(definieve versie 22 januari 2018) Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl Doel van de functie Ervoor zorgdragen dat zoveel mogelijk ouders en jongeren de betrouwbare opvoedinformatie van stichting Opvoeden.nl weten te vinden en het vergroten van de bekendheid van de stichting bij gemeenten, (jeugd)gezondheidszorg en onderwijs. De communicatiemedewerker werkt ondersteunend aan de senior communicatieadviseur. De uitvoerende communicatie en voorlichtingswerkzaamheden richten zich op alle producten en diensten, het Landelijk Ouderpanel en projecten. De directeur-bestuurder is de hiërarchisch en functioneel leidinggevende van de communicatiemedewerker. Operationele aansturing vindt plaats door de senior communicatieadviseur. Resultaatgebieden Resultaatgebied 1: Communicatie- en voorlichtingswerkzaamheden - Bereidt communicatieactiviteiten voor, voert deze uit en schrijft teksten bestemd voor diverse media zoals nieuwsbrieven en vaste rubrieken in diverse nieuwskanalen, onder eindredactie van de senior communicatieadviseur - Voert wervingsactiviteiten uit voor het Landelijk Ouderpanel - Representeert de stichting tijdens events, beurzen en congressen. - Stelt rapportages en periodieke verslagen op en rapporteert daarover aan de senior communicatieadviseur - Ondersteunt bij communicatievraagstukken van projecten en geeft daar mede uitvoering aan - Stelt presentaties op voor uiteenlopende doeleinden - Adviseert en ondersteunt de senior communicatieadviseur bij het beheer van de social media accounts - Draagt mede zorg voor de aansluiting van gemeenten en organisaties in de sectoren zorg, welzijn en onderwijs op contentgebruik. - Adviseert gevraagd en ongevraagd bij de inzet en uitvoering van diverse communicatieactiviteiten en levert daarin een proactieve bijdrage. Resultaatgebied 2: Overige taken - Bewaakt voorraad drukwerk - Onderhoudt en participeert in relevante netwerken - Participeert in projecten en/of werkgroepen - Houdt ontwikkelingen op het eigen vakgebied bij - Is, samen met collega s, verantwoordelijk voor divers administratief werk op kantoor. 1
Profiel van de functie Kennis - HBO werk- en denkniveau en relevante afgeronde opleiding - uitstekende beheersing van de Nederlandse taal - Is digivaardig in het werken met allerlei automatiserings- en informatiesystemen - Kennis van social media en het gebruik daarvan - Bij voorkeur kennis van beeldbewerking en infographics. Competenties Organisatiecompetenties: - Flexibiliteit Past zich makkelijk aan aan nieuwe situaties en manieren van werken. Staat open voor veranderingen en is bereid zich hier effectief aan aan te passen. - Resultaatgerichtheid Is erop gericht om resultaten en doelen te bereiken. Streeft er constant naar om aan verwachtingen te voldoen of deze te overtreffen. - Kwaliteitsgerichtheid Handhaaft een hoge kwaliteitsnorm in het werk en moedigt anderen aan om aan deze norm te voldoen. - Probleemoplossend vermogen Deelt problemen op in deelgebieden en analyseert informatie op effectieve wijze. Herkent de oorzaken van problemen en stelt realistische en praktische oplossingen voor om ze aan te pakken. Functiespecifieke competenties: - Communiceren Communiceert relevante informatie op heldere en beknopte wijze. Past de boodschap aan aan de ontvanger en luistert naar de zienswijze van anderen. - Organiseren en prioriteiten stellen Ordent informatie en hulpmiddelen effectief. Geeft prioriteit aan taken op basis van hun noodzaak en/of belangrijkheid. - Organisatiebetrokkenheid Brengt eigen gedrag in lijn met de doelstellingen van de Handelt in het belang van de - Initiatief Hanteert een proactieve houding en grijpt kansen zonder hiertoe aangezet te hoeven worden door anderen. 2
Bijlage bij competenties FLEXIBILITEIT Past zich makkelijk aan aan nieuwe situaties en manieren van werken. Staat open voor veranderingen en is bereid zich hier effectief aan aan te passen. Past zich gemakkelijk aan aan nieuwe situaties en veranderingen op het werk Verandert eigen gedrag in overeenstemming met de behoefte van de situatie Stelt zich positief op ten opzichte van verandering Toont een flexibele aanpak in de omgang met anderen Past aanpak aan op basis van nieuwe informatie of gebeurtenissen Toont tegenzin om zich aan te passen aan nieuwe situaties en veranderingen Negeert de noodzaak om het eigen gedrag te veranderen ten behoeve van de nieuwe situatie Staat niet open voor nieuwe benaderingen en veranderingen Past procedures en regels op rigide wijze toe met weinig flexibiliteit Blijft dezelfde aanpak hanteren ondanks veranderende omstandigheden RESULTAATGERICHTHEID Is erop gericht om resultaten en doelen te bereiken. Streeft er constant naar om aan verwachtingen te voldoen of deze te overtreffen. Richt zich op het eindresultaat en vermijd afleidingen Toont een vastberaden en betrokken benadering om resultaten te behalen Volgt taken en projecten op totdat deze voltooid zijn Levert consequent resultaten Zet uitdagende doelen en wil verwachtingen overtreffen Is gemakkelijk afgeleid door irrelevante of onbelangrijke activiteiten Toont weinig betrokkenheid bij het bereiken van de juiste resultaten Laat het voltooien van taken over aan anderen Behaalt resultaten regelmatig niet Bereikt het minimum aan resultaten behorende bij de rol 3
