Monitoring pilotprojecten. Platform Agrologistiek

Vergelijkbare documenten
Monitoring Pilotprojecten Agrologistiek

Wissenraet & Van Spaendonck. Vergelijking resultaatmeting AKK co-innovatie-programma s. Toegevoegde waarde varkensvleesketens

Inventarisatie van aanverwante agrologistieke projecten en initiatieven Rapportage bij database

Factsheets & notities Monitoring Pilotprojecten 2008 Bijlage bij hoofdrapport

Agrologistiek. Een goede vriend voor ondernemers met plannen

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Green Order voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars. Beschrijving & case

Tussentijdse beleidsevaluatie Visie Agrologistiek

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Benodigde capaciteit, middelen, faciliteiten en infrastructuur

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Beschrijving Energie Management Systeem

Model Stedelijke Distributie voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars. Beschrijving & case

SBIR Verduurzamen voedselproductie

Dialoog veehouderij Venray

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Sector- en keteninitiatieven

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan

Water. Landschap en Leefomgeving. Biobased economy

Energie Management Programma 3.B.2

Bantopa Terreinverkenning

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Agro Businessclub Westland

Samenvatting. Bereikbaarheid en concurrentiekracht - KiM 5

Plan van Aanpak CO 2 -reductieprogramma A. Hak Neutraal 2020

Energiebesparing koffieverpakkingen

SUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS!

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Green-Consultant - info@green-consultant.nl - Tel Triodos Bank NL17TRIO KvK BTW nummer NL B01 1

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten

Sector en keteninitiatieven

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

plan van aanpak Regioplan 2018 projectleider: Ronald Hessels datum: 5 juni 2018 versie: 02

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Presentatie 4 februari 2010

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland

ProRail de heer P. Eringa Postbus GA Utrecht

Strategische gebiedsontwikkeling vanuit energietransitie perspectief. Oktober 2016 Alliander

Loon- en maaibedrijf De Struunhoeve BV

SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Sector- en keteninitiatieven

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

CARBON FOOTPRINT Periode januari t/m juni 2016 Ploegmakers Groep BV

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Sector- en keteninitiatieven

Bestuursopdracht. Centrumvisie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

Van Esch Cultuur- en Civieltechniek

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30

Analyse Scope 3 CO 2 -emissies Van Dorp CO 2 Prestatieladder. Versie 1.3 summary

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in % CO 2 -reductie in 2016 ten

Ministerie van Economische Zaken

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

ID Aspect/invalshoek eisen

Beschrijving Energie Management Systeem

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Handboek CO2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2

Energie management Actieplan

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

Subsidies in de regio

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen

Voortgangsrapport Co2 prestatieladder 2017

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Deelnemers van Duurzame Leverancier streven naar een CO2-reductie van 20% in het jaar 2020 (t.o.v. 2010)

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

ENERGIE MANAGEMENT ACTIEPLAN 2016

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Regionale Samenwerking in de Zorg Van idee tot innovatie

Energiemanagementsysteem

1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering?

Innovatienetwerk Nieuwe Energie Systemen (INES) Kies voor slimme technologie en bespaar energie

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Corina den Besten Arnold Monshouwer

Het belang van ketenregie voor de verankering van logistieke stromen. Kevin Lyen

Helmonds Energieconvenant

Bedrijventerrein Isselt/Awest: op weg naar duurzame innovatie

Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten (Tussensegmenten) 2009 t/m 2011

Voortgangsrapport. Co2 prestatieladder Onderneming: Advies: Kwaliteitscontrole. Status: definitief Versie: 1.0 Datum:

Beknopte stijlgids, oktober Provincie Noord-Brabant

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN

Sector- en keteninitiatieven

Urgenda ESCo-project. Peter Odermatt

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2

Q Voortgang maatregelen gestelde reductiedoelstellingen scope 3. CO 2 -Prestatieladder VOORTGANGSRAPPORTAGE

Provinciale Staten VOORBLAD

Review CO2 reductiesysteem. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2

Innovatie in agrologistiek: De Lessons Learned uit 15 agrologistieke

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Transcriptie:

Monitoring pilotprojecten Platform Agrologistiek 2008 Uitgevoerd in opdracht van: Platform Agrologistiek Ministerie van LNV Nijmegen, januari 2009

Inhoudsopgave Blz. Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 Achtergrond onderzoek 3 Hoofdstuk 2 Aanpak en introductie projecten 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Introductie pilotprojecten 7 Hoofdstuk 3 Resultaten 10 3.1 Voortgang pilotprojecten 10 3.2 Kwantitatieve Effecten 13 3.3 Kwalitatieve effecten 17 3.4 Potentiële opschaling en kopieerbaarheid 20 3.5 Effecten samengevat 22 Hoofdstuk 4 Additionele bevindingen 24 4.1 Inleiding 24 4.2 Meerwaarde Platform Agrologistiek voor de pilotprojecten 24 4.3 Verbeterpunten rond de pilotprojecten 26 4.4 Nieuwe aangrijpingspunten 27 Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen 30 5.1 Conclusies 30 5.2 Aanbevelingen 32

Samenvatting Het Platform Agrologistiek voert activiteiten uit om de Visie Agrologistiek uit 2003 in de praktijk te brengen. De Visie Agrologistiek is opgebouwd rond drie pijlers: clusteren, verbinden en regisseren. Het Platform ondersteunt een aantal grote innovatieve pilotprojecten op het gebied van agrologistiek in Nederland. De ondersteuning kan bestaan uit het openen van deuren bij verschillende instanties, het aanbieden van kennis en ervaring, het beschikbaar stellen van informatie omtrent subsidies, technologieën, etc. In 2006 is een monitoringronde uitgevoerd om te bepalen wat de voortgang van de op dat moment 13 door het Platform geadopteerde pilotprojecten was. In de tussentijd hebben verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden, zijn een paar projecten tot een eind gekomen en zijn drie nieuwe projecten ontstaan. Daarom is een nieuwe monitoringronde uitgevoerd waarin 14 projecten zijn meegenomen. Figuur 0.1 Projecten in de monitoring Landelijk/Europees Florilog UnitNet Pilot Flora Holland Eelde Agriport A7 Groene Hoed/Mijn Boer Amsterdam Connecting Trade Betuwse Bloem Greenport Venlo/ Klavertje Vier Zuivelpark Hoogeveen Gezinsbedrijven plus Eiwit corridor A1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Kuijpers Kip Nieuw gemengd bedrijf Buck Consultants International 1

De monitoring wijst uit dat er in de meeste projecten vooruitgang is geboekt ten aanzien van 2006. Sommige projecten zijn een aantal fasen verder gekomen, sommige zijn tot werkelijke implementatie gebracht en andere zijn nog steeds in dezelfde (bijv. vergunningen) fase maar hebben daarbinnen wel stappen kunnen zetten. In termen van potentiële wegkilometerreductie is een potentieel geïdentificeerd van meer dan 5 miljoen wegkilometers op jaarbasis. De realisatie daarbinnen wordt ingeschat op ongeveer 2 miljoen op dit moment. In termen van CO2-reductie is opgeteld een potentieel van ongeveer 3500 ton geïdentificeerd op jaarbasis. Figuur 0.2 Realisatie en potentieel voorbeeldprojecten Realisatie Kwantitatief Realisatie 2 miljoen ritkilometers Potentieel Besparingspotentieel Voorbeeldprojecten 5 miljoen ritkilometer (Ton-)kilometer reductie CO2-emissie Voertuigbewegingen Energie Logistieke kostenbesparingen Kwalitatief Voorbeeldfunctie Ontwikkeling Opschaling Kopiëren Dierenwelzijn Voedselveiligheid Mate van Samenwerking Techniek/Technologie Kennisniveau Effecten op omgeving Kracht van het Concept Invloed op concurrentiekracht In kwalitatieve zin wijst de monitoring uit dat de rol van het Platform als positief wordt beschouwd door de pilotprojecten. Het openen van deuren en de etalagefunctie worden daarbij met name genoemd. Verbeterpunten die aangedragen worden zijn onder andere het intensiveren van de relatie tussen Platform en projecten, het explicieter vorm geven van de etalagefunctie en het (nog) beter ontsluiten van de schat aan informatie die binnen het netwerk beschikbaar is. Concluderend kan worden gezegd dat de monitoring uitwijst dat de pilotprojecten nog steeds een goed instrument zijn die de doelstellingen van het Platform helpen realiseren. De voortgang in bijna alle projecten dient als voorbeeld voor agrologistiek Nederland. De aanbevelingen in hoofdstuk 5 kunnen helpen om het effect van de pilotprojecten als instrument verder vorm te geven. Buck Consultants International 2

