SAMENHANG IN SAMENWERKING. Jaarverslag TraumaNet AMC 2011

Vergelijkbare documenten
Samen voor de beste zorg

Jaarrapport 2014 Traumaregistratie

Rapportage Traumaregistratie Januari 2008 t/m December 2012 Regio TraumaNet AMC

Jaarrapport 2013 Traumaregistratie Regio TraumaNet AMC

Registratiejaren: Regio: TraumaNet AMC Registratiejaar: november Jaarrapport Traumaregistratie Regio TraumaNet AMC

CBRN Opleidingsplan SEH afdelingen Ziekenhuizen

Krachten bundelen. Jaarverslag

NAZL. netwerk acute zorg Limburg en de rol van het ROAZ. 3 november 2015, kennisplatform loggers&plotters. dr. Miranda Dirx

Convenant Ketenpartners Acute Zorg Regio AMC inzake het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ)

Jaarrapport Traumaregistratie

Jaarverslag TraumaNet AMC 2012

Convenant Ketenpartners Acute Zorg Regio VUmc inzake het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ)

Beleidsplan TraumaNet AMC

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ROAZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

Landelijke Traumaregistratie

Door inhoud verbonden. Jaarverslag TraumaNet AMC 2013

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2015

Gewondenspreidingsplan 2013

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2016

Landelijke Traumaregistratie

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Kwaliteitsregistratie in de traumatologie. Prof. dr. Michiel H.J. Verhofstad, traumachirurg

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Jaarrapportage focusgroepen ROAZ AMC/VUmc 2016

Jaarrapportage focusgroepen ROAZ AMC/VUmc 2016

Meerjarenbeleidsplan OTO

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2014

Landelijke Traumaregistratie

Zorgkwaliteit als uitgangspunt

LEIDRAAD OTO ONTWIKKELD VOOR DE ZIEKENHUIZEN

Procesevaluatie Regionale Traumaregistratie

Programma espoed. Gert Koelewijn Project Manager 23 november 2012

Notitie ten behoeve van implementatie en OTO-aanpak van de handreiking: Opvang chemisch besmette patiënten op de SEH

editie 8, april 2012 traumapost

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland

Bijlage 2: Handleiding ketenbrede focusgroepen ROAZ VUmc/AMC. Handleiding

Reglement voor het aanvragen, verstrekken en gebruiken van data uit de regionale traumaregistratie van het Traumazorgnetwerk Midden-Nederland

Kwaliteitsindicator ZIN multitrauma; achteraf is makkelijk praten

Meerjarenbeleidsplan Crisisbeheersing en OTO Datum : Versie : 1.0 Vastgesteld : Focusgroep ROAZ

December 2015 REGIONALE CRISISORGANISATIE VERDER VERSTERKT

Intern Besluitvormingsproces ROAZ regio AMC/VUmc. Ter vaststelling op 19 juni 2015

Regionaal Overleg Acute Zorg, regio VUmc en AMC

Voorzitters: Dr. Frank Bloemers, voorzitter ROAZ VUmc Prof. Dr. Carel Goslings, voorzitter ROAZ AMC

e d i t i e 2, d ecemb e r traumapost

Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur,

JAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2017

editie 3, mei 2010 traumapost

editie 16, juli 2014 traumapost In deze TraumaPost: Interview Pieternel van Exter OTO-stimuleringsgelden 2013 Scene times en penetrerend letsel

Kennisplatform CBRN Limburg. Opvang zelf verwijzende patiënten met een Chemische, Biologische, Radiologische of Nucleaire Besmetting

Bas Leerink. Lid Dagelijks Bestuur Landelijk Netwerk Acute zorg

OTO plan CBRN Noord-Nederland

editie 9, juli 2012 traumapost

Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

ACUTE ZORG ANDERS 2014

Procedure communicatie & gewondenspreiding tijdens opgeschaalde zorg / rampopvang

Benchmark psychiatrie: preklinische setting

Workshop B2. Verbeteringen Level-I Trauma Centrum HagaZiekenhuis Alexander Greeven (HagaZh) Flits: Pre-Hospital Triage Rogier van de Sluijs (UMCU)

Uitkomsten inventarisatie stand van zaken implementatie GROP en OTO bij GGD en

Meerjaren OTO-beleidsplan ROAZ

Meerjarenbeleidsplan OTO Limburg

Samenvatting hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 ttin a v n e m a S 0 1 k tu s fd o o 144

Casus epidurale bloeding

LEIDRAAD WIJZIGING ACUUT ZORGAANBOD 2.0

Traumaregistratie 2017 De zorgketen in 2017

Vier jaar traumazorg in beeld Traumaregistratie Noord-Nederland 2007 t/m 2010

RAV Kennemerland voorbereid op Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB)

editie 14, december 2013 traumapost In deze TraumaPost: Thema-avond Tentamen suïcide Visititatie GGD Amsterdam ImageHub: spoedconsult op afstand

Jaarplan Opleiden Trainen en Oefenen 2015 Besteding OTO-stimuleringsgelden ROAZ-regio Zwolle

Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO

Jaarrapport Traumaregistratie De traumapatiënt door de keten heen

Rapportage traumaregistratie 2017 Regio Noordwest

Verslag jaargesprek 2015 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) met het bestuur van het OLVG, locatie Oost te Amsterdam

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK)

e di ti e 4, de ce m be r traumapost

Leidraad wijziging acuut zorgaanbod Midden-Nederland

Triage voor acute psychiatrische hulp Workshop A3, 8 november 2018

Soort Document: Procedure Titel: Communicatie opnamestop Dienst/afdeling: Acute Zorg Euregio Datum:

Acute Zorg in Zeeland. De profieldiscussie toegelicht: Van EHBO naar de SEH van nu

Regionaal implementatieplan Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO:

Procedure Wijziging Acute Zorgaanbod Brabant 20 juni 2013

Jaarplan Opleiden Trainen en Oefenen 2018 Besteding OTO-beschikbaarheidsbijdrage ROAZ-regio Zwolle

Landelijke Traumaregistratie

Landelijke Traumaregistratie

Meerjaren OTO-beleidsplan ROAZ

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg

Onderwerp: Overzicht ontwikkelingen en maatregelen aanrijtijden RAV Haaglanden

Landelijke Traumaregistratie

PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN

5/18/2018. Wat is de context van deze studie? Criteria zorgopdrachten. Netwerken. Organisatie van zorg voor patiënten met een ernstig trauma

1 e Halfjaarrapportage Focusgroepen ROAZ AMC/VUmc 2017

De oudere traumapatiënt in Brabant

Transcriptie:

SAMENHANG IN SAMENWERKING Jaarverslag TraumaNet AMC 2011

Inhoudsopgave Inleiding 5 1. Traumaregistratie 6 2. Digistroom: Papieren ritformulier verleden tijd 10 3. Onderzoek en Onderwijs 12 4. Kenniscentrum 13 5. OTO-stimuleringsgelden op koers 15 6. ROAZ 18 7. PR & communicatie 20 8. Financiën 22 2 3

Inleiding In 2011 is er landelijk veel aandacht geweest voor het effect op de kwaliteit van de acute zorg in de reguliere en de opgeschaalde situatie door het instellen van de 11 acute zorgregio s onder regie van de traumacentra in Nederland. Statusanalyses van het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg) en de OTO- (Opleiden, Trainen en Oefenen) stimuleringsgelden hebben een goed actueel beeld gegeven van alle ontwikkelingen die in gang gezet zijn, maar tegelijk is geconcludeerd dat echte ketenindicatoren waarop de acute zorg beoordeeld kan worden in een aantal gevallen nog ontbreken. Het meten van het resultaat van de toegekende taakstelling van de traumacentra bij de organisatie van acute zorg en de voorbereiding op crises en rampen is daarom niet altijd mogelijk. De behoefte en de vraag vanuit diverse partijen, waaronder VWS, om dit te objectiveren neemt echter toe en meerdere malen is dit verwoord in de slogan de vrijblijvendheid is voorbij. Voor TraumaNet AMC was 2011 een jaar met vele activiteiten. Eind 2010 heeft een verbreding van taken van bureau TraumaNet AMC plaatsgevonden. Waar eerst de activiteiten van TraumaNet AMC vooral gericht waren op traumazorg en de OTO-stimuleringsgelden, is de regiefunctie in 2011 ook gericht op alle andere vormen van acute zorg, onder andere middels het ROAZ. Veel zaken zijn op een planmatige wijze aangepakt en op deelgebieden vond een verdere professiona liseringsslag plaats. Ook bij TraumaNet AMC bestaat de behoefte om de kwaliteit van zorg steeds meer te definiëren en onderling te toetsen. Het gevoel bestaat dat we daarmee op de goede weg zijn. Met dit jaarverslag willen we de ketenpartners en andere belangstellenden een beeld geven van alle activiteiten binnen de regio van TraumaNet AMC in 2011 die gericht waren op het verbeteren van de acute zorgketen, de bijzondere taken van de traumazorg en de zorg bij rampen en crises. Deze activiteiten zijn uitgevoerd met medewerking van vele ketenpartners in onze regio. Onze waardering gaat uit naar allen die aan deze activiteiten een bijdrage hebben geleverd. Wij wensen u veel leesplezier. Prof. dr. Carel Goslings Medisch Hoofd TraumaNet AMC Frank de Groot Manager TraumaNet AMC 5

