Schulddienstverlening Rotterdam

Vergelijkbare documenten
ACTIEPLAN. Auteurs: Aart van Zevenbergen Josine Strörmann

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

INHOUDSOPGAVE 1. LEESWIJZER SAMENVATTING DOELSTELLINGEN EN KWALITEITSBORGING DE WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING...

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde

Congres Sociale zekerheid in beweging

Zorgverzekeraars en schulden

Collegebesluit. Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3.

Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Buren

Handleiding digitale gesprekshulp Voorkom schulden samen

Notitie Schulddienstverlening

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

december Totaal behandeld

Budget oké hét alternatief voor beschermingsbewind waarbij u als gemeente wel regie heeft

Aan: de leden van de Commissie Welzijn ten behoeve van de vergadering van 23 januari 2012 Onderwerp: Voedselbank Teylingen

Bijlage 3 Producten 1 2 MAART

Tussenevaluatie. Pilot Schuldhulpverlening Driebergen. Tussenevaluatie pilot schuldhulpverlening pagina 1 van 7

Projectvoorstel Vroegsignalering van Schulden

Armoedebeleid. Welkom bij deze presentatie!

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Leidraad vroegsignalering schulden

Convenant Vroegtijdige signalering schuldenproblematiek

Schulddienstverlening

Schulden in de leefwereld en de systeemwereld. Therese Steur Rotterdamse Sociale Alliantie

Armoedeopgave Nieuwe handelingsperspectieven

Een vitale economie. Economie, werk, inkomen en schulden

Was / Wordt-lijst beleidsplan ISHV

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage W&B/B&K/03/74179

Actieve informatievoorzieningc

Schuldhulpverlening voor uw werknemers

Armoede en schulden in Oostzaan en Wormerland. Martijnschut.wordpress.com

Cijfers Schuldhulpverlening 2016

Schulden komen niet alleen.

VROEGSIGNALERINGJONGEREN VROEGSIGNALERING BETALINGSACHTERSTANDEN JONGEREN JAAR GEMEENTE DOETINCHEM

Schulddienstverlening. (SDV) Hoe werkt dat?

2. Worden alleen mensen die zich aanmelden via de sociale dienst doorverwezen naar de PLANgroep?

CONVENANT PREVENTIE HUISUITZETTINGEN. als gevolg van een huurschuld tussen corporaties, Kredietbank en gemeente Moerdijk

Effectieve schuldhulp, een stand van zaken

*1766 * Onderwerp: Uitvoeringsplan schuldhulpverlening Vergadergegevens. Vervolgbehandeling. Toetsing voorafgaand aan B&W-vergadering

Convenant Vroegtijdige signalering schuldenproblematiek. vereniging van friese gemeenten FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR

Schuldhulpverlening met drie bruikbare casussen

15 september Vindplaats van Schulden in de Gemeente Arnhem

Wouter Snel en Hugo de Haan

Armoedeopgave Nieuwe handelingsperspectieven

Noodzakelijkheidsverklaring budgetbeheer

Workshop Vroegsignalering schulden

Zacht op de relatie en (als het moet) hard op de feiten

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

Presentatie Jet van der Meer. Onderzoek Nazorg uit Voorzorg

waarbij het advies om de sociale wijkteams te betrekken bij het project vroegsignalering wordt overgenomen;

Samenwerkingsovereenkomst Schuldhulpverlening. Leidschendam-Voorburg

Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray

Ambitie- en actieplan Financieel Netwerk Rijswijk

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Jaarverslag 2015 TA RENKUM

SCHULDHULPVERLENING september

5 januari 2017 S. Dohmen 5772

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit 1. Het college besluit in te stemmen met het concept Beleidsplan Schuldhulpverlening

Aanleiding. Ontwikkeling kosten bewindvoering. Astitel 2009/ / / / / / / / / /05

Gemeente Rotterdam Onderzoek & Business Intelligence (O&BI) in opdracht van

Beantwoording schriftelijke vragen op grond van artikel 35 over schuldhulpverlening

Uitwerking revolverend fonds jongvolwassenen met

Informatiebrochure bewindvoering, budgetbeheer, budgetcoaching, mentorschap en curatele

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Programmabegroting

Schulden? Pak ze snel aan

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Open tranparant, eerlijk maar vooral ook menselijk

Kennismaking. Bewindvoering

Schuldbemiddeling als secundaire arbeidsvoorwaarde

AH Z Antwoord van staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 mei 2016)

Schuldhulpverlening. Financiële Winkel van Delft

Integraal en ontschot werken; kan het? Divosacongres 17 november 2016

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)

SCHULDHULPVERLENING april

Pressure Cooker. Schuldhulpverlening

De Groningse Kredietbank KREDIETBANK

596681/ november 2017

Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening

Convenant Iedereen financieel fit! 4 december 2014 tot 1 januari 2016

hulp buiten bereik effectiviteit van het schulddienstverleningsbeleid Rekenkamer Rotterdam

Surplus Welzijn Drimmelen

Werkafspraken Snelle Hulp Bij Schulden

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Beschermingsbewind. Wij verzorgen je geldzaken van A tot Z STADSBANK OOST NEDERLAND - BESCHERMINGSBEWIND

Pagina 1 van 5 Versie Nr. 2 Registratienr.: 2012I01086 Agendapunt 12

Project Thuisadministratie

In het beleidsplan is de monitoring van een aantal gegevens opgenomen die onder dit hoofdstuk worden weergegeven en waar nodig worden toegelicht.

Flexibele marktspeler ORDE OP ZAKEN

Werknemers met schulden

EVALUATIE UITVOERING WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING 2014 Dantumadiel-Dongeradeel

in Gemeente Ridderkerk

Arnhems alternatief voor beschermingsbewind: BooM en rol rechtbank Gelderland

Schuldbemiddeling als secundaire arbeidsvoorwaarde

Onderzoek naar alternatieven voor beschermingsbewind

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Afdeling Sociaal Beleid Participatie en Onderwijs. Aan de leden van de gemeenteraad. Onderwerp: Afronding project economische crisis

Onderwerp Voortgangsrapportage nota 'Aanpak schuldhulpverlening '

Welkom Collegereeks Schuldpreventie College #3 Schulden & Beleid

Transcriptie:

