Management Accounting en Controle

Vergelijkbare documenten
Management Accounting en Controle

Management accounting en controle

Kostprijssystemen B C. Siau

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle

Voorbeeldexamen Management Controle

Break-Even Analyse. Vaste Kosten Variabele Kosten DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE

Kostensoorten

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

2 Constante en variabele kosten

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

Logistiek en Expeditie

Case study 1: Contributiemarge

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

Oefeningen Producentengedrag

Leerarrangement 31 De Investering

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Basisbeginselen bedrijfseconomie INKIJKEXEMPLAAR

DEEL II : Studie van de kostensoorten. 2. Voorraden en bestellingen in uittvoering : algemene BH. Verschilpunten tussen voorraden en BIU

7 Directe en indirecte kosten

Kostprijsberekening in de sierteelt Potchrysant

Samenvatting Economie Module 2

Aurington. Administratie en Advies

Samenvatting M&O De Industrie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Marketingmix. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Prijszetting Belgische wijn. Prof. Dr. Ghislain Houben

HARTELIJK WELKOM. 18 mei Startersdag Unizo. BAERT Alfred

Samenvatting Economie Consument & Producent

LESDOSSIER: KOSTPRIJSBEREKENING

MARKETING / 09A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development.

Direct costing en break even analyse

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

ECONOMIE. Begrippenlijst H3 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Onderzoeksvraag 3 Wat is de optimale productiegrootte op korte termijn?

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Antwoorden hoofdstuk 14

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

KOSTPRIJS EN BUDGETTERING Prof. Dr. Filip Roodhooft Oplossingen oefeningen boek cost accounting

BREAK EVEN PUNT. Oefeningen Kostprijsberekening: Het Break Even Punt

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Oefeningen: Break-even analyse

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs

BREAK EVEN PUNT. Kostprijsberekening Hendrik Claessens

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw.

Cursus Bedrijfseconomie 2

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN

Het programma van vandaag

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse

Kostprijsberekening. Cursus voor Hoeveverwerking. 28 november Veerle Serpieters

Kostprijsberekening in de sierteelt

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

BREAK EVEN ANALYSE. Break-even wil zeggen dat er noch winst noch verlies is.

Reader Bedrijfseconomische berekeningen

UITWERKINGEN OPGAVEN

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

HET BEREKENEN VAN VERANTWOORDE VERKOOPPRIJZEN VOOR BANKETGEBAK

OR EN BEDRIJFSDIAGNOSE

Samenvatting Economie Consument en Producent

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

Kaarten module 4 derde klas

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks

Bedrijfseconomische boekhouding. Slimmer boeren met cijfers

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden

Administratie van de industriële onderneming

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Economische woordenlijst (Kostprijsberekening) door Hendrik Claessens

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Leerarrangement 31 De Investering

1ste bach TEW. Informatiesystemen. samenvatting + minicases. uickprinter Koningstraat Antwerpen 3.

Transcriptie:

3de bach TEW Management Accounting en Controle Hoorcolleges + boek Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 175 6,00

Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be

HOORCOLLEGE 1: COST ACCOUNTING Wat is management accounting & controle? (H1) Doel van Management Accounting in alle organisaties Informatie m.b.t. kosten en opbrengsten aanleveren aan het management om: Strategische beslissingen te nemen (LT) Voor planning van de activiteiten op KT Om kostenbeheersing of kostenreductie toe te passen Cruciaal is het kosten- en opbrengstengedrag achterhalen en in functie daarvan de kostprijs van een cost object bepalen (cost accounting) Voor het nemen van beslissingen Voor evaluatie Voor het bepalen van de waarde van de eindvoorraad en kost van de verkochte goederen Voorbeelden van kostobject (waarvan willen we de kosten/opbrengsten kennen?): Burger King en McDonald s: marge om hamburger is heel klein, de kost is hier heel belangrijk o Verschilt dus van bedrijf tot bedrijf maar voor geen enkel te verwaarlozen! Bank: wat kosten ons alle jongerenrekeningen Luchtvaartmaatschappij: vlucht Antwerpen-Londen Doel van Management Controle Kosten en opbrengsten informatie aanleveren om te evalueren of de onderneming, de afdelingen binnen de onderneming en haar personeelsleden de vooropgestelde doelstellingen realiseert (en vervolgens bij te sturen). Ook het aanleveren van niet-financiële informatie om de prestaties van de onderneming en het personeel te beoordelen. Verschil tussen financial accounting en management accounting Financial accounting Geeft informatie over de algemene financiële toestand van de onderneming in zijn geheel Interne en externe belanghebbenden Wettelijke bepalingen Alles wat gebeurt in een bedrijf registreren in het systeem van het dubbelboekhouden en op basis daarvan een jaarrekening op stellen voor externe gebruikers. De manier waarop dit gebeurt, is vastgelegd in wettelijke bepalingen (Belgische wetgeving, IFRS, ). 1