1. Traumaregistratie Een van de taken van de traumacentra is het ondersteunen van de traumaregistratie in de ziekenhuizen in het traumazorgnetwerk. De registratie bevat gegevens van alle traumapatiënten die via de Spoedeisende Hulp (SEH) worden opgenomen in het ziekenhuis, worden overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of die komen te overlijden op de SEH. Van deze patiënten worden gegevens volgens de MTOS+ (Major Trauma Outcome Study) vastgelegd. De MTOS staat voor inhospitale gegevens en de + voor prehospitale gegevens. Globaal omvat de MTOS+ dataset de volgende gegevens: Demografische gegevens zoals geboortedatum en geslacht; Prehospitale gegevens zoals vervoerswijze en aanrijdtijden; SEH gegevens waaronder doorlooptijden en vitale parameters (zoals ademhalingsfrequentie); Letselinformatie volgens de AIS (Abbreviated Injury Scale)- systematiek (zie ook het kader); Klinische gegevens zoals opnameduur en ontslagbestemming. Aankomst op de SEH Ruim tweederde van de traumapatiënten is met de ambulance vervoerd naar de SEH (n=14.946; 69,4%). In Figuur 1 is het aantal (%) traumapatiënten uitgezet tegen de dag van de week en dagdeel van aankomst op de SEH. Ruim een derde van alle traumapatiënten is in de middag (12.00-17.00 uur) aangekomen op de SEH (n=7202; 33,4%). De drukste dag is de zaterdag. Dan worden 3339 traumapatiënten (15,5%) na bezoek aan de SEH opgenomen in het ziekenhuis, overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of komen te overlijden op de SEH. Verder worden er percentueel meer traumapatiënten opgenomen in de nachten in het weekend ten opzichte van de doordeweekse nachten. Figuur 1: Samenhang tussen dag en dagdeel van aankomst op de SEH AIS en ISS Van iedere traumapatiënt worden alle letsels als gevolg van trauma gecodeerd aan de hand van de Abbreviated Injury Scale (AIS). Dit is een op de anatomie gebaseerd score systeem waarmee ieder letsel afzonderlijk wordt geclassificeerd. Het lichaam wordt hierbij in negen regio s verdeeld. Een AIS code is opgebouwd uit zeven cijfers; de eerste zes cijfers geven de letselindeling op anatomische basis weer en het laatste cijfer achter de punt beschrijft de ernst van het letsel, variërend van 1 (zeer licht) tot 6 (dodelijk). De score uit de drie meest ernstig verwonde regio s worden gekwadrateerd en opgeteld om te komen tot de Injury Severity Score (ISS). De ISS heeft een waarde tussen 1 (minimaal letsel) en 75 (fataal letsel) en correleert met sterfte, morbiditeit en opnameduur. Patiënten met een ISS 16 zijn de zogenoemde multitraumapatiënten. Vanaf de start in 2008 tot en met december 2011 hebben alle negen ziekenhuizen uit de regio van TraumaNet AMC ruim 21.000 traumaopnames geregistreerd, waarvan 5689 in 2011. In onderstaande tabel is het aantal geregistreerde traumaopnames per jaar weergegeven. Aantal geregistreerde traumaopnames per jaar 2008 3889 2009 5775 2010 6198 2011 5689 Totaal 21.551 Multitraumapatienten Het percentage multitraumapatiënten in 2011 (5%) is hoger dan in 2010 en nagenoeg gelijk aan het percentage in 2009, respectievelijk 3,9% en 5,3%. In Figuur 2 is het aantal multitraumapatiënten per jaar weergegeven. Van de 301 multitraumapatiënten in 2011 is ruim tweederde direct gepresenteerd bij de SEH van het Level-1 ziekenhuis of primair overgeplaatst vanaf de SEH van een ziekenhuis uit de regio naar Level-1 ziekenhuizen (n = 207; 68,8%). 6 7

Van de 94 multitraumapatiënten (31,2%) die in eerste instantie op de SEH van een Level-2 of Level-3 ziekenhuis zijn gepresenteerd, werden er 12 direct daarna overgeplaatst naar een ander ziekenhuis, waarvan 5 naar het Level-1 ziekenhuis. Van de resterende 82 multitraumapatiënten werden er uiteindelijk alsnog 13 overgeplaatst naar een ander ziekenhuis, waarvan 9 naar een van de twee Level-1 ziekenhuizen in Amsterdam. De overige 69 werden uitbehandeld in het ziekenhuis waar zij primair zijn gepresenteerd. Figuur 2: Aantal multitraumapatiënten per jaar Deze regio s zijn bij de groep overledenen vaker aangedaan. Zo heeft 30% van de overledenen hoofdletsel tegenover 20% van de overlevenden. Ditzelfde geldt in iets mindere mate voor de regio s hals, abdomen en wervelkolom. Wat verder opvalt is dat bij beide groepen veel letsel aan de benen voorkomt. Overleden ISS categorie Ja Nee 1-3 (lichte letsels) 17 (4,1%) 2704 (13,0%) 4-8 (matige letsels) 46 (11,1%) 7695 (37,0%) 9-15 (matig tot zwareletsels) 222 (53,6%) 9407 (45,3%) >16 (ernstige letsels) 129 (31,2%) 978 (4,7%) Totaal 414 (100%) 20.784 (100%) Mortaliteit Mortaliteit is de belangrijkste uitkomstmaat binnen de traumaregistratie. Hierbij gaat het om het aantal patiënten dat na een trauma op de SEH of tijdens de ziekenhuisopname komt te overlijden. Van alle traumapatiënten in de regionale database komt uiteindelijk 2% te overlijden (n=424). Het merendeel hiervan is ouder dan 80 jaar (n=254; 59,9%) en is vrouw (n=219; 51,7%). Van de traumapatiënten die overleven is ruim 20% ouder dan 80 jaar (n=4785; 22,7%) en net iets meer dan de helft man (n=10.747; 51,1%). De verdeling van letselmechanisme is in beide groepen nagenoeg gelijk; bij de groep overledenen is het percentage stomp trauma 95,0% tegenover 95,7% bij de groep overlevenden. AIS Letselcodering In Figuur 3 is de verdeling van letsels per lichaamsregio uitgesplitst naar overlevingsstatus. Het opvallendste verschil tussen beide groepen is waarneembaar bij de lichaamsregio s hoofd en thorax. ISS Zoals te lezen in het kader correleert de ISS met sterfte. Naarmate de ISS stijgt, neemt de kans op overlijden toe. In de tabel is de verdeling naar ISS categorie uitgesplitst naar overlevingsstatus (dood/levend). Opvallend is dat meer dan de helft van de overledenen in de ISS categorie 9-15 valt. Deze groep bestaat voor een groot deel uit oudere traumapatiënten met een geïsoleerde heupfractuur (dus zonder ander letsel), dat zijn er namelijk 145 van de 222 (65,3%). Verder is te zien dat een derde van de overledenen een multitraumapatiënt was. Periodieke rapportage Regelmatig vindt terugkoppeling van de verzamelde data uit de traumaregistratie plaats. Zowel mondeling tijdens het Regionaal Trauma Overleg als schriftelijk met de jaarrapportage waarbij ieder ziekenhuis zichzelf kan spiegelen aan de regio. Deze rapportage wordt persoonlijk overhandigd en toegelicht aan het hoofd SEH en de verantwoordelijk traumachirurg. Figuur 3: Verdeling van letsels per lichaamsregio uitgesplitst naar overlevingsstatus (dood/levend) 8 9

