BOEKDEEL I. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 3. Burgerlijk recht. Deel 2. Staatsrecht. Provinciedecreet van 9 december

Algemene inhoudstafel Boekdeel I BOEKDEEL I Algemene inhoudstafel Boekdeel I........ Algemene inhoudstafel Boekdeel II....... zie afzonderlijk verkrijgbaar Boekdeel II Deel 1. Internationaal en Europees recht i iii Provinciedecreet van 9 december 2005...... 183 Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten............... 251 Deel 3. Burgerlijk recht Gedetailleerde inhoudstafel.............. 3 Handvest van 26 juni 1945 van de Verenigde Naties............................... 5 Gedetailleerde inhoudstafel.............. 275 Burgerlijk wetboek..................... 283 Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.......................... 15 Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de Europese Unie (EU-Verdrag)................ 22 Deel 2. Staatsrecht Gedetailleerde inhoudstafel.............. 39 Gecoördineerde Grondwet............... 45 Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de [afdeling bestuursrechtspraak] van de Raad van State................................ 64 Gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973.................... 75 Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.. 112 Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur................... 113 Wet van 10 januari 1824 over het recht van erfpacht............................... 514 Wet van 10 januari 1824 over het recht van opstal................................. 515 Veldwetboek van 7 oktober 1886.......... 515 Wet van 14 mei 1955 betreffende de erfpachten................................. 525 Wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen (Wet Breyne)........ 526 Wetboek van 28 juni 1984 van de Belgische nationaliteit.......................... 528 Wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor produkten met gebreken.. 538 Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet............................... 540 Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.... 551 Gemeentedecreet van 15 juli 2005......... 115 Wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren....... 567 15 juni 2013 i

Algemene inhoudstafel Boekdeel I Deel 4. Economisch recht Gedetailleerde inhoudstafel.............. 575 Wetboek van koophandel en aanvullende wetten................................. 589 Wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen........... 632 Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet................................. 688 Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst......................... 719 [Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten]........................ 748 Faillissementswet van 8 augustus 1997..... 753 Wetboek Vennootschappen van 7 mei 1999. 773 Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen............ 987 Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming.......... 1001 Deel 5. Milieurecht Gedetailleerde inhoudstafel.............. 1031 Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning........................ 1039 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid............ 1052 Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet)....................... 1127 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009............................... 1154 Benelux-Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)...................... 971 ii 15 juni 2013

Internationaal en Europees recht Deel 1. Internationaal en Europees recht Handvest van 26 juni 1945 van de Verenigde Naties............. 5 Hoofdstuk I. Doelstellingen en beginselen.... 5 Hoofdstuk II. Lidmaatschap.............. 6 Hoofdstuk III. Organen.................. 6 Hoofdstuk IV. Algemene Vergadering....... 6 Hoofdstuk V. Veiligheidsraad............. 7 Hoofdstuk VI. Vreedzame regeling van geschillen.................................. 8 Hoofdstuk VII. Optreden met betrekking tot bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede en daden van agressie................. 8 Hoofdstuk VIII. Regionale akkoorden....... 10 Hoofdstuk IX. Internationale economische en sociale samenwerking................... 10 Hoofdstuk X. Economische en Sociale Raad.. 10 Hoofdstuk XI. Verklaring betreffende niet- zelfbesturende gebieden.................... 11 Hoofdstuk XII. Internationaal trustschapsstelsel.................................. 12 Hoofdstuk XIII. Der Treuhandrat.......... 13 Hoofdstuk XIV. Internationaal Gerechtshof.. 13 Hoofdstuk XV. Het Secretariaat........... 14 Hoofdstuk XVI. Diverse bepalingen......... 14 Hoofdstuk XVII. Overgangsregelingen inzake veiligheid............................. 14 Hoofdstuk XVIII. Amendementen.......... 14 Hoofdstuk XIX. Bekrachtiging en ondertekening................................. 15 Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden...................... 15 Titel I. Rechten en vrijheden............ 15 Titel II. Europees Hof voor de Rechten van de Mens............................ 17 Titel III. Diverse bepalingen............ 21 Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de Europese Unie (EU- Verdrag).................... 22 Titel I. Gemeenschappelijke bepalingen.... 23 Titel II. Bepalingen inzake de democratische beginselen......................... 24 Titel III. Bepalingen betreffende de instellingen.............................. 25 Titel IV. Bepalingen inzake de nauwere samenwerking........................ 27 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen betreffende het extern optreden van de Unie......... 28 Hoofdstuk 2. Specifieke bepalingen betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid......................... 28 Afdeling 1. Gemeenschappelijke bepalingen 28 Afdeling 2. Bepalingen inzake het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid... 32 Titel VI. Slotbepalingen............... 33 15 juni 2013 3

