Rol en werkwijze van de diëtist in de BeweegKuur



Vergelijkbare documenten
BeweegKuur. Algemene informatie

Functieprofiel van de sport- en bewegingsleider betrokken bij de BeweegKuur

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

Draaiboek voor een gastles

BeweegKuur. Algemene informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Stappenplan voor het vormgeven van lokale samenwerking

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Wat is assertiviteit en hoe kan het je helpen met je persoonlijke wellness?

Rotterdams Ambassadrices Netwerk

PeerEducatie Handboek voor Peers

Communicatie. ontvanger. zender. boodschap. kanaal. feedback

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

Luisteren en samenvatten

Het houden van een spreekbeurt

Eerste Hulp bij Teamontwikkeling. Inhoud. Doel. Een set tools die je kunt inzetten tijdens teamvergaderingen.

I n l e i d i n g. Deze brochure bestaat uit twee delen: 1. Een verhaal waarin Kids in Action wordt uitgelegd voor kinderen (pagina 4 t/m 10).

Programma. Verbale en non-verbale communicatie Pauze Interactiviteit

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Nederlands in Uitvoering

Motiverende gespreksvoering

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Handleiding Vergadertechnieken

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Training. Vergaderen

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Meningsvorming: jij en vluchtelingen

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Vraag het de patiënt. En: Durf te luisteren. Irèn Alders, Stichting Tinkerbell Patiëntencoach. Zwolle. 4 februari 2013

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

ogen en oren open! Luister je wel?

UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Communiceren met kinderen die moeilijk of niet kunnen praten

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Voorbereiding. Overzicht. Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?

Tuesday, February 8, Opleiding Interactieve Media

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Discussiëren Kun Je Leren:

Sociaal netwerk. Handleiding voor begeleiders

Ontdek je kracht voor de leerkracht

ADHD en lessen sociale competentie

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Overzicht. Algemene voorbereiding

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Om, tijdens en rond. Een gids bij het voorbereiden van een studentengesprek in het COBRA-model

LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN

Help! Verzuim voorkomen

Binnen het functioneringsgesprek is ook ruimte om de behoefte of noodzaak van een opleiding te bespreken en daarop actie te ondernemen.

Ervaringen en tips Praktijkbezoeken Dokterscoop Project Implementatie IZP en Patiëntenportaal

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Coalitielid met hart en ziel

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

Zet uzelf in beweging!

Een Goede Lezing. Hans L. Bodlaender

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek,

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Reflectiegesprekken met kinderen

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

AFVALPLAN. Je plan bevat de volgende onderdelen: Je voor- en nadelen van afvallen Je waarom. Je doelen Je als/dan-plannen Je Evaluatie

HET GESPREK: KOP ROMP STAART

3 Hoogbegaafdheid op school

Bijeenkomst 2 Module Actief zijn en blijven, ontmoeting (1)

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

VERGADEREN VOOR DUMMIES

Tips voor het geven van training Door: Sjoerd Alvers

Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Letteren Afdeling Nederlands Tweede Taal De Boelelaan HV Amsterdam

Realisatiefase fase 5

2.9 Lesplan opzet workshop 8 Lesformulier

Leefstijlprogramma Preventie Diabetes

Het Functioneringsgesprek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Hoe geef ik een toolbox?

Project Start Up Wat is het? Wie nemen er deel? Wanneer kies je voor een PSU? Hoe werkt het?

werkbladen, telefoons en opnametoestel

LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN

Luisteren, doorvragen en feedback geven

Feedback. Wat is feedback?

In je kracht. Spelhandleiding

DIDaCtIsCHe tips Voor DoCenten

Feedback geven en ontvangen

Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen:

Beïnvloeding Samen sta je sterker

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren

TOOLKIT voor co-creatie. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken.

SPEELWIJZE EIGEN WIJSHEDEN SPEL - Bladzijde 1 / 6

Checklist trainingen het gesprek in de Wmo en het gehele sociale domein VOOR GEMEENTEN DIE TRAININGSBUREAUS SELECTEREN

Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt

STA STERK TRAINING 1. sta sterk training.