2. Digistroom In navolging van de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Gooi en Vechtstreek is in 2011 ook bij de RAV Agglomeratie Amsterdam (RAVAA) het digitale ritformulier ingevoerd. Hiermee is het papieren ritformulier van de bijbehorende ambulancediensten GGD Amsterdam en VZA (in 2012 gefuseerd tot Ambulance Amsterdam) verleden tijd geworden. De invoering van het digitale ritformulier is een gezamenlijk project waarin de RAVAA samenwerkt met Traumacentrum Noordwest Nederland en TraumaNet AMC om de onderlinge communicatie tussen meldkamer, ambulance en ziekenhuis digitaal te stroomlijnen. Na de pilot werken nu alle ambulances met het digitale formulier. De ambulances zijn uitgerust met een zogenaamde tablet-pc (kleine computer met touch-screen) waardoor zij de informatie uit de meldkamer digitaal ontvangen, aanvullen met informatie over de patiënt en de rit en vervolgens doorsturen naar de Spoedeisende Hulp (SEH) waar de ambulance naartoe gaat. De SEH beschikt hierdoor al over gegevens over de patiënt voordat de ambulance met de patiënt arriveert zodat daarop geanticipeerd kan worden. Deze digitale stroomlijning van de communicatie en informatieoverdracht binnen de keten is een aanzienlijke verbetering. Er is met het digitale formulier minder kans op ruis, fouten en tijdsverlies welke bij geschreven ritformulieren en mondelinge overdracht op kunnen treden. Bovendien ondersteunt Digistroom het terugkoppelen van de informatie over het letsel of de acute aandoening van de patiënt van het ziekenhuis naar de ambulancedienst. Dit alles met maar één doel, namelijk kwaliteitsverbetering van de acute zorg in de keten. In de regio TraumaNet AMC betekent dit dat naast de SEH s van de Tergooiziekenhuizen in Blaricum en Hilversum nu ook de SEH s van het Waterlandziekenhuis in Purmerend, het BovenIJ ziekenhuis, Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam de gegevens van de ambulance digitaal aangeleverd krijgen op de Prehospitale Wachtkamer, een website die speciaal voor deze digitale overdracht is ontwikkeld. Nu het digitale ritformulier is ingevoerd, is er een Regionale Gebruikersgroep Digistroom opgericht waarin, naast leden van de projectgroep, de ambulancedienst, ziekenhuizen en de beide traumacentra vertegenwoordigd zijn. Tijdens dit overleg worden ervaringen met het systeem gedeeld en kunnen tips en trucs uitgewisseld worden. 10 11

