6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld

Vergelijkbare documenten
Examen HAVO. Economie 1

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale Handel

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

6.7. Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave

Valutamarkt. fransetman.nl

Handel (tastbare goederen) Diensten (transport, toerisme, ) Primaire inkomens (rente, dividend, )

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

Praktische opdracht Economie Euro

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

ALGEMENE ECONOMIE /03

UIT de arbeidsmarkt

Eindexamen vwo economie 2013-I

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

ERRATUM Economische Topper 6 Algemene Economie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis

Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.

Eindexamen economie havo I

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Euro en andere valuta vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Begrippenlijst Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Arbeidskosten per eenheid product

Eindexamen havo economie oud programma I

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.

Eindexamen economie vwo I

Antwoorden Economie Handel

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Praktische opdracht Economie Inflatie

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Praktische opdracht Economie Conjunctuurklok

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Eindexamen economie 1 vwo 2002-II

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

Samenvatting Economie Internationale Handel

Eindexamen economie havo I

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Hoofdstuk 5 4e klas GT

BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5

Eindexamen economie vwo II

Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2

Praktische opdracht Economie Wat voor rol heeft de opkomende economie van China in de wereldeconomie?

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Praktische-opdracht door een scholier 2299 woorden 11 april keer beoordeeld. Deelvragen: 1. Wat is de prijzenoorlog in de supermarkten?

Eindexamen economie pilot havo II

Eindexamen economie havo II

Terugblik: productiefactoren: arbeid kapitaal natuur en ondernemerschap

Vraag Antwoord Scores. indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0

Werkstuk Aardrijkskunde Kinderarbeid in Bangladesh

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Correctievoorschrift HAVO en VHBO. Economie

1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.

H2: Economisch denken

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

economie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

UIT groei en conjunctuur

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I

Werkstuk Economie Economie van Europa

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II

Opgave koppeling ambtenaren particuliere sector

Transcriptie:

Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december 2007 6,1 19 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Onze PO van geschiedenis gaat over de verschillende factoren van de handel. Ook in welke mate deze factoren belangrijk zijn, en ook verdere details over de handel tussen verschillende landen en gebieden. We kregen deze praktische opdracht in september en moesten de po maandag 5 november uiterlijk inleveren. We hebben door het maken van deze praktische opdracht veel meer geleerd over de handel tussen landen, dus het was ook nog een leerzaam onderwerp. We hebben veel gezocht, en er was niet over elk onderwerp veel te vinden dus het was nog een redelijk lastig te maken praktische opdracht. Maar toch is het gelukt om het te maken en we denken dat we de Praktische opdracht toch niet heel slecht gemaakt hebben. Wat voor een invloed heeft de politiek op de handel? De politiek kan de handel van een land bepalen. Als de politiek van een land bijvoorbeeld niet afhankelijk wilt zijn van andere landen dan zorgt het ervoor dat de producten die eerst geïmporteerd werden nu door het eigen land geproduceerd worden. Zo zijn ze dus niet afhankelijk van de import. Het kan ook andersom. Een goed voorbeeld hiervan is Irak dat de olietoevoer naar Nederland wou stoppen in 1997. Dit werd ook gewoon via de politiek bepaald en niet door het bedrijf zelf. Kortom, de politiek die er gevoerd word kan zeggen wat er gebeurd met de handel. Natuurlijk zal dat niet zo zijn als in een democratie als in Nederland, maar in een dictatuur kan dat dus wel. Wat voor een invloed heeft de wisselkoers op de handel? De wisselkoers heeft een hele grote invloed op de handel. Want als de wisselkoers in het ene land omhoog gaat dan stijgen de prijzen van de producten uit dat land. Hierdoor worden de producten duurder en zullen de producten minder snel geëxporteerd worden. Er zijn verschillende soorten wisselkoersen. - Zwevende wisselkoersen: Dat betekend dat vraag en aanbod aan op geen enkele manier wordt bepaald door de overheid. - Begeleid zwevende wisselkoersen of Dirty floating: De overheid houdt de wisselkoers gedeeltelijk stabiel door schommelingen te voorkomen door aankopen en verkopen van eigen valuta. https://www.scholieren.com/verslag/28281 Pagina 1 van 5