Management Accounting Levert specifieke informatie voor het nemen van beslissingen voor de onderneming als geheel maar ook m.b.t. de afdelingen Alleen voor intern gebruik Geen wettelijke voorschriften (want blijft binnen het bedrijf) Enige link: Kostprijs van de geproduceerde goederen wordt ook gebruikt in financial accounting om de kost der verkochte goederen en de waarde van de voorraad te bepalen Nieuwe visie op aanleveren van informatie De onderneming als waardeketen: Niet alleen productiekosten zijn belangrijk voor het topmanagement, maar ook alle kosten van alle andere activiteiten die nodig zijn om de klanten te kunnen bedienen: O&O, marketing, distributie, ondersteunende activiteiten (o.a. boekhouding, administratie, ). Strategische management accounting: eigen situatie vergelijken met die van de concurrentie en kijken hoe je de kosten kan doen laten dalen. Nieuwe visie: Cost en management accounting spitsen zich niet langer meer alleen toe op de productie Hoe verloopt het waardecreatie proces in een onderneming? Welke activiteiten zijn hierbij nodig? Welke kosten ontstaan bij die creatie van waarde? In welke mate zijn we beter dan de concurrenten? Wat is het gedrag van die kosten? Voortdurend kosten beheersen of verminderen Businessmodel bepaalt de waardeketen van een bedrijf! Vb. Ryanair was de eerste luchtvaartmaatschappij die hier mee rekening hield! Kostenbegrippen en kostenprijscomponenten (H2) Kostprijs Kostprijs = geheel van middelen die doelmatig werden of worden ingezet/verbruikt om een cost object voort te brengen 2

Wat is een cost object? Product: auto, kledingstuk, zeep Dienst: kostprijs van een brandverzekering, kostprijs hartoperatie, kostprijs musical Klant: wat kost het om een bepaalde klantengroep te bedienen? o Vb. Kostprijs van een jongerenrekening bij financiële instelling: ze kunnen een verlieslatende groep zijn, maar ze hopen dat de jongeren blijven hangen bij de bank en zo later een klant hebben waar ze wel winst op kunnen maken. Op LT dus weldegelijk winstgevend. Regio: wat kost het om in een bepaalde regio te opereren? o Vb. Kostprijs om Belgisch bier op de Chinese markt te brengen (bv. AB Inbev), in China produceren of exporteren? Afdeling: wat kost elke afdeling en kunnen we outsourcen? o Vb. R&D afdeling, personeelsafdeling, catering Kostprijsberekening (1) het bepalen van de input die doelmatig verbruikt worden om een cost object voort te brengen en hun kostprijs (2) het toewijzen van die input aan de juiste cost objecten Bepalen van hoeveel middelen en activiteiten een cost object verbruikt heeft Inzicht in kostengedrag helpt hierbij Proces kan van zeer eenvoudig naar zeer complex gaan: Producent van 1 type zeilboot maakt 1000 dezelfde zeilboten o Hoe kostprijs berekenen: niet per stuk, maar per productiestap o Vb. Lotus speculaas massaproductie: wordt continu gemaakt en zijn identiek hetzelfde Kostprijs bij worldsailer producent zeilboten met luxe-afwerking en zeilboten met standaardafwerking o Vb. Bepaalde auto s serieproductie: van elk type/elke serie maken we een bepaalde hoeveelheid Kostprijs zeilboot volledig naar wens klant (grootte, inrichting, navigatiesysteem, ) stukproductie: één product of dienst op maat maken van één specifieke klant Kostenindeling Informatie over het gedrag van de kosten: Variabele: veranderen mee met het productievolume o (vb. één tafel meer is één houtplank meer) Vaste: veranderen niet binnen een bepaald productievolume o (vb. licht in productiehal kost evenveel onafhankelijk van hoeveel er geproduceerd wordt) Semi-vaste/semi-variabele Inzicht in de toewijsbaarheid van de kosten Direct toewijsbaar: vb. hout van de tafel zien we direct in het product zitten Indirect toewijsbaar: vb. verlichting 3