3. Onderzoek en Onderwijs In 2011 is zowel in het traumacentrum als in de ziekenhuizen binnen de regio TraumaNet AMC op verschillende gebieden wetenschappelijk onderzoek gedaan naar medisch-inhoudelijke aspecten van de traumazorg. Dit heeft geleid tot meerdere voordrachten en posters op landelijke (o.a. Chirurgen dagen) en internationale wetenschappelijke congressen (o.a.european Society for Trauma and Emergency Surgery) en tot publicaties in (peer-reviewed) vaktijdschriften. Binnen en buiten het traumacentrum werd ook in 2011 veel tijd en aandacht besteed aan het geven van onderwijs aan alle betrokkenen bij de traumazorg, zoals verpleegkundigen, laboranten, fysiotherapeuten, SEH-artsen, medisch specialisten, studenten, etc. 4. Kenniscentrum Een van de bijzondere taken van een traumacentrum is de kenniscentrumfunctie, waarin alle deelnemende partners kunnen profiteren van elkaars kennis en expertise. TraumaNet AMC organiseert vanuit dit kader regelmatig bijeenkomsten voor alle betrokkenen bij de opvang en behandeling van traumapatiënten. In 2011 zijn de volgende De resultaten van eerder onderzoek naar de gevolgen van overplaatsing bij neurotraumapatiënten die met spoed een neurochirurgische ingreep moeten ondergaan, zijn gepubliceerd. Binnen TraumaNet AMC hebben de resultaten van dit onderzoek geleid tot het opstellen van een protocol om overplaatsing bij deze groep patiënten zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen. De analyses van de zogenaamde W-statistiek voor de periode 2008-2011 zijn verricht. Hiermee is één van de doelen van de traumaregistratie behaald, namelijk om de kwaliteit van traumazorg te kunnen meten en te vergelijken met referentiedatabases (Noord-Amerikaanse en Engelse) waarbij de uitkomsten worden gecorrigeerd voor ernst van het letsel. In samenwerking met Traumacentrum Brabant is er onderzoek verricht naar de invloed van een cursus letselcodering op de juistheid en uniformiteit van letselcodering. De aanbeveling is om iedereen die zich bezighoudt met letselcodering deze cursus te laten volgen! Tot slot is er een begin gemaakt met een evaluatiestudie naar de betrouwbaarheid, volledigheid en efficiëntie van de traumaregistratie. De enquêtes en interviews zijn afgenomen bij alle partnerziekenhuizen uit de regio waarbij het hele registratieproces vanaf binnenkomst tot ontslag van de patiënt tegen het licht wordt gehouden. De resultaten worden op dit moment geanalyseerd en hopelijk zijn wij na het verrichten van deze studie weer een stap dichter bij ons doel, namelijk optimalisatie van de registratie. bijeenkomsten georganiseerd: Thema-avond Traumatologie In 2011 zijn er twee thema-avonden traumatologie georganiseerd. Deze avonden worden primair georganiseerd voor ambulancemedewerkers en SEH-verpleegkundigen. Tijdens deze avonden staat iedere keer een thema centraal, waarbij onderwerpen worden besproken die voor de hele keten interessant zijn. Neurotrauma-Beter sneller Op maandag 7 februari vond de thema-avond Neurotrauma-Beter Sneller plaats in het AMC waar ongeveer 150 meldkamercentralisten, ambulance- en Spoedeisende Hulp verpleegkundigen bij aanwezig waren. Drie sprekers belichtten ieder een aspect van de opvang en behandeling van neurotraumapatiënten: scene times bij MMTinzet, onderzoek en behandeling ter plaatse en de invloed van overplaatsing op de uitkomst van patiënten met schedelhersenletsel. De avond werd afgesloten met stellingen waar het publiek met behulp van stemkastjes op kon reageren. Over de resultaten van de stemming werd gediscussieerd met het panel en de aanwezigen. 12 13

Trauma onder druk Op donderdag 17 november vond onder nog grotere belangstelling, ruim 200 deelnemers, de thema-avond Trauma onder druk plaats. Tijdens deze avond werd de keten tussen de hulpverleners en de bouwers van de Noord/Zuidlijn in beeld gebracht. Hiermee speelden we in op de actualiteit, want tijdens de werkzaamheden aan de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, waarbij een deel van de werkzaamheden onder overdruk moest worden uitgevoerd, zijn negen patiënten behandeld in het AMC op de afdeling Hyperbare Geneeskunde. Het thema bevindt zich dus op de rand van het spectrum van TraumaNet AMC. Allereerst werd een film getoond die een beeld schetst van de werkzaamheden die onder hoge druk uitgevoerd worden. Vervolgens werd ingegaan op de prehospitale afspraken en de mogelijkheden van hyperbare zuurstofbehandeling aan de hand van patiëntencasussen. Uiteraard werd ook deze avond afgesloten met een interactieve paneldiscussie. Regionale Multitrauma Bespreking In navolging van de Multitrauma Bespreking van de Trauma Unit van het AMC, die iedere zes weken plaatsvindt, werd op 26 mei de eerste Regionale Multitrauma Bespreking georganiseerd. Tijdens deze bespreking werden twee casussen uit de regio van TraumaNet AMC, waarbij meerdere ketenpartners betrokken waren, stap voor stap doorlopen en werd stilgestaan bij de verschillende beslismomenten tijdens de opvang en behandeling van de traumapatiënt. De eerste casus betrof een jongeman met multipele steekwonden uit het OLVG. De tweede casus betrof een dame die in huis was gevallen en werd gepresenteerd in het SLAZ met een wervelfractuur. In het laatste deel van deze casus werd door de Trauma Unit van het AMC onder andere ingegaan op de classificaties van wervelfracturen en de verschillende operatietechnieken. 5. OTO-stimuleringsgelden op koers Brand bij Chemie-Pack in Moerdijk: grote hoeveelheden chemische stoffen vrijgekomen, minstens 20 hulpverleners met gezondheidsklachten behandeld in het ziekenhuis en minstens 150 personen bekend met gezondheidsklachten die mogelijk aan de ramp te wijten zijn Drama op Pukkelpop, tent stort in door hevig noodweer: 5 doden en 140 gewonden Kernramp in Fukushima als gevolg van zeebeving en daarop volgende tsunami: 15.780 doden, 4122 vermisten en 500.000 daklozen Drie soorten rampen die in 2011 hebben plaatsgevonden met verschillende oorzaken en verschillende impact, maar alle drie rampen waarbij helaas slachtoffers zijn gevallen. Bij de opvang en behandeling van deze slachtoffers zijn verschillende hulpverleners betrokken geweest. Het is van groot belang dat de zorginstellingen en hulpverleners goed voorbereid zijn op verschillende typen incidenten en rampen. De door het ministerie van VWS ter beschikking gestelde OTOstimuleringsgelden zijn bedoeld voor het verbeteren van deze voorbereiding op rampen en crises. Elke zorginstelling heeft voor 2011 een OTO-jaarplan opgesteld, waarin de voorgenomen activiteiten op het gebied van Opleiden, Trainen en Oefenen zijn beschreven. In dit jaarplan zijn de benodigde OTO-stimuleringsgelden voor de activiteiten aangevraagd. De jaarplannen van de instellingen zijn vervolgens verwerkt in het regionale jaarplan OTO van TraumaNet AMC en vastgesteld in het ROAZ. OTO-activiteiten TraumaNet AMC TraumaNet AMC is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en ondersteunen van allerlei activiteiten op het gebied van OTO bij de netwerkpartners. Doel hierbij is de keten zo optimaal mogelijk voor te bereiden op hun rol bij rampen en crises. In dit kader hebben er in 2011 verschillende activiteiten plaatsgevonden: 14 15

