Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet

Vergelijkbare documenten
A. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been)

Anatomische terminologie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

3,7. Antwoorden door een scholier 706 woorden 15 april keer beoordeeld

voetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen

De beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt.

Wat is juist? Spec. Anat. en Fys. Path en Orthopedie. 1. Waarvan is de kuitbeenslagader een rechtstreekse aftakking?

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

3. Hoe worden spieren genoemd die een tegengestelde beweging veroorzaken?

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

Linea intermedia Labium externum. Incisura ischiadica major. Spina ischiadica Incisura ischiadica minor Ramus ossis ischii. Ramus inferior ossis pubis

1. BEKKENGORDEL EN HEUP

Geraamte vmbo-b12. banner. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Geraamte hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom.

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

Specifieke anatomie en fysiologie, pathologie en orthopedie

Geraamte vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Antwoorden bij het katern LICHAAMSMASSAGE

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

SPORTMASSAGE les 1 woensdag Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam

Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet.

Anatomie van de heup. j 1.1

Voet. Oriëntatiepunten van de voet 38. Voetrug en zijkanten van de voet 74. Voetskelet 42. Voetzool 82. Voetbeenderen 52. Ligamenten van de voet 88

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

Samenvatting Biologie H2


Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Spierstelsel onderbeen en voet

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no. 3 (pp )

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

Project kreupelheid bij vleesvarkens

Indicaties. Orthopedische schoenen

De uitdrukkingen profundus, internus, superficialis, externus worden gebruikt bij het herleiden naar de plaats van bv de spieren (vervoegingen)

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Samenvattingen. Samenvatting Thema 8: Stevigheid en beweging. Basisstof 1. Stevigheid bij dieren door:

200 soorten reuma. Voeten en reuma. Bewegingsapparaat. Oorzaken. Anatomie van de voet. Anatomie van de voet

voetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Knieblessure Anatomie van de knie meniscus kruisbanden

A. De dijbenen moeten het gewicht van de schedel, de romp en armen kunnen dragen, daarom zijn de dijbenen steviger dan de opperarmbenen

Massage: het lichaam. Het gespierde lichaam. Psychowerk

Ik en de maatschappij. Gezondheid

ENKEL TAPEN. InspanningLoont Uppsalalaan 3, 3584 CT Utrecht KvK: BTWnr: B01

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

Biologie. Quintie Beerens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

VGN immobilisatieprotocollen

KWALIFICATIEDOSSIER. Dierverzorging MODULE NIVEAU 3/4. Anatomie en fysiologie HOOFDSTUK 2. Het bewegingsstelsel

Bouw van een skeletspier

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

Biologie. Quintie Beerens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

2D/E. T5: Stevigheid en beweging.

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei Opgesteld door: Henny Leentvaar

1 e een anker op het onderbeen fig 5 2e anker op de voet

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL. DE NAMEN WAARMEE DE DELEN EN DE plaatsen van de beenderen worden aangeduid. Hoofdstuk III.

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum

Samenvatting Fysieke Ergonomie

De lenden vormen het onderste deel van de rug.

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Anatomie en karate-bewegen

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

BODY & POWER. Handboek Anatomie voor Fitness

3-dimensionale reflexologie

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder Anteflexie Retroflexie Abductie Adductie 46

DE ONDERLINGE SAMENHANGVAN DE beenderen en de structuur ertussen. Hoofdstuk IV.

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6

Patellofemoraal pijnsyndroom

Basisosteotomie MT 1 met kapselplastiek (standsverandering grote teen)

Bijscholing BorgInsole 1

Presentatie blessure preventie. John Klerkx

Auteur(s): E. Koes Titel: Over pronatie en overpronatie Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Sportmassage Theorie: samenvatting

Sportmassage Theorie: samenvatting

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 1 (pp. 9 32)

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

Samenvatting Biologie Boek 2: Je lichaam

HET BOT, ZIJN FUNCTIE EN DE VERSCHILLENDE soorten. Hoofdstuk I.