Staatsrecht Deel 2. Staatsrecht Gecoördineerde Grondwet........... 45 Titel I. Het federale België, zijn samenstelling en zijn grondgebied......................... 45 Titel Ibis. Algemene beleidsdoelstellingen van het federale België, de gemeenschappen en de gewesten 45 Titel II. De Belgen en hun rechten............ 45 Titel III. De machten...................... 47 Hoofdstuk I. De federale Kamers.......... 48 Afdeling I. De Kamer van volksvertegenwoordigers 49 Afdeling II. De Senaat.................... 49 Hoofdstuk II. De federale wetgevende macht. 50 Hoofdstuk III. De Koning en de federale regering................................. 52 Afdeling I. De Koning.................... 52 Afdeling II. De federale Regering............ 52 Afdeling III. De bevoegdheden.............. 53 Hoofdstuk IV. De Gemeenschappen en de Gewesten............................... 53 Afdeling I. De organen.................... 53 Onderafdeling I. [Gemeenschaps- en Gewestparlementen].................... 53 Onderafdeling II. De Gemeenschaps- en Gewestregeringen.................... 54 Afdeling II. De bevoegdheden............... 55 Onderafdeling I. De gemeenschapsbevoegdheden........................ 55 Onderafdeling II. De gewestbevoegdheden. 56 Onderafdeling III. Bijzondere bepalingen.. 56 Hoofdstuk V. Het [Grondwettelijk Hof], de voorkoming en de regeling van conflicten.... 57 Afdeling I. De voorkoming van de bevoegdheidsconflicten............................. 57 Afdeling II. Het [Grondwettelijk Hof]........ 57 Afdeling III. De voorkoming en de regeling van de belangenconflicten....................... 57 Hoofdstuk VI. De rechterlijke macht........ 57 Hoofdstuk VII. De Raad van State en de administratieve rechtscolleges................. 59 Hoofdstuk VIII. De provinciale en gemeentelijke instellingen......................... 59 Titel IV. De buitenlandse betrekkingen......... 60 Titel V. De financiën...................... 61 Titel VI. De gewapende macht............... 62 Titel VII. Algemene bepalingen.............. 62 Titel VIII. De herziening van de Grondwet...... 62 Titel IX. Inwerkingtreding en overgangsbepalingen. 64 Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de [afdeling bestuursrechtspraak] van de Raad van State.............. 64 Titel I. Verzoekschrift en onderzoek.......... 64 Hoofdstuk I. Het verzoekschrift............ 64 Sectie I. Het indienen van het verzoekschrift.... 64 Sectie II. Termijnen voor het indienen van het verzoekschrift............................. 65 Hoofdstuk II. Het onderzoek.............. 66 Sectie I. De voorafgaande maatregelen........ 66 Sectie II. Het onderzoek door de afdeling bestuursrechtspraak............................ 66 Sectie III. De maatregelen van onderzoek...... 67 Titel II. De terechtzitting en de verwijzing naar de algemene vergadering van de afdeling......... 68 Hoofdstuk I. De terechtzitting............. 68 Hoofdstuk II. De verwijzing naar de algemene vergadering van de afdeling............... 69 Titel III. De [...] arresten................. 69 Titel IV. Betekening en uitvoering........... 69 Titel V. Verzet, derden-verzet en beroep tot herziening................................. 70 Hoofdstuk I. Het verzet.................. 70 Hoofdstuk II. Het derden-verzet........... 70 Hoofdstuk III. De beroepen tot herziening.... 70 Titel VI. De tussengeschillen............... 71 Hoofdstuk I. Inschrijving van valsheid....... 71 Hoofdstuk II. De tussenkomst............. 71 Hoofdstuk III. De hervatting van het rechtsgeding................................ 71 Hoofdstuk IV. De afstand van het geding.... 71 Hoofdstuk V. De verknochtheid........... 71 Hoofdstuk VI. De wraking................ 71 Titel VII. Kosten en "pro deo".............. 72 Hoofdstuk I. Kosten.................... 72 Hoofdstuk II. "Pro Deo"................. 73 Titel VIII. Algemene bepalingen............. 73 Titel IX. Vorderingen die doelloos zijn of die slechts korte debatten vereisen................... 74 Titel X. Slotbepaling..................... 74 Gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973............ 75 Titel I. Instelling........................ 75 Titel II. Bevoegdheid van de afdeling wetgeving.. 75 Titel III. Bevoegdheid van de afdeling bestuursrechtspraak........................... 77 Hoofdstuk I. Beredeneerde adviezen........ 77 Hoofdstuk II. Arresten................... 77 Hoofdstuk III. Het administratieve kort geding 78 Afdeling I. De schorsing................... 78 Afdeling II. Voorlopige maatregelen.......... 79 Titel IV. [...].......................... 79 15 juni 2013 39

Staatsrecht Titel V. Rechtspleging..................... 80 Hoofdstuk I. Rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak.................... 80 Hoofdstuk II. Rechtsmiddelen tegen de arresten van de afdeling bestuursrechtspraak.... 85 Hoofdstuk III. Dwangsom............... 85 Hoofdstuk IV. De geldboete wegens kennelijk onrechtmatig beroep................... 86 Hoofdstuk IV. Oude hoofdstuk IV [...]...... 86 Titel VI. Taalgebruik in de raad van state...... 86 Hoofdstuk I. Taalgebruik in de afdeling wetgeving................................ 86 Hoofdstuk II. Gebruik van de talen in de afdeling bestuursrechtspraak................ 86 Afdeling I. Gebruik van de talen door de organen van de raad van state betrokken bij de werking van de afdeling bestuursrechtspraak.......... 86 Afdeling II. Gebruik van de talen door de partijen die voor de raad van state verschijnen......... 87 Hoofdstuk III. [...]..................... 88 Hoofdstuk IV. Gebruik van de talen in de diensten van de raad van state............... 88 Titel VII. Inrichting van de Raad van State...... 88 Hoofdstuk I. Bepalingen gemeen aan de twee afdelingen........................... 88 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 88 Afdeling II. De aanwijzing en uitoefening van mandaten............................. 92 Onderafdeling I. De mandaten......... 92 Onderafdeling II. Procedure van aanwijzing van mandaten...................... 92 Onderafdeling III. Over de uitoefening van het mandaat....................... 94 Afdeling III. De evaluatie van de leden van de Raad, het Auditoraat en het Coördinatiebureau. 94 Onderafdeling I. Algemene bepalingen... 94 Onderafdeling II. De periodieke evaluatie. 95 Onderafdeling III. De evaluatie van adjunctmandaten......................... 96 Afdeling IV. De evaluatie van de leden van de griffie................................... 96 Onderafdeling I. De evaluatie van de hoofdgriffier............................ 96 Onderafdeling II. De evaluatie van de griffiers.............................. 96 Onderafdeling III. De evaluatie procedure van de hoofdgriffier en de griffier........ 97 Afdeling V. Bijzondere bepalingen betreffende het Auditoraat............................ 97 Afdeling VI. Bijzondere bepaling betreffende het Coördinatiebureau...................... 