Hoofdstuk 1 Achtergrond onderzoek In 2006 heeft Buck Consultants International (BCI) een eerste monitoring traject uitgevoerd waarbij 13 pilotprojecten van het Platform Agrologistiek uitvoerig in kaart gebracht zijn in termen van projectdoelstellingen, projectpartners, beoogde resultaten, bereikte resultaten, geplande toekomstige activiteiten, succes- en faalfactoren, etc. De monitoringmethodiek is zodanig opgezet dat een periodieke update van de monitoring alsmede het toevoegen van eventuele nieuwe door het Platform ondersteunde projecten aan de monitoring goed mogelijk is. Het Platform Agrologistiek heeft BCI nu gevraagd om de bestaande pilotprojecten na een periode van ongeveer twee jaar opnieuw te beoordelen op hun voortgang. Naast de bestaande projecten zijn ook enkele nieuwe projecten beoordeeld op hun (potentiële) effecten: Amsterdam Connecting Trade (ACT) Florilog Greenport Betuwse Bloem Vanwege drie aanleidingen is er een behoefte bestaan aan een update van de monitoring. De eerste en tweede aanleiding zijn kwantitatief, c.q. zakelijk van aard en de derde kwalitatief. De derde aanleiding draait meer om de behoefte aan kennis over de emoties/drijfveren achter de projecttrekkers/leiders: Het rapporteren van voortgang van de projecten en de toegevoegde waarde van het Platform daarin. Het in kaart brengen van de drie nieuwe projecten in de monitoringstructuur. De doelstelling van het Platform om een meer doelgroepgerichte communicatiestrategie te gaan voeren waarin praktische projecten centraal staan (dit ook als input voor het campagnejaar 2009 het jaar van de agrologistiek. In het monitoring traject is daarnaast nadrukkelijk de relatie gelegd tussen pilotprojecten, massa maken en communicatie. Figuur 1.1 Relatie pilotprojecten, communicatie en massa maken Pilotprojecten Communicatie Massa maken Buck Consultants International 3

Leeswijzer In hoofdstuk 2 van deze rapportage wordt een introductie gegeven van de projecten. Daarnaast wordt de projectaanpak beschreven in termen van doelen, activiteiten en resultaten. Hoofdstuk 3 beschrijft de directe resultaten van de monitoring in kwantitatieve en kwalitatieve zin. In hoofdstuk 4 worden aanvullende bevindingen gepresenteerd, bijv. ten aanzien van de door de projecten ervaren rol van het Platform Agrologistiek. Hoofdstuk 5 tenslotte bevat de conclusies en aanbevelingen. Buck Consultants International 4

Hoofdstuk 2 Aanpak en introductie projecten 2.1 Inleiding Doelstelling Het beschreven onderzoek is gericht op het in kaart brengen van de voortgang van de projecten en de toegevoegde waarde van het Platform daarin. Doelstelling In dit onderzoek wordt (in lijn met de monitoring methodiek van 2006) de voortgang van bestaande projecten kwantitatief en kwalitatief in kaart gebracht. Tevens wordt een beschrijving gegeven van de drie nieuwe projecten in de monitoring structuur. Als laatste wordt aandacht besteed aan de doelstelling van het Platform om een meer doelgroepgerichte communicatiestrategie te gaan voeren met praktische projecten als centrale voorbeelden. Aanpak onderzoek In het monitoringrapport van 2006 is de aanpak ten aanzien van nulmeting van projecten, etc. uitgebreid beschreven. Daarvoor wordt dan ook naar dat rapport verwezen op de website: www.agrologistiek.nl. Voor de drie nieuwe projecten is de volledige aanpak doorlopen, incl. nulmeting, etc. waar relevant. Voor de projecten die nu voor de tweede keer in de monitoring opgenomen zijn is een update uitgevoerd door middel van een gesprek met de projecttrekker(s), aanvullende analyses waar nodig, het invullen van de factsheet en verwerking van de gegevens in de rapportage. Rol Platform Agrologistiek en de pilotprojecten Het Platform Agrologistiek kent sinds 2003 het begrip pilotprojecten (voorheen: A- statusprojecten). Deze pilotprojecten vervullen een voorbeeldfunctie en zijn een visitekaartje voor agrologistiek Nederland. Het Platform Agrologistiek heeft als doelstelling een bijdrage te leveren aan het verder ontwikkelen van een duurzame, innoverende en vervoersefficiënte agrologistiek, ten Buck Consultants International 5

behoeve van het behoud en de versterking van economisch krachtige en maatschappelijk verantwoorde agroketens. Deze algemene doelstelling wordt in de Visie Agrologistiek, die ten grondslag ligt aan de activiteiten van het Platform, vorm gegeven door drie pijlers te benoemen: Clusteren, Verbinden en Regisseren. 1 Clusteren: minder ruimtelijke versnippering en meer logistieke efficiency door clustering van agrobedrijven nabij logistieke ontsluitingen in agrarische bedrijventerreinen. 2 Verbinden: betere bereikbaarheid realiseren door het inzetten van o.a. spoor en binnenvaart voor vervoer van agrostromen. 3 Regisseren: agrostromen besturen, beheersen en organiseren, met als resultaat efficiencywinst, minder veterinaire risico s en verbetering van dierenwelzijn en voedselveiligheid. Figuur 2.1 Pijlers agrologistiek Clusteren Verbinden Regisseren Vanuit de Visie Agrologistiek wordt gestreefd naar een verduurzaming van agroketens, zowel economisch, maatschappelijk als ruimtelijk. Hierbij gaat het om het terugdringen van externe kosten (uitstoot, files, ruimtebeslag, etc.) en het verhogen van waardetoevoeging van de agroketens door innovatie en verduurzaming van transport, logistiek en de inrichting van agroketens. Hiertoe worden bedrijven samengevoegd, wordt gewerkt aan samenwerking en een verbetering van organisatie/regie in de agroketen ( Bron Tussentijdse beleidsevaluatie Platform Agrologistiek, 2007). De rol van de pilotprojecten binnen het Platform kan worden omschreven als: Het realiseren van systeeminnovaties in de sector door ondersteuning van agrologistieke projecten. Kennisontwikkeling en kennisuitwisseling rondom agrologistiek. Uitdragen van voorbeelden en ervaringen. Het Platform ondersteunt de pilotprojecten door haar netwerk en het mobiliseren van contactpersonen die bijvoorbeeld als ambassadeur kunnen optreden. Een veel gehoorde opmerking vanuit de projecten zelf is dat het Platform Agrologistiek deuren kan openen en processen kan versnellen. Buck Consultants International 6

