Wat zijn de verschillen tussen SPSS 9 en SPSS 10?



Vergelijkbare documenten
1. Introductie tot SPSS

Cellen automatisch vullen

1. CTRL- en SHIFT-knop gebruiken om meerdere variabelen te selecteren

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel.

SNELLE INVOER MET EXCEL

Appendix B Computeranalyse van kwantitatieve data

Excel 2010, H1 HOOFDSTUK 1

Hieronder ziet u alle functionaliteiten van uw teksteditor onder elkaar ( op alfabetische volgorde).

U ziet de progressie van de download aan de groene blokjes in het balkje helemaal onder aan de pagina.

EXCEL. Een paar handigheden Vertikaal / horizontaal zoeken Een draaitabel

Safira CMS Handleiding

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef

1. Exporteren Verschil Xls en Csv Het maken van een Csv bestand Sorteren in Excel Sorteren in Excel

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten

Handleiding voor het maken van een online enquête formulier. Google Drive toepassing

Een toekomst voor ieder kind.

Handleiding voor het maken van een online enquête formulier. Google Drive toepassing

3 Taken. 3.1 Inleiding. 3.2 Taken invoeren

1. Cellen en formules

Basishandleiding SPSS

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

1 DATABASE MANAGEMENT

6. Reeksen

Excellerend Kwartaaltip

Gebruik van de TI-83/84 Plus

3. Een dia met een tabel

Ledenlijsten + etiketten maken

Toelichting op enkele knoppen: (als u de muis bij een knop houdt, verschijnt een tekst met een korte aanwijzing (tooltip) bij deze knop).

Gebruikershandleiding Edit

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding.

Uw TEKSTEDITOR - alle iconen op een rij

1. Kennismaken met Calc

De celwijzer is een rechthoekig kader dat om de actieve cel zit. celwijzer

Makkelijk Publiceren

Website met Wordpress

SNEL WERKEN MET EXCEL

2. Een adressenbestand maken in Excel

Via de het tabblad Bestand kun je bijvoorbeeld een nieuwe werkmap maken, werkmappen openen, opslaan en afdrukken.

INSTRUCT Samenvatting Praktijk Access 2010, H2 SAMENVATTING HOOFDSTUK 2

Hoofdstuk 2 Basishandelingen

10. Voorbeeld berekeningen maken met Excel

1.7 Koppelen aan externe data: aan een Access-database

Bij het maken van deze opgave worden de volgende vragen beantwoord:

Rekenblad (Calc) Invoer van gegevens. Les1: Het programmavenster. De werkmap

HOOFDSTUK 1. beginnen met excel

Handleiding voor het maken van tabellen en figuren

Handleiding Word de graad

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.1, juli 2006

2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel

ICT en grote datasets havo wiskunde A en vwo wiskunde A/C

Excel 2010 NL. Stap voor Stap formulier maken. Een formulier maken in Excel 2010 NL aan stap voor stap beschreven. Blad kopiëren en Afdrukken.

Leerlingdossier & handelingsplannen. Welke mogelijkheden biedt de online tekstverwerker in ESIS? FAQ

Experiment: massadichtheid

4. Plak de gekopieerde tekst op de plaats van de cursor als pure tekst. 5. Plak de gekopieerde tekst op de plaats van de cursor vanuit Word

PLAKKEN Nadat u een gedeelte heeft geknipt of gekopieerd kunt u met dit icoon de selectie weer in het veld plakken.

b. Maak een histogram van de verdeling van het groeiseizoen. Kies eerst klassen en maak een geschikte frequentietabel.

Na het inloggen met de gegevens die je hebt gekregen, verschijnt het overzichtsscherm zoals hieronder:

PowerPoint Basis. PowerPoint openen. 1. Klik op Starten 2. Klik op Alle programma s 3. Klik op de map Microsoft Office

HANDLEIDING CMS Versie 2.4 januari 2013

Formulieren maken met Dreamweaver CS 4

Excel afdrukken Afdrukken in Excel. Afdrukbereik, afbeeldingen, kantlijnen e.d.

Een grafiek maken in Excel

Kalenders gebruiken Asta Powerproject

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. InDesign 12. Tabs PP Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond.

5) Accepteer de licentievoorwaarden. Volgende. Handleiding HotPotatoes (downloaden)

Tabellen. Een tabel invoegen

Het uiterlijk lijkt erg op Word, een paar belangrijke verschillen geven we aan in de schermafdruk hieronder.