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp )

Samenvatting Biologie Thema 7 + 8

HET DIJBEEN. Hoofdstuk XXX

Transcriptie:

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet Het Skelet: Schedel Romp, bestaat uit: o Borstkas: 12 paar ribben/cotae: 7 paar ware ribben; 3 paar valse ribben; 2 paar zwevende ribben. o Borstbeen/Sternum: Handvat; Lichaam; Zwaardvormig aanhangsel. o Wervelkolom: 32 of 33 wervels: 7 halswervels, w.o. atlas/drager en draaier/axis 12 borstwervels; 5 lendenwervels/lumbale wervels; 5 heiligbeenwervels/os sacrum; 3 of 4 staartbeenwervels: zijn vergroeid tot het stuitbeen/staartbeen/os coccygis Schoudergordel: o Twee schouderbladen; aan de zijkant zit de kom van het schoudergewricht; o Twee sleutelbeenderen: verbinding tussen de schouderbladen en het borstbeen. Bovenste ledematen/armen: o Opperarmbeen; o Ellepijp; o Spaakbeen; o Hand: 27 beenderen in drie delen: Handwortel: 8 korte onregelmatig gevormde beentjes die samen het polsgewricht vormen; Middenhandsbeentjes: 5 pijpbeentjes, de middenhandsbeentjes; Vingers: 14 vingerkootjes, elke vinger 3, de duim heeft slechts 2 kootjes. De Bekkengordel, het bekken/pelvis, onderdeel van de onderste ledematen, vormt de verbinding tussen de romp en de benen. o Twee heupbeenderen: os coxae, samengroeiing darmbeen, schaambeen en zitbeen; o Heiligbeen: os sacrum; vergroeiing van vier of vijf heiligbeenwervels; o Staartbeen: os coccygis; vergroeiing van 3 of 4 wervels;

o Darmbeen: os illium; darmvleugel, darmbeenkam, voorste bovenste darmbeendoorn, voorste onderste darmbeendoorn (dienen voor spieraanhechting); o Schaambeen: os pubis, schaambeenderen zijn met elkaar verbonden d.m.v. vezelig kraakbeen, de symfyse of schaamvoeg; o Zitbeen: os ischii, de zitknobbels is een verdikte onderrand waaraan zich belangrijke spieren hechten. Onderste ledematen o bekken o knieschijf o benen: dijbeen: os femur; Scheenbeen: os tibia; Kuitbeen/os fibula; De Voet: De voetwortel: tarsus o hielbeen: os calcaneus; o sprongbeen: os talus; o scheepvormig been: os naviculaire; o teerlingbeen: os cuboideum; o drie wiggebeenderen: os cuneiformia I, II en III; De middenvoetsbeenderen: metatarsus o Ossa metatarsalia I/II/III/IV/IV Kop: caput metatarsale; Lichaam: corpus metatarsale; Basis: ossis metatarsale. De tenen: digiti o 14 teenleden/kootjes: phalangen; grote teen, 1 ste teen: hallux grondkootje/basiskootje; ligt proximaal; middenkootje; eindkootje: ligt distaal De voetbogen Mediale, laterale, voorvoet- en voetwortelboog.

DE GEWRICHTEN Enkelgewricht: - BSG (Bovenste SprongGewricht): articulatio talo cruralis - OSG (Onderste SprongGewricht): articulatio subtalaris - VSG (Voorste SprongGewricht): articulatio calcaneo naviculaire o Mediale enkelband: ligamentum deltoideum o Laterale enkelbanden: lig. talo fibulare o Dwarse enkelband: lig. transversum criris o Kruisband: lig. cruciatum criris o Hielbeen-scheepvormigbeenband: lig. calcaneo-naviculaire o Sprongbeen-scheepvormigbeenband: lig. talo-naviculaire