2.2 Introductie pilotprojecten De huidige pilotprojecten zijn: Tabel 2.1 Beschrijving Pilotprojecten Projectnaam Korte beschrijving 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Project gericht op ontwikkeling van een industrieel ecosysteem waarin bedrijven gebruik maken van elkaars reststromen. 2 Zuivelpark Hoogeveen Clustering van verschillende stappen uit de zuivel productieketen op één locatie. 3 Flora Holland Eelde Optimalisatie van aan- en afvoer van florastromen rondom het complex in Eelde. 4 Eiwitcorridor A1 Koepelproject gericht op optimalisatie van eiwitketens rond de A1. 5 Agriport A7 Clustering van groenteketen in de Wieringermeer. 6 Gezinsbedrijf plus Clustering van 6 varkensbedrijven op één locatie in Overijssel. 7 Greenport Venlo/Klavertje Vier Ruimtelijke ontwikkeling van agro-activiteiten op vier verbonden terreinen in Venlo. 8 Kuijpers Kip Clustering van schakels uit de pluimveeketen op één locatie. 9 Nieuw Gemengd bedrijf Opzet van een cluster van verschillende agrobedrijven die middels een kringloop van stofstromen met elkaar verbonden zijn. 10 Groene Hoed/ Mijn Boer Project gericht op het opzetten van een korte regionale voedselketen waarin regionale agroproducten direct van het land de keuken/winkel in gaan. 11 UnitNet Initiatief gericht op samenwerking tussen vervoersmodaliteiten, specifiek gericht op de distributie van fruitproducten op het traject van Spanje naar Nederland en verder. 12 Amsterdam Connecting Trade (ACT) ACT is een gebiedsvisie met daaraan gekoppeld een uitvoeringsorganisatie gericht op het verbeteren van de efficiëntie in en van de multimodale logistieke knoop in de Schipholregio waarbij een koppeling gelegd wordt met greenports (o.a. Aalsmeer) 13 Florilog Florilog is een programma gericht op het verbeteren van sierteeltlogistiek door o.a. bevorderen van transparantie, standaardisering en verbeteren van infrastructuur en systemen bij verschillende ketenpartijen. 14 Greenport Betuwse Bloem Ondernemersplatform en een kernteam die voor vijf tuinbouwclusters projecten en samenwerking in regio Betuwe/ Arnhem faciliteren op verschillende schaalniveaus met daarbij specifieke aandacht voor agrologistiek, energie, scholing. Buck Consultants International 7

Onderstaande figuur laat de spreiding van de projecten over Nederland zien. Figuur 2.2 Agrologistieke projecten in kaart Landelijk/Europees Florilog UnitNet Pilot Flora Holland Eelde Agriport A7 Groene Hoed/Mijn Boer Amsterdam Connecting Trade Betuwse Bloem Greenport Venlo/ Klavertje Vier Zuivelpark Hoogeveen Gezinsbedrijven plus Eiwit corridor A1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Kuijpers Kip Nieuw gemengd bedrijf De verschillende pilotprojecten liggen verspreid in Nederland. Florilog en UnitNet kennen een (potentieel) landelijke toepassing en zijn daarom minder locatiegebonden. Daarnaast zijn Greenport Venlo/Klavertje Vier, ACT, Eiwitcorridor A1 en Greenport Betuwse Bloem in meer of mindere mate gericht op regionale ontwikkeling. De verschillende projecten zijn als volgt te categoriseren: Tabel 2.2 Categorieën projecten Projectnaam Greenport Venlo/Klavertje Vier Agriport A7 Greenport Betuwse Bloem Amsterdam Connecting Trade Gezinsbedrijf Plus Kuijpers Kip UnitNet Flora-Holland Eelde Eiwitcorridor A1 Groene Hoed/Mijn Boer Florilog Zuivelpark Hoogeveen Bedrijvencluster Zuid-Groningen Nieuw Gemengd Bedrijf Categorie Regionale gebiedsontwikkeling Regionale Gebiedsontwikkeling Regionale Gebiedsontwikkeling Regionale Gebiedsontwikkeling Intensieve Veehouderij Intensieve Veehouderij Samenwerking Modaliteiten Bundelingsproject Regionaal innovatieprogramma Lokale keten Standaardisering Bedrijfsclustering Bedrijfsclustering Bedrijfsclustering Buck Consultants International 8

Onderstaande tabel geeft de status van de verschillende projecten weer: Tabel 2.3 Fasering projecten Projectnaam Fase Platform 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Afgerond 2 Zuivelpark Hoogeveen Afgerond 3 Flora Holland Eelde Afgerond 4 Eiwitcorridor A1 Doorlopend 5 Agriport A7 Doorlopend 6 Gezinsbedrijf plus Doorlopend 7 Greenport Venlo/Klavertje vier Doorlopend 8 Kuijpers Kip Doorlopend 9 Nieuw Gemengd bedrijf Doorlopend 10 Groene Hoed/ Mijn Boer Doorlopend in andere vorm 1) 11 UnitNet Doorlopend in andere vorm 2) 12 Amsterdam Connecting Trade Nieuw 13 Florilog Nieuw 14 Greenport Betuwse Bloem Nieuw 1) Groene Hoed heeft vorm gekregen in het Mijn Boer/Marqt concept dat inmiddels volop in implementatie is. 2) UnitNet kent een vervolg waarin concreet gewerkt wordt aan intermodale verbindingen voor fruitlogistiek tussen Nederland en de retail in het achterland. Drie projecten zijn, als pilotproject, afgerond. De concepten zijn onderzocht en geïmplementeerd en de effecten ervan worden tot op de dag van vandaag gerealiseerd. Als project bestaan ze niet meer en zijn ze opgenomen in de dagelijkse praktijk. De drie laatst genoemde projecten zijn, zoals eerder aangegeven, nieuw ten opzichte van 2006. Deze zijn nu volledig in de monitoring opgenomen. De overige projecten zijn als pilotproject doorgelopen vanaf 2006. Groene Hoed/Mijn Boer en UnitNet zijn van organisatie/aard veranderd, maar bestaan nog steeds als project. De volgende projecten waren in 2006 nog wel in de monitoring opgenomen maar in 2008 niet meer: CheckTrade ( destijds reeds afgerond) Fresh Logistics Network (gestopt) Buck Consultants International 9

Hoofdstuk 3 Resultaten In dit hoofdstuk worden de directe resultaten van de monitoring weergegeven. Paragraaf 3.1 gaat in op de voortgang van de projecten ten opzichte van 2006. In paragraaf 3.2 worden de kwantitatieve (potentiële) resultaten per project weergegeven, met daarbij een projectie naar de toekomst. In paragraaf 3.3 worden de kwalitatieve (potentiële) effecten van de projecten gerapporteerd. Paragraaf 3.4 gaat in op de potentiële opschaling en kopieerbaarheid van de concepten uit de pilotprojecten. 3.1 Voortgang pilotprojecten Situatie 2006 11 van de 13 projecten uit de monitoring in 2006 zijn ook in de nieuwe monitoringronde opgenomen. Samengevat was in 2006 de situatie van deze projecten te beschrijven als: De drie intensieve veehouderij projecten (Gezinsbedrijf Plus, Nieuw Gemengd Bedrijf en Kuijpers Kip) waren in een fase waarin met name het technische gedeelte uitgewerkt werd. Bij Groene Hoed en UnitNet was men actief met het opzetten van de organisatie. Het Eiwitcorridor A1 programma en Flora Holland Eelde waren begonnen met uitvoering van pilots. Greenport Venlo/Klavertje Vier was vooral gericht op het opzetten van een gebiedsvisie en bijpassende organisatie. De projecten Zuivelpark Hoogeveen en Bedrijvencluster Zuid-Groningen waren volop in implementatie en zelfs als project reeds grotendeels afgerond. Binnen Agriport A7 was Hiemstra BV verhuisd en werden tuinbouwbedrijven aangetrokken voor invulling van het gebied van Fase1. Dit project was gereed voor opschaling. Buck Consultants International 10