- Vaste wisselkoersen: De overheid doet zijn uiterste best om de wisselkoers stabiel te houden. Hierdoor is er geen onzekerheid op de internationale markt. - Veelvuldige wisselkoersen: Dat betekent dat een land verschillende wisselkoersen heeft. - Vaste wisselkoersen met volledig gereglementeerd handels- en betalingssysteem: De overheid legt de wisselkoers vast en aanbod en vraag hebben geen inbreng in de wisselkoers. Wat voor een invloed heeft de ligging van een land op de handel? De ligging is zeer bepalend voor de handel voor een land, omdat de bereikbaarheid zeer belangrijk is in de handel. Nederland is daar een goed voorbeeld van. Mainport Rotterdam heeft hier een belangrijke rol in. Mainport Rotterdam is een industrie- en distributiehaven, wat inhoud dat het niet allen producten binnenkrijgt (distribueren), maar dat het ook zelf producten maakt (industrie). Het gebied is goed bereikbaar via verschillende manieren zoals spoorlijnen, wegen, havenbekkens, rivieren en kanalen. De haven van Rotterdam is dan ook, op basis van de goerderenopslag, de grootste haven ter wereld sinds de tweede wereldoorlog. De rijn is (tot nu toe) het belangrijkste transportnet van mainport Rotterdam om de producten verder te exporteren de EU in. De Betuwelijn moest een snellere en goedkopere manier worden om de producten verder te vervoeren. Alleen wordt er tot nu toe nog geen/heel weinig gebruikt gemaakt van de Betuwelijn. Ook is er al bekent dat de Betuwelijn nooit meer zoveel geld gaat opbrengen dan dat er in geïnvesteerd is. Nederland heeft ook een gunstige ligging vanwege het achterland. Omdat de EU sinds 19 juni 1990 het verdrag van Schengen heeft. Dit verdrag houdt in dat de landgrenzen vervagen, wat betekent dat goederenstromen makkelijker doorstromen en daardoor er minder belemmerde factoren zijn voor de bedrijven. Vanuit Nederland kunnen de producten dan gemakkelijk de EU in gevoerd worden, omdat de grenzen niet (of veel minder) gecontroleerd worden. Er zijn ook landen met een veel minder gunstige ligging. Een goed voorbeeld hiervan is Zwitserland. In tegenstelling tot Nederland is Zwitserland lastiger bereikbaar. Doordat Zwitserland in de Alpen ligt is het vervoeren van goederen via de weg al een hele opgave. Dan zijn er natuurlijk nog wel tunnels etc. maar toch gaat het vervoer lang niet zo soepel als in Nederland. Ook is er een groot verschil in de plaats binnen Europa. Nederland ligt in een hoek van Europa en kan zo makkelijk bereikt worden vanuit bijvoorbeeld Amerika. Vanuit een hoek is het een prima positie om de goederen te exporteren naar landen binnen Europa. https://www.scholieren.com/verslag/28281 Pagina 2 van 5

