Economische Berichten nr. 6 7 december 5 UPDATE VOORUITZICHTEN WERELDECONOMIE Wereldconjunctuur eindigt 5 op positieve noot De dichotomie tussen de ontwikkelde economieën enerzijds en de opkomende markten anderzijds zette zich ook de voorbije maand voort. Terwijl de arbeidsmarkt in de VS al tekenen van krapte begint te vertonen, bevindt ook de werkloosheidsgraad in de eurozone zich in een neerwaartse trend. De allicht voorlopig laatste beleidsversoepeling door de ECB was veel beperkter dan door de financiële markten verwacht. De recente sterke arbeidsmarktrapporten in de VS zetten voor de Fed het licht op groen om een einde te maken aan haar nulrentebeleid. Tegelijkertijd maakte ze duidelijk dat de komende verkrappingscyclus geleidelijker zal verlopen dan vorige cycli. De lage olie- en grondstoffenprijzen oefenen een neerwaartse druk uit op de headline-inflatie en obligatierentes en geven de Fed daardoor voorlopig de nodige ruimte voor een geleidelijk beleid. In 6 staat de Fed voor de uitdaging om haar ingezette exit-strategie geordend voort te zetten. Bovendien krijgen de opkomende markten af te rekenen met de Chinese groeivertraging, de lage grondstoffen- en energieprijzen en de Amerikaanse renteverhogingen. Dat zal het conjunctuurherstel in Europa en de VS echter niet in het gedrang brengen. Veerkrachtig De conjunctuur in de ontwikkelde economieën sluit 5 veerkrachtig af. De perikelen van de zomermaanden omtrent de zwakte van de opkomende markten, en China in het bijzonder, lijken voorlopig van de baan. Dat kwam onder meer tot uiting in de herwonnen kracht van de jongste twee arbeidsmarktrapporten in de VS, met een netto-banencreatie van respectievelijk en 98 in oktober en november. Daardoor daalde de werkloosheidsgraad tot 5,% (grafiek ). Dat peil komt in de buurt van volledige werkgelegenheid en eerste tekenen van een versnellende nominale loongroei worden zichtbaar. Als gevolg hiervan blijft de particuliere consumptie de belangrijkste groeimotor in de VS, naast de groei van de bedrijfsinvesteringen en een licht stimulerend budgettair beleid. Ook in de eurozone klaart de arbeidsmarkt verder op. Volgens de recentste data daalde de werkloosheidsgraad er tot,7%. De onderliggende groei van de werkgelegenheid zorgde er samen met de groei van de reële lonen voor dat de particuliere consumptie ook in de eurozone een belangrijke drijfveer van de groei blijft. De zelfvoedende positieve dynamiek op de arbeidsmarkt betekent bovendien dat de consumptiegroei niet enkel gedreven wordt door de recente daling van de energieprijzen, die de koopkracht van gezinnen ondersteunt, maar dus ook na het uitdoven van dit stimulerend effect zal blijven aanhouden. Olieprijs in vrije val De voorbije maand zette de olieprijs een nieuwe neerwaartse beweging in. De aanleiding was de teleurstellende uitkomst van de OPEC-vergadering op december, die er niet in slaagde om effectief prijsondersteunende quota-afspraken te maken. Ook de aangekondigde heropname van Indonesië, een netto-
Economische Berichten 8 6 Grafiek - Dalende werkloosheidsgraden (in % van de beroepsbevolking) Grafiek - Olieprijs neemt verdere duik na vruchteloze OPEC-top 6 8 6 (USD per vat Brentolie) 6 8 VS Eurozone 6 8 Eurozone VS importeur van olie, als actief lid van de OPEC was niet van aard om de olieprijs te ondersteunen. Als gevolg van deze toenemende irrelevantie van de OPEC als prijszettende organisatie daalde de olieprijs midden december tot duidelijk onder de USD per vat Brentolie (grafiek ). Ook de nakende terugkeer van Iran als exporteur op de oliemarkt blijft op de oliemarkt wegen. Wanneer de handelsbeperkingen tegen Iran begin 6 effectief worden opgeheven, zal het land vrijwel zeker een groot deel van zijn opgebouwde voorraad snel naar de markt brengen en zo alvast een deel van zijn presanctie-marktaandeel proberen te herwinnen. Op korte termijn is er dus een risico dat de olieprijs nog