98 Afdeling VII. Bijzondere bepaling betreffende de leden van de griffie...................... 98 Afdeling VIII. Bijzondere bepalingen.......... 98 Hoofdstuk II. Inrichting van de afdeling wetgeving................................ 98 Hoofdstuk III. Inrichting van de afdeling bestuursrechtspraak...................... 100 Hoofdstuk IV. De algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak............. 102 Hoofdstuk V. De algemene vergadering van de raad van state........................ 104 Hoofdstuk VI. Administratief personeel..... 104 Hoofdstuk VII. Bezoldigingen en pensioenen. 105 Hoofdstuk VIII. Onverenigbaarheden en tucht 106 Titel VIII. Diverse bepalingen............... 108 Titel IX. Maatregelen tot het wegwerken van de gerechtelijke achterstand.................... 108 Titel IX. Overgangsbepalingen............... 110 Hoofdstuk I. Overgangsbepalingen van de wet van 23 december 1946.................. 110 Hoofdstuk II. Overgangsbepalingen van de wet van 15 april 1958...................... 110 Hoofdstuk III. Overgangsbepalingen van de wet van 3 juni 1971.................... 110 Bijlagen............................. 110 Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen....................... 112 Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur............ 113 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen........ 113 Hoofdstuk II. Actieve openbaarheid........ 113 Hoofdstuk III. Passieve openbaarheid...... 113 Hoofdstuk IV. Slotbepalingen............ 115 Gemeentedecreet van 15 juli 2005..... 115 Titel I. Algemene bepalingen................ 115 Titel II. Het gemeentebestuur............... 115 Hoofdstuk I. De gemeenteraad........... 115 Afdeling I. De organisatie van de gemeenteraad. 115 Afdeling II. De werking van de gemeenteraad... 121 Afdeling III. De bevoegdheden van de gemeenteraad................................. 125 Hoofdstuk II. Het college van burgemeester en schepenen........................... 126 Afdeling I. De inrichting van het college van burgemeester en schepenen.................... 126 Afdeling II. De werking van het college van burgemeester en schepenen.................... 131 Afdeling III. De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen................ 133 Hoofdstuk III. De burgemeester........... 134 Afdeling I. De benoeming van de burgemeester.. 134 40 15 juni 2013

Staatsrecht Afdeling II. De bevoegdheden van de burgemeester.................................. 135 Hoofdstuk IV. Rechtspositie, tucht en aansprakelijkheid......................... 135 Afdeling I. Rechtspositie................... 135 Afdeling II. Tucht....................... 137 Afdeling III. Aansprakelijkheid.............. 137 Afdeling IV. [ 1 Mandatendatabank] 1........ 138 Hoofdstuk V. De gemeentelijke diensten..... 138 Afdeling I. Algemene bepaling.............. 138 Afdeling II. De gemeentesecretaris, de adjunct-gemeentesecretaris, de financieel beheerder en het managementteam....................... 138 Onderafdeling I. Gemeenschappelijke belangen............................ 138 Onderafdeling II. De gemeentesecretaris en de adjunct-gemeentesecretaris.......... 140 Onderafdeling III. De financieel beheerder. 140 Onderafdeling IV. Het managementteam.. 141 Afdeling III. Interne controle............... 141 Titel III. Personeel....................... 142 Hoofdstuk I. Toepassingsgebied........... 142 Hoofdstuk II. De personeelsformatie....... 142 Hoofdstuk III. De rechtspositie van het personeel................................. 142 Afdeling I. Algemene bepaling.............. 142 Afdeling II. De rechtspositieregeling.......... 142 Afdeling III. Aanstelling, ontslag en eedaflegging van het personeel........................ 143 Afdeling IV. Deontologische rechten en plichten. 143 Afdeling V. De evaluatie van het personeel..... 144 Hoofdstuk IV. Verdere uitvoeringsmaatregelen 144 Hoofdstuk IVbis. [ 1 Samenwerking inzake personeel] 1............................. 144 Hoofdstuk V. Bijzondere bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht................ 144 Hoofdstuk VI. Tucht.................... 144 Afdeling I. Toepassingsgebied............... 144 Afdeling II. De tuchtvergrijpen.............. 144 Afdeling III. De tuchtstraffen............... 144 Afdeling IV. De tuchtoverheid.............. 145 Afdeling V. De tuchtprocedure.............. 145 Afdeling VI. De verjaring van de tuchtvordering. 145 Afdeling VII. De preventieve schorsing........ 146 Afdeling VIII. Beroep..................... 146 Afdeling IX. De doorhaling van de tuchtstraf.... 146 Titel IV. Planning en financieel beheer......... 147 Hoofdstuk I. Algemene bepaling........... 147 Hoofdstuk II. Strategische meerjarenplanning. 147 Hoofdstuk III. Het budget................ 147 Hoofdstuk IV. Uitvoering van het budget, budgethouderschap en beheer van de middelen.. 148 Afdeling I. Budgethouderschap.............. 148 Afdeling II. Uitvoering van de betalingen, inning van de ontvangsten en beheer van de kasmiddelen 150 Hoofdstuk V. Boekhouding, financiële rapportering en kascontrole.................... 150 Hoofdstuk VI. Inventaris, jaarrekening en kwijting................................. 151 Hoofdstuk VII. Bijzondere bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht............. 152 Hoofdstuk VIII. Nadere uitwerking door de Vlaamse Regering...................... 153 Titel V. Bepalingen over de werking van de gemeente.................................. 153 Hoofdstuk I. Akten van de gemeente....... 153 Afdeling I. Opmaken en ondertekenen van akten 153 Afdeling II. Bekendmaking en inwerkingtreding. 154 Afdeling III. Wijze van kennisgeving.......... 155 Afdeling IV. Briefwisseling aan de gemeente.... 155 Hoofdstuk II. Wijze van berekening van termijnen................................. 155 Hoofdstuk III. Goederen van de gemeente... 155 Afdeling I. Afwijking van het domeinrecht...... 155 Afdeling II. Gemeentewegen................ 155 Hoofdstuk IIIbis. [ 1 Aanstellen van landmeters-experten] 1........................ 155 Hoofdstuk IV. Optreden in rechte.......... 156 Hoofdstuk V. Deelname van de gemeenten aan rechtspersonen........................ 156 Hoofdstuk VI. Contracten tussen gemeenten. 156 Titel VI. Participatie van de burger.......... 156 Hoofdstuk I. Klachtenbehandeling......... 156 Hoofdstuk II. Inspraak.................. 157 Hoofdstuk IIbis. [ 1 Voorstellen van burgers] 1. 157 Hoofdstuk III. [ 1 Verzoekschriften aan de organen van de gemeente] 1.................. 157 Hoofdstuk IV. De gemeentelijke volksraadpleging................................. 158 Titel VII. De gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen............................. 160 Hoofdstuk I. De gemeentelijke intern verzelfstandigde agentschappen................ 160 Hoofdstuk II. De gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen................ 161 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 161 Afdeling II. Het autonoom gemeentebedrijf..... 162 Afdeling III. Het gemeentelijke extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm..... 165 Afdeling IV. [ 1 Het autonoom gemeentelijk havenbedrijf] 1............................ 166 Titel VIII. Bestuurlijk toezicht en externe audit.. 166 Hoofdstuk I. Bestuurlijk toezicht........... 166 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 166 15 juni 2013 41