Transcriptie:

Rol en werkwijze van de diëtist in de BeweegKuur NISB ontwikkelt de BeweegKuur met subsidie van het ministerie van VWS en in samenwerking met NHG, LVG, NVDA, KNGF, LHV, DVN, NVD, NDF en VSG. Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) P Postbus 64, 6720 AB BENNEKOM T 0318-490900 F 0318-490995 E info@nisb.nl W www.nisb.nl W www.beweegkuur.nl NISB/09/35161/KBR/cbt 1

Inleiding Voor u ligt de handleiding groepsvoorlichting voeding voor diëtisten die betrokken zijn bij de BeweegKuur. De groepvoorlichting over voeding is een onderdeel van het begeleidingstraject voor de patiënt. Deze groepsvoorlichting wordt in nauwe samenwerking met de leefstijladviseur vormgegeven door de diëtist. In deze handleiding vindt u achtereenvolgens in hoofdstuk 1 de randvoorwaarden voor het vormgeven van de bijeenkomsten. In hoofdstuk twee worden handvatten gegeven voor de voorbereiding; keuze in doel en aanpak van de bijeenkomsten. Voor de daadwerkelijke uitvoering van de bijeenkomst vindt u handige tips in hoofdstuk 3. Wij hopen u hiermee meer houvast te bieden bij de opzet en uitvoering van de groepsbijeenkomsten. Mocht u naar aanleiding van deze handleiding of uw ervaringen in de praktijk nog vragen of tips hebben, dan kunt u zich richten tot dirk.schaars@nisb.nl. Namens het NISB projectteam en alle partners van de BeweegKuur wensen wij u veel succes! NISB/09/35161/KBR/cbt 2

Inhoudsopgave 1. Introductie en randvoorwaarden 5 2. De voorbereiding: keuze in doel en aanpak 9 3. De uitvoering 11 NISB/09/35161/KBR/cbt 3

NISB/09/35161/KBR/cbt 4

1. Introductie en randvoorwaarden 1.1 Achtergrond De BeweegKuur stimuleert en begeleidt patiënten met diabetes type 2 bij de gedragsverandering naar een actieve leefstijl. Dit betekent dat de patiënt op een verantwoorde wijze start met beweegactiviteiten. Een tweede vast en belangrijk onderdeel van de begeleiding is de aandacht voor gezonde voeding. Meer bewegen en een verbetering van het voedingspatroon en een eventueel daarmee gepaardgaande gewichtsreductie hebben een gunstig effect op het verloop van diabetes type 2. Om de patiënt verantwoord te laten starten met bewegen volgt er volgens de NHG standaard een verwijzing naar een diëtist. De reguliere zorg vergoed 4 uur begeleiding door de diëtist. De dietist bespreekt de noodzakelijk aanpassingen in het voedingspatroon, rekening houdende met de medicatie en de gewenste beweegactiviteit. Gedragsverandering ten aanzien van gezonde voeding staat ook op de agenda van de diëtist. Binnen de BeweegKuur worden haar adviezen herhaald en bekrachtigd door de leefstijladviseur die de patiënt op regelmatige basis ziet. Als de patiënt start met de BeweegKuur wordt hij/zij standaard voor tenminste 1 individueel consult doorverwezen naar de diëtist om noodzakelijke aanpassingen in het voedingspatroon verbandhoudend met het starten met bewegen besproken. Hiernaast worden er voor de patiënt 5 groepvoorlichtingen over de relatie voeding, bewegen en diabetes georganiseerd. 1.2 Waarom groepsvoorlichting? Groepsvoorlichting over gezonde voeding is een middel om meerdere patiënten tegelijkertijd voor te lichten. Door onderling kennis en ervaring uit te wisselen, kunnen de deelnemers van elkaar leren hoe ze om kunnen gaan met (terugkerende) problemen. Een goede groepsdynamiek kan het proces van gedragsverandering bij de deelnemers in positieve zin stimuleren. Het onderlinge contact en de directe feedback die de diëtist terugkrijgt, is een goede aanvulling op de individuele begeleiding door de leefstijladviseur. 1.3 Doel van de groepsvoorlichting 1. Ondersteunen van de gedragsverandering naar een gezonde en actieve leefstijl door uitwisselen van kennis en ervaringen over diabetes, voeding en bewegen. 2. Patiënten leren verantwoordelijk om te gaan met het individuele voedingspatroon in combinatie met bewegen. Dit resulteert in veilig en verantwoord bewegen bij patiënten met (een verhoogd risico op) diabetes type 2. 1.4 Frequentie en duur De BeweegKuur duurt per patiënt 1 jaar. Binnen dat jaar krijgt de patiënt naast de reguliere contacttijd (tenminste 1 consult) met de diëtist 5 keer een groepsvoorlichting aangeboden. De bijeenkomsten worden op regelmatige basis gedurende het jaar aangeboden, bij voorbeeld om de 6-8 weken. Afhankelijk van inhoud van de groepsbijeenkomsten kan er voor gekozen worden om de eerste bijeenkomsten korter na elkaar te plannen en bij de laatste een langere periode te hanteren. Bijvoorbeeld wanneer bij de eerste bijeenkomst een voedingsdagboek wordt meegegeven, dan moet de volgende bijeenkomst na een week of 3 gepland worden anders is men het allang vergeten. De duur van de bijeenkomsten is in principe 2 uur. Desgewenst kan ervoor gekozen worden om 5 keer 1 uur voorlichting te verzorgen. Dit is wenselijk als er bijvoorbeeld meer dan 15 deelnemers zijn en je twee keer een groep gaat begeleiden of bijvoorbeeld wanneer je verwacht dat 2 uur te lang is voor het onderwerp wat je wilt bespreken. Afhankelijk van de lokale situatie (aantal patiënten, voorlichtingsbehoefte etc) kan de frequentie, de planning en de duur in overleg met de leefstijladviseur worden bepaald. De leefstijladviseur kan bijvoorbeeld ook besluiten om van de 2 uur groepsvoorlichting er 1 uur te laten verzorgen door de diëtist en 1 uur zelf op andere wijze in te vullen. In dit voorbeeld kunnen er dus 10 bijeenkomsten van twee uur worden georganiseerd. NISB/09/35161/KBR/cbt 5