Situatie 2008 De situatie van de projecten in 2008 kan als volgt worden samengevat: Verschillende projecten liggen tegen de pilotfase aan. Het gaat hierbij met name om projecten in de intensieve veehouderij waarbij vergunningen en aangepaste bestemmingsplannen noodzakelijk zijn (Kuijpers Kip, Nieuw Gemengd Bedrijf, Gezinsbedrijf Plus). De projecten Bedrijvencluster Zuid-Groningen, Flora-Holland Eelde en Zuivelpark Hoogeveen zijn afgerond. Bij Agriport A7 is het terrein van de eerste fase officieel geopend en zijn de eerste tuinbouwbedrijven operationeel. Groene Hoed/Mijnboer is van een concept gegroeid naar een daadwerkelijke commerciële onderneming in de vorm van Mijnboer. Greenport Betuwse Bloem, ACT en Florilog zijn nieuwe projecten waarbij de pilots ontwikkeld worden. Delen van het concept van UnitNet worden opgepakt door de markt maar als zodanig heeft het project UnitNet niet de gewenste voortgang geboekt. Bij Greenport Venlo/Klavertje Vier heeft men een businessplan en masterplan opgesteld en na goedkeuring kan de uitvoeringsorganisatie worden opgestart. De verschuiving van projecten van 2006 naar 2008 in de projectlevenscyclus wordt in onderstaande figuur geïllustreerd: Figuur 3.1 Voortgang projecten In onderstaande tabel wordt de voortgang van de individuele projecten nogmaals weergegeven: Buck Consultants International 11

Tabel 3.1 Voortgang individuele projecten 2008 Projectnaam Individuele voortgang 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Project is afgerond 2 Zuivelpark Hoogeveen Project is afgerond, mogelijke opschaling 3 Flora Holland Eelde Pilot is afgerond 4 Eiwitcorridor A1 Pilots afgerond en in uitvoering, men kijkt naar nieuwe initiatieven 5 Agriport A7 Realisatie fase 1, voortgang opschaling 6 Gezinsbedrijf plus Bestemmingsplanfase, 7 Greenport Venlo/Klavertje Vier Meerjarenplan, start bouw 8 Kuijpers Kip Bestemmingsplanfase, vergunningsfase, 9 Nieuw Gemengd bedrijf Bestemmingsplanfase, vergunningsfase, 10 Groene Hoed/Mijn Boer Start Mijn Boer organisatie in 2008 11 UnitNet Weinig voortgang, wel inbedding concept in Fresh Corridor, Markt pakt concept deels op 12 Amsterdam Connecting Trade Nieuw project, verdere uitwerking gebiedsontwikkeling 13 Florilog Kissit voorloper, Florilog wordt nu verder ontwikkeld 14 Greenport Betuwse Bloem Visievorming en organisatie staan, opstart deelprojecten in clusters In vergelijking met 2006 hebben bijna alle projecten dus voortgang geboekt. Van een groot aantal projecten is een doorbraak te verwachten in 2009/2010. Daarnaast zijn er enkele meerjaren projecten die langer de tijd nodig hebben om tot daadwerkelijke implementatie (pilot of brede toepassing) te komen. Hieronder worden de planningen van de individuele projecten ten aanzien van vervolgstappen in de komende periode weergegeven. Dit is gebaseerd op de interviews met de projectleiders en dus gebaseerd op de plannen van de projecten zelf. Tabel 3.2 Verwachting voortgang 2009-2010 Projectnaam Individuele voortgang 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Afgerond in 2007 2 Zuivelpark Hoogeveen Mogelijke opschaling (volumes) in 2009/2010 3 Flora Holland Eelde Afgerond in 2007 4 Eiwitcorridor A1 Voortgang deelprojecten, enkele nieuwe initiatieven 5 Agriport A7 Realisatie fase 2 vanaf 2009 6 Gezinsbedrijf plus Start verwachte bouw en bedrijfsvoering in 2009 7 Greenport Venlo/ Klavertje Vier Ontwikkeling eerste terreinen in 2009 8 Kuijpers Kip 2009 start bouw 9 Nieuw Gemengd bedrijf 2009 start bouw 10 Groene Hoed/Mijn Boer Professionalisering en opschaling in 2009 11 UnitNet inbedding concept in Fresh Corridor, markt pakt concept deels op; verwachte opschaling intermodale stromen richting achterland. 12 Amsterdam Connecting Trade Verdere uitwerking gebiedsontwikkeling 13 Florilog Uitvoering vanaf 2009/2010 14 Greenport Betuwse Bloem Start uitvoering deelprojecten in clusters Buck Consultants International 12

3.2 Kwantitatieve Effecten Bij de monitoring staan de volgende directe kwantitatieve effecten centraal: (Ton-)kilometer reductie CO 2 -emissie Voertuigbewegingen Energie Logistieke kostenbesparingen Doordat de projecten nogal van aard verschillen en ook de beschikbare informatie per project van verschillend niveau is zijn niet alle bovenstaande effecten voor alle projecten bepaald. Dit komt overeen met de situatie in 2006. De effectbepaling heeft plaatsgevonden op basis van verschillende bronnen: Primair: kwantitatieve input van de projecten zelf (data, berekeningen, etc.). Inschattingen van projectleiders. Berekeningen en inschattingen van BCI. De uiteindelijk gerapporteerde effecten zijn door BCI afgestemd met de projecten. Hieronder worden de effecten per categorie weergegeven: Effecten kilometerreductie en CO 2 -besparing In de onderstaande tabel zijn de potentiële effecten op kilometer- en CO 2 -besparing weergegeven. In veel gevallen wijken de cijfers niet af van de eerdere nulmeting. Naast de afgeronde projecten hebben Agriport A7, Groene Hoed/Mijn Boer en Eiwitcorridor A1 daadwerkelijke effecten gerealiseerd. Het maximum potentieel is daarbij over het algemeen nog niet gehaald omdat de projecten nog niet de maximale capaciteit hebben bereikt. Naar verwachting zal een aantal projecten (Gezinsbedrijf Plus, Kuijpers Kip, Nieuw Gemengd Bedrijf, Groene Hoed/Mijn Boer) in de komende twee jaren in de praktijk worden gebracht en daarmee besparingen realiseren. Greenport Venlo / Klavertje Vier, Greenport Betuwse Bloem, ACT en Florilog zullen naar verwachting op middellange en lange termijn bijdragen aan directe effecten. Daarbij wordt gedacht aan een termijn van 3 tot 5 jaren. Eiwitcorridor A1 draagt met name bij aan innovatiedoelstellingen op het gebied van duurzame energie, productontwikkeling en de uitvoering van pilots. Buck Consultants International 13