Variabel, Vast of semi-vast/semi-variabel? Kosten verbonden aan het gebruik van een bestelwagen per jaar (bij 5000 km, 10 000 km, 15 000 km en 30 000 km) Aanschaffingswaarde: 55 000 Verkoopwaarde na 2 jaar of na 60 000 km: 15 000 Onderhoud 6maandelijkse service kosten: 600 Vervanging onderdelen per 1000 km: 200 Autobelasting per jaar: 800 Verzekering per jaar: 1500 Benzine verbruik (prijs per liter 1,2) gemiddeld 10 liter per 100 km Kost per jaar: Vaste en variabele kosten Semi-vaste en semi-variabele kosten Semi-variabel: Kosten met vast en variabel gedeelte, je begint met bepaald bedrag, en vanaf een bepaalde hoeveelheid stijgen de kosten variabel Voorbeeld: Telefoonkosten: o abonnement: vast o gesprekskosten: variabel 4

Semi-vast: Bij overschrijden activiteitsgrens kunnen extra middelen worden ingezet, binnen bepaalde productierange vast Voorbeeld: Tweede bakoven inzetten vanaf bepaald productievolume Kostengedrag Steeds bekijken in functie van de tijd: Op korte termijn hoe meer kosten vast committed costs o Bv. personeel dat aangeworven is voor een periode van drie jaar Via onderhandelingen kan het karakter van de kosten beïnvloed worden o Van vaste kost naar variabele kost Bv. bagagebehandelingskosten bij een luchtvaartmaatschappij: van vaste kost naar variabele kost naar opbrengst (want normaal vaste kost ook al is het bagageruim maar half vol) o Van kost een opbrengst maken Vb. aan de passagier laten we betalen per koffer = winstgevend! Directe en indirecte kosten Directe kost: Houdt rechtstreeks verband met kostenobject; kan direct toegewezen worden aan het kostenobject. Bv. kost van gebruikte materialen Indirecte kost: Geen rechtstreeks verband met kostenobject; wordt via verdeelsleutel toegewezen aan kostenobject. Bv. kost van verlichting productiehal Rond de verdeelsleutels kan discussie ontstaan. Wat als er meerdere producten w geproduceerd in zelfde productiehal, wat als hoeveelheid per dag verschilt? Voorbeeld: een maatpak (stukproductie - op maat gemaakt) 5

Different costs for different purposes Voor financiële verslaggeving Opstellen resultatenrekening Opstellen balans waarde van de voorraad goederen in bewerking en gerede producten Voor beslissingen? Kostengedrag belangrijk Korte termijn beslissing relevante kosten Lange termijn beslissing vaste/variabele kosten Management controle evaluatie personeel op basis van door hen controleerbare kosten Break-evenanalyse (H3) Techniek van winstgevendheidsanalyse is een betere benaming. Informatie over het te behalen resultaat voor de onderneming bij verschillende productievolumes (cost volume profit analysis) 1 product of dienst Meerdere producten of diensten met constante mix Welke gegevens: opbrengsten en kosten (vast en variabel) bij verschillende volumes Basismodel Break even kan uitgedrukt worden op basis van een volume of een winst: Voor 1 product vaste kosten Break even volume = contributie per eenheid Contributie per eenheid = verkoopprijs per eenheid variabele kosten per eenheid Voor constante product mix Break even volume = vaste kosten gewogen gemiddelde contributie per eenheid Contributie is vrij belangrijk, omdat we vaste kosten hebben per productie-eenheid. Per extra productie-eenheid hebben we de contributie als extra kost. Volume bij winst X = Omzet bij winst X = Voorbeeld: Producent van goedkope handtassen Verkoopprijs = 20 Variabele kost per eenheid = 15 Vaste kosten voor de periode = 30 000 vaste kosten + winst X contributie per eenheid vaste kosten + winst X contributiemarge 6

