zit met handen voor zich op grond, staat en springt met vasthouden van beide handen



Vergelijkbare documenten
De motorische ontwikkeling van het jonge kind

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie mei Naam leerling. Motoriek Grote motoriek. Grote motoriek-stap 1

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Motoriek Grote motoriek

werkblad Basisopstelling 2 Vak 1 Glijden en klimmen Vak 2 Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Motoriek Grote motoriek

Onderwijsgeschikte Motorische Test (OMT 2005 van Gelder, van der Meer & van Weene) versie 9 september 2010

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Mozarthof school voor ZML Leerlijn Bewegingsonderwijs dd /14

Bal in de hoepel gooien

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN:

Hoepels: experimenteren, rollen, springen over, stappen door, van de een in de andere hoepel

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Pittenzakken gooien. Trampolinespringen en hordeloop. Duikelen en slalom

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Motoriek Grote motoriek

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Motoriek Grote motoriek

LES 22. GROEP: 3 t/m 8 FITNESSLES

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

graait naar een speeltje dat in het gezichtsveld wordt gehouden pakt speeltjes aan met beide handen en kijkt ernaar

Het bepalen van niveaus

G3 Lesbeschrijvingsformulier II Groeps-MRT Lesnummer

LES 36. GROEP: 3/4 Over de kop gaan, Klauteren, Tikspelen.

Bijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

Keepers Training. De basisvaardigheden 1-9

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN:

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

Vzw Homerun Stukkenstraat Heusden-Zolder Coördinator Johnny Clerckx

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN:

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

14.5. Impressie / Plattegrond

Kracht- en Coördinatiecircuit

9. De Lessen: Gymnastiek

- De leerling kan een medeleerling veilig heen en weer laten zwaaien.

Aanpassingen in het bewegingsonderwijs voor kinderen met overgewicht

LES 32. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Tikspelen, Balanceren.

Balworstelen. Probeer twee (basket)ballen vast te houden. De ander probeert één bal los te krijgen. Gebruik een timer bijv. 40 sec.

Doelen groep 1 augustus tot januari

Beweeg A Gebruikershandleiding

Circustechnieken: jongleren met sjaaltjes

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Springen, tikspelen, jongleren. DOELSTELLINGEN:

IEDEREEN. Probeer zo goed mogelijk je evenwicht te bewaren.

Adewiedewanseltje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

Angst voor hoogte Groepsformulier Leerkracht(en) Groep

Voorbeeldspelen / -oefeningen

Neuro Cognitief en Sociaal

Circus les 8. Doelen:

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

Kasteelrace. Commando E.B/A.V.H.

Zomerfit Pagina 1 van 5

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, jongleren, doelspelen. DOELSTELLINGEN:

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

1. Inhoud 1. Inhoud...1 Gooien...2 Fielden...5 Slaan...10

Watervrij/buikdrijven Van niets naar geel. De kinderen moeten de volgende dingen kunnen om naar het volgende groepje te gaan.

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

Twintig keer fijne motoriek in de gymzaal

Lessen 1 ste middelbaar

BIJLAGE ( 2.3c van de spelregels) Scheidsrechtersgebaren. c Het nemen van de vrije worp Als deel 1

bij kniegerelateerde

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

Succes en veel plezier toegewenst!

Clinic Spelvormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen

Yogales maart 2019!! Bewust staan

Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs

bij enkelgerelateerde

LES 14. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Tikspelen, Afgooispelen. DOELSTELLINGEN:

TULE inhouden & activiteiten Bewegingsonderwijs. Kerndoel 57 - Jongleren. Toelichting en verantwoording

Praktijkfolder Stabiliteitstraining van de lage rug.

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen

vv Woudenberg 26 oktober 2011

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen

Motoriek Grote motoriek

OVERZICHTSLIJST VAN DE OEFENINGEN

Voorbeeld van een logboek van J.

Oefeningen voor de instabiele pols

Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5. Materiaal Materiaal 1.24

De les start met een verhaaltje

Blok 4 les 2 Groep 7,8

Algemene regels bij het testen

Leerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan.