Tabel 3.3 Kilometerreductie en CO 2 Besparing Besparing Projectnaam Kilometers/jaar X 1000 Besparing % Besparing ton CO 2 per jaar 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen¹ ) 1.200 20 780 4) 2 Zuivelpark Hoogeveen¹ ) NB 5 3 Flora Holland Eelde¹ ) 206 15 134 4 Eiwitcorridor A1 86. 15 75 5 Agriport A7² ) 25 7 10³) 222 6 Gezinsbedrijf plus¹ ) 77 60 49 7 Greenport Venlo/ Klavertje Vier² ) Nb Nb Nb 8 Kuijpers Kip¹ ) 543 69 471 9 Nieuw Gemengd bedrijf¹ ) 100 7 96 10 Groene Hoed/Mijnboer Nb 45-60 5) Nb 11 UnitNet¹ ) >20.000 90 (weg) Nb 12 Amsterdam Connecting Trade² ) Nb Nb Nb 13 Florilog 5-15 14 Greenport Betuwse Bloem² ) Nb Nb Nb 1) Bron op basis van monitoring 2006 waarvan concept en berekening niet veranderd zijn. 2) Projecten zijn nog volop in ontwikkeling en van zulke grootte dat daarvan niet te zeggen is wat de directe kwantitatieve effecten zijn. 3) Bij Agriport A7 is een inschatting gemaakt van de effecten op het bedrijf Hiemsta BV 4) De CO 2 -besparingen van Bedrijvencluster Zuid-Groningen zijn gebaseerd op berekeningen van het project zelf. De berekeningen zijn niet aan BCI ter beschikking gesteld en bevatten ook besparingen door andere dan logistieke effecten. 5) Tot 95% internationaal Opmerkingen die gemaakt moeten worden bij de tabel zijn: De cijfers hebben slechts betrekking op de logistieke component van de betreffende projecten. Veel projecten hebben daarnaast ook onderdelen die zich richten op bijv. energiebesparing in de productie, mestverwerking, etc. Deze effecten zijn niet meegenomen in de berekeningen. Ingeschat wordt dat de effecten inclusief deze niet logistieke effecten een veelvoud zullen zijn van de hier gepresenteerde cijfers. De tabel is bijna gelijk aan die van 2006. Dit wil niet zeggen dat er niets gebeurd is. Zoals aangegeven zijn veel projecten stappen verder gekomen. De tabel presenteert echter slechts de berekende potentie. Deze is niet wezenlijk veranderd voor de meeste projecten aangezien de aard van de projecten nog steeds hetzelfde is. Inclusief de niet te berekenen effecten (geen informatie beschikbaar, concept nog niet uitgekristalliseerd) wordt ingeschat dat de totale potentiële effecten op jaarbasis nu >5 miljoen wegkilometers bedragen. In termen van CO 2 -reductie wordt dit potentieel ingeschat op ongeveer 3500 ton. De realisatie van effecten op dit moment wordt ingeschat op ongeveer 2 miljoen wegkilometers. Dit komt met name voor rekening van Agriport A7, Groene Hoed/Mijnboer), Eiwitcorridor A1, Flora Holland Eelde, Bedrijvencluster Zuid-Groningen en Zuivelpark Hoogeveen (DOC Kaas). Buck Consultants International 14

Figuur 3.2 Realisatie en potentieel voorbeeldprojecten Realisatie Kwantitatief Realisatie 2 miljoen ritkilometers Potentieel Besparingspotentieel Voorbeeldprojecten 5 miljoen ritkilometer (Ton-)kilometer reductie CO2-emissie Voertuigbewegingen Energie Logistieke kostenbesparingen Kwalitatief Voorbeeldfunctie Ontwikkeling Opschaling Kopiëren Dierenwelzijn Voedselveiligheid Mate van Samenwerking Techniek/Technologie Kennisniveau Effecten op omgeving Kracht van het Concept Invloed op concurrentiekracht Toelichting individuele projecten Van de regionale gebiedsontwikkelingsprojecten ACT, Greenport Venlo/Klavertje Vier en Agriport A7 is op dit moment door fasering, omvang en complexiteit van stromen geen kwantitatieve inschatting te maken. Veel bedrijven moeten zich nog vestigen op deze terreinen. Wel kan gezegd worden dat de projecten leiden tot efficiency op gebied van logistiek en energieverbruik in de keten. Op lokaal niveau kan dit type project tot méér goederenstromen leiden door ontwikkeling van bedrijventerreinen en teeltgebieden. Greenport Venlo/Klavertje vier en ACT voorzien daarbij in infrastructuur voor multimodale afhandeling van stromen. Primair zijn deze projecten niet gericht op transportbesparing maar op regionale gebiedsontwikkeling waarbij wel de logistieke impact integraal wordt meegenomen in de ontwikkeling. Doordat deze drie projecten energie en duurzaamheid als kernthema s in de programma s hebben opgenomen leiden ze tot een aanzienlijke CO 2 besparing. Een inschatting van BCI is dat de projecten tenminste leiden tot een energie besparing van 20-30% per m2 op bestaande tuinbouwkassen. Daarnaast is waarschijnlijk sprake van productieverhoging (verhoging output en efficiency). Juist de nieuwe projectlocaties als Agriport A7, Greenport Venlo/Klavertje Vier en ACT bieden ruimte voor nieuwe energiebesparende maatregelen. Tevens heeft ACT veel potentieel wanneer het multimodale gedeelte volledig wordt ontwikkeld. De intensieve veehouderij projecten hebben nog niet geleid tot kwantitatieve effecten doordat men in de vergunning- en bestemmingsplanfase is. Voor de overige projecten geldt: Florilog heeft een groot potentieel om het aantal voertuigbewegingen en tonkilometers te verminderen. Met het invoeren van nieuwe standaarden, het verbeteren van communicatie en het in kaart brengen van locaties voor een groot deel van de sierteeltsector zijn aanzienlijke besparingen te realiseren. Met meer dan 8 miljoen (2007) verwerkte stapelwagens en Deense containers waarop dit project gefaseerd betrekking heeft, is het potentieel aan besparing zeer groot. Het project Greenport Betuwse Bloem heeft potentieel maar de exacte plannen zijn nog niet bekend, Buck Consultants International 15

Effecten op Regionale economie In tabel 3.4 is een inschatting gegeven van de verwachte effecten op energiebesparing en regionale economie. Tabel 3.4 Effecten energie en regionale economie Energiebesparing¹ Economie² ) of gerealiseerd Regionale Projectnaam 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen +++ +/++ Gerealiseerd 2 Zuivelpark Hoogeveen +++ +++ Gerealiseerd 3 Flora Holland Eelde + + Pilot gerealiseerd opschaling niet 4 Eiwitcorridor A1 ++ ++ Deels gerealiseerd 5 Agriport A7 ++ +++ Gerealiseerd, met opschaling 6 Gezinsbedrijf plus + + Potentieel 7 Greenport Venlo/ Klavertje Vier +++ +++ Potentieel 8 Kuijpers Kip ++ ++ Potentieel 9 Nieuw Gemengd bedrijf +++ ++ Potentieel 10 Groene Hoed/Mijn Boer + +/++ Deels gerealiseerd 11 UnitNet + +/++ Niet gerealiseerd 12 Amsterdam Connecting Trade + +++ Potentieel 13 Florilog + ++/+++ Potentieel 14 Greenport Betuwse Bloem ++ ++ Potentieel 1) Energiebesparing voor verwarming, productieproces, etc. (exclusief transportbesparing) 2) Dit heeft betrekking op het potentiële effect op de regio (werkgelegenheid, financiële stromen) met: +++ Groot regionaal effect ++ Middelgroot Regionaal effect + Klein regionaal effect De effecten van ACT, Greenport Venlo/Klavertje Vier en Agriport A7 op de regionale economie en de agrosector zijn het grootst. Hierbij wordt met name gekeken naar potentiële werkgelegenheid, economische opbrengsten voor een regio, etc. Andere projecten zijn wellicht technologisch veel innovatiever maar hebben op de regio minder effect (geen waardeoordeel). Ten opzichte van 2006 zijn de potentiële effecten bij bestaande projecten op de regionale economie niet ingrijpend veranderd. Bij verschillende projecten vormt duurzame energie een belangrijke peiler in de ontwikkeling. Buck Consultants International 16