- Tabel banden enkelgewricht / voetgewrichten Enkelgewricht: VAN NAAR FUNCTIE Mediale enkelband /lig.deltoïdeum Laterale enkelband / lig.talo fibulare en lig. calcaneo navicularis Hielbeenscheepsbeenband / lig. calcaneunaviculare Sprongbeenscheepsbeenband / lig. talo-naviculare Binnenenkel (scheenbeen) en gaat waaiervormig naar Buitenenkel (kuitbeen) en gaat naar Plantair vanaf het tafelvormiguitsteeksel van het hielbeen Plantair van het sprongbeen naar Achterzijde en voorzijde sprongbeen,scheepsbeen en hielbeen Voorzijde- achterzijde van het sprongbeen en naar beneden het hielbeen Naar het scheepsbeen Het scheepvormig been Om de voet mediaal aan het onderbeen te verbinden en ter voorkoming van sterke zijwaartse bewegingen Om de voet lateraal aan het onderbeen te verbinden en ter voorkoming van sterke zijwaartse bewegingen Vult een ruimte op tussen hielbeen en scheepsbeen en bidet ondersteuning en een verend vlak aan het sprongbeenhoofd Ondersteuning van het talonaviculaire gewricht. Dwarse enkelband / lig. transversum cruris Rondom de enkel Verhoogt de spanning en druk in de enkel Kruisband / lig. cruciatum cruris Voetgewrichten: Voetzool peesblad / aponeurosis plantaris Buitenzijde hielbeen en buitenenekl Binnenenkel en mediale voetrand Extra versterking van de voetwortel in de breedte richting en houden de strekspieren op hun plaats Achterzijde hielbeen Basis van de tenen Belet de voet voor het doorzakken in de lengtebogen Lange voetzoolband / lig. plantaris longum Plantair aan hielbeenknobbel Basis 5 middenvoetsbeenderen Ondersteuning van de voetwortel in de lengte richting - TABEL BANDEN NAAM VAN NAAR FUNCTIE Heupgewricht: Darmbeen-dijbeenband Het darmbeen De tussendraaierslijn van het dijbeen Het dijbeen verbinden met de heup(beenderen) Zitbeen- dijbeenband Dijbeenhals Het zitbeen Het dijbeen verbinden met de heup(beenderen) Schaambeendijbeenband Het schaambeen De onderkant van de tussendraaierslijn van het dijbeen Het dijbeen verbinden met de heup(beenderen) Zona orbicularis Ringvormige band rondom de dijbeenhals het heupbeen Trekt de dijbeenkop stevig in de heupkom

Band van Poupart (LIESBAND) Voor-bovenste darmbeendoorn Schaambeenknobbel Houdt belangrijke bloedvaten die naar het been lopen op zijn plaats Kniegewricht: Voorste kruisband Dijbeen Scheenbeen Voorkomen van een te sterke draai in het kniegewricht Achterste kruisband Dijbeen Scheenbeen Voorkomen van een te sterke draai in het kniegewricht Dwarse knieband Tussen de meniscusschijven Verbindt beide meniscus met elkaar. Kniekuilband Achterzijde in de knie, laterale knobbel dijbeen Mediale bovenrand scheenbeen Overstrekking in het kniegewricht te remmen Collaterale banden Dijbeen/scheenbeen Dijbeen/kuitbeen Dijbeen mediaal en lateraal Scheenbeen en kuitbeen Bovenbeen met het onderbeen te verbinden Deze tabel is er voor om de gewrichten beter te leren/onthouden: TABEL GEWIRCHTEN NAAM GEVORMD DOOR BEWEGING Heupgewricht / articulatio coxae Heupkom, dijbeenkop = verbinding tussen heupbeen en bovenbeen. Het naar voren buigen/anteflexie en naar achteren strekken/retroflexie van het dijbeen vanuit het heupgewricht. Kniegewricht / art.genus Bovenste spronggewricht / Art.talo cruralis Onderste spronggewricht / a.subtalis/a.talo calcaneo navicularis Gewricht of lijn van Chopart Gewricht of lijn van Lisfranc Dijbeen, scheenbeen en kuitbeen, een verbinding d.m.v. van de meniscus. Onderzijde van het scheenbeen en kuitbeen met het bovenvlak van het sprongbeen. Samengestelde delen tussen onderzijde sprongbeen en bovenzijde hielbeen. Voorzijde sprongbeen met achterzijde scheepsbeen met het gewrichtsvlak tussen hielbeen en teerlingbeen. Is de gewrichtslijn tussen de voetwortel met de 5 middenvoetsbeenderen. Strekken en buigen van het onderbeen. Dorsaal en plantairflexie van de voet. Supineren/aanvoeren en proneren/afvoeren van de voorvoet. Hieraan gaat vooraf de inversie en eversie. Werkt mee aan de beweging in het onderste spronggewricht. Inwendige voetbuiging en spreiding. Het doorveren in de voetbogen.

Middenvoetteengewr. Metatarso-phalangeale gewr. Is de gewrichtslijn tussen de 5 kopjes v.d. middenvoets-beenderen met de basis van het 3 e teenkootje. Buigen en strekken van de tenen. Spreiden en sluiten van de tenen. Teengewrichten / Tussenkootjesgewr. Onderlinge verbinding tussen de teenkootjes. Buigen en strekken van de teen onderling tussen de teenkootjes.