Les 3. GROEP: 3 t/m 8 Doelspelen, springen, balanceren

De 11+ Een compleet warming-up programma

TULE inhouden & activiteiten Bewegingsonderwijs. Kerndoel 57 - Stoeispelen. Toelichting en verantwoording

Datum: Maandag 12 maart 2012 Onderwerp: Coachcursus Fielding (fielden) Door: Percy Isenia en hr. S. Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke

Circus les 5. Doelen:

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten)

Voorbeeldspelen / -oefeningen

Circus op school. Notities aanvullend bij de dag van de leerkracht bewegingsopvoeding op 25 oktober 2013

Basislessen Bewegingsonderwijs in de speelzaal LES 1

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8

Oefeningen voor beenspieren

Inleiding. Kern. Groep 5 en 6 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Transcriptie:

Schema 16 www.vclb-koepel.be Bijlage 6: Overzicht beheersingsniveaus motorische ontwikkeling* vaardigheidsfamilie stilstaan balanceren in beweging springen - kracht springen - motorisch gebied evenwicht 3 maanden draaien (buik- en ruglig) 6 maanden 9 maanden zit met handen voor zich op grond, staat en springt met vasthouden van beide handen kruipen op handen, knieën of voeten, zit zelf met handen vrij, trekt zich op tot staan 1 jaar staan de trap op 2 jaar zekere stand ook met gesloten ogen 3 jaar even staan op één been zekere stand gaan lopen ergens vanaf stappen looppas, op 2, 5 jaar: lopen waarbij beide voeten gelijktijdig een moment van de grond zijn, stapt over kleine hindernissen bank, op 3, 5 jaar: loopt 3 m op tenen van een verhoging van 20 cm stappen. springt van een bank (30 cm) en blijft staan, Op 3, 5 jaar: springt verschillende keren na elkaar (met voeten samen), springt van onderste trap (zonder evenwichtsverlies) trappelt als het omhoog wil springen springt met twee benen tegelijk omhoog loopt staand de trap op durft en kan een klimraam in. Op 3, 5 jaar: alterneert bij oplopen trap 16 Dit document is een compilatie van: Van Gelder & Stroess (2010), Wiechen (z.j.), Kurtz (2008), SIG (2005). 20

koprol gooien en mikken stuiten vangen handmotoriek vaardigheidsfamilie grijpen oog-hand handen blijven in rust geopend motorisch gebied 3 maanden rollen om de lengteas koprol met hulp ogen volgen voorwerpen of personen door de ruimte dragen wegwerpen; met voeten bij elkaar raakt een goed aangespeelde ballon houdt een ballon 3 tot 5x hoog oprapen volgt een zelf opgespeelde ballen met de ogen vangt een door een ander aangespeelde ballon pakt speeltje van de ene in de andere hand als het op de rug ligt, harkt met alle vingers over kleine voorwerpen grijpt blokje met vingers, niet met handpalm. Pols wordt naar boven gebogen bij het grijpen van het blokje bouwt toren van 2 blokken, gebruikt volwassen greep (duim en wijsvinger), houdt potlood in vuistje vast, helpt bij het omslaan van blz. in een boek. Op 15 m toren van 3 blokken en doet blokken in juiste gaatje blokkendoos. Op 1, 5 jaar toren van 4 blokken. Slaat de blz. van een boek om, twee of drie tegelijk. bouwt toren van 7 blokken, rijgt kleine kraaltjes. Op 2, 5 jaar: toren van 9 blokken, slaat blz. van boek één voor één om, heet voorkeur voor gebruik van rechterof linkerhand, maakt eenvoudige inlegpuzzels. Doet 3 blokken in juiste gaatjes blokkendoos. doet 4 blokken in juiste gaatjes blokkendoos. Kan op 3, 5 jaar binnen 25 s 10 knikkers in flesje stoppen, schuift potlood tussen vingers heen en weer tot het goed zit, Raakt met de duim achtereenvolgens alle vingertoppen van hetzelfde hand, tekent kopvoeters, cirkels, horizontale en verticale lijnen, een recht kruis 6 maanden 9 maanden 1 jaar 2 jaar 3 jaar Inleiding 21