1.5 Kosten Voor de patiënt zijn er geen kosten verbonden aan de groepsvoorlichting. Voor de totale organisatie en uitvoering van de groepsvoorlichtingen wordt er vanuit de BeweegKuur tijdens de pilotfase een budget beschikbaar gesteld. Vanuit dit budget kunnen 5 bijeenkomsten van 2 uur inclusief 1 uur voorbereidingstijd gefinancierd worden. Dit betekent dat de diëtist in totaal 15 uur kan declareren. (ook als de uren over meerdere bijeenkomsten worden verspreid). Overleg met de ROSadviseur en de organiserende leefstijladviseur over je uurtarief voor de voorbereiding en de uitvoering van de bijeenkomsten (vanwege het beperkte budget kan dit maximaal 56.80 zijn). 1.6 Organisatie De leefstijladviseur is verantwoordelijk voor de organisatie van de groepsvoorlichtingen. Zij bepaalt in overleg met de diëtist een datum, regelt de locatie en nodigt de deelnemers uit. De leefstijladviseur is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de voedingsvoorlichting. Deze taak ligt vanzelfsprekend bij de diëtist. Als wordt overeengekomen dat de diëtist 1 uur verzorgd en de leefstijladviseur een tweede uur dan is zij wel verantwoordelijk voor de invulling hiervan. 1.7 Thema s en onderwerpen Centraal tijdens de bijeenkomsten staat de relatie tussen de aandoening diabetes type 2, (starten met) bewegen en gezonde voeding. Hieraan gekoppeld zijn er veel mogelijke onderwerpen voor de inhoud van de bijeenkomsten. De inhoud van de groepsvoorlichting, en de wijze waarop deze plaats vindt, is mede afhankelijk van de samenstelling van de doelgroep. Indien er veel aanmeldingen zijn, kan je er als dietist uiteraard voor kiezen om de groepen zelf samen te stellen. Hierbij kunnen een aantal factoren een rol spelen in de keuze voor een samenstelling zoals de aanwezige problematiek (overgewicht, pre-diabeten, diabeten), evenals taalbeheersing of achtergrondkennis en ziekte-inzicht. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de vragen die leven in de groep, is het raadzaam om in de eerste groepsbijeenkomst aandacht te besteden aan deze vragen. Voorbeeld voor opbouw van groepsbijeenkomsten zou kunnen zijn: Bijeenkomst 1: Algemene informatie, Richtlijnen Goede Voeding Bespreken welke vragen er leven bij de groepsdeelnemers. Aan de hand van thema s deelnemers laten kiezen welke onderwerpen er in volgende bijeenkomsten aan de orde komen. Voorbeelden van thema s: - richtlijn diabetes, Koolhydraatverdeling, ed - verantwoord afvallen - voeding tijdens sporten, hypo s - feiten en fabels, sportdranken - tussendoortjes, verantwoord snoepen, light producten - emotie eten (eetbuien, stress, ) - betaalbaar gezond eten, supermarktbezoek - feestjes, vakantie, bijzondere gelegenheden - overig (eigen inbreng deelnemers) (Al naar gelang de vragen kunnen thema s geclusterd of anders ingedeeld worden) 1.8 Groepsomvang Wil je ervaringen uitwisselen, vaardigheden oefenen en gelegenheid geven om vragen te stellen, dan zal de groep niet te groot moeten zijn, liefst niet meer dan 12-15 personen. Met een kleinere groep kun je ook heel intensief werken. Plan voor je bijeenkomsten voldoende NISB/09/35161/KBR/cbt 6

