PEDAGOGISCH COACH Algemene kenmerken Als Pedagogisch Coach train, coach en ontwikkel je medewerkers met als doel om de pedagogische kwaliteit te verbeteren en de professionele ontwikkeling van de pedagogisch medewerkers te faciliteren en stimuleren. Je draagt zorg voor de voorbereiding van de training en zorgt ervoor dat het programma is afgestemd op de leerbehoeften van de deelnemende medewerker in combinatie met de organisatiedoelstellingen. Je geeft training met als doel het professioneel en persoonlijk ontwikkelen van medewerkers waarbij de kennis en vaardigheden van medewerkers worden verhoogd. Je draagt bij aan de ontwikkeling van trainings- en coaching materiaal en houdt ontwikkelingen in het vakgebied bij. Je zorgt dat de administratie goed op orde is en evalueert de gegeven trainingen en coaching trajecten: zijn de (leer)doelen bereikt en is de vorm passend? Samen met de regiomanager en andere pedagogisch coaches draag je bij aan eventuele verbeteringen in trainingsmateriaal en -vormen. Het pedagogisch beleidsplan, waar het programma Wereldwijs een onderdeel van uitmaakt, vormt de leidraad bij het werk. Zo lever je een belangrijke bijdrage aan de realisatie van onze missie: we leggen de basis voor de ontwikkeling van baby s tot zelfstandige, onbevangen kinderen met een positief zelfbeeld. Plaats in de organisatie Leidinggevende: Regiomanager Salarisschaal behorende bij de functie Salarisschaal: 9 (trede 21-33) Kennis en betekenisvolle vaardigheden Minimaal HBO denk en werkniveau. Je bent in het bezit van een in de CAO vastgelegde beroepskwalificatie. Pedagogische kennis in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan en programma Wereldwijs in het bijzonder. Kennis en ervaring in trainen, coachen en ontwikkelen van mensen. Kennis van (interventie)methodieken, principes en instrumenten van coaching en training. Kennis van de geldende hygiëne- en veiligheidseisen. Kennis van de ontwikkelingsfases van een kind. Kennis van de richtlijnen van de organisatie. Nederlands en Engels in woord en geschrift. MS Office, Flexkids, AFAS.
RESULTAATGEBIEDEN Trainen, coachen en ontwikkelen van medewerkers Resultaat: medewerkers worden getraind en gecoacht en er wordt bijgedragen aan de professionele ontwikkeling evenals het verhogen van deskundigheid en kwaliteit. Stimuleren van leren Resultaat: de leercultuur binnen de organisatie is open en stimuleert tot het erkennen van kwaliteiten evenals het zien van ontwikkelmogelijkheden. Begeleiden van groepsprocessen Resultaat: verschillende groepen binnen de organisatie werken op een zo effectief mogelijke manier samen om tot de beste resultaten te komen. TAKEN/ VERANTWOORDELIJKHEDEN Je geeft diverse trainingen aan verschillende doelgroepen en coacht en begeleidt individuele medewerkers om hen te helpen zich verder te ontwikkelen. Je bent pro actief betrokken bij veranderprocessen en projecten met betrekking tot het pedagogisch beleid. Je legt de leerstof duidelijk uit en je geeft duidelijke instructies bij opdrachten en maakt functioneel gebruik van ondersteunende materialen en hulpmiddelen. Je bewaakt de tijd. Je verlengt of verkort onderdelen van de training zodat je binnen de afgesproken trainingstijd de beoogde doelen bereikt. Je geeft respectvol en duidelijk leiding aan de groep. Je hanteert groepsnormen die een positief leerklimaat bevorderen, waaronder respectvol gedrag naar medecursisten. Je laat medewerkers met elkaar samenwerken aan opdrachten en je begeleidt deze samenwerking, zodat zij met- en van elkaar leren. Je stimuleert onderlinge interactie, en begeleidt groepsgesprekken en discussies zodat alle medewerkers hiervan leren. Je zorgt voor een goed leerklimaat waarin balans is tussen veiligheid en uitdaging, waar geleerd wordt van fouten en successen worden gevierd. Je gebruikt werkvormen waarin de