut/voorkennis oproepen, link met de alledaagse realiteit - Verbanden eerder impliet vs verbanden geëxpliciteerd en stapsgewijs - Niet uitspreken van bepaalde voor de docent vanzelfsprekendheden: constante olietoevoer/2 tekstje doet dit wel - Minder frequentie woorden vs frequentere woordkeuze - Schrijftaal (wordt + volt. deelwoord) vs spreektaal - Abstracter (bv. vloeistof, buitenomtrek, weerstand, cavitatie) vs concreter (bv. olie) - Eén alinea vs puntsgewijze structuur - Ze mochten communiceren: INTERACTIE Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 15

4.2.2 Stukje Theorie (10 ) Er zijn 2 manieren om leerstof af te stemmen op zwaktaalvaardige cursisten. a. context vereenvoudigen Risico dat verbanden verloren gaan Minder aanknopingspunten Negatieve spiraal: niveau van de opleiding in gevaar b. meer context Vakteksten niet zomaar versimpelen, eerder CON-text toevoegen Verbanden expliciteren Nut, functie, gebruik Aansluiting bij hun voorkennis/alledaagse realiteit Rijk woordveld: aanknopingspunten Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 16

Kwadrant van Cummins I = cognitief weinig eisen, veel ondersteuning uit de context (bv. kookles waarbij de kok voordoet en de studenten nadoen, daarna inzicht in hoe en waarom, als bv. cake mislukt) IV = cognitief moeilijke les, bv. natuurkunde: begrip warmte, processen warmtetransport, geleiding, straling, stroming, Context verrijken bv. door proefjes en van daaruit processen afleiden Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 17

4.2.3 Conclusie TAALONTWIKKELEND LES GEVEN ZORGT VOOR EEN RIJKE CONTEXT VOOR DE STUDENTEN (2DE PRINCIPE VAN TAALONTWIKKELEND LES GEVEN) TAALONTWIKKELEND LES GEVEN ZORGT VOOR EEN RIJKE INTERACTIE (3DE PRINCIPE VAN TAALONTWIKKELEND LES GEVEN) 5 5. SUGGESTIES EN TIPS VOOR DE LESSEN (30 ) Zie Suggesties en tips voor de lessen (handout) Inspiratie: Handboek Taalgericht Vakonderwijs, M. Hajer & T. Meestringa, Uitgeverij Coutinho, Bussum, 20090 Handleiding Vorming introductie op taalontwikkelend vakonderwijs 22/06/2011 18