1. Exporteren Verschil Xls en Csv Het maken van een Csv bestand Sorteren Filteren...11

HRM-Reviews Reviews Handleiding voor PZ

SPSS VOOR DUMMIES+ Werken met de NSE: enkele handige basisbeginselen. Gebaseerd op SPSS21.0 & Benchmarkbestand NSE 2014

Spreadsheets (Excel 2003)

Etiketten maken met NAW-gegevens uit CasWin

I) Wat? II) Google documenten. Deel 2 documenten

Hoofdstuk 27: Celopmaak* 2010

Het Wepsysteem. Het Wepsysteem wordt op maat gebouwd, gekoppeld aan de gewenste functionaliteiten en lay-out van de site. Versie september 2010

Inhoudsopgave Voorwoord 5 Nieuwsbrief 5 Introductie Visual Steps 6 Wat heeft u nodig? 6 De volgorde van lezen 7 Uw voorkennis

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker

Het maken van grafieken met Excel

Het gebruik van een spreadsheetprogramma Algemene introductie in het gebruik van spreadsheets Fons Vernooij

Je kan op verschillende manierenn gegevens verplaatsen. Je zal steeds eerst de cellen die je wilt

Hoofdstuk 8: Bewerken

Deze menu-aansturingen zijn van toepassing op versies 14.0 en 15.0 van SPSS.

Handleiding TWYSK Risicotool. Online webapplicatie voor het vastleggen en beheren van risico-informatie

TI-SMARTVIEW. Installeren op Windows PC

Afdrukken in Calc Module 7

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 De website bij het boek 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Bonushoofdstukken

MA!N Rapportages en Analyses

Excel voor beginners (2) Handleiding van Helpmij.nl

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher

Excel opdracht: ICT cijferlijst. Stap 1: De eerste inhoud. Stap 2: Een beetje opmaak

5 FORMULES EN FUNCTIES

Microsoft Word Kolommen en tabellen

Downloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista

TI 84-plus Software. TI Connect. Downloaden, installeren en gebruiken. Wouter Bailleul

Transcriptie:

Wat zijn de verschillen tussen SPSS 9 en SPSS 10? 1.1 De data-editor / het definiëren van variabelen 1.2 Het openen van bestanden 1.3 Output lezen 1.4 Mogelijke problemen 1.1.1 De data-editor Het grootste verschil tussen SPSS 9 en SPSS 10 zit in het definiëren van de variabelen en in het gebruik van de data-editor. Bij het opstarten van SPSS 10 krijg je net als in SPSS 9 een lege datamatrix in de vorm van een spreadsheet. Er zijn twee verschillen in de lay-out op te merken: In SPSS 10 zijn kleinere vakjes afgebeeld en zie je onderaan twee tabbladen (wie ooit met Excel heeft gewerkt ziet de overeenkomsten). Het ene tabblad heet data view, het andere variable view. Bij het opstarten wordt automatisch het tabblad data view gekozen, waarop je datamatrix staat afgebeeld. De tab data view is opgelicht (zie Figuur 1). Figuur 1. Datamatrix van variabelen in SPSS 10 (tabblad "Data View"). In de datamatrix kun je net als in SPSS 9 je onderzoeksgegevens invoeren. Wanneer je dit doet zonder eerst de variabelen te definiëren geeft SPSS automatisch een variabele naam, beginnend bij var00001. Een voordeel is dat wanneer je een tekst intypt, SPSS 10 in de datadefinitie meteen het type String kiest, terwijl je dit in SPSS 9 eerst zelf moet definieren (zie verder onder paragraaf 1.1.2, het definieren van variabelen). Een handig hulpmiddel bij het werken met je databestand is de mogelijkheid in SPSS versie 10 om de eerste kolom(men) vast te zetten (Klik met de rechtermuisknop op de

kolomkop, <Pin selected columns>). Als je met variabelen werkt die verder naar rechts staan in je datamatrix, blijf je toch de (waarden van de) eerste variabele(n) zien. Nog een verbetering is dat je kolommen kunt verplaatsen, zonder eerst nieuwe variabelen in te voegen. Selecteer daartoe de kolom (klik één keer op de kolomkop) en sleep deze naar de plaats van bestemming. Hetzelfde kun je doen met rijen. 1.1.2 het definiëren van variabelen Om variabelen te definiëren moet je in SPSS 9 dubbelklikken op de kolomkop. Er verschijnt dan een invulvenster met de titel "Define variable" (zie figuur 2). Figuur 2. Definiëren van variabelen in SPSS 9. Bij SPSS 10 kun je ook dubbelklikken op de kolomkop. Je krijgt dan geen invulvenster maar komt in een ander spreadsheet, die op het tabblad variable view staat. Je kunt dit tabblad ook gewoon aanklikken. In variable view krijg je een overzicht van alle variabelen met hun eigenschappen. Een beetje verwarrend is dat SPSS 10 die variabelen in variable view onder elkaar neerzet, terwijl ze in de data view naast elkaar staan. In figuur 3 zie je de variable view behorend bij de datamatrix uit figuur 1.