In 2011 is het regionaal CBRN-OTO project van start gegaan. TraumaNetAMC wil samen met haar regionale partners de opvang van CBRN (Chemisch, Biologisch, Radioactief of Nucleair besmette) slachtoffers verbeteren door gerichte inzet van de OTO-stimuleringsgelden. Doel is om een regionaal kennisplatform, regionaal opvangplan en een regionale CBRN-OTO structuur te ontwikkelen. Het project heeft een doorlooptijd van twee jaar. In 2011 heeft een inventarisatie van Opleiding-, Training- en Oefenactiviteiten in binnenen buitenland plaatsgevonden. De Handreiking Opvang Chemisch Besmette Slachtoffers op de SEH is aangewezen als leidraad waarmee gewerkt zal worden. Tevens is begonnen met de ontwikkeling van een cursus voor CBRN-SEH consulenten. Deze consulenten zullen de SEH-manager ondersteunen bij de voorbereiding op CBRN-rampen en vervullen de rol van trainer en vraagbaak voor hun collega s. De eerste cursus staat gepland in het voorjaar van 2012. In september 2011 heeft de startbijeenkomst van het regionale ETS (Emergo Train System)-project plaatsgevonden. Er is een projectplan geschreven met als resultaat dat TraumaNet AMC en Netwerk Acute Zorg, regio VUmc samen verantwoordelijk worden voor het beheer en de organisatie van ETS (Emergo Train Systematiek) voor de zorginstellingen in ons verzorgingsgebied. De implementatie van het project vindt plaats in het voorjaar van 2012. In de ziekenhuizen uit de regio van TraumaNet AMC zijn er table-top en ETS-trainingen georganiseerd, maar ook (kleine) real-life oefeningen, waaronder: Alarmeringsoefening Table-top oefening crisisteam, operationeel team, IC, OK en SEH Cursus opvang CBRN besmette slachtoffers Oefening CBRN op SEH Training crisisbesluitvorming Training ondersteuning crisisteam (loggen/plotten) Oefening crisisbeleidsteam ZiROP-trainingen voor afdelingen Testen registratie- en identificatiesysteem Oefening opvang familie De GGD en volgen het landelijk implementatietraject Samen beter voorbereid, waarin de GGD en worden ondersteund bij de implementatie van het GROP (GGD Rampen Opvang Plan) en OTO-programma in de regionale keten. Er hebben bij de GGD en verschillende OTOactiviteiten in 2011 plaatsgevonden waaronder: Opleiding GROP E-learning ter kennismaking met GROP Scholingsdag en table-top training voor 4 GROP-processen Table-top oefening voor crisisteam Alarmeringsoefening crisisteam Oefening PSHOR voor kernteam en opvangteam Huisartsenposten en huisartsenkringen zijn in 2011 gestart met de ontwikkeling van een Huisartsen Rampenopvangplan (HaROP). De regionale afstemming met de ketenpartners is het afgelopen jaar verder uitgebreid. Tijdens werkbezoeken heeft de stafadviseur OTO onder andere de stand van zaken met betrekking tot het OTO-jaarplan besproken, is de aanvraagprocedure voor de OTO-stimuleringsgelden verder toegelicht en is informatie gegeven over de OTO-Toolkit. Alle ROP(Rampen Opvang Plan)-OTO coördinatoren nemen deel aan het regulier Kennisplatform ROP-OTO. Afgelopen jaar zijn er zes cursussen Hospital Major Incident Management and Support (HMIMS) georganiseerd. Hierbij zijn er 150 deelnemers uit de verschillende zorginstellingen opgeleid. Er zijn drie cursussen Advanced HazMat Life Support (AHLS) door TraumaNet AMC georganiseerd. In 2011 zijn er 9 ETS Basic Instructors opgeleid. Het Regionale Ambulance Vervoer (RAV) organiseert jaarlijks een oefencarrousel eerste ambulance. Een RAV heeft hiervoor deelgenomen aan een meerdaagse training in Weeze. Landelijke OTO activiteiten In het landelijk platform overleg, dat maandelijks wordt georganiseerd voor OTO-coördinatoren van de verschillende traumacentra, vindt afstemming plaats ten aanzien van landelijke projecten/afspraken op het gebied van OTO. In 2011 heeft de uitrol van de OTO-Toolkit plaatsgevonden, die verschillende instrumenten bevat waarmee een stap gezet kan worden naar de uniformering van kwaliteit en effectiviteit van de crisis-organisatie en de OTO-activiteiten. Het diagnose-instrument geeft een beeld van de stand van zaken van de eigen crisisorganisatie en geeft verbeterpunten aan. Elke organisatie heeft het diagnose-instrument ingevuld voor hun organisatie en de uit komsten zijn besproken met de stafadviseur OTO. De uitkomsten van de diagnose zijn gebruikt als input voor het jaarplan van 2012. Onderdelen die tot nu toe onderbelicht zijn gebleven, zijn nu in de OTO-jaarplannen 16 17 opgenomen.