(a) Hoeveel handtassen moet ik verkopen om geen verlies te hebben? (break-even analyse) Contributie = 20 15 = 5 Break even volume = Break even omzet = 30 000 5 30 000 5 20 = 6000 stuks = 120 000 (b) Hoeveel handtassen moet ik verkopen om 10 000 winst over te hebben? Volume = Omzet = 30 000+10 000 5 30 000+10 000 5 20 = 8000 stuks = 160 000 De omzet stijgt meer dan wat we als extra winst willen! (c) Hoeveel handtassen moet ik verkopen om 30 000 winst over te hebben? Volume = Omzet = 30 000+30 000 5 30 000+30 000 5 20 = 12 000 stuks = 240 000 Sensitiviteitsanalyse = product met een hoge contributie/eenheid, de stuks moeten minder hoog stijgen om meer winst te behalen. Break-even: TO = TK Winsten en verliezen zijn nooit heel hoog bij lage contributies per eenheid. Keuze tussen twee alternatieve productiemethoden Bedrijf Alpha kan de handtas produceren via twee productie-alternatieven: Kapitaalintensieve productiemethode Vaste kosten liggen hoger, omdat de kost van de machines onafhankelijk is van de productiehoeveelheid. o Variabele kost/eenheid = 8 o Vaste kosten = 100 000 Arbeidsintensieve productiemethode o Variabele kost/eenheid = 15 o Vaste kosten = 30 000 7

Welke productiemethode kiezen Afhankelijk van het risico Wanneer heeft men het snelst winst? Hoeveel moet men bij elke productiemethode verkopen om 10 000 of 30 000 winst te halen? Waar zijn de risico s het grootst? Gegevens om beslissingen te nemen Break even volume: Kapitaal: 100 000 12 = 8333 stuks Arbeid: 6000 stuks (zie eerder) Volume voor winst 10 000: Kapitaal: 110 000 12 = 9166 stuks Arbeid: 8000 stuks Volume voor winst 30.000: Kapitaal: 130 000 12 = 10 833 stuks Arbeid: 12 000 stuks Om break-even te draaien moeten we meer handtassen maken bij de kapitaalintensieve methode. Het verschil wordt echter kleiner naarmate de winst stijgt. Bij 30 000 winst zien we zelfs een omkering van de situatie (kapitaalintensief is beter dan arbeidsintensief). De beslissing die genomen zal worden is medeafhankelijk van de risicohouding van het management: managers die op veilig spelen zullen kiezen voor arbeidsintensief, want als de verkoop tegenvalt, dan kunnen ze toch nog winst maken. De managers die risico nemen, zullen kiezen voor kapitaalintensief, omdat ze dan minder stuks produceren om meer winst kunnen maken. Vrouwelijke, oudere bedrijfsleiders en bedrijfsleiders in familiebedrijven nemen meestal minder risico (zegt wetenschappelijk onderzoek). Grafische voorstelling: kapitaalintensieve methode 8

Verkoopvolume waarop winst gelijk is onder beide alternatieven Winst (kapitaal) = winst (arbeid) Omzet Kosten = Omzet Kosten 20X (8X + 100 000) = 20X (15X + 30 000) 20X 8X 20X + 15X = 100 000 30 000 7X = 70 000 Verkoopvolume X = 10 000 Informatie voor het management Beoordeling van het bedrijfsrisico Factoren die in overweging genomen worden o Ligging break-even punt o Vraag naar producten o Risico-attitude ondernemer o Aanwezig financieel risico Winstgevendheidsanalyse bij constante productmix Huur koffieautomaat? Verkoopprijs kopje koffie = 1 Verkoopmix (15% zwart, 40% met melk, 20% met suiker, 25% met melk en suiker) Kosten: Huur automaat per jaar: 20 000 Plastiek bekertje: 0,15 Suiker per beker: 0,03 Koffie per beker: 0,05 Melk per beker: 0,05 Gaan we de huidige koffieautomaten blijven huren of niet? Over de jaren heen heeft men gezien hoe de verkoopmix is opgesteld: hoeveel % wordt elk product verkocht? = constante productmix: over de jaren heen worden steeds dezelfde verhoudingen tussen de producten onderling verkocht. Vraag van het management: Zal deze koffieautomaat winst opleveren? Zullen we moeten toeleggen op de koffieautomaat of draait hij break-even? Vb. Universiteit: moet er niet echt winst op maken, maar wel op zijn minst break even draaien zodat ze er niet aan moeten opleggen. Berekening gewogen gemiddelde contributie: 9

