Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie



Vergelijkbare documenten
Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen

Nuclear Magnetic Resonance

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

Electron Paramagnetic Resonance and Electron Nuclear Double Resonance Spectroscopy at 275 GHz

De Broglie. N.G. Schultheiss

Nuclear Magnetic Resonance

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

Frequentie = aantal golven per seconde op gegeven plek = v/λ = ν. Golflengte x frequentie = golfsnelheid

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Neuro & Revalidatie Congres Inhoud. MRI Veiligheid MRI. Magnetic Resonance Imaging

HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek

Quantumvloeistoffen voor electronen en koude atomen

Wetenschappelijke Nascholing Deel 1: Van de alchemisten tot het Higgs-deeltje

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Tentamen. Kwantumchemie & Fysica (4051QCHFY-1314FWN) Datum: 10 April Tijd/tijdsduur: 3 uur

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten?

Fysische constanten. Elementaire lading (e) = C De lading van 1 elektron.

Fysica 2 Practicum. Er bestaan drie types van spectra voor lichtbronnen: lijnen-, banden- en continue spectra.

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

Elektro-magnetisme Q B Q A

Begripsvragen: Elektrisch veld

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Verhaaltje ZX ronde 3 juli 2011

Dimensies, eenheden en de Maxwell vergelijkingen

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.

Zoektocht naar de elementaire bouwstenen van de natuur

Meesterklas Deeltjesfysica. Universiteit Antwerpen

H2: Het standaardmodel

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

TENTAMEN NATUURKUNDE

ELEKTROMAGNETISCHE STRALING

De deeltjes die bestudeerd worden hebben relativistische snelheden, vaak zeer dicht bij de lichtsnelheid c. De interacties tussen deeltjes grijpen

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 1 Atoombouw. Chemie 5 (2u)

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

Interstellair Medium. Wat en Waar? - Gas (neutraal en geioniseerd) - Stof - Magneetvelden - Kosmische stralingsdeeltjes

-- IX (q)e - ie 2 t/h

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) 31 oktober 2013

Toets Spectroscopie. Maandag 26 oktober 2015, 9:00-12:00 uur Educatorium, Zaal Alfa. Lees dit eerst!

Maandag 29 oktober 2012, 9-11 uur, Educatorium, Zaal Beta

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

Spectroscopie. ... de kunst van het lichtlezen... Karolien Lefever. u gebracht door. Instituut voor Sterrenkunde, K.U. Leuven

De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept

Atoomfysica uitwerkingen opgaven

Samenvatting Het belang van elektronen-geleiding in vaste stoffen zal iedereen onderkennen die iets afweet van elektriciteit. Elektriciteit voorziet e

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) Hoorn, 15 april 2014

Relatieve massa. t.o.v. de atoommassaeenheid. m(kg) ,66 10 kg

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.

Quantum Chemie II 2e/3e jaar

Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde

IONISERENDE STRALING. Deeltjes-straling

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Inleiding Astrofysica College 2 15 september Ignas Snellen

Wetenschappelijke Begrippen

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Natuurkunde Practicum II. Nuclear Magnetic Resonance

In deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad hebben:

6 Het atoommodel van Bohr. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

Fluorescentie. dr. Th. W. Kool, N.G. Schultheiss

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Higgs-deeltje. Peter Renaud Heideheeren. Inhoud

De golfvergelijking van Schrödinger

toelatingsexamen-geneeskunde.be

1 Fotonen zijn de elementaire deeltjes (lichtdeeltjes) waaruit elektromagnetische straling is samengesteld.

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Het Standaardmodel. HOVO college Teylers 20 maart 2012 K.J.F.Gaemers

Samengesteld door Werner Poets. Nagelezen en aangevuld door het Belgische Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA), dr.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 27 november 2003 van 09:00 12:00 uur