verder zal dalen. Wanneer dat kortetermijneffect is uitgewerkt, verwachten we echter dat de structurele aanboddynamiek van de oliemarkt opnieuw de bovenhand krijgt. Heel wat Amerikaanse schalieolieproducenten zijn immers aan de huidige lage prijzen niet meer rendabel en gaan aan de zijlijn van de oliemarkt staan. De aanbodbeperking die hiermee in de loop van de eerste jaarhelft van 6 gepaard zal gaan, zal de olieprijs ondersteunen en opnieuw licht doen stijgen tot naar onze verwachting 6 USD per vat Brentolie eind 6. Zoals we al eerder hebben toegelicht, zal de oliemarkt de komende jaren allicht gekenmerkt blijven door een dergelijke varkenscyclus. Concreet betekent dit dat we verwachten dat de olieprijs op middellange termijn zal blijven schommelen in een relatief nauwe band tussen circa en 6 USD per vat Brentolie. Dalende grondstoffenprijzen door zwakke vraag Niet alleen de olieprijs daalde, maar ook de prijzen van andere grondstoffen zetten hun neerwaartse trend voort. Terwijl de lage olieprijs vooral wordt veroorzaakt door de aanbodkant, Als gevolg van deze toenemende irrelevantie van de OPEC als prijszettende organisatie daalde de olieprijs midden december tot duidelijk onder de USD per vat Brentolie. is het de zwakke vraag die de prijs van bijvoorbeeld de industriële metalen onder een aanhoudende neerwaartse druk zet (grafiek ). De transitie van de Chinese economie naar een meer consumptiegedreven groeimodel gaat gepaard met een onvermijdelijke groeivertraging en een dalende vraag naar grondstoffen. In die zin zijn de dalende grondstoffenprijzen dus geen onverwacht fenomeen als voorbode van een plotse crisis in de opkomende markten, zoals gevreesd in de zomermaanden. Het is echter wel zo dat de lage grondstoffenprijzen in combinatie met de daling van de olieprijs op hun beurt andere opkomende markten onder druk zetten. Vooral Latijns-Amerika en Rusland, maar ook vele Arabische landen worden hierdoor getroffen. 6 8 Grafiek - Zwakte opkomende economieën zet grondstoffenprijzen onder druk (index in USD, januari = ) 6 5 Industriële metalen Voeding en landbouwproducten Industriële metalen Voeding en landbouwproducten
Economische Berichten De al sinds geruime tijd zichtbare tweedeling van de dynamiek van de wereldeconomie in enerzijds de relatief robuuste conjunctuurontwikkeling in westerse ontwikkelde economieën en anderzijds de eerder slabakkende opkomende markten, zette zich bijgevolg ook de voorbije maand voort. Lage inflatieomgeving houdt obligatierentes laag De verdere daling van de olie- en grondstoffenprijzen bleef uiteraard niet zonder gevolgen voor de wereldwijde headlineinflatie. Terwijl de zogenoemde kerninflatie in de VS en de eurozone in november stegen of ruwweg stabiel bleven (op,% en,9% respectievelijk), bleef de headline-inflatie in beide economieën rond de % schommelen. Tegen die achtergrond van schijnbaar afwezige inflatie bleven ook de rentes op de belangrijkste overheidsobligaties laag. Zo schommelde de Duitse en Amerikaanse tienjaarsrentes de voorbije weken rond,5% en,5%. Einde versoepelingsmodus ECB? Het uitzonderlijk lage peil van de Duitse tienjaarsrente werd mee bepaald door de anticipatie van een bijkomende monetaire versoepeling door de ECB op haar decembervergadering. In tegenstelling tot de Fed hecht de ECB traditioneel een groter belang aan de headline-inflatie en is zij minder geneigd om tijdelijke effecten die bijvoorbeeld veroorzaakt worden door olieprijsfluctuaties te negeren. Daarom kondigde de ECB na haar beleidsvergadering in oktober aan dat ze in december haar beleidshouding zou herevalueren en dat alle mogelijke beleidsinstrumenten ter beschikking staan op de headlineinflatie op te krikken. Op de financiële markten leidde dat tot de verwachting dat het huidige kwantitatief versoepelingsprogramma ten belope van 6 miljard euro fors zou worden uitgebreid en dat ook de depositorente nog negatiever