Figuur 3.3 Effecten op regionale economie 3.3 Kwalitatieve effecten In de monitoring van directe kwalitatieve effecten zijn meegenomen: Dierenwelzijn Voedselveiligheid Mate van Samenwerking Techniek/Technologie Kennisniveau Effecten op omgeving Kracht van het Concept Invloed op concurrentiekracht Bij het in kaart brengen van de kwalitatieve effecten is naast de gevoerde gesprekken met de projectleiders tevens deskresearch uitgevoerd naar de verschillende deelthema s. Effecten op dierenwelzijn en voedselveiligheid De verschillende projecten zijn niet primair gefocust op voedselveiligheid of dierenwelzijn. Toch heeft een aantal projecten een directe invloed hierop. Het project Kuijpers Kip kan het aantal diertransporten terugbrengen doordat dieren niet meer vervoerd worden en op locatie worden geslacht. Het project kent anderzijds veel weerstand omdat sprake is van intensieve veehouderij en schaalvergroting, waarbij ook sprake kan zijn van negatieve effecten Buck Consultants International 17

op dierenwelzijn. Binnen Eiwitcorridor A1 worden technieken ontwikkeld die leiden tot een verbeterd dierenwelzijn, bijvoorbeeld in de vleesproductie. Gezinsbedrijven plus is in eerste instantie gericht op clustering van varkensbedrijven waarbij men voldoet aan de nieuwste eisen rondom dierenwelzijn. Bij de projecten Zuivelpark Hoogeveen en Bedrijvencluster Zuid-Groningen worden nieuwe productiemethoden toegepast die voedselveiligheid ten goede komen. Wederom zijn dit niet de primaire doelstellingen van de projecten maar wel een positieve bijwerking. Bij Groene Hoed/Mijn Boer wordt gericht ingezet op het verbeteren van het aanbod en de kwaliteit van producten en consumentbinding. Als voorbeeld worden bij Mijnboer regionale producten en oude variëteiten ge(her)introduceerd waarbij gekeken wordt naar smaak in plaats van opbrengst. Ook hier wordt direct rekening gehouden met dierenwelzijn en voedselveiligheid. Effecten op technologie Veel projecten zijn gericht op clustering en passen daarbij moderne technologie toe. Hierbij is gedeeltelijk sprake van innovatie. De technologische ontwikkelingen zijn verder met name gericht op energiebesparing of het verbeteren van het productieproces. Florilog en Eiwitcorridor A1 ontwikkelen (mede) technologie/ketenstandaarden. Greenport Venlo/Klavertje Vier zet daarnaast sterk in op duurzame gebiedsontwikkeling. Bij Greenport Venlo/Klavertje Vier wordt bijvoorbeeld sterk ingezet op het cradle to cradle principe waarbij afvalwater ter plaatse gerecycled wordt. Bij Agriport A7 worden door enkele ondernemers nieuwe duurzame kassen gebouwd met een energiebesparing van 40% en wordt energie opgewekt doormiddel van een warmtekrachtkoppeling (WKK). Tabel 3.5 Effect op Technologie Projectnaam Effect op Technologie 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Toepassing modernste technologie voor gelatine fabriek, gebruik restwarmte naastliggende bedrijven 2 Zuivelpark Hoogeveen Toepassing modernste technologie voor productie van zuivelproducten 3 Flora Holland Eelde Toepassing planningssystemen 4 Eiwitcorridor A1 Ontwikkeling technologie voor o.a. valorisatie eiwitproducten, bio-energiecentrale en de pluimveesector 5 Agriport A7 Toepassing modernste technologie (o.a. WKK, energiearme kas) 6 Gezinsbedrijf Plus Toepassing modernste technologie varkenshouderij 7 Greenport Venlo/Klavertje Vier Ontwikkeling en toepassing nieuwste duurzame gebiedsontwikkeling ideeën (WKK, energie-uitwisseling) 8 Kuijpers Kip Ontwikkeling nieuwe technologie van broederij tot verwerking van kip + toepassing moderne technologie 9 Nieuw Gemengd Bedrijf Ontwikkeling nieuwe biocentrale technologie + toepassing moderne technologie 10 Groene Hoed/Mijnboer Ontwikkeling kwaliteitssystemen, informatiesystemen regionale keten 11 UnitNet NB 12 Amsterdam Connecting Trade Ontwikkeling gebruik hst voor vervoer van versproducten 13 Florilog Ontwikkeling nieuwe ketenstandaarden 14 Greenport Betuwse Bloem NB Buck Consultants International 18

Effecten op samenwerking In feite dragen alle projecten bij aan samenwerking, op clusterniveau dan wel in de keten. Dit onderbouwt de aandacht voor procesmanagement en soms de behoefte aan een onafhankelijke partij. Het creëren van draagvlak en enthousiasmeren van partijen is cruciaal in de realisatie. Daarnaast zal men vaak met lokale overheden moeten samenwerken. Een voorbeeld van deze samenwerking vindt plaats in Eiwitcorridor A1 waarbij door samenwerking met de medische sector nieuwe productietechnieken worden ontwikkeld. Tabel 3.6 Effect op Samenwerking Project Effect op Samenwerking 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Synergievoordelen omliggende bedrijven 2 Zuivelpark Hoogeveen Realisatie Zuivelpark 3 Flora Holland Eelde Bundeling 4 Eiwitcorridor A1 Diverse samenwerkingsprojecten in ontwikkeling technologie en implementatie 5 Agriport A7 Clustering van bedrijven, ketensamenwerking 6 Gezinsbedrijf plus Deels gezamenlijk ondernemerschap van bedrijven 7 Greenport Venlo/ Klavertje Vier Regionale samenwerking 8 Kuijpers Kip Samenwerking met omliggende bedrijven, Korte keten 9 Nieuw Gemengd bedrijf Samenwerking met omliggende bedrijven, Korte keten 10 Groene Hoed/Mijnboer Intensieve samenwerking boeren en retailers/horeca 11 UnitNet Samenwerking tussen modaliteiten 12 Amsterdam Connecting Trade Regionale samenwerking 13 Florilog Samenwerking/ draagvlak ketenpartijen sierteeltsector 14 Greenport Betuwse Bloem Regionale samenwerking, Clustersamenwerking Figuur 3.4 Effectmatrix projecten op Technologie, Kennis en Samenwerking Buck Consultants International 19