Samenvatting. Inleiding

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

Vorig college: Geladen leptonen: e, μ, τ Neutrino s Pionen, vreemde deeltjes Hadronen: mesonen en baryonen Quarks: u, d, s Zware quarks: c, b, t

De Zon. N.G. Schultheiss

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 januari 2006 van 14:00 17:00 uur

natuurkunde vwo 2018-I

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002

Inleiding stralingsfysica

Kleinse Fles. Introductie String Zoologie Brane Worlds Zwarte Gaten

E6 H6 Elektromagnetische golven. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting. Sub-diffractie optica

Transcriptie:

Inleiding & Kernmagnetisme Vrije Universiteit Brussel 19 maart 2012

Outline 1 Overzicht en Context 2 3

Outline 1 Overzicht en Context 2 3

Doelstelling Eiwitten (en andere biologische macromoleculen) Functionele karakterisatie (bindingsstudies, enzymologie, in vivo-studies) Functie en dysfunctie Structurele karakterisatie (informatie over grotere complexen, hoge-resolutiestructuren van de onderdelen) Hoge-resolutie-NMR (HNMR) X-straalkristallografie (diffractie)

Verwante Cursussen Voorbereidende cursussen Fysica: Elektromagnetisme (Prof. Danckaert) Organische Chemie: Structuur (Prof. Abbaspour-Tehrani) Gevordere cursussen Hoge-resolutie-NMR (Prof. Willem) Kwantumchemie (Prof. Geerlings)

Referenties Nuclear Magnetic Resonance (Oxford Chemistry Primers #32), P.J. Hore, Oxford Science Publications, ISBN 0-19-855682-9 Spin Dynamics: Basics of Nuclear Magnetic Resonance (2nd edition), M.H. Levitt, Wiley, ISBN 978-0-470-51117-6 Understanding NMR Spectroscopy, J. Keeler, Wiley, ISBN 978-0-470-01786-9

Outline 1 Overzicht en Context 2 3

Elektrische Velden De wet van Coulomb beschrijft de kracht tussen twee ladingen: F = 1 q 1 q 2 4πɛ 0 r 2 1 r Een klassiek voorbeeld is de afbuiging van een elektron tussen twee geladen platen: en geeft aanleiding tot het concept van een elektrisch veld dat uitgaat van de ene lading en de andere beïnvloedt: E = F q 0 = 1 4πɛ 0 q r 2 1 r

Magnetisme Het magnetische veld speelt een centrale rol in het beschrijven van de interacties tussen bewegende ladingen: F = q 0 v B

De Magnetische Dipool (1) Een magnetische dipool heeft een magneetveld met een karakteristiek patroon van veldlijnen, en kan met de volgende vergelijkingen analytisch beschreven worden: B µ,x = µ 0 µ (3 sin(θ) cos(θ)) 4π r3 B µ,y = 0 B µ,z = µ 0 µ 4π r 3 (3 cos2 (θ) 1)

De Magnetische Dipool (2) Op bepaalde posities heeft de veldvector een bijzondere orientatie: parallel met het dipoolmoment op z-as antiparallel met het dipoolmoment op de x-as loodrecht op het dipoolmoment op een lijn die een hoek θ = 54.7 (waarvoor 3 cos 2 (θ) 1 = 0) met de z-as maakt.

De Magnetische Dipool (3) De energie van een magnetische dipool in een extern veld wordt bepaald door hun sterkte en onderlinge orientatie: E = µ B = µ B cos(θ)

Inductie en EM-Golven Elektrische stromen veroorzaken magnetische velden, en veranderende magnetische velden induceren op hun beurt stromen in geleiders. Bij een wisselstroom worden elektromagnetische golven opgewekt, waarin de elektrische en magnetische velden op een gekoppelde manier evolueren, en beide functie worden van positie en tijd: E = E( r, t); B = B( r, t); B E De meest volledige beschrijving van elektromagnetische fenomenen wordt gegeven door de Maxwellvergelijkingen.