Zwitserland ligt juist precies in het midden van Europa. Door het exporteren naar dat land moeten verschillende landen gepasseerd worden. De verschillen in de export en import tussen Nederland en Zwitserland kan je duidelijk zien op de site van de CIA. De cijfers zijn wel van 2006 maar de verschillen zullen niet erg veranderd zijn. De export van Zwitserland in 2006 bedroeg 167 miljard dollar. De import bedroeg 162.3 miljard dollar. De export van Nederland bedroeg in 2006 391.1 miljard dollar!! Ook die import van Nederland is vele malen hoger, namelijk 343 miljard dollar. Kortom, na deze vergelijking kan je tocht wel stellen dat de ligging zeer veel invloed heeft op de handel van een land. Wat voor een invloed de arbeidsproductiviteit op de handel? De arbeidsproductiviteit is de verhouding tussen het aantal gemaakte producten en het aantal werknemers. Als de arbeidsproductiviteit hoog is dan worden er meer producten gemaakt in dezelfde tijd, of soms nog wel kortere tijd. Dat levert weer verschillende voordelen op in de handel. Er zijn verschillende voordelen, maar sommige voordelen gebeuren niet altijd. Ten eerste kan de prijs van een product verlaagd worden omdat er meer van wordt gemaakt. Maar de prijs hoeft niet altijd te dalen. De elasticiteit speelt hierin ook een grote rol. Als er sneller en meer brood gemaakt wordt dan eerst hoeft dat niet te betekenen dat de prijs verlaagt wordt omdat de mensen dat product toch wel blijven kopen omdat het een primair product is, en dus niet elastisch. Een Nintendo Wii is wel elastisch want hoe goedkoper de Nintendo Wii, hoe meer mensen er in ieder geval over nadenken om hem aan te schaffen. De prijs hoeft niet altijd te dalen, maar het kan wel het gevolg zijn van een hogere arbeidsproductiviteit. De eventuele prijsdaling kan ook weer een golf van koopzucht teweeg brengen. Als de prijs van een duurder product met 25 procent daalt dan denken er ook veel mensen van: ja, nu is er wel over na te denken. Dus hoe goedkoper hoe meer mensen luxeproducten gaan kopen. De hogere arbeidsproductiviteit zorgt ook voor een sneller productieproces. Dus als de Nintendo Wii na één dag al op is in een winkel dan zorgt een hogere arbeidsproductiviteit er ook weer voor dat er snel weer nieuwe Wii s in de winkel komen te liggen. Bij nieuwe game consoles komen er vaak ook vaak bestellingen voor, die zijn gedaan voordat het product ook daadwerkelijk released is. Ook daarom is de arbeidsproductiviteit belangrijk, want de game organisaties kunnen ook daar weer op reageren. Aan de hand van de hoeveelheid bestellingen kunnen ze kijken hoeveel consoles ze in eerste instantie nodig hebben om aan de vraag te voldoen. Vaak maken de organisaties ook gebruik van reclame waardoor nog vaker producten worden gekocht. De arbeidsproductiviteit is ook nog op een andere manier belangrijk voor de handel. Door bijvoorbeeld mechanisatie wordt de arbeidsproductiviteit verhoogd, en veel menselijke banen gaan verloren door de mechanisatie. Daardoor raken er steeds meer mensen werkeloos. Dat geeft ook weer problemen in de vorm van ontslagpremies en dergelijke. Dat kan een bedrijf veel geld kosten, en als dan ook nog blijkt dat de machines hun werk niet goed doen dan raakt het bedrijf wel veel geld kwijt in een korte tijdsperiode. Niet altijd gaan banen verloren ten koste van een hogere arbeidsproductiviteit. Ook via specialisatie en herscholing kan de arbeidsproductiviteit omhoog gaan. Door een hogere arbeidsproductiviteit stijgt de https://www.scholieren.com/verslag/28281 Pagina 3 van 5

concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland of concurrenten. Ook arbeidsverdeling is goed voor een verhoging van de arbeidsproductiviteit. Deze omschrijving van arbeidsverdeling komt van Wikipedia: Arbeids(ver)deling is het zodanig splitsen van de productiefactor arbeid in het productieproces zodat binnen de factor arbeid verschillende taken en verantwoordelijkheden, oftewel beroepen, kunnen worden toegekend. Arbeidsverdeling gaat uit van de ongelijkheid van mensen, dat specialisatie bij personen de productiviteit van het productieproces verhoogt. Nou, ik persoonlijk snap er niet heel veel van, dus ik denk dat ik deze omschrijving maar eens moet gaan uitkleden. Het meest logische lijkt mij dat iedereen gespecialiseerd wordt zodat iedereen zijn eigen afdeling heeft waar hij/zij opereert. Het ongelijke lijkt mij dat alle mensen een verschillende specialisatie hebben en dus allemaal ergens anders goed in zijn. Welke factoren zijn bepalend voor de handel en in welke mate? Er zijn verschillende factoren die belangrijk kunnen zijn voor de handel. De arbeidsproductiviteit is bijvoorbeeld belangrijk, maar ook de ligging is belangrijk. Vooral deze twee factoren zijn belangrijk, en deels ook de wisselkoers. Er zijn verschillende wisselkoersen, de zwevende wisselkoers, dirty floating, vaste wisselkoersen, veelvuldige wisselkoersen en vaste wisselkoersen met volledig gereglementeerd handels- en betalingssysteem. Er zijn veel verschillen tussen deze wisselkoersen, vooral de rol van de overheid verschilt per wisselkoers. Bij de ene wisselkoers bemoeit de overheid zich er helemaal niet mee, maar bij de andere juist weer heel erg. Dit geeft grote verschillen weer tussen de verschillende wisselkoersen van verschillende landen. De ligging van een land is ook een grote factor in de handel. De landen die goed bereikbaar zijn, hebben vaak een hogere concurrentiepositie vergeleken met het buitenland of concurrerende bedrijven. Vooral de Mainport Rotterdam is belangrijk voor de concurrentiepositie van Nederland. Zo is het achterland van Nederland goed bereikbaar, en er zijn veel verschillende vervoersmogelijkheden om de goederen vanuit Rotterdam. Het vervoeren van goederen door verschillende vervoersmiddelen noem je intermodaal vervoer. Ook hebben de meeste Nederlandse mensen een hoog kennisniveau vergeleken met andere landen. Zo geven de meeste landen voorkeur aan een Mainport in Nederland vanwege deze verschillende mogelijkheden die ze hier wel hebben en in andere landen niet. Ook de arbeidsproductiviteit heeft een grote invloed op de handel. Zo kun je denken: Hoe hoger de arbeidsproductiviteit is hoe goedkoper een product want er zijn er meer van gemaakt. Maar dat hoeft natuurlijk niet altijd te gelden. Als brood sneller wordt gemaakt dan hoeft dat niet te betekenen dat de prijs daalt. Sterker nog, de prijs zal eerder stijgen omdat het een primair product is, en mensen het dus toch blijven kopen omdat ze het hoe dan ook nodig hebben. Maar bij prijselastische producten zoals de Nintendo Wii en luxe producten denken de mensen er eerder over om het te kopen als de prijs daalt. Dus bij prijselastische producten waarvan de prijs daalt denken de mensen er meer en serieuzer over na om het te kopen. Ook kunnen er bij een hogere arbeidsproductiviteit weer sneller producten worden aangevoerd om de voorraad aan te vullen mocht deze op zijn. Ook specialisatie kan voor een hogere arbeidsproductiviteit zorgen. We zijn er uiteindelijk achter gekomen dat de politiek de grootste invloed op de handel kan hebben. Mits de politiek daar echt wat over te zeggen heeft. Zoals in een democratie is dat natuurlijk niet mogelijk, maar in een dictatuur zou dat zomaar kunnen. We hebben een overzicht gemaakt van alle factoren die belangrijk zijn voor de handel. De belangrijkste factor in de handel is de politiek. De op een na belangrijkste handelsfactor is de ligging daarna komen de https://www.scholieren.com/verslag/28281 Pagina 4 van 5

wisselkoers en arbeidsproductiviteit. 1. politiek 2. ligging 3. wisselkoers 4. arbeidsproductiviteit Bronnenlijst http://nl.wikipedia.org/wiki/wisselkoers https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/nl.html https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/sz.html http://nl.wikipedia.org/wiki/schengen_uitvoeringsovereenkomst http://www.scholieren.com/werkstukken/25416?type=word http://www.scholieren.com/werkstukken/5889 http://nl.wikipedia.org/wiki/arbeidsproductiviteit http://nl.wikipedia.org/wiki/prijselasticiteit http://www.adviseren.nu/artikel%20-%20arbeidsproductiviteit.pdf http://www.nrc.nl/w2/nieuws/1997/08/11/vp/01.html Plan van aanpak - Wij houden onze PO over de Handel tussen landen en de bevorderden en tegenwerkende factoren. - Onze hoofdvraag is: Welke factoren zijn bepalend voor de handel en in welke mate. - Onze deelvragen zijn: - Wat voor een invloed heeft de wisselkoers op de handel? - Wat voor een invloed heeft de ligging van een land op de handel? - Wat voor een invloed de arbeidsproductiviteit op de handel? - Onze hypothese over de deelvragen zijn: - Wat voor een invloed heeft de wisselkoers op de handel? Wij denken dat de wisselkoers een grote rol speelt op de handel, omdat de prijzen van producten door koerswisselingen aantrekkelijker worden of juist minder aantrekkelijker. - Wat voor een invloed heeft de ligging van een land op de handel? Wij denken dat de ligging van een land tegenwoordig steeds minder belangrijk wordt, omdat er nu steeds betere vervoersmogelijkheden zijn. - Wat voor een invloed de arbeidsproductiviteit op de handel? Wij denken dat als er in de land sneller en beter wordt gewerkt, dat er dan meer producten op de markt komen, en dus mee omzet is. Volgens ons speelt deze factor dus een redelijk grote rol. https://www.scholieren.com/verslag/28281 Pagina 5 van 5