Schulddienstverlening Rotterdam 2016-2019 Samen werken aan financiële zelfredzaamheid Inleiding Schulden vormen nog steeds een groot probleem in veel Nederlandse huishoudens. Recent onderzoek laat zien dat het aantal huishoudens met problematische schulden wordt geschat tussen de 7,1% en 10%. 1 In absolute aantallen betekent dit een stijging ten opzichte van 2012 van 149.000 tot 217.000 huishoudens 2. Het Rotterdamse beeld is als volgt. Het aantal Rotterdammers met problematische schulden is gestegen van 27.210 naar 28.250 3. In 2015 hebben ruim 5.200 Rotterdammers zich bij de Kredietbank Rotterdam gemeld. De gemiddelde schuld waarmee Rotterdammers bij de Kredietbank Rotterdam (KBR) komen bedraagt in 2015 45.670,-. Dat is hoger dan de gemiddelde landelijke schuld ( 38.500,-). Schuldenaren hebben gemiddeld 15 verschillende schuldeisers. Bij circa 80% van de Rotterdammers die ondersteuning krijgen van de Vraagwijzer of het Wijkteam is er sprake van schulden. Ondanks dat er de laatste jaren veel is gebeurd en ontwikkeld op het gebied van schuldpreventie, vroegsignalering en aanpak van problematische schulden, zowel in Rotterdam als landelijk, is het vergroten van financiële zelfredzaamheid is niet eenvoudig. Er zijn veel factoren van invloed op het maken van financiële keuzes en het vergt verschillende vaardigheden, kennis en motivatie om de juiste keuzes te kunnen en willen maken. Bij het voorkomen en aanpakken van schulden zijn veel partijen, zowel in Rotterdam als landelijk betrokken. De komende jaren ligt het accent op het verder verbeteren van samenwerking tussen alle partijen. Uiteraard wordt de Rotterdammer ook aangesproken op zijn verantwoordelijkheid in het voorkomen en aanpakken van schulden. Schulden hebben een negatief effect naar andere levensdomeinen. Schulden kunnen leiden tot slechte gezondheid, werkloosheid, vroegtijdig schoolverlaten of huiselijk geweld. Om deze problemen aan te kunnen pakken is het vaak nodig ook de schulden aan te pakken. Ook andersom is het geval. Zodoende is het noodzakelijk het voorkomen en aanpakken van schulden niet geïsoleerd te benaderen maar als onderdeel van zorg, welzijn en werk. Dit is alleen mogelijk door samen te werken. Het maken van schulden kent verschillende relevante factoren (op micro- en macroniveau), zoals het maken van verkeerde financiële keuzes, inzicht in de eigen financiën, de hoogte van het inkomen, de bezuinigingen, stijging kosten van levensonderhoud, de effecten van de economische crisis en het complexer worden van de maatschappij (meer keuzemogelijkheden, digitalisering en verleidingen). Het vergt steeds meer vaardigheden om 1 Huishoudens in de rode cijfers 2015, Panteia 2 Huishoudens in de rode cijfers 2015, Panteia 3 Aantal wanbetalers zorgverzekering (achterstand van minimaal zes maanden) wordt als indicator voor problematische schulden gehanteerd. Het cijfer 28.250 is stand 31-12-2014.

Blad: 2/31 een gezonde financiële huishouding te voeren en te houden. Ondanks alle (digitale) hulpmiddelen lukt het veel mensen niet om overzicht te houden met betrekking tot de inkomsten en uitgaven, waardoor er vaak meer uit gaat dan er binnen komt. Door het ontbreken van financiële veerkracht kan een onverwachte gebeurtenis al snel tot een schuld leiden die vervolgens als gevolg van bijkomende incasso- en deurwaarderskosten aanzienlijk kan oplopen. Door niet op tijd het financiële probleem te erkennen en aan te pakken kunnen niet-betaalde facturen al snel een problematische schuldensituatie veroorzaken. Schulden hebben een grote impact op het welzijn van mensen. Het kan leiden tot verlies van werk, uitval van school, eenzaamheid, psychische of medische klachten. Het niet kunnen uitkomen met geld raakt dus ook veel andere levensdomeinen. Het kan niet alleen problemen veroorzaken maar het kan ook oplossingen voor problemen op andere levensdomeinen in de weg staan. Zo kan het hebben van schulden het vinden van werk, het opvoeden van kinderen of het bestrijden van eenzaamheid belemmeren of juist tot problemen op deze terreinen leiden. Dit maakt dat het aanpakken van schulden integraal moet worden benaderd en dat voorkomen moet worden dat Rotterdammers in een problematische schuldsituatie terecht komen. Rotterdammers hebben hierbij zelf een grote verantwoordelijkheid. Niet iedere Rotterdammer neemt deze verantwoordelijkheid volledig én op tijd en heeft hierbij ondersteuning nodig. Helaas wordt wanneer ondersteuning nodig is dit vaak te laat gevraagd waardoor de schulden onnodig verder zijn opgelopen. Het te laat aan de bel trekken kan meerdere oorzaken hebben. Soms komt dit door schaamte of heeft iemand het idee dat het geen kwaad kan een rekening (of meerdere) pas de volgende maand te betalen. Andere oorzaken zijn: het totaal geen inzicht hebben in de eigen financiële situatie, het idee dat het allemaal wel meevalt of het afsluiten van een lening waardoor het probleem voor de korte termijn opgelost lijkt te zijn. Maar ook niet weten waar ondersteuning te verkrijgen of de gedachte hiervoor niet in aanmerking te komen. Behalve de Rotterdammer zelf, heeft ook de gemeente een verantwoordelijkheid en een belang in het vergroten van de financiële zelfredzaamheid en het aanpakken van schulden. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) verplicht gemeenten hierbij een rol te spelen. Financiële zelfredzaamheid wil zeggen dat iemand beschikt over de volgende vaardigheden 4 : Overzicht houden: beschikt over het overzicht om zijn inkomsten in balans te houden; Verantwoord besteden: kan zijn huishoudfinanciën op korte termijn in balans houden; Vooruit kijken: stemt zijn huidige bestedingen af op de middellange en lange termijn; Bewust financiële producten kiezen: kiest financiële producten die passen bij zijn persoonlijke situatie; Over voldoende kennis beschikken: beschikt over de kennis om zijn financiën op de korte, middellange en lange termijn in balans te brengen en te houden. De gemeente Rotterdam neemt haar verantwoordelijkheid in het vergroten van de financiële zelfredzaamheid van Rotterdammers onder andere door het inzetten van preventieinstrumenten (kennis en vaardigheden), vroegsignalering van problematische schulden en het inkopen van begeleidingstrajecten gericht op gedragsverandering. Veelal staan schulden niet op zichzelf en is er sprake van meervoudige problematiek. Dit maakt dat het aanpakken van schulden integraal moet worden opgepakt. Schuldbemiddeling heeft alleen zin als ook de oorzaken waardoor de schulden zijn ontstaan, worden aangepakt. Het bestrijden van symptomen zonder de oorzaken aan te pakken, heeft geen kans op succes. Samenwerking 4 Competenties financiële zelfredzaamheid Nibud