Outline 1 Overzicht en Context 2 3

Het Quantummechanische Atoom Het klassieke "planetenstelsel" met deeltjes die een welbepaalde baan (opeenvolging van posities en snelheden) volgen, wordt vervangen door een probabilistische beschrijving met een inherent onzekerheidspricipe.

Moleculaire Orbitalen

Outline Overzicht en Context 1 Overzicht en Context 2 3

Kernspin Overzicht en Context Bepaalde elementaire deeltjes, zoals elektronen, neutronen en protonen, hebben een intrinsiek hoekmoment, dat spin genoemd wordt, en wordt beschreven door het spinquantumgetal I. De spin van een deeltje is een even fundamentele eigenschap als zijn massa of lading, en kan niet geïnterpreteerd worden in termen van een reële rotatiebeweging. Het intrinsieke hoekmoment van de spin wordt beschreven door een vector I met een magnitude I(I + 1). Voor elektronen, neutronen en protonen geldt I = 1 2. In atoomkernen heffen de spins van de protonen en neutronen elkaar geheel of gedeeltelijk op, zodat de kern als geheel een spin I van 0, 1 2, 1, 3 2, 2,... overhoudt.

Kernmagnetisme Het spinhoekmoment geeft aanleiding tot een magnetisch dipoolmoment µ: µ = γ I waarin de magnetogyrische verhouding γ een evenredigheidsconstante is die kenmerkend is voor de aard van de kern. Aangezien de kernen van verschillende isotopen van hetzelfde element verschillende aantallen neutronen bevatten, hebben ze verschillende spinquantumgetallen en gyromagnetische verhoudingen. In het NMR-jargon worden isotopen meestal nucliden genoemd.

Biologisch Relevante Nucliden Nuclide I γ/10 7 T 1 s 1 Abundantie/% 1 H 1 2 26.75 99.985 2 H 1 4.11 0.015 12 C 0 0 98.89 13 C 1 2 6.73 1.108 14 N 1 1.93 99.64 15 N 1 2-2.71 0.36 16 O 0 0 99.756 17 O 5 2 0.037 18 O 0 0 0.205

Quantisatie Het hoekmoment, en bijgevolg het dipoolmoment, zijn gequantiseerd in één richting, die conventioneel als de z-as wordt gekozen. Dit betekent dat de z-component van I voor een kern met spinquantumgetal I enkel waarden van de vorm I z = m kan aannemen. m is hierbij het magnetisch quantumgetal, en kan waarden tussen I en I, in stappen van 1, aannemen: m = I, I 1, I 2,..., I + 1, I = h 2π, waarbij h = 6.622 10 34 J.s de constante van Planck is.

Invloed van een magneetveld In afwezigheid van een (significant) extern magneetveld, is de quantisatierichting (de z-as) arbitrair, en hebben alle magnetisch subtoestanden dezelfde energie. Wanneer er een sterk extern veld ( B 0 met magnitude B 0 ) is, aligneert de quantisatierichting zich met dit veld, en krijgen de subtoestanden elk een andere energie, bepaald door het magnetisch quantumgetal: E = m γb 0 Hierdoor ontstaan er 2I energieverschillen, die allemaal gelijk zijn aan E = γb 0

Het Eenvoudigste Geval: I = 1/2 Wanneer I = 1 2 zijn er twee mogelijke energieniveau s met m = + 1 2 (meestal als α genoteerd) en met m = 1 2 (β). α en β zijn twee bijzondere, stationaire toestanden van een spin-1/2. In het algemeen bevindt een spin-1/2 zich in een quantummechanische superpositie van de twee stationaire toestanden: Ψ = c α α + c β β met c α, c β C

Interactie met EM-Golven Een spin in een extern veld kan elektromagnetische golven (of fotonen) absorberen of uitzenden, indien aan twee voorwaarden voldaan is: de magnetische quantumgetallen van de twee toestanden waartussen de overgang plaatsvindt mogen slechts met één verschillen (dit is de selectieregel: m = ±1 de energie van de fotonen, die bepaald wordt door hun frequentie ν of golflengte λ, moet overeenstemmen met het energieverchil tussen twee toestanden: E = hν = hc λ = γb 0