Schaaleffecten en innovatiegraad In tabel 3.10 is door BCI een inschatting gemaakt van de innovatiegraad van de verschillende projecten. Met name de concepten Kuijpers Kip, Nieuw Gemengd Bedrijf, Eiwitcorridor A1 en Greenport Venlo/Klavertje Vier scoren daarbij hoog. Dit komt mede door een combinatie van nieuwe logistieke concepten en nieuwe technieken. De projecten die minder hoog scoren zijn veelal gericht op het toepassen van bestaande concepten in een nieuwe sector of omgeving. Qua schaalgrootte van effecten scoren Agriport A7, Florilog, ACT, Betuwse Bloem en Klavertje Vier Greenport Venlo/Klavertje Vier zeer hoog. Concluderend kan gezegd worden dat de voorbeeldprojecten zeker voldoende innovatief zijn en dat de effecten het bedrijfsniveau veelal overstijgen tot op regionaal niveau. Tabel 3.7 Thema s schaaleffecten en innovatiegraad Projectnaam Belangrijkste thema Schaal directe effecten¹ ) Innovatiegraad² ) 1 Bedrijvencluster Zuid- Clustering Bedrijfsvernieuwing ** Groningen 2 Zuivelpark Hoogeveen Clustering Bedrijfsvernieuwing ** 3 Flora Holland Eelde Bundeling Pilot * 4 Eiwitcorridor A1 Innovatie Programma/ projectorganisatie *** 5 Agriport A7 Clustering Groot cluster van bedrijven * 6 Gezinsbedrijf plus Clustering Cluster van bedrijven ** 7 Greenport Venlo/ Klavertje Gebiedsontwikkeling Regio *** Vier 8 Kuijpers Kip Clustering Bedrijf/ Cluster van bedrijf *** 9 Nieuw Gemengd bedrijf Clustering Cluster van bedrijven *** 10 Groene Hoed/Mijnboer Verbinden ketenpartijen Ketenpartijen ** 11 UnitNet Verbinden modaliteiten Ketenpartijen * 12 Amsterdam Connecting Gebiedsontwikkeling Regio ** Trade 13 Florilog Verbinden ketenpartijen Sierteeltsector ** 14 Greenport Betuwse Bloem Clustering Regio * 1) Schaal van directe effecten: schaal van omgeving waaraan een project een belangrijke bijdrage levert op gebied van transportbewegingen, CO2 uitstoot, arbeid. 2) Innovatiegraad: mate waarin project nieuwe concepten of technieken toepast (inschatting adviseurs): * = bestaande concepten in nieuwe situatie, ** = nieuwe concepten en technieken, *** = verdergaande innovaties 3.4 Potentiële opschaling en kopieerbaarheid In de monitoring is met betrekking tot de toekomst van de projecten gekeken naar: Buck Consultants International 20

Opschaalbaarheid Kopieerbaarheid Organisatie en bottlenecks Gekeken naar de mogelijke opschaling en kopieerbaarheid dan blijkt dat veel projecten voorzien in opschaling (vergroten volumes, uitbreiding aantal deelnemers, etc.) op middellange of lange termijn. De potentiële kopieerbaarheid (toepassing van hetzelfde concept in een andere regio, keten, bedrijf, etc.) is aanwezig maar vaak op langere termijn. Op korte termijn is de potentie voor met name kopieerbaarheid gering omdat maar weinig marktpartijen een dergelijke ingrijpende vernieuwing kunnen realiseren: kostentechnisch maar ook qua tijdsinvestering. Hierbij moet worden aangetekend dat de pilotprojecten stuk voor stuk omvangrijke en ingrijpende concepten betreffen die zelf al een lange doorlooptijd hebben en waardoor het kopiëren ervan ook niet heel snel zal plaatsvinden. Hierop wordt in Hoofdstuk 5 verder ingegaan. Tabel 3.8 Potentiële opschaling en kopieerbaarheid Projectnaam Potentiële opschaling Potentiële kopieerbaarheid 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Ja gering Groot 2 Zuivelpark Hoogeveen Ja op bedrijfsniveau/ bedrijventerein Gering 3 Flora Holland Eelde Nee Gering 4 Eiwitcorridor A1 Groot Groot 5 Agriport A7 Groot Middelmatig 6 Gezinsbedrijf plus Groot op middellange termijn Op middellange/lange termijn 7 Greenport Venlo/Klavertje Vier Project voorziet in opschaling Op lange termijn tot 2040 8 Kuijpers Kip Gering Op lange termijn 9 Nieuw Gemengd bedrijf Op middellange termijn Op middellange termijn 10 Groene Hoed/Mijnboer Op korte termijn Op lange termijn 11 UnitNet Middelgroot Groot 12 Amsterdam Connecting Trade (nieuw project) 13 Florilog Groot n.v.t. 14 Greenport Betuwse Bloem Middelgroot middelgroot Tevens is beoordeeld hoe de organisatie van projecten verloopt met daarbij aandacht voor: Juridische zaken Committent Stakeholders Rol Partijen Rol Platform Soort Organisatie Financiering Bij de realisatie van projecten is het met name voor de intensieve veehouderij projecten een drempel om de benodigde vergunningen en bestemmingsplannen rond te krijgen. Daar- Buck Consultants International 21

naast is er behoefte aan ondersteuning rondom juridische zaken en communicatie met de omgeving. In hoofdstuk 5 wordt dieper op dit onderwerp ingegaan. Financiering heeft niet geleid tot het stoppen van projecten. Wel heeft draagvlak van marktpartijen bij UnitNet en Flora-Holland Eelde ervoor gezorgd dat het project niet gerealiseerd is of dat het blijft bij een pilot. Bij bijna alle projecten is sprake van professionele ondersteuning door een projectorganisatie, regionale ontwikkelingsmaatschappij of adviseurs. Bottlenecks voor opschaling en kopiëren De belangrijkste bottlenecks liggen bij het verkrijgen van vergunningen en bestemmingsplannen. Daarnaast speelt draagvlak in de markt als belangrijke voorwaarde voor het continueren of opschalen van projecten. Gebrek aan middelen of beperkte technische mogelijkheden worden niet direct gezien als belangrijke belemmeringen voor realisatie van projecten. Tabel 3.9 Bottlenecks Projectnaam Belangrijkste Bottleneck 1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen * 2 Zuivelpark Hoogeveen Vergunningen en bestemmingsplannen 3 Flora Holland Eelde Interesse partijen 4 Eiwitcorridor A1 Creëren draagvlak 5 Agriport A7 * 6 Gezinsbedrijf plus Vergunningen en bestemmingsplannen 7 Greenport Venlo/ Klavertje Vier * 8 Kuijpers Kip Vergunningen en bestemmingsplannen 9 Nieuw Gemengd Bedrijf Vergunningen en bestemmingsplannen 10 Groene Hoed/Mijnboer Marktontwikkeling 11 UnitNet Samenwerking en interesse partijen 12 Amsterdam Connecting Trade * 13 Florilog * 14 Greenport Betuwse Bloem * * niet specifiek 3.5 Effecten samengevat Individueel is er vooruitgang in de realisatie van projecten en zijn de projecten gemiddeld één of twee fasen verder ten opzichte van 2006. Een aantal projecten bevindt zich echter nog in het stadium voor daadwerkelijke realisatie (vergunningen, bestemmingsplannen, verder uitwerken van gebiedsontwikkeling). Die projecten leveren dan ook nog niet of nauwelijks een bijdrage aan de effecten in de praktijk. Buck Consultants International 22