Blad: 3/31 tussen verschillende beleidsvelden binnen de gemeente, zoals Jeugd, Onderwijs, Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn is essentieel. Het aanpakken van schulden kan alleen slagen als binnen al deze verschillende beleidsvelden er aandacht is voor het voorkomen en aanpakken van schulden en het beleid op elkaar aansluit of elkaar versterkt. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij het beleidsveld schulddienstverlening. Juist de komende jaren moet worden ingezet op deze samenwerking en integraliteit. Daar waar problematische schulden zijn kan de Kredietbank Rotterdam (KBR) bemiddelen tussen Rotterdammer die schulden heeft (schuldenaar) en schuldeisers. Er is sprake van problematische schulden wanneer redelijkerwijs te voorzien is dat de schuldenaar niet langer kan doorgaan met het betalen van zijn schulden. Niet iedere schuldenaar komt in aanmerking voor een bemiddelingstraject bij KBR. Een bemiddelingstraject kan alleen slagen wanneer er aan een aantal voorwaarden (zowel technische als in gedrag) wordt voldaan. Het vergt de nodige discipline en motivatie van de schuldenaar. Behalve de Rotterdammers zelf en de gemeente, hebben ook andere partijen, zowel lokaal als landelijk, een rol bij het voorkomen (en oplopen) van schulden en het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Steeds meer partijen pakken hun rol op. Zowel partijen aan de kant van schuldeisers, zoals gerechtsdeurwaarders, woningcorporaties, energiebedrijven, waterleveringsbedrijf en zorgverzekeraars, als aan de kant van schuldpreventie, zoals scholen, vrijwilligers en werkgevers. Ook de landelijke overheid in de vorm van de Rijksbelastingdienst of het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) ziet een rol voor zichzelf weggelegd in het voorkomen van problematische schulden als gevolg van hun incassobeleid. Het vergroten van de financiële zelfredzaamheid van Rotterdammers en het voorkomen van problematische schulden heeft alleen kans van slagen wanneer alle partijen hun rol oppakken en er afstemming en kennisdeling plaatsvindt. Hierbij heeft de gemeente een belangrijke regierol. Deze kennisdeling heeft daarom ook plaatsgevonden bij de totstandkoming van dit meerjarenbeleidsplan, door gesprekken te voeren met diverse stakeholders (inclusief Rotterdammers) 5. In hoofdstuk 1 worden de visie op schulddienstverlening en de uitgangspunten beschreven voor de periode 2016-2019, in hoofdstuk 2 vindt een verdieping plaats van de aanpak van problematische schulden. Hoofdstuk 3 gaat in op de schuldbemiddeling (KBR). In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de verschillende doelgroepen en hoofdstuk 5 betreft de financiën. Het beleidsplan beschrijft de huidige situatie, de visie voor de komende vier jaren en welke acties de komende jaren worden ingezet om dit beleid te realiseren. De uitwerking van hoe dit gerealiseerd gaat worden wordt, na vaststelling van het beleidsplan, in een uitvoeringsplan beschreven. Hoofdstuk 1 Visie In het meerjarenbeleidsplan schulddienstverlening Rotterdam 2016-2019 staan het vergroten van de financiële zelfredzaamheid van Rotterdammers en het samenwerken centraal. Door te 5 Voor lijst met gesproken stakeholders zie bijlage 1

Blad: 4/31 investeren in het vergroten van financiële zelfredzaamheid van Rotterdammers kunnen maatschappelijke ongewenste situaties en kosten worden voorkomen. Het voorkomen en vroegsignaleren van (problematische) schulden heeft de voorkeur bij het aanpakken van schulden. De komende jaren zal daarom verder worden geïnvesteerd in schuldpreventie en vroegsignalering. Uiteraard blijft de focus ook gericht op het zo goed mogelijk ondersteunen van Rotterdammers met problematische schulden, door deze schulden aan te pakken en nieuwe schulden te voorkomen. Schulden staan over het algemeen niet op zichzelf en zijn zelden een gevolg van één oorzaak. Veelal is er sprake van meerdere aan elkaar verbonden oorzaken en verklaringen voor het ontstaan van schulden of het verergeren van de bestaande schuldsituatie. Er zijn vier clusters van oorzaken waardoor schulden kunnen ontstaan, namelijk: omgeving, gedrag, gebeurtenissen en persoon (zie figuur 1). Vaak is er sprake van oorzaken in verschillende clusters (zie figuur 1) die op elkaar inwerken en elkaar versterken. Wanneer er alleen sprake is van een inkomensdaling als gevolg van een levensgebeurtenis, bijvoorbeeld werkloosheid, dan is het voorkomen van schulden relatief eenvoudiger dan wanneer er sprake is van een situatie waarbij er naast werkloosheid ook sprake is van laaggeletterdheid, leven in structurele armoede, emotionele overbelasting en gebrek aan financiële vaardigheden. Bij het overgrote deel van de schuldenaren die zich bij de gemeente meldt voor ondersteuning is er sprake van oorzaken in meerdere clusters. Schuldenaren waarbij alleen sprake is van een schuld en verder geen andere problematiek lukt het over het algemeen om zonder ondersteuning van de gemeente een oplossing te vinden. Een voorbeeld hiervan is de doelgroep Rotterdammers die als gevolg van de economische crisis niet meer aan hun hypotheekverplichtingen kan voldoen. Deze groep meldt zich over het algemeen niet bij KBR. Verder blijkt uit de praktijk dat wanneer iemand eenmaal in een problematische situatie zit, de clusters zodanig op elkaar kunnen inwerken dat de schulden in plaats van kleiner alleen maar groter worden. Een voorbeeld hiervan is verrekening door de Rijksbelastingdienst van te veel uitgekeerde toeslagen. Wanneer een wijziging in het inkomen (werkloosheid) of de situatie (echtscheiding) niet tijdig aan de Rijksbelastingdienst wordt doorgegeven, betaalt de Rijksbelastingdienst te veel aan toeslagen. Deze te veel uitgekeerde toeslagen worden verrekend met de toeslagen waar men wel recht op heeft. Hierdoor wordt er minder uitgekeerd waardoor het inkomen daalt. Als gevolg hiervan wordt het inkomen ontoereikend om alle betalingen te kunnen doen en ontstaan er nieuwe schulden. Een neerwaartse spiraal ontstaat. Een laatste voorbeeld is dat mensen die langdurig moeten rondkomen van een laag inkomen vaak in een overlevingsstand zitten en daardoor zijn gefocust op het hier en nu. Een (middel)lange termijn visie ontbreekt. Als gevolg hiervan maken mensen verkeerde keuzes in de besteding van hun inkomen (gericht op korte termijn oplossingen, symptoom aanpak).

Blad: 5/31 Ondanks dat verschillende oorzaken kunnen leiden tot het ontstaan van problematische schulden zijn schuldenaren hier wel zelf verantwoordelijk voor. Het is de verantwoordelijkheid van de schuldenaar tijdig zijn financiële problemen te erkennen, actie te ondernemen om verder oplopen van de schulden te voorkomen en (indien nodig) ondersteuning te vragen. Niet iedere Rotterdammer is hiertoe in staat wat maakt dat de gemeente maatwerk biedt bij ondersteuning bij het voorkomen en aanpakken van schulden en het voorkomen van maatschappelijk ongewenste gevolgen vanwege problematische schulden. De gemeente heeft in alle vier de clusters (van figuur 1) een taak in het wegnemen/verminderen van de oorzaken waardoor schulden ontstaan. De rol die de gemeente heeft bij het cluster gedrag is bijvoorbeeld het aanbieden van financiële kennis en het aanleren van financiële vaardigheden (inzet op versterken competenties) door middel van een budgettraining. De rol van de gemeente in het cluster omgeving is bijvoorbeeld het lobbyen voor een andere werkwijze waardoor het aantal fouten door de Rijksbelastingdienst bij het verrekenen van de toeslagen wordt verminderd. De rol van de gemeente bij het cluster gebeurtenissen is bijvoorbeeld het informeren van Rotterdammers over de effecten van het werkloos worden op het inkomen en ondersteunen bij het vinden van een betaalde baan. Bij het cluster persoon heeft de gemeente bijvoorbeeld een rol bij het verkleinen van laaggeletterdheid van Rotterdammers. Inzet in alle clusters (integrale aanpak) leidt tot het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Door het vergroten van de financiële zelfredzaamheid kunnen (problematische) schulden worden voorkomen. Daar waar al schulden zijn kan door het vergroten van de financiële zelfredzaamheid worden voorkomen dat de schulden groter worden. Ook voor Rotterdammers waar financiële zelfredzaamheid geen optie blijkt wordt passende ondersteuning geboden. Het voorkomen van schulden in plaats van het aanpakken van schulden is de kern en de ambitie van het Rotterdamse schulddienstverleningsbeleid. Voorkomen is beter dan genezen. Dit betekent dat er wordt ingezet op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid en het vroegsignaleren van (problematische) schulden. Ambitie Vermindering van problematische en risicovolle schulden bij Rotterdammers door het bieden van ondersteuning bij het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Wanneer er toch sprake is van een problematische schuldsituatie deze Rotterdammers ondersteunen bij het aanpakken hiervan en hiervoor de juiste dienstverlening bieden. Uitgangspunt hierbij is dat Rotterdammers altijd zelf verantwoordelijk zijn schulden te voorkomen of aan te pakken.