Staatsrecht Afdeling II. Algemeen bestuurlijk toezicht...... 167 Afdeling III. Dwangtoezicht................ 169 Afdeling IV. Eengemeentezones en meergemeentezones, ingesteld door de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus...... 169 Hoofdstuk II. Externe audit.............. 169 Titel IX. Samenwerking met het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn................ 170 Titel X. De binnengemeentelijke territoriale organen, bedoeld in artikel 41 van de Grondwet..... 170 Hoofdstuk I. Het bestuur van het district.... 170 Hoofdstuk II. Werking van de districtsraad.. 174 Hoofdstuk III. Vergaderingen, beraadslagingen en besluiten van het districtscollege........ 175 Hoofdstuk IV. Bepalingen die van toepassing zijn op de akten van de districtsoverheden... 175 Hoofdstuk V. Bevoegdheden............. 175 Hoofdstuk VI. Toezicht................. 177 Titel XI. Diverse bepalingen................ 177 Hoofdstuk I. Schrijfwijze van de naam van de gemeente............................ 177 Hoofdstuk II. Samenvoeging en splitsing van gemeenten........................... 177 Titel XII. Slotbepalingen................... 178 Hoofdstuk I. Wijzigings- en opheffingsbepalingen................................. 178 Hoofdstuk II. Overgangsbepalingen........ 181 Afdeling I. Overgangsbepalingen inzake de gemeentelijke diensten en het personeel......... 181 Afdeling II. Overgangsbepalingen voor de gemeentelijke financiën......................... 181 Afdeling III. Overgangsbepalingen voor de gemeentelijke externe verzelfstandiging......... 181 Afdeling IV. Overgangsbepalingen voor het bestuurlijk toezicht........................ 182 Afdeling V. Overgangsbepalingen voor de toevoeging van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het college van burgemeester en schepenen................ 182 Hoofdstuk III. Inwerkingtreding........... 182 Provinciedecreet van 9 december 2005.. 183 Titel I. Algemene bepalingen................ 183 Titel II. Het provinciebestuur............... 184 Hoofdstuk I. De provincieraad............ 184 Afdeling I. De organisatie van de provincieraad.. 184 Afdeling II. De werking van de provincieraad... 189 Afdeling III. De bevoegdheden van de provincieraad............................... 194 Hoofdstuk II. De deputatie.............. 195 Afdeling I. De inrichting van de deputatie...... 195 Afdeling II. De werking van de deputatie...... 199 Afdeling III. De bevoegdheden van de deputatie. 200 Hoofdstuk III. De provinciegouverneur...... 201 Afdeling I. De benoeming van de provinciegouverneur................................. 201 Afdeling II. De bevoegdheden van de provinciegouverneur............................... 201 Hoofdstuk IV. De arrondissementscommissarissen............................... 201 Hoofdstuk V. Rechtspositie, tucht en aansprakelijkheid............................ 202 Afdeling I. Rechtspositie.................. 202 Afdeling II. Tucht....................... 203 Afdeling III. Aansprakelijkheid.............. 204 Afdeling IV. [ 1 Mandatendatabank] 1........ 204 Hoofdstuk VI. De provinciale diensten...... 204 Afdeling I. Algemene bepaling.............. 204 Afdeling II. De provinciegriffier, de financieel beheerder en het managementteam............ 204 Onderafdeling I. Gemeenschappelijke belangen............................ 204 Onderafdeling II. De provinciegriffier.... 205 Onderafdeling III. De financieel beheerder 206 Onderafdeling IV. Het managementteam. 206 Afdeling III. Interne controle............... 207 Titel III. Personeel....................... 207 Hoofdstuk I. Toepassingsgebied.......... 207 Hoofdstuk II. De personeelsformatie....... 207 Hoofdstuk III. De rechtspositie van het personeel................................ 207 Afdeling I. Algemene bepaling.............. 207 Afdeling II. De rechtspositieregeling.......... 208 Afdeling III. Aanstelling, ontslag en eedaflegging van het personeel........................ 208 Afdeling IV. Deontologische rechten en plichten. 208 Afdeling V. De evaluatie van het personeel..... 209 Hoofdstuk IV. Verdere uitvoeringsmaatregelen 209 Hoofdstuk V. Bijzondere bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht............... 209 Hoofdstuk VI. Tucht.................... 209 Afdeling I. Toepassingsgebied............... 209 Afdeling II. De tuchtvergrijpen.............. 209 Afdeling III. De tuchtstraffen............... 209 Afdeling IV. De tuchtoverheid.............. 210 Afdeling V. De tuchtprocedure.............. 210 Afdeling VI. De verjaring van de tuchtvordering. 210 Afdeling VII. De preventieve schorsing........ 210 Afdeling VIII. Beroep..................... 211 Afdeling IX. De doorhaling van de tuchtstraf.... 211 Titel IV. Planning en financieel beheer......... 212 Hoofdstuk I. Algemene bepaling.......... 212 Hoofdstuk II. Strategische meerjarenplanning 212 Hoofdstuk III. Het budget............... 213 42 15 juni 2013