De projecten kennen een langere doorlooptijd dan verwacht en gepland. Het gaat om projecten die allen minimaal 3 jaar nodig hebben om gerealiseerd te worden en bij het merendeel van de projecten is er meer dan 5 jaar aan gewerkt. Enkele projecten zijn afgerond maar dit waren projecten die al grotendeels waren afgerond in 2006. Bij het merendeel van de projecten is sprake van een vergunning/ bestemmingsplanfase of langlopende regionale gebiedsontwikkeling. Enkele projecten zijn begonnen met de pilotfase en enkele zijn doorgegroeid in een nieuw project. UnitNet heeft zich als individueel traject maar beperkt ontwikkeld maar is als concept wel degelijk deels ingebed in andere projecten. Bij de meeste projecten zijn directe kwantitatieve effecten in relatie tot totale agrologistieke stromen nog relatief gering en beperken zich tot bedrijfs-, cluster- of regionaal niveau. Dit is grotendeels toe te schijven aan de fase waarin de projecten zich bevinden en de lange termijn van gebiedsontwikkeling. De gerealiseerde projecten Zuivelpark Hoogeveen en Bedrijvencluster Zuid-Groningen leiden jaarlijks tot kilometerbesparingen. Agriport A7 heeft een relatief groot effect op het verloop van AGF stromen maar minder op besparing daarvan. Naast effecten op vervoersstromen dragen de projecten sterk bij aan regionale ontwikkeling. De economische effecten van ACT, Agriport A7 en Greenport Venlo/Klavertje Vier zijn groot voor de regio en sector door vernieuwing, investering en werkgelegenheid. Bij Groene Hoed/Mijn Boer is sprake van een regionaal ketenconcept dat werkelijk in de praktijk wordt uitgevoerd. Het concept zal zich nu moeten bewijzen in de markt. A1 Eiwit Corridor ontwikkelt succesvol nieuwe concepten en technologie. Brede opschaling is daar nu nog beperkt aan de orde. Kwalitatief zijn de projecten innovatief, zorgen voor samenwerking en technologische ontwikkeling op het vlak van agrologistiek. De projecten hebben een belangrijke uitstraling op agrologistiek in het algemeen. Zo zijn Agriport A7 en Greenport Venlo/Klavertje Vier projecten met een landelijke uitstraling waar het gebeurt en is de dynamiek merkbaar. De intensieve veehouderijprojecten worden door de markt en maatschappij aandachtig gevolgd met zowel tegenstand als bewondering. Projecten als Eiwitcorridor A1 en Groene Hoed/Mijn Boer tonen aan dat bepaalde nieuwe concepten en innovaties mogelijk zijn in de praktijk en zijn dus echte voorbeeldprojecten zoals bedoeld door het Platform Agrologistiek. De verschillende projecten spelen een belangrijke voorlopersrol en zijn echt zichtbaar in de markt. Het potentieel voor opschaling is zeker aanwezig maar dit zal veelal organisch groeien. De soms beperkte kopieerbaarheid wordt vooral veroorzaakt doordat de projecten een lange doorlooptijd kennen en doordat de innovaties vergaand en complex zijn. Buck Consultants International 23

Hoofdstuk 4 Additionele bevindingen 4.1 Inleiding In hoofdstuk 3 zijn de directe uitkomsten van de monitoringronde weergegeven. Verdere achtergronden behorende bij die directe uitkomsten zijn in de Bijlage met fact sheets per project opgenomen. In aanvulling op de directe monitoring is BCI ook gevraagd om additionele bevindingen, opgedaan tijdens het uitvoeren van de monitoringactiviteiten, terug te koppelen. Deze additionele bevindingen worden in dit hoofdstuk beschreven. De volgende onderwerpen komen hierbij aan de orde: Meerwaarde Platform Agrologistiek voor de pilotprojecten Verbeterpunten rond de projecten Nieuwe aangrijpingspunten: - Carbon footprinting - Grensoverschrijdende samenwerking - Regionale agrologistieke gebiedsontwikkeling - Energie, etc. - ICT in de agrologistiek In de volgende paragrafen worden deze onderwerpen behandeld. 4.2 Meerwaarde Platform Agrologistiek voor de pilotprojecten Het Platform Agrologistiek adopteert en ondersteunt de pilotprojecten al meerdere jaren. Dit levert resultaten op zoals beschreven in hoofdstuk 3 en draagt bij aan de positionering van het onderwerp agrologistiek in de brede sector in Nederland en zelfs daarbuiten. Buck Consultants International 24

Wat is echter de directe bijdrage van het Platform aan de individuele projecten? Hoewel dit niet een directe onderzoeksvraag was in het monitoringproject is hier in de gesprekken met de projectleiders wel over gesproken. De belangrijkste punten die genoemd worden door de projecten zelf als het gaat om de bijdrage die het Platform heeft geleverd aan de voortgang zijn (in willekeurige volgorde): 1 Het openen van deuren 2 Kenniscentrum 3 (Beperkte) inhoudelijke ondersteuning 4 Platform voor communicatie ad 1 Het openen van deuren Met name die projecten die een sterke juridische component kennen (in de vorm van vergunningen, bestemmingsplannen, etc.) en projecten die veel externe financiering nodig hebben ervaren dat het Platform een versnelling van de ontwikkeling kan bewerkstelligen door het openen van deuren. Het gaat daarbij om het inzetten van het brede contactennetwerk dat bestaat binnen en rond het Platform ten behoeve van de projecten. Projecten komen hierdoor sneller bij de juiste instanties en personen terecht doordat een beroep gedaan kan worden op het Platform (voorzitter, secretariaat, leden) om zicht te krijgen op de relevante te benaderen actoren. In feite is dit een primaire functie van een Platform dat zelf niet of nauwelijks gelden kan verschaffen aan projecten dan wel directe invloed heeft op vergunningsprocedures, etc. Gesteld kan worden dat deze functie voor de pilotprojecten goed ingevuld wordt. ad 2 Kenniscentrum Een tweede functie die regelmatig genoemd wordt is die als kenniscentrum. Doordat het Platform zeer breed actief is en een brede groep bedrijven, kennisinstellingen, etc. vertegenwoordigt kan veel informatie omtrent concepten, projecten, subsidiemogelijkheden, publicaties, etc. via het Platform verkregen worden. De website www.agrologistiek.nl speelt hier ook een rol in. Een opmerking die hier geplaatst moet worden is dat hoewel deze beschikbaarheid van kennis als positief genoemd wordt, er ook aangegeven moet worden dat deze rol als kenniscentrum meer gestructureerd en gericht zou kunnen worden ingevuld. Dit hangt nauw samen met communicatie, congressen, publicaties vanuit het Platform zelf. De weg die ingeslagen wordt in 2009 rond het jaar van de agrologistiek lijkt hier reeds op in te spelen. Buck Consultants International 25

ad 3 (Beperkte) inhoudelijke ondersteuning Naast het openen van deuren is een aantal projecten ondersteund met meer inhoudelijke zaken (juridisch, logistiek advies, etc.). Door het beperkte budget van het Platform voor dit soort zaken is dit slechts in een paar gevallen gebeurd (geen primaire functie van het Platform). Wel wordt dit als positief element genoemd. ad 4 Platform voor communicatie Een vierde rol van het Platform die positief genoemd wordt is die als Platform voor communicatie. De projecten zien dat ze via het Platform meer communicatie genereren dan ze individueel zouden doen. Dit helpt hen in het krijgen van bekendheid, werven van nieuwe geïnteresseerde partijen, uitstraling naar klanten, etc. Hierbij dient dezelfde opmerking geplaatst te worden als bij punt 2. Projecten geven aan dat de etalagefunctie van de pilotprojecten verder uitgenut zou kunnen worden, iets dat in 2009 gepland is. De adviseurs voegen hier wel aan toe dat de aard van sommige projecten nu eenmaal met zich meebrengt dat het lang duurt voordat een project echt in de etalage kan worden gezet met concrete resultaten. 4.3 Verbeterpunten rond de pilotprojecten Naast de positieve punten beschreven in paragraaf 4.2 rond de rol van het Platform Agrologistiek rond de pilotprojecten, zijn er ook een aantal verbeterpunten geïdentificeerd op basis van de communicatie met de projecten in de monitoringronde. Deze worden in paragraaf 4.3 beschreven (in willekeurige volgorde): 1 Propositie naar pilotprojecten 2 Uitnutting breed aanwezige kennis 3 Internationalisering ad 1 Propositie naar pilotprojecten Zoals eerder aangegeven zijn de projecten over het algemeen positief over de rol van het Platform Agrologistiek en het feit dat men aangemerkt is als pilotproject. Wel wordt aangegeven dat de invulling van de pilotprojecten erg vrijblijvend is. Enerzijds wordt dit als positief gezien in die zin dat projecten zelf volledig aan het roer staan van de ontwikkelingen. Anderzijds zou het een aantal projecten geholpen hebben wanneer vanaf het begin een duidelijke wederzijdse propositie opgesteld zou zijn waarin het Platform duidelijk aangegeven zou hebben wat men voor de projecten zou kunnen betekenen. Op basis daarvan zouden zowel Buck Consultants International 26