vaardigheidsfamilie stilstaan balanceren in beweging 4 jaar 3 sec op één been bank met lage obstakels (10 cm), op 4, 5 jaar: springt al lopend over kleine hindernis, springt 10 keer op 1 been springen - kracht springen - hinkelt 3x springt als een kangoeroe 3x vooruit durft en kan tot 2, 5 m in een schuine situatie 5 jaar 10 sec op één 6 jaar 10 sec op één 7 jaar 30 sec op één been wiebelen mag 9 jaar 30 sec op één 11 jaar 60 sec op één 13 jaar 10 sec op één been met ogen dicht bank met lage obstakels (20 cm), op 5, 5 jaar: rent achteruit balk van 10 cm, fietsen balk van 7 cm balk van 7 cm met 2x een halve draai balk van 5 cm met 2x een halve draai lopen over rekstokken hinkelt 10x, op 5, 5 jaar: springt 80 cm ver zonder aanloop met beide voeten tegelijk hinkelt 10x op het andere been heeft 11 hinkels heeft 9 hinkels heeft 7 hinkels heeft 5/6 hinkels huppelt maakt 10x skisprong over een lijn maakt snelle wisselsprongen kan in ritme huppelen en in de handen klappen kan in ritme kruisspreidkruisspringen + handen klappen kan in ritme spreidsluitsprong maken met klap op spreid durft en kan tot 2, 5 m in recht klimraam klimt alternerend omhoog in schuin klimraam klimt alternerend omhoog en naar beneden in recht klimraam klimt alternerend omhoog en naar beneden in schuin klimraam kan touw verhuizen kan touw verhuizen met hoogteverschillen vaardigheidsfamilie stilstaan balanceren in beweging springen - kracht springen - motorisch gebied evenwicht 22

koprol gooien en mikken stuiten vangen handmotoriek vaardigheidsfamilie durft en kan een koprol maken rechte koprol goede koprol verhoogd vlak (30 cm) verhoogd vlak (60 cm) driedelige kast (60 cm) vijfdelige kast (90 cm) gooit homolateraal gooit heterolateraal gooit meer dan 9 m met klein voorwerp gooit met een grote bal meer dan 6 m gooit met een grote bal meer dan 9 m houdt een ballon 6x hoog laat vallen stuit pak stuit 15x met voorkeurshand stuit 15x met andere hand kan dribbelen (stuiten en looppas) kan meer dan 15x stuiten zonder naar bal te kijken kan 12x achtbaan dubbelen in 30 sec vangt een door een zichzelf opgegooide ballon vangt naar de borst gegooide ballen, op 5, 5 jaar: gooit een bal van 20 cm minstens 0, 5 m omhoog en vangt hem op vangt naar het lichaam gegooide ballen vangt naar de borst gegooide tennisballen vangt naast het lichaam gegooide tennisballen vangt tennisballen met één hand vangt via de muur geworpen ballen kan binnen 20 s 10 knikkers in flesje stoppen, knipt binnen 1 mm speling langs een lijn van 25 mm. Aan. Op 4, 5 jaar: maakt puzzel van vier stukken, tekent poppetje met gezicht, armen en benen, tekent een vierkant en een schuin kruis, kleurt binnen lijnen van een vierkant (4 cm), heeft een goede potloodgreep kan binnen 18 s 10 knikkers in flesje stoppen, kan een vierkant uitknippen met 5 mm speling. Op 5, 5 jaar: tekent een schuine positie en lussen, tekent een kindje met hoofd, buik, armen en benen, ogen, tekent een driehoek na., gebruikt voorkeurshand, knipt een vierkant en een cirkel uit. kan een muntstuk van de handpalm tussen de vingers nemen om in een automaat te gooien, leest en schrijft op school 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 9 jaar 11 jaar 13 jaar koprol gooien en mikken stuiten vangen handmotoriek vaardigheidsfamilie oog-hand motorisch gebied Inleiding 23