Staatsrecht Hoofdstuk IV. Uitvoering van het budget, budgethouderschap en beheer van de middelen.. 214 Afdeling I. Budgethouderschap.............. 214 Afdeling II. Uitvoering van de betalingen, inning van de ontvangsten en beheer van de kasmiddelen 216 Hoofdstuk V. Boekhouding, financiële rapportering en kascontrole.................... 216 Hoofdstuk VI. Inventaris, jaarrekening en kwijting................................. 217 Hoofdstuk VII. Bijzondere bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht............. 218 Hoofdstuk VIII. Nadere uitwerking door de Vlaamse Regering...................... 221 Titel V. Bepalingen over de werking van de provincie................................... 222 Hoofdstuk I. Akten van de provincie........ 222 Afdeling I. Opmaken en ondertekenen van akten 222 Afdeling II. Bekendmaking en inwerkingtreding. 223 Afdeling III. Wijze van kennisgeving.......... 223 Afdeling IV. Briefwisseling aan de provincie.... 223 Hoofdstuk II. Wijze van berekening van termijnen................................. 223 Hoofdstuk III. Afwijking van het domeinrecht. 223 Hoofdstuk IIIbis. [ 1 Aanstellen van landmeters-experten] 1........................ 223 Hoofdstuk IV. Optreden in rechte.......... 223 Hoofdstuk V. Deelname van de provincies aan rechtspersonen........................ 224 Hoofdstuk VI. Contracten tussen provincies.. 224 Titel VI. Participatie van de burger........... 224 Hoofdstuk I. Klachtenbehandeling......... 224 Hoofdstuk II. Inspraak.................. 224 Hoofdstuk IIbis. [Voorstellen van burgers]... 225 Hoofdstuk III. [ 1 Verzoekschriften aan de organen van de provincie] 1.................. 225 Hoofdstuk IV. De provinciale volksraadpleging 225 Titel VII. De provinciale verzelfstandigde agentschappen.............................. 228 Hoofdstuk I. De provinciale intern verzelfstandigde agentschappen................... 228 Hoofdstuk II. De provinciale extern verzelfstandigde agentschappen................... 228 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 228 Afdeling II. Het autonoom provinciebedrijf..... 229 Afdeling III. Het provinciale extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm......... 234 Titel VIII. Bestuurlijk toezicht en externe audit... 235 Hoofdstuk I. Bestuurlijk toezicht........... 235 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 235 Afdeling II. Algemeen bestuurlijk toezicht...... 236 Afdeling III. Dwangtoezicht................ 237 Hoofdstuk II. Externe audit............... 238 Titel IX. Diverse bepalingen................ 239 Hoofdstuk I. Schrijfwijze van de naam van de provincie............................. 239 Hoofdstuk II. Wijziging van grenzen........ 239 Titel X. Slotbepalingen................... 239 Hoofdstuk I. Opheffingsbepalingen........ 239 Hoofdstuk II. Overgangsbepalingen........ 240 Afdeling I. Overgangsbepalingen inzake de provinciale diensten en het personeel.............. 240 Afdeling II. Overgangsbepalingen voor de provinciale financiën.......................... 240 Afdeling III. Overgangsbepalingen voor de provinciale externe verzelfstandiging............... 240 Afdeling IV. Overgangsbepalingen voor het bestuurlijk toezicht........................ 241 Hoofdstuk III. Inwerkingtreding........... 241 Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten 251 Titel I. Algemene bepalingen en definities...... 251 Titel II. Overheidsopdrachten.............. 253 Hoofdstuk I. Algemene beginselen......... 253 Hoofdstuk II. Toepassingsgebied wat de personen betreft.......................... 254 Hoofdstuk III. Toepassingsgebied wat de opdrachten betreft....................... 254 Hoofdstuk IV. Gunningsprocedure......... 255 Afdeling I. Bekendmaking................. 255 Afdeling II. Toegangsrecht en kwalitatieve selectie 255 Afdeling III. Gunningswijzen............... 255 Onderafdeling I. Aanbesteding en offerteaanvraag.......................... 255 Onderafdeling II. Onderhandelingsprocedure.............................. 256 Onderafdeling III. Concurrentiedialoog... 257 Onderafdeling IV. Specifieke of aanvullende opdrachten en procedure.............. 258 Onderafdeling V. Concessies voor openbare werken.......................... 259 Onderafdeling VI. Gemeenschappelijke bepalingen........................... 259 Hoofdstuk V. Uitvoeringsvoorwaarden...... 259 Afdeling I. Algemene uitvoeringsregels........ 259 Afdeling II. Technische specificaties........... 259 Afdeling III. Sociale en fiscale verplichtingen.... 260 Afdeling IV. Derdenrechten op schuldvorderingen 260 Titel III. Overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten................... 261 Hoofdstuk I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen........................... 261 15 juni 2013 43

Staatsrecht Afdeling I. Toepassingsgebied wat de personen betreft................................. 261 Afdeling II. Toepassingsgebied wat de opdrachten betreft............................... 261 Afdeling III. Toepassingsgebied wat de bedoelde activiteiten betreft....................... 261 Onderafdeling I. Overheidsopdrachten in de sectoren water en energie en specifieke uitsluitingen....................... 261 Onderafdeling II. Overheidsopdrachten in de sector vervoer.................... 262 Onderafdeling III. Overheidsopdrachten in de sector postdiensten................ 262 Onderafdeling IV. Opdrachten betreffende meerdere activiteiten en algemene uitsluitingen............................ 262 Hoofdstuk II. Gunningswijzen............ 263 Titel IV. Mededinging in het raam van de [ 1 Europese Unie] 1 van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten.................... 265 Hoofdstuk I. Algemene beginselen......... 265 Hoofdstuk II. Opdrachten voor werken, leveringen en diensten [ 1 geplaatst ] 1 door privéondernemingen...................... 265 Afdeling I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen................................ 265 Onderafdeling I. Aanbestedende entiteiten en opdrachten...................... 265 Onderafdeling II. Opdrachten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten en specifieke uitsluitingen............. 265 Afdeling II. Toegangsrecht en kwalitatieve selectie 266 Afdeling III. [ 1 Gunningswijzen en specifieke of aanvullende opdrachten en procedures ] 1...... 266 Afdeling IV. Uitvoeringsvoorwaarden......... 268 Afdeling V. Technische specificaties en normen.. 268 Hoofdstuk III. Opdrachten [ 1 geplaatst] 1 door overheidsbedrijven of inzake de productie van elektriciteit........................... 268 Titel V. Diverse bepalingen en slotbepalingen.... 269 44 15 juni 2013