KWALITEITSGERICHTHEID Handhaaft een hoge kwaliteitsnorm in het werk en moedigt anderen aan om aan deze norm te voldoen. Stelt hoge kwaliteitseisen aan het eigen werk Moedigt anderen aan, aan hoge kwaliteitseisen te voldoen in hun werk Controleert het werk om zeker te zijn dat kwaliteitseisen bereikt worden Levert consequent werk dat voldoet aan hoge kwaliteit Blijft gericht op kwaliteit zelfs onder druk Levert werk van gemiddelde kwaliteit Benadrukt kwantiteit boven kwaliteit Controleert het eigen werk of dat van anderen nauwelijks op kwaliteit Levert maar af en toe werk van hoge kwaliteit Negeert de kwaliteit van het werk onder druk PROBLEEMOPLOSSEND VERMOGEN Deelt problemen op in deelgebieden en analyseert informatie op effectieve wijze. Herkent de oorzaken van problemen en stelt realistische en praktische oplossingen voor om ze aan te pakken. Maakt onderscheidt tussen belangrijke informatie en irrelevante of minder belangrijke details Analyseert informatie op een logische en systematische manier Identificeert de oorzaak of oorzaken van een probleem Stelt praktische oplossingen voor om gesignaleerde problemen aan te pakken Bedenkt en onderzoekt verschillende oplossingsmogelijkheden Richt zich op informatie die onbelangrijk of irrelevant is Getuigt van weinig structuur of logica bij de analyse van informatie Kan moeilijk de juiste oorzaken van problemen aanwijzen Komt met oplossingen die niet praktisch of inefficiënt zijn Richt zich op een mogelijke oplossing zonder alternatieven te overwegen 4
COMMUNICEREN Communiceert relevante informatie op heldere en beknopte wijze. Past de boodschap aan aan de ontvanger en luistert naar de zienswijze van anderen. Geeft informatie op een duidelijke en beknopte manier, waardoor het begrip wordt vergroot Past stijl en vorm van de communicatie aan aan de doelgroep Communiceert die informatie die relevant is voor de andere persoon Communiceert complexe informatie op zodanige wijze dat anderen het kunnen begrijpen Luistert actief naar standpunten van anderen en vat informatie samen om zich ervan te verzekeren dat de informatie goed is overgekomen Communicatie is onnodig complex en moeilijk te volgen Gebruikt dezelfde stijl en vorm van communiceren ongeacht de doelgroep Communiceert irrelevante informatie en is overvloedig waardoor er onduidelijkheid ontstaat Maakt gebruik van voor de doelgroep onbekende termen en jargon Luistert niet met volle aandacht naar anderen ORGANISEREN EN PRIORITEITEN STELLEN Ordent informatie en hulpmiddelen effectief. Geeft prioriteit aan taken op basis van hun noodzaak en / of belangrijkheid. Verzamelt informatie en hulpmiddelen die nodig zijn om doelen te voltooien Herkent de noodzaak en het belang van taken en verheldert dit wanneer nodig Organiseert het werk en zijn/ haar aanpak op een systematische manier Geeft prioriteit aan taken en projecten op basis van hun relatieve belang en urgentie Organiseert en beheert tijd effectief Heeft moeite met het ordenen van informatie of hulpmiddelen voor een taak Houdt weinig rekening met de urgentie of het belang van specifieke taken Laat een weinig georganiseerde en gestructureerde aanpak zien Ziet het relatieve belang en de urgentie van bepaalde taken over het hoofd 5
Behoeft meer tijd dan nodig om taken te voltooien ORGANISATIEBETROKKENHEID Brengt eigen gedrag in lijn met de doelstellingen van de Handelt in het belang van de Geeft blijk van betrokkenheid bij de Plaatst de doelen van de organisatie boven persoonlijke doelen. Zorgt ervoor dat activiteiten in lijn zijn met de organisatiedoelen. Biedt steun aan collega's zonder dat dit expliciet wordt verwacht. Draagt de doelen en ideeën van de organisatie uit. Toont weinig betrokkenheid bij de Plaats persoonlijke doelen boven de doelen van de Werkt volgens een eigen agenda zonder rekening te houden of deze activiteiten passen bij de doelen van de Doet alleen dat wat expliciet bij hun rol hoort zonder hiervan af te wijken. Geeft er weinig blijk van de doelen en ideeën van de organisatie te ondersteunen. INITIATIEF Hanteert een proactieve houding en grijpt kansen zonder hiertoe aangezet te hoeven worden door anderen. Zoekt actief naar kansen. Neemt initiatief zonder door anderen aangezet te worden. Heeft een proactieve handelswijze in plaats van alleen reageren op gebeurtenissen. Vertrouwt erop dat anderen mogelijkheden aandragen. Onderneemt geen actie totdat anderen dat zeggen. Wacht af tot er iets gebeurt. Heeft moeite om problemen te voorzien voordat ze ontstaan. 6
Anticipeert op mogelijke problemen en handelt voordat deze gebeuren. Zoekt consequent naar meer verantwoordelijkheid. Ontwijkt het nemen van meer verantwoordelijkheid. 7