Hartfalensymposium 22-05-2018
Hartfalen: medicatie en meer? Dr. Ward Heggermont
Inleiding 3
A bowl a day keeps the doctor (or the HF nurse) away? 4
Explain, explain, explain! 5
Medicatie: deel van het geheel! 6
De richtlijnen van de Europese Vereniging voor Cardiologie (ESC) 7
ESC richtlijnen
1. Diuretica zeker in een eerste fase, om patiënt te ontwateren probeer zo snel mogelijk de diuretica af te bouwen of te stoppen (stimulatie van het RAAS systeem!) sommige patiënten zijn diuretica-dependent denk aan het comfort van patiënt: diuretica best s morgens te geven diuretica gaan ALTIJD samen met vocht- en zoutbeperking!!! 9
2. Beta-blockers (BB) zeer veel wetenschappelijke data ondersteunen de rol van betablokkade bij hartfalen cave: traag optitreren omwille van het negatief inotroop effect!!! bij bradycardie, extreme vermoeidheid, achteruitgang van patiënt: denk aan overdosering werkingsmechanisme: afname van zuurstofnood door het myocard (minder zuurstofradicalen) afname van hartfrequentie toename van lusitropie (relaxatie) blokkeren van adrenerge signalen 10
3. ACE-inhibitoren en sartanen (ACEI ARB) ook een hoeksteen van de behandeling van hartfalen, samen met betablokkade binnen hartfalen is er meer evidentie voor ACE-inhibitoren dan voor sartanen, maar vermoedelijk zijn ze inwisselbaar cave: indien patiënt prikkelhoest vertoont onder ACEI > switch naar sartaan werkingsmechanisme: partiële blokkade van het RAAS (ongeveer 6 weken) verlaging van de bloeddruk remodelling van het myocard, verbetering van de endotheelfunctie 11
4. Mineralocorticoid receptor antagonisten (MRA) gevalideerd bij patiënten met een ejectiefractie minder dan 35% volgens de ESC richtlijnen toe te voegen als de behandeling met BB en ACEI/ARB onvoldoende beterschap geeft werkingsmechanisme: duurzame blokkade van het RAAS bloeddrukverlagend diuretisch antifibrotisch, bespoedigt reverse remodelling 12
5. Angiotensin receptor neprilysin inhibitor (ARNI) een recente doorbraak, die bewijst dat hartfalen een wereld in ontwikkeling is geschikt voor patiënten die onvoldoende beantwoorden aan therapie met BB, ACEI/ARB en MRA (maar vermoedelijk beter up-front te gebruiken) cave: hypotensie, nierinsufficiëntie, effect op BNP werkingsmechanisme: combinatie van sartaan (ARB) en neprilysin inhibitor: bloeddrukverlagend, diuretisch interfereert met het metabolisme van BNP vermoedelijk minder effect op remodelling dan BB en MRA 13
6. Andere therapieën en NO GO s bij patiënten in VKF kan ook digoxine gebruikt worden, wat een licht positief inotroop effect heeft (cave nauw therapeutisch venster) bij hypertensief hartfalen kan hydralazine een meerwaarden betekenen NO GO s (cfr. presentatie dr. M. Goethals) NSAIDs: uit den boze! calciumantagonisten: te vermijden op lange termijn sotalol: met de grootste omzichtigheid te gebruiken 14
De aanpak van ons OLV Hartcentrum Aalst 15
De aanpak van ons OLV Hartcentrum Aalst 16
Cardiale resynchronizatie therapie (CRT) 17
Cardiale resynchronizatie therapie (CRT) 18
Cardiale resynchronizatie therapie (CRT) 19
Cardiale resynchronizatie therapie (CRT) Moss et al., NEJM 2009, (361): 1329-1338 20
Cardiale resynchronizatie therapie (CRT) ALTITUDE: Lindenfeld / Kramer et al., JAHA 2015: e001775 21
Take home messages 1. Voor hartfalen bestaan werkzame medicaties die gecombineerd worden voor een optimaal resultaat op vlak van mortaliteit én levenskwaliteit. 2. De patiënt moet in al zijn aspecten opgevolgd worden; medicatie is slechts een deel van het geheel in de behandeling van hartfalen. 3. Cardiale resynchronizatie therapie (CRT) is een aanvullende optie voor een subgroep van hartfalen patiënten. 22
Dank voor uw aandacht! Dr. Ward Heggermont