Burgerlijk recht Deel 3. Burgerlijk recht Burgerlijk wetboek van 21 maart 1804. 283 Inleidende titel. Bekendmaking, gevolgen en toepassing van de wetten in het algemeen............ 283 Boek I. Personen..................... 283 Titel I. Genot en verlies van de burgerlijke rechten. 283 Hoofdstuk I. Genot van de burgerlijke rechten 283 Hoofdstuk II. Verlies van de burgerlijke rechten 283 Afdeling I. Verlies van de burgerlijke rechten door verlies van de staat van Belg................ 283 Afdeling II. Verlies van de burgerlijke rechten ten gevolge van rechterlijke veroordelingen........ 283 Titel II. Akten van de burgerlijke stand......... 283 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen......... 283 Hoofdstuk II. Akten van geboorte.......... 285 Hoofdstuk III. (Akten van aangifte en akten van huwelijk).......................... 288 Hoofdstuk IV. Akten van overlijden......... 290 Hoofdstuk V. Akten van de burgerlijke stand betreffende militairen buiten het grondgebied van het Rijk........................... 291 Hoofdstuk VI. Verbetering van de akten van de burgerlijke stand....................... 292 Titel III. Woonplaats...................... 292 Titel IV. Afwezigen....................... 293 Hoofdstuk I. (Afwezigheid)............... 293 Afdeling I. Vermoeden van afwezigheid........ 293 Hoofdstuk II. (oud) (Vervallen)............ 294 Afdeling II. Verklaring van afwezigheid........ 295 Hoofdstuk III. (oud) (Vervallen)........... 295 Afdeling I. (oud) (Vervallen)............... 295 Afdeling III. Gevolgen van de afwezigheid of van het vermoeden van afwezigheid voor de minderjarige kinderen........................... 296 Hoofdstuk II. Gerechtelijke verklaring van overlijden................................ 296 Afdeling II. (oud) (Vervallen)............... 297 Afdeling III. (oud) (Vervallen).............. 297 Afdeling IV. (oud) (Vervallen).............. 297 Titel V. Het huwelijk...................... 297 Hoofdstuk I. Hoedanigheden en voorwaarden vereist om een huwelijk te mogen aangaan... 297 Hoofdstuk II. Formaliteiten betreffende de voltrekking van het huwelijk................. 299 Hoofdstuk III. [ ]...................... 300 Hoofdstuk IV. Vorderingen tot nietigverklaring van het huwelijk....................... 300 Hoofdstuk V. Verplichtingen die uit het huwelijk (of de afstamming) ontstaan........... 301 Hoofdstuk VI. Wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten.................. 303 Hoofdstuk VII. Ontbinding van het huwelijk.. 305 Hoofdstuk VIII. Tweede huwelijk........... 305 Titel VI. Echtscheiding.................... 305 Hoofdstuk I. Gronden tot echtscheiding..... 305 Hoofdstuk II. Echtscheiding op grond van bepaalde feiten.......................... 305 Afdeling I. Vorm van de echtscheiding op grond van bepaalde feiten...................... 305 Afdeling II. Voorlopige maatregelen waartoe de eis tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten aanleiding kan geven..................... 306 Afdeling III. Gronden van niet-ontvankelijkheid tegen de vordering tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten......................... 306 Hoofdstuk III. Echtscheiding door onderlinge toestemming.......................... 306 Hoofdstuk IV. Gevolgen van echtscheiding... 306 Hoofdstuk V. Scheiding van tafel en bed..... 307 Titel VII. [...] Afstamming................ 308 Hoofdstuk I. Vaststelling van de afstamming van moederszijde...................... 308 Hoofdstuk II. Vaststelling van de afstamming van vaderszijde........................ 308 Afdeling I. Vermoeden van vaderschap........ 308 Afdeling II. Erkenning.................... 309 Afdeling III. Onderzoek naar het vaderschap... 310 Hoofdstuk III. Gemeenschappelijke bepalingen nopens de wijze waarop de afstamming wordt vastgesteld...................... 310 Afdeling I. Het tijdstip van de verwekking...... 310 Afdeling II. De erkenning.................. 310 Hoofdstuk IV. Vorderingen met betrekking tot de afstamming........................ 312 Afdeling I. Algemeen..................... 312 Afdeling II. De vorderingen in het bijzonder.... 313 Afdeling III. Bekendmaking van de rechterlijke beslissing in de registers van de burgerlijk stand... 314 Hoofdstuk V. Gevolgen van de afstamming.. 314 Hoofdstuk VI. Vordering tot uitkering voor levensonderhoud, opvoeding en passende opleiding................................ 315 Titel VIII. Adoptie....................... 316 Hoofdstuk I. Intern recht................ 316 Afdeling I. Algemene bepaling.............. 316 Afdeling II. Bepalingen gemeenschappelijk aan beide vormen van adoptie................. 316 Afdeling III. Bepalingen eigen aan iedere vorm van adoptie............................... 320 Hoofdstuk II. Internationaal recht......... 323 15 juni 2013 275

Burgerlijk recht Afdeling I. Bijzondere bepalingen van internationaal privaatrecht........................ 323 Afdeling II. Totstandkoming van een adoptie die de interlandelijke overbrenging van een kind onderstelt............................... 324 Afdeling III. Uitwerking van buitenlandse beslissingen inzake adoptie in België.............. 328 Hoofdstuk III. Administratieve formaliteiten. 331 Titel VIIIbis. Verlating van een minderjarige..... 332 Titel IX. (Ouderlijk gezag)................. 332 Titel X. Minderjarigheid, voogdij en ontvoogding.. 335 Hoofdstuk I. Minderjarigheid............. 335 Hoofdstuk II. Voogdij................... 335 Afdeling I. Ontstaan van de voogdij.......... 335 Afdeling II. Organisatie van de voogdij........ 335 Afdeling III. Toeziende voogd............... 336 Afdeling IV. Werking van de voogdij.......... 337 Afdeling V. Voogdijrekeningen en voogdijverslag. 339 Hoofdstuk IIbis. Pleegvoogdij............. 339 Hoofdstuk III. Ontvoogding.............. 340 Hoofdstuk IV. Verlengde minderjarigheid.... 341 Hoofdstuk IV. [ 1 ] 1................... 342 Titel XI. (Meerderjarigheid, voorlopig bewind, onbekwaamverklaringen en bijstand van een gerechtelijk raadsman).......................... 342 Titel XI. [ 1 Meerderjarigheid en beschermde personen] 1................................ 342 Hoofdstuk I. Meerderjarigheid............ 342 Hoofdstuk Ibis. Voorlopig bewind over de goederen toebehorend aan een meerderjarige... 342 Hoofdstuk Ibis. [ 1 ] 1.................. 347 Hoofdstuk II. Onbekwaamverklaring....... 347 Hoofdstuk II. [ 1 Beschermde personen] 1.... 347 Afdeling 1. Toepassingsgebied.............. 347 Afdeling 2. Buitengerechtelijke bescherming.... 348 Afdeling 3. Rechterlijke bescherming......... 349 Onderafdeling 1. Definities............ 349 Onderafdeling 2. De onbekwaamheid.... 349 Onderafdeling 3. Sanctionering......... 351 Hoofdstuk II/1. Het bewind.............. 352 Afdeling 1. Definities.................... 352 Afdeling 2. Ontstaan van het bewind......... 352 Afdeling 3. Organisatie van het bewind....... 