Blad: 6/31 Met locus of control wordt de mate aangeduid waarin iemand de oorzaken van wat hem overkomt bij zichzelf of juist buiten zichzelf zoekt Figuur 1 Het vergroten van de financiële zelfredzaamheid van Rotterdammers is niet alleen een verantwoordelijkheid van de gemeente. De Rotterdammer zelf heeft hier ook een grote verantwoordelijkheid. De gemeente ondersteunt daar waar ondersteuning nodig is. Bij deze ondersteuning is samenwerking met vele partijen in de stad noodzakelijk. Het vergroten van financiële zelfredzaamheid is vaak moeilijk te realiseren. Het betreft verandering van gedrag. Het aanleren van vaardigheden en het aanreiken van kennis is zodoende niet voldoende. Het is daarom belangrijk dat er integraal wordt gewerkt aan het

Blad: 7/31 wegnemen van belemmeringen en het vergroten van de financiële veerkracht. Dit kan alleen door goed samen te werken en afspraken te maken. Samenwerken aan het vergroten van de financiële zelfredzaamheid van Rotterdammers is de komende vier jaren de leidraad voor de Rotterdamse schulddienstverlening. Daarnaast wordt ingezet op vroegsignalering van schulden. Hoe eerder Rotterdammers met financiële problemen in beeld zijn bij de gemeente of samenwerkingspartners, hoe meer negatieve effecten van schulden kunnen worden voorkomen. Zowel voor de schuldenaar als de maatschappij. De geboden ondersteuning is ook goedkoper dan een schuldbemiddelingstraject. Helaas lukt het niet iedere Rotterdammer financieel zelfredzaam te zijn of te worden ondanks inzet op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Dit is de reden dat er de komende jaren geïnvesteerd wordt in financieel beheer. Door bijvoorbeeld (een deel) van het inkomen over te nemen en hiervan betalingen te doen, kan worden voorkomen dat schulden blijven oplopen of nieuwe schulden worden gemaakt. Het overnemen van betalingen kan voor een korte of langere periode en is een nieuwe beleidslijn. Het draagt ook bij aan het tegengaan van recidive en zo wordt voorkomen dat door de gemeente grote investeringen worden gedaan die niet/beperkt renderen. Bovenstaande Rotterdamse visie voor de komende vier jaar kan in de volgende uitgangspunten worden vertaald. Kern Rotterdamse schulddienstverlening 1. Vergroten eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid; 2. Inzetten op preventie; 3. Inzetten op vroegsignalering van schulden; 4. Toepassen van maatwerk bij het voorkomen (preventie) en aanpakken van schulden en het bereiken van structurele gedragsverandering t.a.v. financiën; 5. Inzetten op stabilisatie; 6. Vergroten samenwerking en regie gemeente 1. Vergroten eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid Rotterdammers zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor hun eigen leven en dus ook voor het voorkomen en aanpakken van hun problemen. Deze lijn is leidend in het huidige beleid en blijft dit ook de komende vier jaar. De gemeente ondersteunt daar waar nodig. Rotterdammers met een probleem bekijken eerst zelf hoe ze dit probleem kunnen aanpakken en wat daar voor nodig is, al dan niet met hulp van familie of vrienden. Lukt dit niet, dan kan een beroep worden gedaan op het wijknetwerk. Ondersteuning door de gemeente is niet meer altijd vanzelfsprekend. Ook op het gebied van het voorkomen en aanpakken van schulden worden Rotterdammers aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid en hun eigen kracht. Uiteraard heeft de gemeente wel een rol in het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Daar waar de eigen kracht (tijdelijk) ontbreekt, wordt passende ondersteuning geboden. Dit

Blad: 8/31 kan ondersteuning zijn in de 1 e lijn (Welzijn en Wijkteam) of in de 2 e lijn (bijvoorbeeld KBR of WMO-arrangementen). Deze ondersteuning is gericht op het duurzaam vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Ondersteuning door de 1 e en 2 e lijn 6 zijn complementair en niet volgtijdelijk. Dit betekent bijvoorbeeld dat gelijktijdig door welzijn (1 e lijn) en KBR (2 e lijn) gewerkt wordt aan het vergroten van de financiële zelfredzaamheid en het tot stand brengen van een schuldregeling. Ook kan er gelijktijdig in de 2 e lijn aan deze zaken worden gewerkt door een aanbieder van een WMO-arrangement en KBR. Een andere mogelijkheid is dat ondersteuning in de 1 e of 2 lijn nog doorloopt terwijl de ondersteuning in de andere lijn al is beëindigd. Dit vergt een goede samenwerking en afstemming. 7 Actie - Bieden van (complementaire) ondersteuning in de 1 e en/of 2 e lijn aan Rotterdammers gericht op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid (duurzaam). 2. Preventie De Rotterdamse schuldpreventie is gebaseerd op het aanpakken van de oorzaken die financiële zelfredzaamheid in de weg staan (zie figuur 1)). Dit heeft zich vertaald in een vijftal pijlers. Ook de komende jaren blijft de schuldpreventie gebaseerd op de volgende pijlers: a. Het vergroten van de eigen kracht van Rotterdammers (eventueel met hulp van het eigen netwerk of vrijwilligers); b. Preventie dient eenvoudig beschikbaar te zijn; c. Werken aan preventie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid (ook ketenpartners hebben hier een rol, bijvoorbeeld welzijnsorganisaties, woningcorporaties); d. Doelgroepen die een verhoogd risico lopen op het maken van schulden krijgen extra aandacht; e. Aandacht voor levensgebeurtenissen die invloed hebben op de financiële situatie van Rotterdammers. Het voorkomen van schulden of de bewustmaking om schulden zo vroeg mogelijk aan te pakken is een moeilijke opgave. Mensen staan vaak pas open voor adviezen wanneer de schulden al een probleem vormen. Schuldpreventie richt zich op kennis, vaardigheden en gedrag. Het uiteindelijke doel is het vergroten van financiële veerkracht, zelfredzaamheid en tijdig reageren op veranderende omstandigheden. De gemeente heeft de afgelopen jaren een breed scala aan verschillende instrumenten ontwikkeld, gericht op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid voor verschillende doelgroepen. Deze instrumenten zijn eenvoudig toegankelijk en kunnen op verschillende momenten worden ingezet. Zowel bij het voorkomen van schulden, als bij het voorkomen dat 6 De eerstelijns ondersteuning is alle professionele ondersteuning die direct toegankelijk is voor Rotterdammers. De eerste lijn verzorgt de intake, stelt diagnose, bepaalt dienstverlening en levert basisondersteuning of enkelvoudige individuele ondersteuning. Zo nodig verwijst de eerste lijn gericht door naar de tweede lijn. De tweedelijns ondersteuning omvat complexe en/of langdurige schulddienstverlening, die wordt geboden door specialisten. Er is altijd een doorverwijzing nodig door de eerste lijn. 7 Zie figuur 2 bij onderdeel Maatwerk.

