Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6. 1 Kan jouw school overstromen? 1 beschermen ervoor zorgen dat iets of iemand veilig is of ergens geen last van heeft 3 Enkele voorbeelden: kniebeschermers (skeeleren), bumpers (auto), winterjas, zonnebrandcrème. de bodem de grond onder het water, onder je voeten, onder een huis het gebied een stuk land pompen met een apparaat ergens water of lucht uit zuigen of in persen 4 goed fout Met een helm bescherm je je hoofd. Een gebied kun je in je broekzak stoppen. Het is fijn als de dijk doorbreekt. Op een landkaart staan veel symbolen. Als het land overstroomt, wordt het droog. voorkomen ervoor zorgen dat iets niet gebeurt de berg het symbool doorbreken beschermen de dijk de kaart overstromen de kleur de grens pompen de bodem het water de rivier de informatie het water de sloot 5 De mensen hebben Flevoland gemaakt door het water van de zee weg te pompen. Het regent, dus Jelle doet zijn laarzen aan. Zo kan hij voorkomen dat hij natte voeten krijgt. Lisa gaat op vakantie naar Frankrijk. Dan gaat ze twee keer de grens over. Kan ik hier informatie krijgen over de films die er draaien? Het water is erg diep. Je kunt niet op de bodem staan. Het woord doorbreken blijft over. 40
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.3 Hoe belangrijk is jouw stad? 1 het wassen beeld een beeld gemaakt van was het museum een gebouw waar je speciale dingen kunt bekijken, bijvoorbeeld schilderijen dichtstbijzijnde in de buurt, vlakbij 3 a de regering b een monument c de omgeving 4 eigen antwoord 5 Enkele voorbeelden: musea over stripfiguren, draaiorgels, treinen, schepen, oorlog. het theater een gebouw waar je een toneelstuk kunt zien, of een musical het monument een beeld ter herinnering aan iets het ziekenhuis het theater het museum de bioscoop het strand het beachvolleybal de spoorlijn de duinen de schooltas de oorlog het monument de krans dichtstbijzijnde de regering het gebied de buurt 41
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.4 3 Wie maakt ons eten? 1 zaaien zaadjes in de grond stoppen, zodat daar een plant uit kan groeien iets verpakken iets in papier of in een doos doen om het te versturen, te verkopen of mee te nemen oogsten groenten of fruit van het land of van de boom halen om te verkopen of op te eten 4 goed fout De koeien grazen op de akker. Er groeit bloemkool in het weiland. In een fabriek maken machines producten. Op de markt komen kopers en verkopers bij elkaar. Een fabriek is ook een bedrijf. af- en aanrijden het heen en weer rijden van (vracht)auto s de fabriek een groot gebouw waar machines producten maken de fabriek oogsten het bedrijf de akker de boerderij de koekjes de winkel de bonen 5 Daar maken machines producten. fabriek Daar lopen koeien in het gras. weiland Daar groeien groentes en granen. akker Daar doen of maken mensen iets om geld te verdienen. bedrijf iets verpakken de markt de supermarkt de school af- en aanrijden de suiker de stroop de pannenkoek 3 Enkele voorbeelden: lampenfabriek, computerfabriek, spelletjesfabriek, chipsfabriek 4
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.5 4 Hoe kom je aan warm water? 1 de kolen zwarte, zachte stenen die kunnen branden logisch iets wat klopt, iets wat je begrijpt de elektriciteit stroom preciezer nauwkeuriger, als je iets heel precies wilt weten de elektriciteitscentrale plaats waar stroom gemaakt wordt het landbouwgif oppompen de boer wegspoelen het riool filteren de beestjes zwemmen 3 Enkele voorbeelden: televisie, computer, schuurmachine, föhn, stofzuiger, dvd-speler. 4 De meester vertelde een verhaal over Hansje. Dat was een jongetje die zijn vinger in de dijk stopte om het water tegen te houden. Toen de elektriciteit uitviel, hield de computer ermee op. Het is toch logisch dat aardbeien in de zomer goedkoper zijn dan in de winter. Het muisje ging dood toen hij van het landbouwgif had gegeten. Daan had de fiets preciezer getekend dan Sem. Bij Daan kon je zelfs het knopje van de fietsbel zien. Het woord elektriciteitscentrale blijft over. 5 eigen antwoord de elektriciteit het zand het gas de kolen de dijk de grond filteren het regenwater 43