Figuur 3. Kenmerken van variabelen in SPSS 10 (tabblad "Variable View"). In het spreadsheet onder "Variable View" werk je niet met onderzoeksgegevens, maar alleen met de kenmerken van de variabelen. Het grote voordeel is dat je veel minder hoeft te klikken dan in SPSS 9 (of eerdere versies), omdat je namen en labels gewoon kunt intypen en definities kunt kopiëren naar andere variabelen via copy en paste (zie onderaan). Op de eerste rij staan alle kenmerken van de eerste variabele (de eerste kolom van je datamatrix), op de tweede rij van de tweede variabele (de tweede kolom van je datamatrix), enz., tot en met op de laatste rij de kenmerken van de laatste variabele (de laatste kolom van je datamatrix). Per variabele worden de volgende kenmerken weergegeven. Per kenmerk staat beschreven hoe je die kunt veranderen en waar het mee overeenkomt in SPSS 9. Name: Hier type je de naam van de variabele. Met je pijltje of met <enter> ga je naar het volgende vakje. In SPSS 9 heet dit Variable Name. Type: Hier wordt aangegeven of de waarden die de variabele kan aannemen worden weergegeven in getallen of in woorden. Standaard* staat die op Numeric in het formaat 8.2 (8 posities breed, waarbij 2 decimalen). Door te klikken op het grijze blokje met de drie puntjes dat zichtbaar wordt wanneer je op de cel gaat staan krijg je een venster met alle andere opties (date, string, etc.). Dit is hetzelfde venster als in SPSS 9 onder (<Type>). Het formaat kun je in SPSS 10 voor nummerieke waarden ook apart instellen onder Width en Decimals. Width: Het aantal posities dat de waarden van een nummerieke variabele kunnen aannemen, inclusief het aantal decimalen (indien van toepassing). Bij nummerieke variabelen kun je hier gewoon een getal intypen, of de waarden verhogen of verlagen via de pijltjes die zichtbaar worden als je op de cel gaat staan. De Width moet altijd groter zijn dan Decimals (eventueel eerst decimals veranderen). Bij een formaat van 3.2 (width=3, decimals=2) wordt een getal met 3 cijfers achter de komma afgerond op 2 decimalen weergegeven (ook in frequentietabellen!). De ingevoerde waarden met 3 decimalen wordt wel onthouden en als zodanig meegenomen in analyses. Bij andere typen variabelen (bijv. String of Date variabelen) wordt wel het aantal posities getoond, maar kun je deze alleen veranderen in het venster onder Type (zie hierboven). Bij SPSS 9 is er geen mogelijkheid om het aantal posities of decimalen apart te veranderen, anders dan onder Type.