tijd in voor het beantwoorden van vragen en reacties van de deelnemers. Je kunt dan optimaal aansluiten bij wat er in de groep leeft. Voor de start van de groepsbijeenkomsten is het wenselijk om zoveel mogelijk deelnemers tegelijk te laten instromen. Hierdoor kweek je gemakkelijker onderling vertrouwen en kan samen de inhoud van de groepssessies worden bepaald. 1.9 Vormgeven bijeenkomsten Stel het doel van de bijeenkomst zo concreet mogelijk vast. Niet alleen de inhoud van de voorlichting, maar stel ook vast wat je precies wilt bereiken: wil je alleen kennis overdragen of wil je vaardigheden aanleren of ook gedragsverandering bereiken? Afhankelijk van je doelstelling kies je de werkvorm. Er zijn verschillende werkvormen mogelijk, bijvoorbeeld een lezing of een groepsdiscussie. Kennis overdragen wordt in het algemeen negatiever beoordeeld door deelnemers. Discussie en interactie zijn belangrijke elementen in een voorlichtingsbijeenkomst. Zaken beklijven beter en bijeenkomsten worden door deelnemers positiever beoordeeld. Daarnaast bepaalt de doelgroep, aan wie je voorlichting wilt geven, ook de meest geschikte werkvorm. Gaat het bijvoorbeeld om mensen met een laag opleidingsniveau? Of gaat het om voorlichting aan allochtonen? Zeker in het laatste geval is specifiek aandacht en invulling wenselijk. Denk aan het gebruik van een tolk. In het volgende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de voorbereiding van de bijeenkomsten. Je krijgt handvatten voor het opstellen van de doelen en de keuze van de werkvromen. Ook wordt er aandacht besteed aan de evaluatie van de bijeenkomsten. NISB/09/35161/KBR/cbt 7

NISB/09/35161/KBR/cbt 8

2. De voorbereiding: keuze in doel en aanpak Onderstaande punten maken deel uit van je voorbereiding op de groepsbijeenkomst. Zorg ervoor dat je deze punten voor de bijeenkomst goed uitwerkt. 2.1 Doelstellingen 1 Vraag jezelf vooraf duidelijk af wat je wilt bereiken. Ga bij het vaststellen van de doelstelling zoveel mogelijk uit van de vragen, behoeften, ervaringen en sociale achtergrond van de deelnemers. In de voorlichting gaat het niet alleen om het geven van informatie. De mening en de houding van de deelnemers ten aanzien van gezondheidsthema's komen bij een voorlichtingsbijeenkomst ook aan de orde. Zoek naar concrete, realistische en meetbare doelen en formuleer ze expliciet. Goed omschreven doelstellingen zijn zeer belangrijk bij de voorbereiding en onmisbaar voor de evaluatie. Maak daarbij onderscheid tussen kennis, houding en vaardigheid. Begin een doelstelling op het gebied van kennis als volgt: De deelnemer kent. Gaat het om houding, begin dan met: De deelnemer is bereid tot. Start bij vaardigheidsdoelen met: De deelnemer kan. 2.2 Ken je publiek Luister goed in informele contacten met de patiënten, welke gezondheidsvragen en thema s hen bezig houden. Hoe wordt er over gepraat. Betrek zomogelijk de doelgroep bij de keuze van de thema s van je voorlichting. Als je zelf geen direct contact (meer) hebt met de BeweegKuurpatiënten, bespreek de onderwerpen dan met de leefstijladviseur. 2.3 Kies een werkvorm Groepsvoorlichting is vaak een mix van werkvormen. Afhankelijk van je doel, kun je kiezen voor verschillende werkvormen. Wanneer je informatie wilt overdragen, kennis en inzicht wilt vergroten, kun je bijvoorbeeld kiezen voor een lezing, een vraag-leer-gesprek, of een vragenspel. Wanneer je vaardigheden wilt aanleren kun je kiezen voor de instructie, een demonstratie of rollenspel. Wanneer je meningsvormend te werk wilt gaan of de houding ten aanzien van een onderwerp wil wijzigen kun je kiezen voor de groepsdiscussie naar aanleiding van een video of stellingen of voor een spelvorm. De vorm die je kiest bepaalt in hoeverre de deelnemers een inbreng in de voorlichting kunnen hebben. Is het de bedoeling dat ze alleen maar luisteren of wil je ze zelf actief iets laten doen, zoals vragen stellen, ervaringen uitwisselen, een probleem oplossen, informatie opzoeken en verwerken. Het zal van je doel, maar ook van de ervaring, die de deelnemers hebben met dergelijke activiteiten, afhangen hoe actief je de deelnemers mee kunt laten doen. Het effect van de voorlichting vergroot wanneer de deelnemers zelf de informatie die je geeft kunnen toepassen in hun eigen situatie. Met de keuze van werkvormen kun je dit stimuleren. Neem die afwisseling in je planning mee. Ga daarbij na of je aanpak uitvoerbaar is, zowel met je groep als in de ruimte (én de tijd) die je tot je beschikking hebt. De lezing Een lezing is geschikt wanneer je éen specifiek kennisdoel voor ogen hebt, bijvoorbeeld toelichting geven op de schijf van vijf. De lezing kan op zichzelf staan, waarbij de diëtist na of tijdens een verhaal vragen beantwoordt. Bij kleinere groepen volgt vaak nog een groepsdiscussie. Het werkt goed als het verhaal ondersteund wordt met beelden. Dit kan met een PowerPoint presentatie, overhead of platen. Zorg er wel voor dat de techniek het contact met de groep niet te veel verstoort. Een lezing moet niet langer dan twintig minuten duren. Je kunt bij kleinere groepen ook kiezen voor een vraag-leer gesprek. Het verhaal wordt aan de hand van vragen aan de deelnemers opgebouwd. Zij zijn actiever betrokken en je kunt steeds checken of de informatie aansluit bij de kennis die al aanwezig is. 1 Praktijkwerk, Groepsvoorlichting aan allochtonen, NIGZ NISB/09/35161/KBR/cbt 9