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.6 5 Woon jij straks op een woonboot? 1 het nadeel de slechte kant van iets het zeewier een plant die in zout water leeft de zijrivier een rivier die zich afsplitst van een andere rivier 3 De regering is de baas van een land. goed Een zijrivier komt uit in een andere rivier. goed Zeewier leeft in zoet water. fout 4 storm, golven, zeewater, hoog water, tegenhouden, dam, veilig de oplossing het antwoord op een vraag of een raadsel 5 eigen antwoord de Oosterscheldekering een grote dam in de Oosterschelde om het zeewater tegen te houden de brug aanrollen de zee het zeewier de baas het land de overzichtskaart de regering de woonboot het water de zijrivier het nadeel de Oosterscheldekering de vis de dam de golf 44
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.7 6 Waar komen Nederlanders vandaan? 1 het buitenland alle landen buiten je eigen land de landbouwmachine een machine die een boer gebruikt, bijvoorbeeld om mee te zaaien het teken een tekeningetje wennen iets normaal gaan vinden de gewoonte iets wat je altijd op een bepaalde manier doet de gewoonte de buurman wennen het paspoort de manier het buitenland leuk de vakantie het teken de roti de kaart de moskee de wijk de nasi de reis de pizza 3 goed fout In je paspoort staat ook je e mailadres. Op veel apparaten is een driehoek het teken voor play. De wijk is net zo groot als de hele stad. Als je de Nederlandse grens overgaat, ben je in het buitenland. Twee keer per dag tandenpoetsen is een goede gewoonte. 4 Ik kan niet wennen aan het koude weer. Het omploegen van de grond doet de boer met zijn landbouwmachine. Ik moet een pasfoto laten maken voor mijn nieuwe paspoort. In elke wijk van ons dorp staat een supermarkt. Het woord moskee blijft over. 5 ingang: pijl fietspad: fiets parkeerplaats: grote P 45
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.8 7 Wat doe jij met dat lege land? 1 in aanbouw bezig met het bouwen van iets het oppervlak de grootte van iets 3 eigen antwoord 4 a vergelijken b picknicken c landbouwgebied de camping een kampeerterrein het landbouwgebied een stuk grond waar boeren werken 5 Enkele voorbeelden: ziekenhuis, stadion, flat, sporthal, winkelcentrum. de manege een plaats waar je kunt leren paardrijden de hijskraan de woonwijk in aanbouw het paard de tent de camping picknicken kamperen vergelijken het ei de boer de manege zaaien de mest het landbouwgebied een paard 46
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.9 8 Kun jij weg zonder weg? 1 thuiswerken in je eigen huis werken, in plaats van op kantoor de verbindingen het geheel van wegen de meningen wat mensen ervan vinden de containers heel grote bakken waarin spullen worden vervoerd of bewaard veroorzaken laten gebeuren thuiswerken de hsl de vogeltrek de provinciale weg de computer het fietspad het huis het kantoor opofferen de verbindingen de containers het vasteland de schepen de snelweg de haven de spoorrails 3 Als je op de provinciale weg achter een tractor rijdt, schiet je niet hard op. Het fijnste aan thuiswerken vindt mijn moeder dat ze niet in de file hoeft te staan. Automobilisten die te hard rijden veroorzaken vaak ongelukken. Toen de meester vroeg wat we wilden doen waren de meningen heel verschillend. De trein flitste voorbij over de hsl. Het woord dat overblijft is de vogeltrek. 4 goed fout Als je iets opoffert geef je iets weg en komt er iets anders in de plaats. Op de provinciale weg mag je 100 kilometer rijden. Als je ergens iets van vindt heb je een mening. Een stuk land dat geen eiland is, noem je het vasteland. De vogeltrek gebeurt niet elk jaar. 5 eigen antwoord 47