Decimals: Het aantal decimalen waarin de waarden van deze variabele worden weergegeven. Alleen in SPSS 10 (zie verder Width ). Label: Hieronder kun je per variabele een korte omschrijving intypen. In SPSS 9 te vinden onder <Labels>, Variable Label. Values: Bij nummerieke variabelen kun je value labels toekennen; een omschrijving van de betekenis van de waarden. Door te klikken op het grijze blokje met de drie puntjes dat zichtbaar wordt wanneer je op de cel gaat staan krijg je een venster waarin je de labels kunt toevoegen. In SPSS 9 te vinden onder <Labels>, Value Labels. Missing: Hier kun je aangeven welke waarden moeten worden opgevat als missing values. In SPSS 9 te vinden onder <Missing Values>. Columns: De breedte van de kolom is aan te passen door hier een getal in te typen, of de waarde te verhogen of verlagen via de pijltjes die zichtbaar worden als je op de cel gaat staan. In SPSS 9 te vinden onder <Column Format>, Column Width. Align: De lay-out van de kolom is aan te passen door aan te geven hoe de tekst of cijfers worden uitgelijnd. Dit kun je doen door op het pijltje te klikken dat zichtbaar wordt wanneer je op de cel gaat staan en de gewenste uitlijning te kiezen, of door het indrukken van een L (links), R (rechts), of C (gecentreerd). In SPSS 9 onder <Column Format>, Tekst Alignment. Measure: Als laatste kun je het meetniveau van je variabele aangeven. Dit kun je doen door op het pijltje te klikken dat zichtbaar wordt wanneer je op de cel gaat staan en het gewenste meetniveau te kiezen, of door het indrukken van een N (Nominaal), O (Ordinaal), of S (Scale, voor zowel interval- als rationiveau). Hier doet SPSS echter nog weinig mee; voorlopig is het meer een hulpmiddel voor de gebruiker van het databestand. In SPSS 9 kun je het meetniveau aangeven onder Measurement. Je kunt datadefinities eenvoudig kopiëren naar een of meerdere andere variabelen. Selecteer daartoe de cel met de datadefinitie die je wilt kopiëren en klik op <Edit>, <Copy>. Selecteer nu een (of meerdere) andere cellen en druk op <Edit>, <Paste>. Wil je alle kenmerken kopiëren, selecteer dan een hele variabele door op de rij-kop te klikken en deze te kopiëren (<Copy>). Selecteer nu het aantal variabelen waarop je deze kenmerken wilt toepassen en voeg de kenmerken in (<Paste>). Pas je de kenmerken toe op bestaande variabelen dan zullen alle onderdelen van de variabelen waarnaar je de kenmerken kopieert worden vervangen, behalve de variabele naam (dus ook de labels worden gekopieerd). Pas je de kenmerken toe op nog niet bestaande variabelen, dan zal SPSS zelf per variabele waarnaar je de kenmerken kopieert een variabele naam toekennen, beginnend bij var00001. Op deze manier kun je dus in één keer meerdere variabelen tegelijk definiëren. Uitgebreide beschrijvingen zijn te vinden in De Vocht, hoofdstuk 3 Meer informatie over het definiëren van je variabelen kun je vinden in de Vocht, hoofdstuk 3, in Huizingh, paragrafen 4.2, 4.3, 8.1 en 8.2 en in het SPSS dictaat, hoofdstuk 3.. *De standaarddefinities zijn te wijzigen via de standaardinstellingen van SPSS.

1.2 Het openen van bestanden In SPSS versie 9 kun je met behulp van de button op de werkbalk alle typen files openen. SPSS herkent het type file en laat die in het juiste formaat zien. SPSS 10 beperkt de keuze van de te openen file via de button tot het type file waarin je op dat moment werkt. Wanneer je in de data-editor werkt, dan krijg je alleen data bestanden te zien en wanneer je in een output-file werkt dan krijg je alleen outputbestanden te zien. Je kunt weliswaar een ander type file kiezen, maar SPSS zal deze dan proberen in te lezen als data-file wanneer je dat vanuit de data-editor doet. De button gebruik je dus voor het openen van hetzelfde type file als het scherm waarin je werkt. Wil je een ander type file openen dan kan dat via het menu <file>, <open>. 1.3 Output lezen De output van SPSS 9 is wel opvraagbaar in SPSS 10, maar andersom niet. Hiervoor is geen rechtstreekse oplossing beschikbaar. Werk je in beide versies dan zijn er een aantal alternatieven: 1. bewaren als html- of tekstbestand 2. werken met de draft viewer 3. werken met syntax 4. copieren naar Word Uitgebreide informatie vind je in FAQ 7. 1.4 Mogelijke problemen Bij het werken met SPSS versie 10 kunnen er problemen onstaan met het schrijven naar de a-diskette. Waarschijnlijke heeft dat te maken met de beschikbare schijfruimte en geheugen en gebeurt het alleen bij grote data files. Het komt gelukkig maar zelden voor, maar als het gebeurt kan het leiden tot (ernstig) dataverlies. Het is daarom aan te raden om een (opgeschoond) databestand altijd (ook) op de harde schijf van de computer of op een netwerkserver te bewaren. Indien nodig kun je het bestand via de verkenner vanaf de harde schijf of server kopiëren naar diskette. Bij de opdracht Split File wordt het bestand gesorteerd op basis van de variabele die je ingeeft. Wanneer je het bestand na deze opdracht opnieuw wilt splitsen op basis van andere variabelen, dan wordt niet altijd correct gesorteerd, waardoor de analyses op verkeerde subgroepen wordt uitgevoerd. Dit kun je voorkomen door na elke Split File -opdracht de splitsing ongedaan te maken via <Data>, <Split File: Analyze all cases>. De melding "Split File on" is dan niet meer te zien op de statusbalk.