De groepsdiscussie De groepsdiscussie is geschikt om mensen op houdingsniveau te beïnvloeden. Tijdens de groepsdiscussie kan het publiek de zojuist aangeboden informatie verwerken. Bovendien beschikken de deelnemers zelf vaak over belangrijke aanvullende informatie. Door de groepsdynamica kan, naast de houding, ook het gedrag zélf veranderen. De kracht van die groepswerking hangt echter af van meerdere factoren, waaronder het aantal keren dat men al bij elkaar is gekomen, een gevoel van veiligheid om open te spreken, of de deelnemers bekenden van elkaar zijn. Tijdens de groepsdiscussie is de diëtist de katalysator en groepsprocesbewaker bij het uitwisselen van informatie en ervaringen. Hierbij worden patiënten zich bewust van de eigen problemen, waardoor men vervolgens naar oplossingen kan zoeken. De diëtist start het gesprek met de groep, bijvoorbeeld door een stelling of een startvraag te lanceren. Vervolgens laat je het gesprek tot ontwikkeling komen. Als de doelgroep weinig ervaring heeft met deze manier van werken, bestaat wel het gevaar dat ze de stelling als de persoonlijke mening van de diëtist opvatten. Vooral als je een uitdagende stelling hebt gekozen, zal het moeilijk zijn tijdens de bijeenkomst nog duidelijk te maken dat je er zelf anders over denkt. Andere mogelijkheden om een discussie op gang te brengen zijn het voorbeeldverhaal of het rollenspel. De diëtist kan het voorbeeld verhaal vertellen of een film(fragment) laten zien. Het voordeel van een voorbeeldverhaal is dat alle deelnemers kunnen reageren op dezelfde ervaring. Het is een ervaring van iemand buiten de groep; het is dus niet bedreigend om daar over te praten. De deelnemers kunnen het oneens zijn, zonder dat ze direct iemand in de groep beledigen. Ze zijn vaak gewend om op een indirecte manier te praten. Zo n voorbeeldverhaal stimuleert de deelnemers de eigen soortgelijke ervaring in te brengen. Vooral als het verhaal goed aansluit op hun eigen ervaringen, zullen er heel wat andere verhalen loskomen. Een rollenspel kan gebruikt worden om bepaalde meningen te verduidelijken, maar bijvoorbeeld ook om je in een andere mening te verplaatsen. Ook het uitproberen van verschillende oplossingen is via een rollenspel mogelijk. Voor een rollenspel is het wel nodig dat de deelnemers zich een beetje thuis voelen in de groep en gewend zijn aan rollenspel of aan toneelspelen. 2.4 Evalueer de bijeenkomst Het vooraf formuleren van doelstellingen is een voorwaarde om in de evaluatie te meten of je je doel bereikt hebt en of de keuzes die bij de voorbereiding zijn gemaakt, goede keuzes waren. Ook dient een evaluatie om na te gaan of de uitvoering van de voorlichting volgens plan is verlopen en zo niet, wat er anders is gegaan. Evaluatie is belangrijk, omdat je daarmee de gemaakte fouten een volgende keer misschien kunt vermijden. Vaak gun je je geen tijd voor een evaluatie. Toch kan een goede evaluatie je veel tijd besparen bij de voorbereiding van een volgende bijeenkomst. NISB/09/35161/KBR/cbt 10