zou worden gemaakt. Als gevolg van die verwachting bereikte de Duitse tienjaarsrente eind oktober een dieptepunt van basispunten en verzwakte de euro tot,6 USD per EUR. De beslissing van de beleidsvergadering van december liep echter af op een sisser. Weliswaar werd, kort samengevat, de depositorente (de facto de nieuwe beleidsrente van de ECB) verlaagd tot -,%, maar de financiële markten kregen niet de verhoopte bijkomende maandelijkse liquiditeitsinjectie. Als gevolg daarvan steeg de Duitse tienjaarsrente tot circa 55 basispunten en apprecieerde de euro licht tot in de buurt van,9 USD per EUR. Het feit dat ECB-voorzitter Draghi in oktober zo nadrukkelijk in zijn gekende alles wat nodig is -stijl een nakende substantiële bijkomende versoepeling aankondigde, die dan uiteindelijk niet doorging, doet ons verwachten dat de versoepelingscyclus voorlopig zijn einde heeft bereikt en dat de meerderheid van de ECB-beleidsmakers nu eerst de volledige impact van de al genomen maatregelen wil afwachten. Fed slaat bladzijde om Nu het beleid van de ECB de komende kwartalen allicht ongewijzigd zal blijven, zijn alle ogen op de Amerikaanse Fed gericht. Na lange aarzeling (een eerste renteverhoging werd oorspronkelijk door de financiële markten al in juni verwacht) verhoogde de Fed op 6 december voor de eerste keer sinds bijna tien jaar haar beleidsrente met 5 basispunten. De twee jongste arbeidsmarktrapporten namen de laatste twijfel weg of de VS-conjunctuur zo n (uiterst lichte) renteverhoging wel kon verteren. Uit voorzorg gaf de Fed meteen al aan dat deze verkrappingscyclus geleidelijker zal verlopen dan dat vroeger het geval was. Met de renteverhoging maakte de Fed een einde aan zeven jaar van nulrentebeleid, nadat ze eerder al het gebruik van de beleidsinnovaties van forward guidance en kwantitatieve versoepeling had stopgezet. In die zin bevindt het Amerikaanse monetair beleid zich opnieuw in orthodox vaarwater. Niettemin lijkt een beleidsrente tussen 5 en 5 basispunten op het eerste gezicht nog altijd extreem laag voor een economie die vrijwel volledige werkgelegenheid kent, boven haar potentieel tempo groeit en een kerninflatie heeft die in november volledig in lijn lag met de beleidsdoelstelling van de centrale bank. 6 wordt overgangsjaar De versoepelingscyclus van de ECB heeft allicht voorlopig zijn einde bereikt. Het nieuwe jaar zal het antwoord brengen op enkele cruciale vragen over de gezondheidstoestand van de wereldeconomie na de financiële crisis. De vraag met de grootste relevantie voor de obligatiemarkten wereldwijd is hoe gradueel het gradueel verkrappingspad van de Fed werkelijk zal zijn. Indien dat significant sneller zal verlopen dan de financiële markten nu anticiperen, kan dat tot abrupte (opwaartse) bewegingen op de rentemarkten leiden. Onder meer de ECB heeft er al voor gewaarschuwd dat de liquiditeit op de secundaire obligatiemarkten aan het afnemen is. De vraag is dus of de Fed er effectief in slaagt haar ingezette exit-strategie geordend te laten verlopen. Dat betekent dat ze de markten ervan kan blijven overtuigen dat ze enerzijds geen nieuwe recessie zal uitlokken maar anderzijds de prijsstabiliteit wel geloofwaardig kan verdedigen. De tweede vraag betreft het toekomstig pad van de olieprijs. Volgens ons basisscenario zal die in 6 geleidelijk stijgen en op zijn minst geen bijkomend desinflatoir effect uitoefenen. Indien dat echter wel het geval zou zijn, zou dat, alleszins voor Europa en de VS, een nieuwe positieve aanbodschok bete-