Blad: 9/31 schulden verder oplopen. Het meten van de effecten van deze instrumenten is, zoals bij alle preventie-instrumenten, ingewikkeld. Het bereik is eenvoudiger te meten. Wanneer naar het bereik wordt gekeken dan wordt een groot deel van de Rotterdammers nog niet bereikt. Ondanks dat diverse instrumenten onder andere via internet beschikbaar zijn. Veelal ontbreekt de wil zich bezig te houden met het voorkomen van financiële problemen (valt allemaal wel mee, is niet voor mij van toepassing of kop in het zand). Wanneer het besef er wel is, dan is er vaak al een problematische schuldsituatie. De komende jaren wordt vooral geïnvesteerd in het bekend maken van deze ontwikkelde en al bestaande instrumenten en het vergroten van het gebruik hiervan. Voorbeelden van nieuwe instrumenten zijn de campagne het Gouden ei (gastlessen aan groepen 7 en 8 van de basisschool), een schuldpreventiespel voor MBO-studenten (The Money Game) en het Startpunt Geldzaken (www. rotterdam.nl/onlinestartpuntgeldzaken) waar Rotterdammers informatie en tips kunnen vinden over besparen. Samenwerking met partijen in de stad bij schuldpreventie is essentieel. De gemeente faciliteert en stimuleert het gebruik van de door de gemeente ontwikkelde instrumenten door deze partijen. Daarnaast zoekt de gemeente de komende jaren naar nieuwe samenwerkingsvormen. Een recent voorbeeld van een nieuwe samenwerkingsvorm is de samenwerking met de afdeling Belastingen van de gemeente Rotterdam. Bij de aanslagen van 2016 worden Rotterdammers attent gemaakt op het Startpunt Geldzaken. In de belastingkrant van januari 2016 (verspreid als bijlage bij de huis-aan-huiskrant) wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan dit instrument. Verder blijft ook volop aandacht voor levensgebeurtenissen waarbij sprake is van een verandering die invloed heeft op de financiële situatie. Uit diverse onderzoeken 8 blijkt dat veel huishoudens in de financiële problemen komen als gevolg van een levensgebeurtenis zoals echtscheiding, werkloosheid of ziekte. Ook het bereiken van de 18-jarige leeftijd is een belangrijke levensgebeurtenis die van invloed is op de financiële situatie van jongeren. Zo moeten jongeren vanaf 18 jaar bijvoorbeeld zelf de premie van de zorgverzekering betalen en kunnen zij studiefinanciering aanvragen (inclusief de mogelijkheid van een studielening). Vooral in kwetsbare gezinnen waar al schulden zijn lopen jongeren een groot risico zelf ook schulden op te bouwen. Een andere belangrijke levensgebeurtenis die een grote impact heeft op jongeren tussen de 18 en 27 jaar is het krijgen van kinderen. De komende periode zal ook hiervoor binnen schuldpreventie aandacht zijn. Het is belangrijk om juist op deze momenten schuldpreventie aan te bieden. In de praktijk is dit niet eenvoudig. Op deze momenten is veelal geen contact met de gemeente waardoor het aanbieden van een preventie-instrument niet mogelijk is. Hier liggen echter wel veel kansen. Daarom is ook hier samenwerking met partijen die wel contact hebben met de Rotterdammers tijdens deze gebeurtenissen noodzakelijk. De afgelopen periode is de gemeente aan de slag gegaan met het ontwikkelen van preventie-instrumenten die ingezet kunnen worden bij bepaalde levensgebeurtenissen (bijvoorbeeld Startpunt Geldzaken) en het inventariseren van 8 Bijvoorbeeld Huishoudens in de rode cijfers,2015 Pantea

Blad: 10/31 deze momenten. De komende periode wordt dit geïmplementeerd. Zo wordt onder andere gewerkt aan het structureel inbedden van schuldpreventie bij de Werkpleinen. Schuldpreventie bij jongeren 9, vooral bij MBO-jongeren, blijft een speerpunt. Deze doelgroep is erg kwetsbaar en maakt eenvoudig schulden. MBO-onderwijsinstellingen spelen een belangrijke rol bij het aanbieden van schuldpreventie-instrumenten. Deze rol kan worden geïntensiveerd. Door het laten verrichten van een social marketing onderzoek bij deze instellingen wordt inzicht verkregen of het beschikbare instrumentarium aansluit bij de behoefte van de onderwijsinstellingen. Vervolgens kan naar aanleiding van dit onderzoek een aanpassing plaatsvinden. Daarnaast worden hierover ook gesprekken gevoerd met de instellingen en wordt de samenwerking geïntensiveerd. Naast aandacht voor het aanleren van financiële vaardigheden is het ook belangrijk aandacht te hebben voor taalvaardigheid. Dit geldt bij preventie maar ook bij het aanpakken van schulden. Ingewikkeld taalgebruik in brieven kan tot (onnodige) schulden leiden. Het niet begrijpen van bijvoorbeeld een brief van een gerechtsdeurwaarder kan onnodige incassokosten tot gevolg hebben. De komende jaren wordt dit een aandachtspunt. Zowel in de eigen correspondentie als in die van de samenwerkingspartners. Een goed nieuw initiatief op dit terrein is de samenwerking tussen woningcorporatie Havensteder en taalaanbieder Sagenn Wanneer Havensteder constateert dat huurders, vanwege taalproblemen, in de financiële problemen komen, verwijst Havensteder hen door naar Sagenn. Sagenn ondersteunt deze groep met een cursus administratie ordenen gericht op mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Tijdens het taaltraject van Sagenn wordt door de voorlichters van KBR een workshop gegeven over omgaan met geld en de werkwijze van KBR wanneer er sprake is van schulden. Door deze samenwerking wordt voorkomen dat de huurders in een (problematische) schuldsituatie terechtkomen. Dit soort samenwerkingsverbanden wordt door de gemeente de komende periode gestimuleerd. S Ook werkgevers hebben een belang bij schuldpreventie. Werknemers met schulden zijn vaker ziek, minder geconcentreerd op het werk en mogelijk chantabel. De afgelopen periode is gebleken dat het praten over financiële problemen op het werk een groot taboe is. Zowel aan de kant van de werkgever als aan de kant van de werknemer. De komende periode wordt samen met W&I en werkgeverssamenwerkingsverbanden naar nieuwe mogelijkheden gekeken hoe werkgevers toch hiervoor te interesseren. De gemeente Rotterdam is zelf ook een grote werkgever. Zodoende wordt samen met de afdeling Human Resource Mangement (HRM) van de gemeente gezocht naar mogelijkheden zelf vorm te geven aan schuldpreventie. Dit wordt verder uitgewerkt. In ieder geval heeft de gemeente als werkgever het Startpunt Geldzaken onder de aandacht bij haar werknemers gebracht door middel van een bijlage bij de salarisstrook van de maand december 2015 en een bijlage bij de salarisstrook van de maand januari 2016 over de schulddienstverlening. 9 Zie hoofdstuk 4 doelgroepen