3. De uitvoering In dit hoofdstuk vind je handige tips voor de uitvoering van de bijeenkomst. Je kunt de aandachtpunten ook gebruiken als checklist na de voorbereidingsfase (hoofdstuk 2). 3.1 De ontvangst Plan altijd genoeg tijd voor de ontvangst, zodat de deelnemers even de tijd hebben om elkaar te begroeten en bij te praten. Iemand zal de deelnemers moeten ontvangen en voor koffie en/of thee moeten zorgen. Bij een nieuwe groep of een losse themabijeenkomst kan het nuttig zijn als er iemand is die deze taken op zich neemt (leefstijladviseur en/ of diëtist). Bij een bestaande groep lopen deze zaken vanzelf en zullen de deelnemers deze taken gaan overnemen. 3.2 Het starten van de bijeenkomst Bij een nieuwe groep of bij een eenmalige bijeenkomst is het belangrijk dat de je in het begin goed uitlegt wat de bedoeling van de bijeenkomst is, hoe het programma in elkaar zit, wie jij bent (en eventueel bij aanwezigheid van anderstaligen, wie de tolk is), welke taak je hebt en wat er van de deelnemers wordt verwacht. Het hangt van je doel af hoeveel tijd je besteedt aan een kennismakingsronde. Bij een nieuwe groep die waarschijnlijk ook verder samen activiteiten zal gaan ondernemen, is het leuk om iedereen iets over zichzelf te laten vertellen: naam, werk, kinderen, waar komt men vandaan, waarom is men naar deze bijeenkomst gekomen, enzovoort. Bij een eenmalige bijeenkomst heeft en uitgebreide kennismaking niet zoveel zin. In dat geval is een kort kennismakingsrondje voldoende. Laat daarbij de mensen vooral wat gegevens vertellen die voor het thema belangrijk zijn. Bij een bestaande groep zul je op een andere manier beginnen. De kennismaking is niet meer nodig, maar het kan wel leuk zijn een rondje met uitwisseling van nieuwtjes te houden. Vooral als die nieuwtjes gaan over de onderwerpen die in eerdere bijeenkomsten aan de orde zijn geweest of nog zullen komen. Als diëtist kun je het gesprek door je vragen sturen. Juist door zo n informeel begin kun je veel informatie over de vragen en wensen van de deelnemers te horen krijgen. Tevens kunnen allerlei dringende vragen tijdens zo n rondje al worden gesteld. Daardoor zullen sommige deelnemers straks rustiger aan de voorlichtingsbijeenkomst kunnen meedoen. De diëtist moet ook in een bestaande groep iedere keer duidelijk maken wat de bedoeling van de bijeenkomst is, en zonodig samenvatten wat er in de vorige bijeenkomsten is gebeurd, zodat de deelnemers de draad weer op kunnen pakken. 3.3 Kies voor een passende informatieoverdracht Er zijn verschillende manieren om informatie over te dragen. Je kunt kiezen voor een methode waarbij de deelnemers zelf aan de slag moeten of voor een aanpak waarbij ze alleen maar hoeven te luisteren. De werkvormen zijn in hoofdstuk 2 Keuze in doel en aanpak al besproken. Het hangt van je doel en de ervaring van de groep af welke manier het beste zal werken. Hieronder staan, waarschijnlijk reeds bekende, algemene uitgangspunten opgesomd, waar je bij het geven van informatie rekening mee moet houden: - Sluit aan bij de kennis (zowel schoolkennis als ervaringskennis) van de deelnemers. Dit betekent dat je door het bespreken van concrete situaties, ervaringen en het stellen van vragen de kennis van de deelnemers moet toetsen. Vooral als je dit vooraf niet hebt kunnen doen, zul je hiervoor tijd moeten inruimen. - Bied niet teveel nieuwe informatie tegelijk aan. De informatie moet zo concreet en NISB/09/35161/KBR/cbt 11