medewerkers in kleine logische stappen naar de gestelde doelen toewerken. Indien nodig pas je het tempo en niveau aan op de individuele medewerker. Je zorgt dat op ieder moment van de training of coaching zoveel mogelijk medewerkers zoveel mogelijk leren. Je gebruikt werkvormen waardoor de medewerkers actief leren. Je maakt medewerkers bewust van hun leerprestaties door duidelijke en opbouwende feedback, gerelateerd aan de leerdoelen. Je herkent weerstand en reageert hier adequaat op zodat de weerstand afneemt en de intrinsieke motivatie om te leren wordt versterkt. Je toont enthousiasme en deskundigheid in het betreffende vakgebied. Je geeft respectvol en duidelijk leiding aan de groep. Je hanteert groepsnormen die een positief leerklimaat bevorderen, waaronder respectvol gedrag naar medecursisten. Je laat medewerkers met elkaar samenwerken aan opdrachten en je begeleidt deze samenwerking, zodat de medewerkers met- en van elkaar leren. Je stimuleert onderlinge interactie, en begeleidt groepsgesprekken en discussies zodat alle medewerkers hiervan leren. Je Je luistert naar de medewerkers, en stimuleert dat zij naar elkaar luisteren. houdt overzicht over de groep, en hebt tegelijk ook aandacht voor individuele medewerkers
Ontwikkelen van trainingen Resultaat: nieuw trainingsmateriaal wordt ontwikkeld en bestaand materiaal wordt regelmatig bekeken en afgestemd op basis van de ervaringen. Er is een proces in plaats waarbij continue naar de kwaliteit en effectiviteit van trainingen en coaching wordt gekeken. Deskundigheid en professionaliteit Resultaat: Doordat je je continue ontwikkelt en bijdraagt aan de pedagogische ontwikkeling van collega s en maak je als professional de kwaliteit van Kindergarden waar. Het pedagogisch beleid wordt zo goed mogelijk ingezet. in een training. Je staat open voor feedback, en gebruikt leerervaringen als aanleiding voor nieuw gedrag. Je ziet jouw kwaliteiten en maakt daar gebruik van. Je ziet jouw ontwikkelpunten en kunt deze vertalen naar haalbare verbeteracties. Je houdt jouw vakkennis op peil, en werkt aan de voortdurende verbetering van jouw trainingen en coaching trajecten. Je formuleert doelen: Je formuleert toepassingsdoelen waarin je het gewenste gedrag na de training beschrijft. Je formuleert trainingsdoelen waarin je beschrijft welke kennis en vaardigheden de medewerkers in de training leren. Deze doelen sluiten aan bij de opleidingsvraag en bij de voorkennis en de werksituatie van de medewerkers en zijn realistisch gezien de geplande trainingstijd. Je gebruikt in jouw training oefeningen waarin medewerkers nieuwe kennis en vaardigheden niet alleen verwerven, maar ook toepassen op een manier die aansluit bij de praktijk. Je evalueert het resultaat van de training tijdens de training door toepassingsoefeningen en na de training door een evaluatiemethode die past bij het doel van de training. Je bevordert de toepassing van het geleerde buiten de training. Iedere training en coaching eindigt o.a. met een persoonlijk actieplan. Je maakt een lesontwerp in een daarvoor beschikbaar format waarin leerdoelen, tijdsplanning, leeractiviteiten en hulpmiddelen zodanig worden weergegeven dat dit voor een ander begrijpelijk is. Je bent op de hoogte van ontwikkelingen in de kinderopvang en deelt kennis met collega s. Je neemt actief deel aan bijscholingsprogramma s. Je vertaalt de leerdoelen van pedagogisch medewerkers en pedagogisch expert samen met de regiomanager en vestigingsmanagers naar de praktijk en begeleidt en coacht hen. Je geeft geeft feedback op pedagogisch gebied en organiseert werkbesprekingen/ teamvergaderingen over de pedagogische doelen en evt. ontwikkelpunten i.o.m. de regiomanager en vestigingsmanagers. Je begeleidt en instrueert medewerkers en rapporteert hier periodiek over aan de vestigingsmanager of regiomanager.