www.vclb-koepel.be Voorbeelden van Basiscompetenties MOT/evenwicht bewaren zijn: Naam kleuter Groeiboek Geboortedatum Datum [...] Basiscompetenties Voorbeelden +/- communiceren De kleuter staat open voor hulp van de juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vraagt hulp aan een andere kleuter creëren De kleuter schakelt een andere kleuter in om De kleuter volgt een eigen manier om De kleuter probeert verschillende manieren uit om De kleuter vindt KENNEN De kleuter weet De kleuter weet KUNNEN De kleuter is voldoende vaardig om De kleuter kan De kleuter kan Genieten De kleuter is tevreden dat hij De kleuter toont trots dat hij De kleuter herneemt meerdere keren Durven De kleuter durft alleen De kleuter durft De kleuter durft/ kan WILLEN De kleuter wil zelf De kleuter aanvaardt hulp om De kleuter wil proberen om het op- en afstappen van een bankje het aannemen van verschillende houdingen en/ of het uitvoeren van bepaalde bewegingen bij het stilstaan op een been een beweegbaar toestel stil te houden terwijl hij er over loopt in de klimtoren te geraken van op een dikke mat (matras) een opgehangen ballon te tikken een hulpmiddel om het evenwicht te bewaren (bv. een steunstok) dat hij bij evenwichtsoefeningen rustig moet werken dat hij extra steun mag gebruiken bij evenwichtssituaties (zelf steun nemen of extra steun vragen aan anderen) enkele seconden op één been te staan (zie ontwikkelingslijn evenwicht ) zich verplaatsen op een stabiel, later op een licht labiel steunvlak (zie ontwikkelingslijn evenwicht ) evenwicht behouden zonder al te veel bijbewegingen (compensatie) (zie ontwikkelingslijn evenwicht ) alleen aan de overkant geraakt via een evenwichtsparcours 10 sec kan blijven staan op één been, zelfs met de ogen dicht een situatie van op en afspringen en landen in evenwicht van de springkast springen over een labiel steunvlak lopen evenwichtsoefeningen uitvoeren zonder angst, zonder gespannenheid de overstap maken van het ene steunvlak naar het andere het evenwicht te bewaren zo lang mogelijk op één been te staan zoals de ooievaar 32

www.vclb-koepel.be Voorbeelden van Basiscompetenties MOT/Grootmotoriek zijn: Naam kleuter Groeiboek Geboortedatum Datum [...] Basiscompetenties Voorbeelden +/- communiceren De kleuter staat open voor hulp van de juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vertelt aan andere kleuters hoe hij De kleuter toont aan de juf wat hij al kan De kleuter vraagt aan de andere kleuters creëren De kleuter schakelt andere kleuters in om De kleuter volgt een eigen manier om De kleuter probeert verschillende manieren uit om De kleuter stelt creatief verschillende oplossingen voor KENNEN De kleuter kan goed nabootsen De kleuter kan nieuwe houdingen/ bewegingen bedenken De kleuter begrijpt de opdrachten en kan ze uitvoeren De kleuter weet hoe hij bepaalde materialen kan hanteren De kleuter begrijpt wat je bedoelt met de afspraken KUNNEN De kleuter is voldoende vaardig om En De kleuter kan bewegingen voldoende coördineren om De kleuter voelt zich groot en sterk genoeg om De kleuter kan handelingen plannen om het op- en afstappen van een bankje/ bij het loslaten van een touw waar hij aan hangt/ bij het rugwaarts lopen het op een klimrek met glijbaan naar de overkant zwaait zonder de grond te raken/ of naar de overkant geraakt zonder getikt te worden tegen een bel gooien met een bal alleen van de kast springen waar hij moet vasthouden bij het heffen. touw te draaien terwijl hij springt in de klimtoren te geraken door het klimkader te komen naar de overkant te geraken zonder getikt te worden om per twee een klimparcours af te leggen de houdingen en bewegingen bij een kinderspel (spelidee) bij gebruik van symbolen bij gebruik van lichaams-, bewegings-, ruimte- en tijdsbegrippen de ballen, de hoepels bij het tikspel zich vlot te verplaatsen zoals gaan, lopen,, zwaaien, roteren, glijden, springen (vrije sprongen, ver-, hoog- en diepspringen, steunsprongen) voorwerpen te hanteren zoals vangen en werpen, slaan (bv. de bal te raken met een raketje), trappen, dribbelen andere bewegingsvormen uit te voeren zoals: trekken en duwen heffen en dragen het berghok open te maken een omloop met posten tot een goed einde te brengen Grootmotoriek 61

Genieten De kleuter is tevreden dat hij De kleuter toont trots dat hij De kleuter volgt gedreven de aanwijzingen op om De kleuter is blij dat hij Durven De kleuter durft alleen De kleuter gaat op zoek naar De kleuter durft samen met vriendjes WILLEN De kleuter wil zelf De kleuter aanvaardt hulp om De kleuter wil proberen om De kleuter zet flink door alleen van de springkast kan komen de krant kan raken met de papierprop alles goed op te ruimen de vlieger kan laten zweven door de zaal van de springkast springen over de kop gaan ballen opvangen de nieuwe bewegingspost het parcours verkennen het tikspel spelen de (speel)touwtjes uitdelen... ondersteund van een laag toestel te springen de omgegooide kegels terug recht te zetten bij het oefenen aan de verschillende standen van bal- en dingvaardigheden 62