Blad: 11/31 Bovenstaande instrumenten richten zich vooral op het voorkomen van financiële problemen (primaire preventie). Deze vorm van preventie is ook als één van de vijf pijlers van het Koersdocument Rotterdams armoedebeleid benoemd. Wanneer al sprake is van financiële problemen wordt ook ondersteuning geboden bij het voorkomen van het verder oplopen van de schulden (secundaire preventie). Dit krijgt vorm door bijvoorbeeld budgetlessen, het inzetten van een vorm van budgetbeheer, ondersteuning door vrijwilligers (budgetmaatjes) of Kien010 (inkomenscheck). Welzijnsorganisaties die verantwoordelijk zijn voor het aanpassen van het gedrag (1 e lijn) en de organisaties die de WMO-arrangementen vormgeven (2 e lijn), spelen zodoende een belangrijke rol bij secundaire preventie. Tot slot wordt ook nog ingezet op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid door het inzetten van nazorgtrajecten (tertiaire preventie). Door vinger aan de pols te houden (bijvoorbeeld door een vrijwilliger) wordt voorkomen dat iemand opnieuw in de schulden terecht komt. Wanneer blijkt dat iemand nooit financieel zelfredzaam wordt, kan budgetbeheer basis of beschermingsbewind worden ingezet (zie uitgangspunt 5). Actie - Vergroten bekendheid en het gebruik van de beschikbare preventie-instrumenten, vooral voor jongeren. - Vergroten inzet van schuldpreventie bij levensgebeurtenissen. - Vergroten van bewustwording moeilijk taalgebruik bij samenwerkingspartners waardoor schulden kunnen ontstaan. - Vergroten van bewustwording van werkgevers over hun rol bij schuldpreventie. 3. Vroegsignalering van schulden Vroegsignalering binnen schulddienstverlening wordt als volgt omschreven: het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van mensen met financiële problemen, om vroegtijdig dienstverlening in te kunnen zetten door gebruik te maken van daadwerkelijke signalen en outreachende dienstverlening. Hoe eerder aan de financiële problematiek kan worden gewerkt hoe groter de kans op succes en hoe kleiner de maatschappelijk ongewenste effecten en maatschappelijke kosten. Vroegsignalering kan worden ingezet om ongewenste maatschappelijke gevolgen van betalingsachterstanden te voorkomen. Maar ook om problematische schulden te voorkomen of een huisuitzetting of energie/waterafsluiting. Bij het vormgeven van vroegsignalering is samenwerking met partners die zicht hebben op de (problematische) financiële situatie (bijvoorbeeld huisartsen, schoolmaatschappelijk werk of Wijkteam) en het betalingsgedrag (bijvoorbeeld een woningcorporatie) van de Rotterdammer, noodzakelijk. Vroegsignalering van schulden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen in de stad. Vroegsignalering van schulden brengt een spanningsveld met zich mee tussen bevoogding (en het overnemen van verantwoordelijkheden) en de vrijheid die mensen hebben om hun eigen leven te leiden zonder overheidsbemoeienis. Het is daarom van belang om te zoeken naar het juiste moment voor interventie en naar de signalen met de meest betrouwbare voorspellende waarde. Een schuldenaar gaat vaak niet zelf op zoek naar ondersteuning. Vroegsignalering vergt zodoende een outreachende aanpak. Dit kan zijn een huisbezoek, telefonisch contact of het

Blad: 12/31 sturen van een brief. Uit onderzoek (bron NVVK) blijkt dat het bereik (respons) van het sturen van een brief sturen tussen de 0 en 5% ligt, bij telefonisch contact is het bereik 6% en bij een huisbezoek 70%. Deze percentages hebben betrekking op daadwerkelijk contact met de schuldenaren. Uit deze cijfers blijkt dat hoe intensiever het contact, hoe groter het bereik van schuldenaren. Echter, een intensieve aanpak voor alle Rotterdammers waarvan het vermoeden bestaat dat er financiële problemen zijn, is gezien de omvang financieel niet haalbaar voor de gemeente. Een mix van een diverse werkwijzen (van het sturen van een brief tot een huisbezoek)waarbij het Wijkteam een rol kan spelen (keukentafelgesprekken) is noodzakelijk. Deze mix van werkwijzen wordt gebaseerd op risicoprofielen. Per risicoprofiel kan er een aanpak worden vastgesteld. Het indelen van Rotterdammers in risicoprofielen kan alleen op basis van beschikbare (gecombineerde) informatie. Uit eerdere ervaringen blijkt dat slechts één signaal van een betalingsachterstand nog niet hoeft te betekenen dat er sprake is van betalingsproblemen. Sommige mensen betalen structureel pas nadat ze een betalingsherinnering hebben ontvangen. Het is daarom van belang meerdere signalen te hebben alvorens een aanpak in te zetten. Het combineren van meerdere signalen is niet eenvoudig door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De Wbp beschermt de privacy van alle Nederlanders. In de wet is opgenomen wat er wel en niet mag met betrekking tot uitwisseling van persoonsgegevens. In het kader van deze wet is het niet mogelijk alle informatie die beschikbaar is over Rotterdammers met financiële problemen tussen partijen te delen. Daar waar mogelijkheden zijn worden deze benut. In de wet is ook een artikel opgenomen over het gerechtvaardigde belang van de gemeente tegenover het belang van de betrokkene bij bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. De gemeente dient de inbreuk op de privacy van de betrokkene zoveel mogelijk te beperken. Dit artikel biedt echter wel mogelijkheden om toch signalen te combineren in het kader van vroegsignalering. Mits zorgvuldigheid is geboden. Rotterdam zoekt binnen de bestaande wet- en regelgeving naar mogelijkheden vroegsignalering vorm te geven. De pilot Vindplaats Schulden (VPS), waarbij signalen van betalingsachterstanden in de vaste lasten (huur, water, energie en zorgverzekering) worden samengevoegd, is een initiatief op dit terrein. Op basis van een signaal dat er een achterstand is in het betalen van meerdere vaste lasten op één adres, bezoekt Bureau Frontlijn dit adres. Uit de pilot zal moeten blijken wat deze (arbeidsintensieve) aanpak van huisbezoeken oplevert. Daarnaast moet er worden gekeken of deze of een andere wijze van vroegsignalering kan worden gecontinueerd en of deze werkwijze wordt overgedragen naar de Wijkteams. De pilot wordt medio 2016 afgerond. De Wgs is in 2012 in werking getreden en wordt momenteel geëvalueerd. Rotterdam is betrokken bij de evaluatie en heeft nadrukkelijk aangegeven dat het in het kader van vroegsignalering het eenvoudiger moet zijn informatie over betalingsachterstanden te kunnen uitwisselen. Naast de bovenstaande pilot VPS zijn er ook andere samenwerkingsverbanden met woningcorporaties, energieleveranciers en het waterleidingbedrijf. Bij deze samenwerkingsverbanden is er geen sprake van onderlinge samenwerking.