HEART PRINCIPLES Honesty -> Oprechtheid Is in staat vertrouwen te wekken vanuit de eigen professionaliteit. Excellence -> Uitblinken Hoge eisen stellen aan de kwaliteit van eigen en andermans werk, daarnaar handelen en voortdurend verbeteringen nastreven. Accountability -> Verantwoordelijkheid Afspraak is afspraak; aanvaardt de risico s en neemt de consequentie van gemaakte afspraken. Respect -> Respect Open staan voor de gevoelens en behoeften van anderen en dit ook laten merken. Zich bewust tonen van de eigen invloed op anderen. Teamwork -> Samenwerken Actief met anderen aan gemeenschappelijke doelen werken, ook wanneer je daar geen direct eigen functioneel belang bij hebt. - Handelt consequent volgens de beroepscode en regels en procedures, rapporteert in geval van andere gedragingen - Stelt zich open en eerlijk op, deelt informatie waar de ander recht op heeft - Gaat zorgvuldig om met het vertrouwen dat door ouders, kinderen en collega s wordt gegeven - Gaat discreet om met vertrouwelijke informatie - Bespreekt eventuele problemen met de betreffende persoon - Helpt anderen op objectieve wijze bij het zoeken naar oplossingen - Toont en vraagt enthousiasme en bereidheid - Stelt vooraf eisen aan zichzelf en collega s en houdt zichzelf en anderen daaraan - Kijkt kritisch naar eigen prestaties en staat open voor feedback van anderen daarop - Benut kansen om kwaliteit en resultaten te verbeteren - Stimuleert collega s tot (verbetering van) prestaties - Maakt realistische afspraken o.b.v. eigen kunnen en invloed en doet haalbare toezeggingen - Neemt de verantwoordelijkheid voor het eigen handelen - Houdt zichzelf en anderen aan afspraken ook wanneer er persoonlijke consequenties aan verbonden zijn - Komt met een oplossing wanneer een afspraak niet nagekomen kan worden - Geeft fouten toe om deze op te lossen en zodat er van geleerd kan worden - Geeft door gedrag en houding blijk van interesse in de ander - Luistert, vraagt door en vat samen om te toetsen of de eigen interpretatie juist is - Houdt in de omgang rekening met de (non) verbale signalen van de ander - Heeft en vraagt respect voor de persoonlijkheid en de mogelijkheden van ouders, kinderen, en collega s - Geeft een gevoel van veiligheid zodat de ander zich durft te uiten - Brengt betrokkenheid tot stand - Is bereid tot en stuurt aan op overleg en samenwerking - Deelt informatie en ervaringen met betrokkenen - Houdt rekening met de gevolgen die individuele acties voor anderen kunnen hebben - Levert en vraagt een positieve bijdrage aan de (werk)sfeer - Stimuleert anderen binnen en buiten de organisatie om een bijdrage aan gemeenschappelijke doelen te leveren - Geeft anderen de ruimte om hun kwaliteiten in te zetten
FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES (interne) Klantgerichtheid Onderzoekt wensen behoeften van de organisatie en haar medewerkers en handelt ernaar. Geeft hoge prioriteit aan goede dienstverlening en (interne) klanttevredenheid. Coachen en ontwikkelen Optimaliseert capaciteiten van anderen door het geven van constructieve feedback, begeleiding en het bieden van kansen. Flexibiliteit Doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen. Overtuigingskracht Verkrijgt instemming met bepaalde plannen, ideeën, of producten waarvoor bij de ander in eerste instantie geen draagvlak is. Analytisch vermogen Herkennen van belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Mondelinge communicatie Ideeën en informatie in heldere en correcte taal mondeling uitdrukken, zodanig dat de essentie bij anderen overkomt. - Vraagt binnen de organisatie en bij medewerkers naar wensen en behoeften en bespreekt wederzijdse verwachtingen. - Vertaalt de wens of het probleem van de organisatie en haar medewerkers in een passende oplossing. - Vraagt of aan verwachtingen, wensen of behoeften wordt voldaan. - Volgt op na vragen of klachten. - Vraagt naar mogelijkheden voor verbetering van de afdeling en/of de organisatie. - Geeft feedback op het functioneren en prestaties - Houdt medewerkers verantwoordelijk voor functioneren en prestaties - Weet te motiveren - Geeft vertrouwen en ruimte om iets zelf te doen en fouten te maken - Helpt medewerkers hun inzicht te vergroten in eigen sterke en zwakke kanten - Staat open voor verandering en kan zich aanpassen aan nieuwe situaties - Wijzigt de manier van werken en communiceren wanneer blijkt dat het gewenste resultaat niet wordt behaald - Heeft bij verandering oog voor prioriteiten - Hanteert op een natuurlijke wijze verschillende stijlen of aanpakken in verschillende situaties om een doel snel en zeker te bereiken - Vertelt over Kindergarden met een geloofwaardig enthousiasme - Onderneemt acties om te overtuigen - Reageert adequaat op een negatieve reactie - Houdt een goed opgebouwd betoog - Brengt hetzelfde idee op verschillende manieren naar voren - Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken - Ziet informatietekort, verzamelt aanvullende informatie - Zoekt verbanden tussen verschillende situaties en problemen - Onderscheidt symptomen van oorzaken - Beschikt over verschillende methoden om complexe vragen op te lossen - Brengt een boodschap kort en duidelijk in eenvoudige woorden over - Gebruikt taal die aansluit bij de gesprekspartner - Bouwt een verhaal logisch op - Non-verbale en verbale communicatie komen overeen - Checkt of de essentie is overgekomen