352 Afdeling 4. De werking van het bewind....... 354 Onderafdeling 1. Algemene bepalingen... 354 Onderafdeling 2. Bijstand............. 355 Onderafdeling 3. Vertegenwoordiging en beheer............................ 356 Onderafdeling 4. Het bewind uitgeoefend door de ouders..................... 361 Onderafdeling 5. Vertrouwenspersoon... 362 Afdeling 5. De beëindiging van het bewind..... 362 Hoofdstuk III. Bijstand van een gerechtelijk raadsman............................ 363 Hoofdstuk III. [ ]..................... 363 Boek II. Goederen en verschillende beperkingen van de eigendom................. 364 Titel I. Onderscheiding van de goederen........ 364 Hoofdstuk I. Onroerende goederen........ 364 Hoofdstuk II. Roerende goederen.......... 364 Hoofdstuk III. Goederen met betrekking tot hun bezitters......................... 365 Titel II. Eigendom....................... 365 Hoofdstuk I. Recht van natrekking op hetgeen door een zaak wordt voortgebracht........ 365 Hoofdstuk II. Recht van natrekking op hetgeen met de zaak verenigd wordt en een lichaam ermee uitmaakt......................... 365 Afdeling I. Recht van natrekking betreffende onroerende zaken......................... 365 Afdeling II. Recht van natrekking betreffende roerende zaken........................... 366 Hoofdstuk III. Medeëigendom............ 367 Afdeling I. (Gewone medeëigendom en gedwongen medeëigendom in het algemeen)......... 367 Afdeling II. (Gedwongen medeëigendom van gebouwen of groepen van gebouwen)........... 368 Onderafdeling I. Algemene bepalingen... 368 Onderafdeling II. Rechtspersoonlijkheid van de vereniging van medeëigenaars.... 368 Onderafdeling III. [ 1 Organen van de vereniging van mede-eigenaars] 1............ 369 Onderafdeling IV. Rechtsvorderingen Openbaarheid Tegenstelbaarheid en overdracht............................ 372 Onderafdeling V. Ontbinding en vereffening.............................. 375 Onderafdeling VI. Dwingend karakter.... 376 Titel III. Vruchtgebruik, gebruik en bewoning.... 376 Hoofdstuk I. Vruchtgebruik.............. 376 Afdeling I. Rechten van de vruchtgebruiker..... 376 Afdeling II. Verplichtingen van de vruchtgebruiker 377 Afdeling III. Hoe vruchtgebruik eindigt........ 378 Hoofdstuk II. Gebruik en bewoning........ 379 Titel IV. Erfdienstbaarheden of grondlasten..... 379 Hoofdstuk I. Erfdienstbaarheden die ontstaan uit de ligging van de plaatsen............. 379 Hoofdstuk II. Erfdienstbaarheden die door de wet gevestigd zijn...................... 379 Afdeling I. Gemene muur en gemene gracht.... 380 Afdeling II. Afstand en tussenwerken vereist bij bepaalde bouwwerken.................... 381 Afdeling III. Uitzichten op het eigendom van de nabuur............................... 381 276 15 juni 2013

Burgerlijk recht Afdeling IV. Dakdrop.................... 381 Afdeling V. Recht van uitweg............... 381 Hoofdstuk III. Erfdienstbaarheden die door s mensen toedoen gevestigd worden......... 382 Afdeling I. Onderscheiden soorten van erfdienstbaarheden die op goederen kunnen worden gevestigd.................................. 382 Afdeling II. Hoe erfdienstbaarheden gevestigd worden............................... 382 Afdeling III. Rechten van de eigenaar van het erf waaraan de erfdienstbaarheid verschuldigd is... 382 Afdeling IV. Hoe erfdienstbaarheden teniet gaan 383 Boek III. Op welke wijze eigendom verkregen wordt.............................. 383 Titel I. Erfenissen........................ 383 Hoofdstuk I. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen................... 383 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven.......................... 384 Hoofdstuk III. Onderscheiden orden in de erfopvolging............................ 384 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 384 Afdeling II. Plaatsvervulling................ 385 Afdeling III. Erfopvolging in de nederdalende lijn. 385 Afdeling IV. Erfopvolging van de langstlevende echtgenoot............................. 385 Afdeling IVbis. Erfopvolging van de langstlevende wettelijk samenwonende.................. 387 Afdeling (V.) Erfopvolging in de opgaande lijn... 387 Afdeling (VI.) Erfopvolging in de zijlijn........ 387 Hoofdstuk IV. Onregelmatige erfopvolging... 388 Afdeling I. Rechten van natuurlijke kinderen op de goederen van hun vader of moeder, en erfopvolging in de nalatenschap van zonder nakomelingen overleden natuurlijke kinderen.............. 388 Afdeling II. Rechten van de Staat............ 388 Hoofdstuk V. Aanvaardig en verwerping van nalatenschappen....................... 388 Afdeling I. Aanvaarding................... 388 Afdeling II. Verwerping van nalatenschappen... 389 Afdeling III. Voorrecht van boedelbeschrijving, zijn gevolgen, en verplichtingen van de erfgenaam die onder voorrecht aanvaardt................. 389 Afdeling IV. Onbeheerde nalatenschappen..... 391 Hoofdstuk VI. Verdeling en inbreng......... 391 Afdeling I. De rechtsvordering tot verdeling en haar vorm............................. 391 Afdeling II. Inbreng...................... 393 Afdeling III. Betaling van de schulden......... 395 Afdeling IV. Gevolgen van de verdeling en vrijwaring van de kavels....................... 396 Afdeling V. Vernietiging van de verdeling...... 396 Titel II. Schenkingen onder de levenden en testamenten............................... 396 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen......... 396 Hoofdstuk II. Bekwaamheid om te beschikken of te verkrijgen bij schenking onder de levenden of bij testament........................ 396 Hoofdstuk III. Beschikbaar gedeelte der goederen en inkorting........................ 398 Afdeling I. Beschikbaar gedeelte der goederen... 398 Afdeling II. Inkorting van schenkingen en legaten 399 Hoofdstuk IV. Schenkingen onder de levenden 399 Afdeling I. Vorm van de schenkingen onder de levenden............................... 399 Afdeling II. Uitzonderingen op de regel van de onherroepelijkheid der schenkingen onder de levenden.................................. 401 Hoofdstuk V. Beschikkingen bij testament... 402 Afdeling I. Algemene regels betreffende de vorm der testamenten........................ 402 Afdeling II. Bijzondere regels betreffende de vorm van bepaalde testamenten................. 402 Afdeling III. Erfstellingen en legaten in het algemeen................................ 404 Afdeling IV. Algemeen legaat............... 404 Afdeling V. Legaat onder algemene titel....... 