praktisch mogelijk zijn. Ga van concrete naar meer algemene informatie en daarna weer terug naar concrete situaties. - Gebruik zoveel mogelijk voorbeelden en visueel materiaal. Vermijd het gebruik van vaktaal. - Deel de informatie in kleine eenheden in en vat regelmatig de aangeboden informatie samen. Toets of de deelnemers het ook hebben begrepen. Herhaal zonodig de informatie. Bied mogelijkheden aan om de nieuwe informatie te verwerken en in te passen in de eigen zienswijze of bij de situatie van de deelnemers. Vaak willen mensen steeds meer weten en stellen ze heel gedetailleerde vragen. Probeer die vragen dan algemeen te maken, zodat het antwoord voor de andere deelnemers ook interessant is. De voorlichting moet geen vraag- en antwoordspelletje worden tussen één of twee deelnemers en de diëtist. 3.4 Let op je houding Anticipeer en let op (non)verbaal gedrag van de deelnemers en probeer iedereen te bereiken met je boodschap door deelnemers aan te kijken en niet te vaak of te lang met je rug naar het publiek te staan. Een actieve houding werkt aanstekelijk. Spreek goed verstaanbaar en niet te snel ook niet als je in tijdsnood komt. Vermijd gebaren die de aandacht afleiden, zoals spelen met een pen. 3.5 Wees bedacht op verschillen Bij patiëntengroepen denken we soms ten onrechte dat de deelnemers allemaal in dezelfde positie verkeren, gezamenlijke belangen en gelijke (gezondheids)- vragen hebben. In de praktijk zijn er natuurlijk grote verschillen tussen de deelnemers onderling. Bij het geven van (gezondheids)voorlichting in groepsverband zal de diëtist hier rekening mee dienen te houden. Kleine verschillen in opvattingen en interesses zullen de discussie verlevendigen. Verschillende gezichtspunten kunnen stimulerend werken in het voorlichtingsproces. Maar bij grote verschillen kunnen subgroepen ontstaan en zal vaak een van deze partijen afhaken of zich gaan afzetten tegen de andere groep. De deelnemers zijn dan alleen bezig met het verdedigen van het eigen gelijk en daardoor zullen ze weinig openstaan voor nieuwe informatie en andere meningen van de diëtist of de andere deelnemers. Het positieve effect van de groepsvoorlichting kan dan verloren gaan. 3.6 Houd het midden Zorg bij het leiden van een groepsgesprek voor een goede balans tussen een overzichtelijke, strakke structuur en een situatie waarin veel vrijheid voor de deelnemers is om praktijkvoorbeelden en voorbeelden in te brengen. Leiding geven gaat in een golfbeweging: het ene moment is de groepsleider bezig met stimuleren, het andere moment met samenvatten en vervolgens houdt hij zich weer op de achtergrond. Wees je ervan bewust dat bij Nederlanders een bepaalde manier van discussiëren sterk ingeburgerd is. Het tegenover elkaar zetten van meningen, het aanscherpen van argumenten, het uiten van kritiek worden over het algemeen geaccepteerd. Houd daarbij in de gaten wanneer er deelnemers zijn die hier wel moeite mee hebben. 3.7 Bewaak de inhoud Houd steeds het doel van je voorlichting voor ogen en bekijk op welke opmerkingen je misschien dieper moet ingaan, of dat je iets moet toevoegen of samenvatten. Stel hierbij gerichte vragen en luister goed. Let niet alleen op datgene wat de spreker zegt, maar ook op diens lichaamstaal. Wil je iemand aanmoedigen vooral door te gaan met praten, stel dan open vragen. Hierbij kun je als diëtist ook gebruik maken van het zogenoemde spiegelen: verplaats je in de ander en probeer vervolgens in je eigen woorden weer te geven wat diegene ervaart. Je kunt de deelnemers ook confronteren, bijvoorbeeld met gevoelens waarvan jij denkt dat ze bij hen een rol spelen. NISB/09/35161/KBR/cbt 12