Het OTO-Kennisportaal (www.otoportaal.nl) is in november 2011 gelanceerd. Doel hiervan is om best pratices en relevante informatie met elkaar te kunnen delen. Ook de instrumenten van de OTO-Toolkit zijn op deze website terug te vinden. Financiën OTO Budget 2011 909.000 Uitgaven 2011 773.243 Restant OTO Budget 135.757 Focusgroepen Om op acute zorggebieden goede afspraken te maken zijn lande lijk vijf aandachtsgebieden van acute zorgketens vastgesteld: acute cerebrovasculair accident (CVA), acuut myocard infarct, acute verloskunde, acute psychiatrie en acute heuptrauma s. Binnen het ROAZ AMC zijn deze aandachtsgebieden onder gebracht in zogenoemde focusgroepen, aangevuld met vaat chi rurgie en Intensive Care. Een focusgroep bestaat uit professionals op een bepaald deelgebied. De opzet is om per aandachtsgebied de acute zorgketen in kaart te brengen, te komen tot schriftelijk vastgelegde regionale ketenafspraken en te bepalen hoe de acute zorg verbeterd kan worden. 6. ROAZ Het AMC heeft als traumacentrum vanuit VWS ook de taak het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg) te initiëren. In het ROAZ maken de aanbieders van acute zorg in regionaal verband afspraken over (betere) samenwerking om de kwaliteit van de acute zorg te borgen en te verbeteren. Het belangrijkste doel van het ROAZ is om te zorgen dat een patiënt die acute zorg nodig heeft zo snel mogelijk op de juiste plaats de juiste zorg ontvangt. Sinds eind 2010 heeft TraumaNet AMC de taak gekregen om de coördinatie van het ROAZ in de regio van het AMC op zich te nemen. De 11 ROAZ-regio's in Nederland hebben de afgelopen jaren een verschillende invulling gegeven aan deze taakstelling. Het ROAZ AMC heeft in eerste instantie vooral een informerend karakter gehad. In het afgelopen jaar is echter een aantal rapporten verschenen over de toekomst van de acute zorg en landelijk worden er ook steeds meer ketenindicatoren voor de acute zorg ontwikkeld. In deze rapporten wordt het ROAZ als coördinerende en vormgevende partij binnen de acute zorgketen regelmatig genoemd. Dit betekent een verdieping van de taakstelling van het ROAZ AMC wat vraagt om een meer besluitvormend in plaats van informerend karakter van het ROAZ. In 2011 is deze verandering ingezet. De eerste maanden van 2012 wordt vervolgens met alle ketenpartners op bestuurlijk niveau de koers en invulling van deze taakstelling verder vormgegeven. Tot 2011 is ten aanzien van de focusgroepen voornamelijk aandacht besteed aan het in kaart brengen van bestaande overlegvormen in de regio van het ROAZ AMC en inventarisatie van de afspraken. Met de toewijzing van een coördinerende rol van TraumaNet AMC ten aanzien van het ROAZ en de focusgroepen, is als ambitie gesteld de focusgroepen actiever vorm te geven. De ontwikkelingen rondom de SEH kwaliteitscriteria en de beschreven SEH profielen, waarbij aanscherping van definities noodzakelijk is, zijn daarbij een goede aanleiding geweest om de focusgroepen een nieuwe impuls te geven. In het ROAZ is begin 2011 overeengekomen dat binnen de regio van TraumaNet AMC de focusgroepen geschikte gremia zijn om de definities te bespreken en aan te scherpen. Voor de verschillende focusgroepen is contact gezocht met diverse professionals. De gesprekken hebben tot doel gehad de huidige situatie te inventariseren en inzicht te krijgen in mogelijke aanknopingspunten voor ketenbrede verbeteringen. Dit heeft tot verschillende initiatieven geleid binnen de focusgroepen, die in 2011 zijn opgepakt en gedurende 2012 zullen worden afgerond. Zo is in 2011 een start gemaakt met het opstellen van een regionaal gestandaardiseerd protocol voor de pre- en postoperatieve zorg voor patiënten met een heupfractuur ( klinisch pad ) om zo de kwaliteit te verbeteren. Binnen de focusgroep acute psychiatrie is het SEH profiel dat betrekking heeft op patiënten met Acute gedragstoornissen besproken. Met kwaliteit van zorg als uitgangspunt zijn met een psychiater uit ieder ziekenhuis uit de regio van TraumaNet AMC de gestelde criteria doorgenomen en aangepast. Deze aanzet voor aangepaste criteria is in het landelijk platform Acute zorg ingebracht. Het doel hiervan is om uiteindelijk de opvang van patiënten met acute gedragsstoornissen op een SEH te verbeteren. 18 19