404 Afdeling VI. Bijzondere legaten............. 404 Afdeling VII. Uitvoerders van uiterste wilsbeschikkingen................................ 405 Afdeling VIII. Herroeping en verval van testamenten.................................. 406 Hoofdstuk VI. Geoorloofde beschikkingen ten voordele van de kleinkinderen van de schenker of erflater, of ten voordele van de kinderen van zijn broeders en zusters.................. 406 Hoofdstuk VII. Verdelingen door de vader, de moeder of andere bloedverwanten in de opgaande lijn, tussen hun afstammelingen gemaakt............................... 408 Hoofdstuk VIII. Schenkingen bij huwelijkscontract aan de echtgenoten en aan de kinderen die uit het huwelijk zullen worden geboren... 409 Hoofdstuk IX. Beschikkingen tussen echtgenoten, hetzij bij huwelijkscontract, hetzij tijdens het huwelijk........................... 409 Titel III. Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen.................... 410 Hoofdstuk I. Voorafgaande bepalingen..... 410 Hoofdstuk II. Voorwaarden die tot de geldigheid van de overeenkomsten vereist zijn..... 410 Afdeling I. Toestemming.................. 410 Afdeling II. Bekwaamheid van de contracterende partijen............................... 411 Afdeling III. Voorwerp en inhoud van de contracten.................................. 411 Afdeling IV. Oorzaak..................... 412 15 juni 2013 277

Burgerlijk recht Hoofdstuk III. Gevolgen van de verbintenissen 412 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 412 Afdeling II. Verbintenis om iets te geven....... 412 Afdeling III. Verbintenis om iets te doen of niet te doen................................. 412 Afdeling IV. Schadevergoeding wegen niet- nakoming van de verbintenis................... 412 Afdeling V. Uitlegging van de overeenkomsten.. 413 Afdeling VI. Gevolgen van de overeenkomsten ten aanzien van derden...................... 413 Hoofdstuk IV. Verschillende soorten van verbintenissen........................... 413 Afdeling I. Voorwaardelijke verbintenissen..... 413 Afdeling II. Verbintenissen met tijdsbepaling.... 414 Afdeling III. Alternatieve verbintenissen....... 415 Afdeling IV. Hoofdelijke verbintenissen....... 415 Afdeling V. Deelbare en ondeelbare verbintenissen.................................. 416 Afdeling VI. Verbintenissen onder strafbeding... 417 Hoofdstuk V. Tenietgaan van de verbintenissen................................. 417 Afdeling I. Betaling...................... 417 Afdeling II. Schuldvernieuwing.............. 420 Afdeling III. Kwijtschelding van schuld........ 421 Afdeling IV. Schuldvergelijking.............. 421 Afdeling V. Schuldvermenging.............. 422 Afdeling VI. Verlies van de verschuldigde zaak.. 422 Afdeling VII. Vordering tot nietigverklaring of tot vernietiging van de overeenkomsten.......... 422 Hoofdstuk VI. Bewijs van de verbintenissen en bewijs van de betaling.................. 423 Afdeling I. Schriftelijk bewijs............... 423 Afdeling II. Bewijs door getuigen............ 425 Afdeling III. Vermoedens.................. 426 Afdeling IV. Bekentenis van partijen.......... 426 Afdeling V. De eed...................... 426 Titel IV. Verbintenissen buiten overeenkomst.... 427 Hoofdstuk I. Oneigenlijke contracten....... 427 Hoofdstuk II. Misdrijven en oneigenlijke misdrijven.............................. 427 Titel IVbis. Vergoeding van de schade door abnormalen veroorzaakt....................... 428 Titel V. Huwelijksvermogensstelsels........... 428 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen........ 428 Hoofdstuk II. Wettelijk stelsel............. 430 Afdeling I. Vermogens en wederbelegging...... 430 Afdeling II. Rechten van de schuldeisers....... 431 Afdeling III. Bestuur van het gemeenschappelijk vermogen............................. 432 Afdeling IV. Bestuur van het eigen vermogen... 432 Afdeling V. Ontbinding van het wettelijk stelsel. 433 Hoofdstuk III. Overeenkomsten die het wettelijk stelsel kunnen wijzigen............... 435 Hoofdstuk IV. Scheiding van goederen...... 437 Afdeling I. Bedongen scheiding van goederen... 437 Afdeling II. Gerechtelijke scheiding van goederen 437 Titel Vbis. Wettelijke samenwoning........... 437 Titel VI. Koop.......................... 441 Hoofdstuk I. Aard en vorm van de koop.... 441 Hoofdstuk II. Wie kopen of verkopen kan... 441 Hoofdstuk III. Zaken die verkocht kunnen worden................................. 442 Hoofdstuk IV. Verplichtingen van de verkoper 442 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 442 Afdeling II. Levering..................... 442 Afdeling III. Vrijwaring................... 443 Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten.................. 444 Hoofdstuk V. Verplichtingen van de koper... 446 Hoofdstuk VI. Nietigheid en ontbinding van de koop............................... 446 Afdeling I. Recht van wederinkoop........... 446 Afdeling II. Vernietiging van de koop uit hoofde van benadeling......................... 447 Hoofdstuk VII. Veiling van onverdeelde goederen................................. 448 Hoofdstuk VIII. Overdracht van schuldvorderingen en andere onlichamelijke rechten.... 448 Titel VII. Ruil.......................... 449 Titel VIII. Huur......................... 449 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen........ 449 Hoofdstuk II. Huur van goederen.......... 449 Afdeling I. (Algemene bepalingen betreffende de huur van onroerende goederen)............. 449 Afdeling II. Regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder............. 453 Afdeling IIbis. Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder......................... 458 Hoofdstuk III. Huur van werk en van diensten 478 Afdeling I. Huur van dienstboden en werklieden. 478 Afdeling II. Ondernemers van vervoer te land en te water................................ 478 Afdeling III. Bestekken en aannemingen....... 478 Hoofdstuk IV. Veepacht................. 479 Afdeling I. Algemene bepalingen............ 479 Afdeling II. Eenvoudige veepacht............ 479 Afdeling III. Veepacht bij helften............ 480 Afdeling IV. Veepacht door de eigenaar toegestaan aan zijn pachter of zijn deelpachter...... 480 Afdeling V. Contract oneigenlijk veepacht genoemd............................... 480 Titel IX. (Vennootschappen)................ 480 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen........ 480 278 15 juni 2013