Economische Berichten kenen. Die leidt tot een hoger dan verwachte groei en lager dan verwachte headline-inflatie. Het zou de uitvoering van de exit-strategie van de Fed vergemakkelijken. De ECB daarentegen zou in zo n scenario in een lastig parket komen. Wil ze haar focus op de headline-inflatie trouw blijven, dan zou ze bijkomend moeten versoepelen. De meerderheid van de ECB-gouverneurs heeft echter in december duidelijk gemaakt dat ze daar voorlopig niet happig op zijn. De verdeeldheid tussen de ECB-beleidsmakers dreigt in zo n scenario toe te nemen. Slaagt de Fed er effectief in haar ingezette exit-strategie geordend te laten verlopen? Ten slotte is er de vraag of de opkomende markten het trio van uitdagingen (de Chinese groeivertraging, de lage grondstoffenen energieprijzen en het aanzuigeffect van internationaal kapitaal door de Fed-verkrappingen) aankunnen zonder noemenswaardige accidenten. De divergentie tussen de ontwikkelde economieën en de opkomende markten zal in 6 vrijwel zeker nog worden geaccentueerd. De waarschijnlijkheid dat die het herstel van de wereldeconomie als geheel in 6 in het gedrang zou brengen, lijkt ons echter beperkt. Dieter Guffens dieter.guffens@kbc.be
Economische Berichten Grafieken Economische activiteit in de OESO (kwartaalwijziging op jaarbasis in %) Vertrouwen G (standaardafwijking van het LT-gemiddelde) 6 - - -6-8 - 9 5 Bbp (reëel, linkse schaal) Voorlopende indicator (rechtse schaal) BBP (reëel) Voorlopende indicator Inflatie (consumptieprijsindex, jaarwijziging in %) 8 6 - - -6-8 - - - - - - 9 5 Ondernemers Consumenten Ondernemers Consumenten Grondstoffenprijzen (januari 9 = ) 5 - - - 9 5,5,5,5,5,5 VS Eurozone 9 5 Obligatierente (-jaar) Beleidsrente Fed Renteverloop VS (in %) OESO VS EMU OESO 5 75 5 5 75 5 5 75 9 5,5,5,5,5,5 Olie (Brent, dollar per vat) Industriële metalen Olie (Economist) (brent, dollar per vat) Landbouw en voeding Industriële (S&P metalen GSCI) (S&P GSCI) Landbouw en voeding (S&P GSCI) Renteverloop eurozone (in %) 9 5 Duitse obligatierente (-jaar) Beleidsrente ECB Obligatierente (-jaar) Beleidsrente Obligatierente (-jaar) Beleidsrente 5
Economische Berichten Tabellen Reële bbp-groei Inflatie Beleidsrentes 5 6 5 6 7--5 +m +6m +m VS,5,5,, Eurozone,6,8,, België,,6,6,5 Duitsland,6,8,,6 Ierland 7,,5,, VK,7,,, Zweden,5,6,, Noorwegen,6,,, Zwitserland,6, -, -, Slowakije,, -,,5 Polen,5,7 -,8, Tsjechië,,5,,5 Hongarije,,,, Bulgarije,7, -,7, Rusland -,, 5, 8, Turkije,9, 7, 7, Japan,5,,7, China 6,8 6,5,5, Australië,,6,8,5 NIeuw-Zeeland,,,5,8 Canada,,,, Wereld,9, - - VS,5,5,75,5 Eurozone,5,5,5,5 VK,5,5,75, Zweden -,5 -,5 -,5 -,5 Noorwegen,75,5,5,5 Zwitserland -,5 -,5 -,5 -,5 Polen,5,5,, Tsjechië,5,5,5,5 Hongarije,5,5,5,5 Roemenië,75,75,75,75 Rusland,, 9, 9, Turkije 7,5 7,75 8, 8,5 Japan,,,, China,5,5,5,5 Australië,,,, Nieuw-Zeeland,5,5,5,5 Canada,5,5,5,75 Wisselkoersen Tienjaarsrentes 7--5 +m +6m +m 7--5 +m +6m +m USD per EUR,9,,,7 GBP per EUR,7,7,69,68 SEK per EUR 9,8 9, 9,5 9,5 NOK per EUR 9, 9, 9, 8,75 CHF per EUR,8,8,8,8 PLN per EUR,,5,, CZK per EUR 7, 7, 7, 7, HUF per EUR 5,6 5,,, RON per EUR,5,5,5,5 BGN per EUR,96,96,96,96 RUB per EUR 76,86 7,75 7,75 7,9 TRY per EUR,9,,, JPY per EUR,89 7, 7,,75 RMB per USD 6,8 6,5 6,5 6,55 USD per AUD,7,7,68,67 USD per NZD,67,6,6,6 CAD per USD,8,7,7,8 VS,,5,65,8 Duitsland,6,9,5, België,9,5,, Ierland,,5,5,65 VK,88,7,6,6 Zweden,,,8,5 Noorwegen,5,8,95, Zwitserland -,5,6,,8 Slowakije,85,,,5 Polen,,5,5, Tsjechië,6,9,5, Hongarije,7,8,85,8 Bulgarije,6,85,95, Rusland 9,98,,, Turkije,5,,9, Japan,,5,55,6 China,,,, Australië,85,5,,5 Nieuw-Zeeland,65,85,,5 Canada,7,8,95, Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u op de hoogte van alle analyses en vooruitzichten van de KBC-economisten. Voor vragen i.v.m. de inhoud van deze publicatie kunt u terecht bij: Dieter Guffens () () 9.6.87 E-mail: dieter.guffens@kbc.be Verantwoordelijke uitgever: Dieter Guffens, Havenlaan, B-8 Brussel Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, STE, Havenlaan, 8 Brussel, E-mail: economic.research@kbc.be Deze publicatie komt tot stand op de strategie-afdeling van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario s, risico s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 7 december 5, tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 6 december 5.