7. PR & communicatie Communicatie is in meerdere opzichten van groot belang voor TraumaNet AMC. Hieronder een overzicht van de belangrijkste communicatiemiddelen die in 2011 zijn opgeleverd. Daarnaast is medewerking verleend aan de thema-avonden en de Regionale Multitrauma Bespreking en was TraumaNet AMC aanwezig met een informatiestand op de netwerkdag crisisbeheersing van de Nieuwsbrief Traumapost De nieuwsbrief TraumaPost is in 2011 drie keer verschenen, namelijk in juni, september en december. Naast de vaste rubrieken, zoals Traumaregistratie: de stand van zaken en Opleiden, Trainen en Oefenen, wordt aandacht besteed aan regionale ontwikkelingen. Als er een thema-avond is geweest, is in de nieuwsbrief ook een verslag met foto s te vinden. In het hoofdinterview komt iemand uit de regio van TraumaNet AMC aan het woord. Hierdoor leert de regio elkaar steeds beter kennen en wordt, door landelijke verspreiding, ook kennis en informatie met andere traumacentra gedeeld. Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en de Open Dag van het AMC. Website De website www.traumanetamc.nl blijft voortdurend in ontwikkeling. De indeling van het menu is aangepast waardoor de drie beleidsterreinen waar TraumaNet AMC zich op focust (Traumazorg, OTO en ROAZ) elk een herkenbaar deel op de website hebben gekregen. Verder wordt steeds meer informatie gepubliceerd op het open gedeelte zodat dit voor iedereen beschikbaar is. Daardoor laten we beter zien wie we zijn en waar we ons mee bezig houden. Om deze herkenbaarheid ook persoonlijk te maken zijn alle medewerkers van Bureau TraumaNet AMC met portretfoto, contactgegevens en de aandachtsgebieden op dit open deel terug te vinden. Het besloten gedeelte, dat alleen toegankelijk is voor professionals, bevat vergaderstukken van diverse overleggen die vanuit TraumaNet AMC worden georganiseerd, zoals het Regionaal Trauma Overleg en het Kennisplatform ROP-OTO. Jaarverslag 2010 - Krachten bundelen In 2011 is het eerste jaarverslag van TraumaNet AMC gepubliceerd. Doel was om de ketenpartners en andere belangstellenden een beeld te geven van alle activiteiten die in 2010 hebben plaats gevonden in deze regio, gericht op het verbeteren van de acute (trauma)zorgketen, de zorg bij rampen en crises en de rol die bureau TraumaNet AMC hierbij heeft gespeeld. 20 21

8. Financiën Het Traumacentrum krijgt voor haar taken ten behoeve van het zorg- netwerk en het kenniscentrum (inclusief de traumaregistratie), een budget van VWS toegewezen. Hieronder ziet u de financiële verant- woording van TraumaNet AMC over het jaar 2011. Balans 2011 Totale inkomsten 2011 596.690 Personele kosten 453.458 Bedrijfskosten* 124.434 Totale uitgaven 2011 577.892 Saldo (positief) 18.798 Medewerkers bureau TraumaNet AMC 2011 Prof. dr. Carel Goslings Traumachirurg Medisch Hoofd Frank de Groot Manager Linda van Gelder Management assistent Corina de Groot Stafadviseur Opleiden, Trainen en Oefenen Fieke Oostvogel Stafadviseur Regionaal Overleg Acute Zorg Traumazorg en -registratie Mariska Klooster Stafadviseur PR & Communicatie Traumazorg en -registratie Inge van Eijkelenburg Datamanager Traumaregistratie Pieter Joosse Arts-onderzoeker Traumaregistratie * Bedrijfskosten gespecificeerd Academisch Medisch Centrum Bezoekadres: Meibergdreef 9, Amsterdam Postadres: Postbus 22660 1100 DD Amsterdam T 020 566 3285 E TraumaNetAMC@amc.nl www.traumanetamc.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, 22 23 op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TraumaNet AMC.

Ambulance Amsterdam zorg met hoofd en hart Regionale Ambulancevoorziening Gooi en Vechtstreek en andere ketenpartners zoals huisartsenposten, GGZ en verloskundigen. www.traumanetamc.nl