3.8 Bewaak de procedure Let erop dat de verschillende groepsleden hun optimale bijdrage kunnen leveren aan het proces. Rem de praters, stimuleer de zwijgers. Iedereen moet zich op zijn gemak voelen. Hou ook in de gaten of er geen onderdrukte gevoelens leven in de groep, die het proces nadelig kunnen beïnvloeden. Gaan mensen onderling praten, haal ze er dan weer bij. Bespreek na afloop de overeengekomen punten en de meningsverschillen en vat tenslotte het resultaat samen (is het doel bereikt?). Aanrader is om tijdens de bijeenkomst aantekeningen te maken. Wie zegt wat? Wat is de kern? Maak ten slotte afspraken voor een eventuele volgende bijeenkomst en geef desgewenst huiswerk mee. 3.9 Bewaak de tijd Bij een voorlichtingsbijeenkomst is het natuurlijk belangrijk om de tijd in de gaten te houden. Het gebeurt regelmatig dat een onderdeel veel meer tijd kost dan gepland was, omdat de deelnemers over dit punt heel veel vragen hebben. Vaak is het dan zinvoller hierop in te gaan dan je strak aan de planning te houding. Je moet als diëtist dan snel beslissen welk onderdeel van de bijeenkomst je kunt laten vervallen. Als je werkt in een cursusvorm, heb je de mogelijkheid onderwerpen door te schuiven naar de volgende keer. Bij een eenmalige bijeenkomst is dit moeilijker; dan moet je toch zorgen dat de informatie die je wilde geven in hoofdlijnen aan bod komt. Het kan ook gebeuren dat een onderwerp helemaal niet aanslaat, zodat je daar veel minder tijd aan hoeft te besteden dan je had gepland. Zorg daarom altijd dat je wat extra onderwerpen en materiaal achter de hand hebt om dergelijke situaties op te vangen. 4.10 Gebruik hulpmiddelen/materialen Gebruik je hulpmiddelen, zorg dan dat je van tevoren weet hoe ze werken en of ze werken. De demonstratie Voor de gedragsverandering is de demonstratie van grote waarde. Je laat immers zien hoe je iets daadwerkelijk moet doen. Tijdens het voordoen kun je uitleggen waarom je iets doet. De deelnemers kunnen direct reageren als ze iets niet begrijpen. Als het mogelijk is, kunnen de deelnemers ook zelf oefenen. Je kunt dan direct zien of de demonstratie goed is overgekomen. Wandplaten en/of video Als het niet mogelijk is zelf iets te demonstreren, kun je ook gebruik maken van wandplaten, video en dergelijke. Zorg bij de voorbereiding dat je een alternatief achter de hand hebt als bijvoorbeeld de video het niet doet. Deelnemers accepteren meestal gemakkelijk een verandering in het programma. Maar ze zullen ontevreden naar huis gaan, als de halve bijeenkomst is besteed aan het drukken op allerlei toetsen van de apparatuur. Voor verschillende soorten groepsbijeenkomsten kunnen verschillende hulpmiddelen nodig zijn zoals: een microfoon, dia's, flip-over, schoolbord, overheadprojector, beamer, video(recorder), dvd(speler), foto's, tekeningen, wandplaten, demonstratiemateriaal. Na de groepsvoorlichting kun je eventueel schriftelijk materiaal mee naar huis geven. 3.11 Ten slotte: evalueer Wanneer je evalueert, kijk je naar vooraf gestelde doelen, de gehanteerde werkvorm, gebruikte hulpmiddelen en het groepsproces. Voor een goede evaluatie is het belangrijk dat je een antwoord krijgt op de volgende vragen: - Sloot de informatie aan bij de wensen en ervaringen van de deelnemers? - Was de informatie duidelijk en voldoende? - Hadden de deelnemers genoeg inbreng? - Werkte de voorlichting zoals bedoeld? Bijvoorbeeld: lokte ze een discussie uit en kwamen verschillende meningen naar voren? Als de deelnemers aan groepsvoorlichting (semi) analfabeet zijn, kan dit het beste mondeling NISB/09/35161/KBR/cbt 13

gebeuren. Dit is vooral geschikt in groepen tot ongeveer vijftien personen. Vragen hoe de deelnemers de bijeenkomst vonden of wat ze gemist hebben, blijft een moeilijk punt. Vaak zul je alleen een beleefdheidsantwoord krijgen. Probeer daarom dit soort vragen zo concreet mogelijk en positief te stellen. Bijvoorbeeld niet: Hoe vonden jullie het? maar Wat vond je het leukst, het interessants? of: Waar zou je meer over willen horen?. Vaak hoor je achteraf bij een informeel praatje eerder hoe de deelnemers het vonden dan bij een officiële evaluatie tijdens de bijeenkomst. Evalueren hoeft overigens niet alleen binnen en met de groep te gebeuren, het kan ook met medeorganisatoren of collega s. Naar aanleiding van de uitkomsten kun je besluiten de voorlichting de volgende keer aan te passen. NISB/09/35161/KBR/cbt 14