Blad: 13/31 Zo is er ook het Meldpunt Preventie Huisuitzettingen (MPH). Dit is een digitaal meldpunt van de gemeente waar woningcorporaties een melding kunnen maken van huurders voor wie een vonnis van de rechtbank is voor een huisuitzetting als gevolg van een huurachterstand of een huurachterstand. Door melding bij het MPH kan de gemeente (Wijkteam) proberen de huisuitzetting te voorkomen (laatste kans beleid) voor ouderen (65+), gezinnen met minderjarige kinderen en kwetsbare personen. Dit kan alleen maar wanneer het inkomen op orde is, er geen belemmeringen zijn en de huurder bereid is mee te werken aan een oplossing en zijn problemen wil aanpakken. Deze samenwerking blijft ook de komende jaren voortbestaan. Woningcorporaties hebben de afgelopen jaren hun incassobeleid gewijzigd. Dit heeft geleid tot een daling van het aantal geëffectueerde huisuitzettingen. Het afgelopen jaar hebben er tot en met het derde kwartaal van 2015 439 geeffectueerde huisuitzettingen plaatsgevonden. In heel 2014 waren dit er 778 10. Dit is een positieve ontwikkeling die mede wordt veroorzaakt door dit nieuwe incassobeleid. Het socialer en actiever incassobeleid van woningcorporaties houdt in dat zij bij een betalingsachterstand, in plaats van een betalingsherinnering te sturen, contact opnemen met de huurder om te achterhalen wat de oorzaak is van de achterstand en doorverwijzen naar de wijkteams. Een aantal woningcorporaties biedt soms zelf een budgetconsulent aan. Door eerder contact op te nemen met de huurder bij een betalingsachterstand of onregelmatig betalingsverkeer en te zoeken naar een oplossing, kunnen huisuitzettingen en oplopende incasso- en maatschappelijke kosten worden voorkomen. Juist bij deze vorm van vroegsignalering is samenwerking tussen de ketenpartners (bijvoorbeeld woningcorporaties en Wijkteams) ook de komende periode erg belangrijk. Hierop moet blijvend door de gemeente worden geïnvesteerd. Deze samenwerking komt ook tot uiting bij de energieleveranciers en het waterleidingbedrijf Evides. Dit mede door ministeriële regelingen en landelijke convenanten waarin afspraken zijn opgenomen over meldingen bij dreigende afsluitingen. Op basis van deze signalen stuurt de gemeente een brief waarin wordt aanbevolen zich vooral bij de gemeente te melden voor ondersteuning. In 2015 zijn er met Evides nieuwe afspraken gemaakt om bij dreigende afsluitingen van de doelgroepen kwetsbare Rotterdammers, ouderen en gezinnen met minderjarige kinderen eerst het Wijkteam de gelegenheid te geven om te onderzoeken wat er aan de hand is alvorens daadwerkelijk af te sluiten. Ook hier geldt dat er blijvend op deze samenwerking geïnvesteerd moet worden. Ook andere ketenpartners hebben een rol bij vroegsignalering van schulden. Dit kunnen huisartsen, werkgevers of onderwijzers zijn. Het is belangrijk dat deze partners signalen herkennen en doorverwijzen naar de VraagWijzer of het Wijkteam. Actie - Vergroten van de samenwerking tussen diverse partijen met als doel informatie over betalingsachterstanden uit te wisselen (binnen de wettelijke kaders) waardoor 10 Dit cijfer wordt enigszins vertekend door de staking van de politie. De politie moet altijd aanwezig zijn bij huisuitzettingen. Door de staking zijn er minder huisuitzettingen geëffectueerd. Jaarcijfer van 2015 is nog niet beschikbaar.

Blad: 14/31 betalingsproblemen eerder zichtbaar worden. 4. Maatwerk bij het voorkomen (preventie) en aanpakken van schulden en het bereiken van structurele gedragsverandering t.a.v. financiën Wanneer een schuldenaar een beroep doet op de gemeente ter ondersteuning van het voorkomen en aanpakken van schulden, wordt altijd maatwerk geleverd. Daardoor kan het aanbod per schuldenaar verschillen. Door maatwerk te bieden, waarbij gebruik gemaakt wordt van het (ingekochte) aanbod, wordt het meest passende, meest effectieve en goedkoopste instrument of traject ingezet gericht op duurzame financiële zelfredzaamheid. Dit betekent dat iedere Rotterdammer, conform de Wgs, een aanbod van de gemeente ontvangt. Maar dit aanbod is niet altijd schuldbemiddeling door KBR. Schuldbemiddeling wordt alleen ingezet als het kans van slagen heeft. Zodra er sprake is van belemmeringen die een succesvol bemiddelingstraject in de weg staan ondersteunt de gemeente bij het wegnemen van deze belemmeringen waardoor in de toekomst schuldbemiddeling wel mogelijk is. In hoofdstuk 2 wordt verder op dit uitgangspunt in gegaan. Het aanbod gaat van het geven van informatie/advies tot schuldbemiddeling. Het aanbod kan een individuele of collectieve dienstverlening betreffen die in de 1 e lijn (welzijn/wijkteam) wordt geboden, een dienstverlening in de 2 e lijn (KBR en/of WMO-arrangement) of een combinatie van dienstverlening uit de 1 e en 2 e lijn. Uitgangspunt bij het inzetten van producten en diensten blijft dat eerst wordt gekeken of de Rotterdammer het zelf of met behulp van het eigen netwerk kan. Wanneer dit niet mogelijk is wordt bekeken of een collectieve voorziening uit de 1 e lijn passend is. Wanneer dit niet het geval is dan wordt een individuele voorziening uit de 1 e lijn ingezet. Als het aanbod in de 1 e lijn niet toereikend is dan volgt een voorziening uit de 2 e lijn. Deze voorzieningen worden ingezet met als doel te werken aan de financiële zelfredzaamheid en zijn in beginsel tijdelijk. Wanneer blijkt dat financiële zelfredzaamheid niet haalbaar is wordt er gezocht naar een passend en efficiënt langdurig ondersteuningsaanbod. Dit kan variëren van ondersteuning door een vrijwilliger tot beschermingsbewindvoering. Het aanbod bij (problematische) schulden bestaat feitelijk uit twee componenten. De eerste component bestaat uit het geven van ondersteuning bij het veranderen van het gedrag waardoor de schulden zijn ontstaan en het vergroten van de financiële zelfredzaamheid (inclusief ordenen van de administratie). Deze dienstverlening valt onder de 1 e (welzijn) of 2 e (WMO-arrangementen) lijn. De tweede component bestaat uit het aanpakken van de schulden door middel van schuldbemiddeling mogelijk gecombineerd met budgetbeheer (2 e lijn). Beide componenten zijn complementair aan elkaar; het één kan niet zonder het ander. Het bemiddelen bij problematische schulden kan alleen wanneer de administratie op orde is en heeft alleen zin als er aan het vergroten van de financiële zelfredzaamheid wordt gewerkt. In het onderstaande figuur (figuur 2) wordt in een schema de samenhang weergegeven tussen de verschillende taken van professionals (inclusief casusregie) bij het vergroten van de

Blad: 15/31 financiële zelfredzaamheid en aanpakken van problematische schulden 11. Voor de doelgroepen (Openbare )Geestelijke Gezondheidszorg en jongeren geldt aan andere werkwijze. Een overzicht van de meest voorkomende producten en diensten wordt in bijlage 2 gegeven. Werken aan financiële zelfredzaamheid kan alleen als er rust is in de zin dat er geen stress is dat er een huisuitzetting dreigt. Ook moet er op andere levensdomeinen voldoende rust zijn om aan het vergroten van financiële zelfredzaamheid te kunnen werken. In de praktijk werkt dit nog niet optimaal. De 1 e en 2 e lijns voorzieningen zijn in de gebieden nog onvoldoende op elkaar aangesloten. Dit is een opgave waaraan momenteel al hard wordt gewerkt. Actie - Verbeteren van de samenwerking tussen de 1 e en 2 e lijn bij het (complementair) bieden van maatwerk aan Rotterdammers met schulden. - Verbeteren van de kennisdeling tussen de partijen die deze ondersteuning bieden. 11 Niet iedere schuldenaar doorloopt altijd al deze stappen. Dit is afhankelijk van de individuele situatie. Om het schema leesbaar te houden is ervoor gekozen deze uitzonderingen niet in dit schema te verwerken.

Blad: 16/31 Figuur 2 * Dit is niet altijd noodzakelijk. Ondersteuning door eigen/wijknetwerk( bijv. vrijwilligers) is ook mogelijk.