Outline Overzicht en Context 1 Overzicht en Context 2 3

NMR in het EM-Spectrum (1)

Elementaire Onderdelen van een NMR-Spectrometer Met vroege experimentele opstellingen konden reeds nuttige spectra, zij het met beperkte resolutie van de resonantiepieken, bekomen worden. Hier wordt ethanol als voorbeeld gegeven:

NMR in het EM-Spectrum (2) X-stralen Zichtbaar UV licht IR Radiogolven Gammastralen Microgolven (Hz) 10 22 10 20 10 18 10 16 10 14 10 12 10 10 10 8 10 6 NMR (MHz) B = 9.4 T 0 B = 21.2 T 0 1 H 400 19 F 376 31 P 162 13 C 100 2 H 63 40 900 847 365 226 140 51 15 N (ppm) 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 B = 9.4 T 0 B = 21.2 T 0 4 khz 9 khz

Continuous Wave versus Puls-FT De meest voor de hand liggend manier om een NMR-spectrum op te nemen is ofwel het magneetveld variëren bij een constante RF-frequentie, ofwel de RF-frequentie variëren bij een constant magneetveld. Op deze manier komen verschillende kernen in het systeem één voor één in resonantie, elk bij hun Larmorfrequentie. Dit zijn twee variaties op het continuous wave-principe. Het is echter ook mogelijk om met een korte, krachtige RF-puls alle kernen in het systeem tegelijkertijd te exciteren, waarna ze gaan "natrillen" bij hun individuele resonantiefrequenties. Hierdoor ontstaat een complex signaal, waaruit door middel van de Fouriertransformatie de individuele frequenties weer gereconstrueerd kunnen worden.

(1) Elementaire deeltjes en bepaalde atoomkernen hebben magnetische eigenschappen. Ze hebben tevens een intrinsiek hoekmoment I, dat onderhevig is aan quantisatieregels, bepaald door het spinquantumgetal I en het magnetisch quantumgetal m. Sommige kernen, waaronder 12 C, hebben spinquantumgetal I = 0, en zijn magnetisch inert. Veel biologisch belangrijke nucliden, waaronder 1 H, 13 C en 15 N, hebben I = 1 2. Ongepaarde elektronen vallen ook in deze belangrijke categorie van "spins-1/2". Kernen met I > 1 2 kunnen eveneens bestudeerd worden met NMR, maar worden hier verder buiten beschouwing gelaten. Elke spin-1/2 gedraagt zich als een magnetische dipool met een magnetisch moment µ = γ I, waarin γ de gyromagnetische verhouding van de spin is.

(2) Voor een spin-1/2 (I = 1 2 ) kan het magnetisch quantumgetal m twee waarden (+ 1 2 en 1 2 ) aannemen, die overeenstemmen met twee verschillende energietoestanden van de spin in een extern magneetveld B 0. De spin-1/2 kan elektromagnetische straling absorberen als de frequentie ν van de fotonen compatibel is met het energieverschil tussen de twee magnetische toestanden volgens het verband E = hν = γb 0

(3) Een NMR-spectrometer bevat de nodige hardware om enerzijds een sterk en stabiel magneetveld B 0, en anderzijds RF-straling met een welbepaalde frequentie ν op te wekken. Het instrument kan detecteren wanneer de combinatie van deze twee parameters door resonantie aanleiding tot effectieve absorptie van de RF-straling door de kernen in het staal. In een gecompliceerd staal zullen kernen die a priori identiek zijn zich toch in verschillende chemische omgevingen bevinden, waardoor ze lichtjes verschillende resonantiefrequenties hebben. Dit geeft aanleiding tot een spectrum met verschillende absorptielijnen.