Koffieautomaat huren? (1) Bereken gewogen gemiddelde contributie (GGC) = α i contributie i = 15% 0,8 + 40% 0,75 + 20% 0,77 + 25% 0,72 = 0,754 (2) Bereken break even volume 20 000 = 26 525 stuks 0,754 (3) Verdeling naar individuele producten Koffie zwart: 0,15 26 525 = 3979 stuks Koffie melk: 0,4 26 525 = 10 610 stuks Koffie suiker: 0,2 26 525 = 5305 stuks Koffie melk & suiker: 0,25 26 525) = 6631 stuks Je moet nu gaan kijken of het praktisch mogelijk is om dat aantal te halen. Factoren van belang: Productietijd koffie 1 minuut Frequentie pannes aan koffieautomaat Mogelijkheid om koffie te verbruiken Vb. Maximum 30 bekers kunnen verkopen per koffiepauze. Maar hoeveel lesdagen zijn er? Niet haalbaar = beslissing nemen om koffieautomaten niet verder te huren. 10

HOORCOLLEGE 2: COST ACCOUNTING Kostenbegrippen en kostenprijscomponenten (H2) Toewijsbaarheid van kosten Directe kosten (DK) kunnen direct aan het kostenobject (KO) worden toegewezen, het enige wat belangrijk is, is dat je een administratiesysteem (IT) hebt om deze kosten te registreren. Indirecte kosten (IK) gaan we direct of via een verdeelsleutel (VS) toewijzen aan een kostenplaats (KP) en daarna toewijzen via een verdeelsleutel (VS) aan een kostenobject (KO). Beslissing van de cost accountant of controller welke kosten direct toegewezen worden aan de kostenobjecten. Invalshoeken bij toewijzing van kosten: We kunnen of te wel alleen variabele kosten toewijzen, of anders zowel vaste als variabele kosten. We kunnen ook kijken naar het type productieproces of de functie van de tijd. De drie invalshoeken komen in volgende lessen aan bod. Introductie systeem van kostprijsberekening Integrale kostprijsberekening bij serieproductie Voorbeeld: Bedrijf World sailor vervaardigt standaardzeilboten (SZ) + luxe zeilboten (LZ) Verschil tussen SZ en LZ (speciale verflaag en beschilderd zeil) Productie over periode X: 100 SZ en 40 LZ Opgave: Wat kost een serie zeilboten? 1 serie SZ (met 100 stuks) 1 serie LZ (met 40 stuks) 11

Hieruit kan men de kostprijs per zeilboot afleiden: Kostprijs SZ = Kostprijs serie SZ / 100 stuks Kostprijs LZ = Kostprijs serie LZ / 40 stuks Wat zijn doelmatig verbruikte inputs? ( Kostensoorten ) Hout 608 000 Zeilen 50 000 Verf 8 000 (enkel voor de luxe zeilboten) Hulpmaterialen (spijkers, lijm, garen) 2 000 Arbeid 800 000 Afschrijvingen (houtsnijmachines) 40 000 Elektriciteit (aandrijving machines + verlichting productiehal) ( 90 000 + 10 000) Verwarming 20 000 Verzekering ongevallen met houtsnijmach. 10 000 Hoe gaan we nu deze kostensoorten toewijzen aan de 2 series zeilboten? We maken eerst de verdeling van de kosten tussen directe en indirecte kosten. Hulpmaterialen zijn maar 2000, een systeem van directe registratie zou eventueel niet de moeite zijn voor dit kleine bedrag, vermits dit ook geld kost. We zouden het kunnen beschouwen als indirecte kost, en dit is ook wat we hier gaan doen. Om te weten of een kost direct of indirect toewijsbaar is, moeten we de informatie in de onderneming (kritisch) bekijken. Voor de directe toewijsbaarheid is volgende informatie nodig: Kostenregistratie: Materiaalverbruik: materiaalverstrekkingsbon Informatie: verbruik/type materiaal/eventueel prijs/functie Tijdkaart: tijdsinzet (uren)/type werknemer/eventueel loon Machineverbruik: # uren (bv. oven) Energieverbruik Financiële boekhouding (materiaalprijs, lonen, afschrijvingen, verzekeringen) De materiaalverstrekkingsbonnen (materiaalverbruik) zijn de volgende: Hout: Productie SZ: 6000 m 2 Productie LZ: 1600 m 2 Prijs m 2 : 80 Zeilen: Productie SZ: 1000 m 2 Prijs per m 2 SZ: 30 Productie LZ: 400 m 2 Prijs per m 2 LZ: 50 12