Blad: 17/31 5. Stabilisatie De samenleving wordt steeds ingewikkelder. Ook op het terrein van financiën. Daardoor lukt het veel Rotterdammers niet om zelfstandig de financiële administratie op orde te houden. Het (tijdelijk) overnemen van de administratie is dan noodzakelijk. Door het overnemen van de administratie wordt voorkomen dat (problematische) schulden ontstaan of dat de schulden oplopen. Door een relatief kleine investering in een (langdurige) vorm van inkomensbeheer worden ongewenste maatschappelijke gevolgen voorkomen. Uiteraard blijft het uitgangspunt dat er geïnvesteerd wordt in het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Wanneer dit (nog) niet kan of wanneer blijkt dat financiële zelfredzaamheid nooit gerealiseerd zal worden (bijvoorbeeld bij een licht verstandelijke beperking) moet worden onderzocht op welke wijze deze Rotterdammer kan worden ondersteund bij het op orde houden van de financiën. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden (zie figuur 2). Het kan door ondersteuning vanuit het eigen netwerk of door een vrijwilliger. Maar het ook door middel van professionele ondersteuning in de vorm van budgetbeheer basis, budgetbeheer of beschermingsbewindvoering. Budgetbeheer wordt alleen ingezet in combinatie met een schuldbemiddelingstraject. De keuze van het instrument is afhankelijk van de situatie van de Rotterdammer. Zo spelen de capaciteiten van de Rotterdammer, hoogte van de schulden en fase in een traject een rol bij het bepalen van het instrument. Budgetbeheer basis is een nieuw instrument. Het vult het gat op tussen ondersteuning vanuit het eigen netwerk/vrijwilligers en beschermingsbewindvoering ter voorkoming van het oplopen van de schulden. Het instrument kan aan Rotterdammers worden aangeboden om het verder oplopen van schulden te voorkomen, maar ook aan Rotterdammers waarvan het traject schuldbemiddeling succesvol is afgerond (voorkomen recidive). Het instrument is zowel voor Rotterdammers met een uitkering van de gemeente als voor Rotterdammers met een andere bron van inkomsten (UWV, salaris, SVB). Dit instrument kan niet worden verplicht. Uiteraard kan het wel worden gestimuleerd als blijkt dat budgetbeheer noodzakelijk is. Budgetbeheer basis is een aanvulling op budgetbeheer en beschermingsbewindvoering. Bij budgetbeheer basis worden alleen de vaste lasten betaald. Hierdoor wordt bijvoorbeeld voorkomen dat iemand uit zijn huis wordt gezet. Budgetbeheer basis kost de gemeente weliswaar geld, omdat net als bij het reguliere budgetbeheer uitgevoerd wordt door KBR, maar hierdoor worden maatschappelijke kosten, zoals huisuitzetting voorkomen. Voordat dit instrument stedelijk wordt ingezet wordt eerst een half jaar ervaring opgedaan in IJsselmonde. De pilot is december 2015 van start gegaan. Het is een laagdrempelige voorziening die voor een brede groep Rotterdammers beschikbaar is, namelijk: iedere niet financieel zelfredzame Rotterdammer die geen problematische schulden heeft. Het is een zeer bruikbaar instrument voor (risico)jongeren en de doelgroep (openbare) geestelijke gezondheidszorg. Het behoren tot deze doelgroepen wil niet zeggen dat altijd budgetbeheer basis wordt ingezet. Er vindt altijd een individuele toets plaats of dit instrument passend is. Wanneer dit niet passend is wordt een andere vorm van financieel beheer ingezet. Dit kan variëren tussen ondersteuning van het eigen netwerk of een vrijwilliger tot bewindvoering. Het instrument kan zowel preventief worden ingezet als in het kader van het voorkomen van recidive. Bij problematische schulden wordt het reguliere budgetbeheer ingezet. Tijdens de

Blad: 18/31 periode dat een Rotterdammer budgetbeheer basis ontvangt, moet worden gewerkt aan het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. Wanneer blijkt dat iemand zelfredzaam is kan budgetbeheer basis worden beëindigd of wanneer zelfredzaamheid geen optie is, kan worden bepaald welke vorm van financieel beheer op dat moment het meest passend is. Sinds 2013 is een toename van het aantal Rotterdammers met beschermingsbewind 12 zichtbaar. Hiervoor zijn een aantal redenen te benoemen. De belangrijkste reden is de wetswijziging waardoor de doelgroep voor dit instrument is verruimd. Verkwisting is nu ook een reden voor beschermingsbewind. Voorheen was beschermingsbewindvoering alleen mogelijk bij psychische beperkingen. Niet altijd is beschermingsbewindvoering bij verkwisting noodzakelijk. Het door de gemeente aangeboden budgetbeheer kan ook afdoende zijn. Voor schuldbemiddeling verwijst de bewindvoerder zijn klant door naar KBR. Voor de kosten van dit door de kantonrechter toegekende instrument kan een beroep worden gedaan op de individuele bijzondere bijstand. Dit heeft ertoe geleid dat de toegekende individuele bijzondere bijstand voor beschermingsbewind is gestegen van 2 miljoen in 2013 naar 3 miljoen in 2014. Per 1 oktober 2015 staat de teller op 4,2 miljoen. Deze kosten komen voor rekening van de gemeente. De rechtbank toetst niet of ook een andere door de gemeente aangeboden voorziening als budgetbeheer passend is. Het is ook niet noodzakelijk om eerst bij de gemeente een verzoek voor ondersteuning in te dienen. Gezien de stijging van de kosten van bijzondere bijstand voor beschermingsbewindvoering en het feit dat de gemeente zelf goedkopere en alternatieve instrumenten voor handen heeft wil de gemeente hier de komende jaren de regie op gaan voeren voor zover er mogelijkheden zijn. De indicering voor een instrument financieel beheer wordt in 2016 bij de VraagWijzer/Wijkteam ondergebracht. Op deze manier kan de gemeente hierop de regie voeren. Regievoering door de gemeente is ook vastgelegd in de Wgs. Wanneer er geen bijzondere bijstand voor beschermingsbewindvoering wordt aangevraagd is het niet mogelijk als gemeente de regie te voeren. Voordat een professionele ondersteuning, zoals beschermingsbewind, bij het beheren van het inkomen wordt ingezet, wordt eerst onderzocht of ondersteuning vanuit het eigen netwerk of een ondersteuning door een vrijwilliger mogelijk is. De vrijwilliger kan bijvoorbeeld één keer per maand mee kijken of alles nog goed gaat. Wanneer een langdurige en zwaardere vorm van ondersteuning nodig is, kan budgetbeheer basis (betalen vaste lasten), budgetbeheer (altijd in combinatie met schuldbemiddeling) of beschermingsbewindvoering geadviseerd worden. Wanneer beschermingsbewindvoering wordt geadviseerd, kan de belanghebbende bij de rechtbank een verzoek hiervoor indienen. De rechter doet vervolgens uitspraak en kent de bewindvoering wel/niet toe. Niet altijd zullen Rotterdammers die een aanvraag bij de rechtbank indienen eerst bij de gemeente zijn langs geweest om te informeren of er andere mogelijkheden zijn. Ook de rechtbank toetst niet of belanghebbende bij gemeente heeft geïnformeerd of er een voor hem 12 De bewindvoerder beheert het geld en de goederen en is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het doen van aangifte bij de belasting. Bij budgetbeheer wordt alleen het inkomen beheert.