Voeding Kwantitatieve bepaling van AsB, DMA, MMA en anorganisch arseen (ias = AsIII+AsV) met HPLC-ICP-MS na waterbadextractie

Vergelijkbare documenten
Voeding Kwantitatieve bepaling van AsB, DMA, MMA en anorganisch arseen (ias = AsIII+AsV) met HPLC-ICP-MS na waterbadextractie

Versie 03 Datum van toepassing

Gearchiveerde versie

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van elementen in extracten van diervoeders met ICP-MS

Gearchiveerde versie

Drinkwater Kwantitatieve bepaling van 21 elementen met ICP-MS

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van fluor na behandeling met HCl met een ion-selectieve elektrode methode (ISE)

Gearchiveerde versie. Version archive. Drinkwater Kwantitatieve bepaling van anionen met IC 2017/I-MET-217/LAB/FLVVG. Versie 07

Voeding Kwantitatieve bepaling van elementen met ICP-MS in extracten van levensmiddelen

Versie 04 Datum van toepassing

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen, cadmium, lood en selenium met ICP-OES na klassieke ontsluiting

Gearchiveerde versie

BEPALING VAN DOXYCYCLINE, TETRACYCLINE, OXYTETRACYCLINE EN CHLOORTETRACYCLINE IN

Versie 05 Datum van toepassing

I-MET-FLVVT-031. Versie 03 Datum van toepassing

BEPALING VAN LASALOCID-NATRIUM IN DIERENVOEDERS (HPLC)

Voeding Kwantitatieve bepaling van aluminium met ICP-OES in extracten van levensmiddelen

BEPALING VAN NICARBAZINE IN DIERENVOEDERS (HPLC)

KWANTITATIEVE BEPALING VAN UBIQUINONE IN

Gearchiveerde versie

Voeding Kwantitatieve bepaling van mineralen, P, Cu, Fe en Zn met ICP-OES in extracten van levensmiddelen

Versie 03 Datum van toepassing

Gearchiveerde versie

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in extracten van diervoeders met AAS HG conform EN Versie 03 Datum van toepassing

BEPALING VAN RUW VET IN DIERENVOEDERS

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Meststoffen - Kwantitatieve bepaling van EDTA met ionchromatografie (FLVVG-I-MET-111EDTA)

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen, cadmium, lood, nikkel en selenium met ICP-OES

KWANTITATIEVE BEPALING VAN CHOLINE IN SPECIFIEKE

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. microgolfontsluiting (FLVVG-I-MET-190)

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van elementen in extracten van diervoeders met ICP-MS. Versie 06 Datum van toepassing

KWANTITATIEVE BEPALING VAN VITAMINE B12 (CYANOCOBALAMINE) IN LEVENSMIDDELEN (HPLC)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

I-MET-FLVVT-125. Versie 04 Datum van toepassing

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. ir. Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC

BEPALING VAN VITAMINE E (DL- -TOCOFEROLACETAAT) IN

2016/I-MET-199;-200;-201/LAB/FLVVG. Versie 05. In toepassing vanaf 29/02/2016. Verantwoordelijke dienst. Sectie AC, medewerkers migratie analyses

BEPALING VAN CARBADOX IN DIERENVOEDERS (HPLC)

Versie 05 Datum van toepassing

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Meststoffen - Kwantitatieve bepaling van EDTA met ionchromatografie (FLVVG-I-MET-111EDTA)

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Voeding - Kwantitatieve bepaling van anorganisch arseen met HPLC-ICPMS (FLVVG-I-MET-224)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

BEPALING VAN RESIDU S VAN COCCIDIOSTATICA IN

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. ICP-OES (Inductive Coupled Plasma Optical Emission Spectrometry) Contactmateriaal, Materiaal in metaal

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

Gearchiveerde versie

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

BEPALING VAN VOCHT IN DIERENVOEDERS (GRAVIMETRIE)

Versie 03 Datum van toepassing

Bepaling van Totaal Organische Koolstof (TOC) en/of Opgeloste Organische Koolstof (DOC) in water

Bepaling van het gehalte aan ammoniakale stikstof met behulp van doorstroomanalyse

Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Water Kwantitatieve bepaling van nitriet in drinkwater met ionchromatografie

Bepaling van opgelost chroom VI in water door ionenchromatografie

Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse

Bepaling van petroleumetherextraheerbare stoffen in water

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN. Water Kwantitatieve bepaling van zilver in drinkwater met ICP-MS (FLVVG-MET-196Ag)

Versie 05 Datum van toepassing

Bepaling van petroleumether extraheerbare stoffen in water

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Drinkwater - Kwantitatieve bepaling van zilver met ICP-MS (FLVVG-I-MET-196Ag)

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT. Microgolfontsluiting/digiPREP ontsluiting - ICP-OES. ir. Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC

Diervoeders - Bepaling van sulfadimidine-na - HPLC. RSVnr A0148, DAMcode , editie nr. 4, ; Bijlagen zijn niet bijgevoegd.

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Purgeerbare organische halogeenverbindingen (POX) in water

Purgeerbare organische halogeenverbindingen (POX) in water

BEPALING VAN TYLOSINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

I-MET-FLVVT-011. Versie 05 Datum van toepassing

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

BEPALING VAN AVILAMYCINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

Ontsluitingsmethode voor olie

Gearchiveerde versie

BEPALING VAN RESIDU S VAN BENZIMIDAZOLEN IN LEVENSMIDDELEN MET LC-MS-MS

Gearchiveerde versie

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

Bepaling van opgeloste Chroom VI in drink-, gronden industriëel afvalwater effluenten door ionenchromatografie

Bepaling van elementen met inductief gekoppeld plasma massa spectrometrie (ICP-MS)

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

I-MET-FLVVT-016. Versie 05 Datum van toepassing

Kwaliteitseisen voor de analysemethoden

SECTIE: Anorganische chemie VALIDATIEPLAN

- Validatiedossier - Bepaling van de lipofiele groep toxinen in mosselen met gebruik van UPLC-MS/MS 1 INTRODUCTIE MATRIX EFFECT...

FOTOMETRISCHE BEPALING VAN FLUORIDE MBV EEN DOORSTROOMANALYSESYSTEEM (CFA)

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

Gearchiveerde versie

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid

Bloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom

Raming van de kleur volgens de Pt-Co schaal

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Methaan, ethaan en etheen in grondwater

Fotometrische bepaling van fluoride mbv een doorstroomanalysesysteem (CFA)

Gearchiveerde versie

BEPALING VAN ZINKBACITRACINE IN DIERENVOEDERS (AGARDIFFUSIE)

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

Transcriptie:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG Voeding Versie 05 In toepassing vanaf 6-06-2017 Verantwoordelijke administratie Verantwoordelijke dienst Bestemmelingen Bestuur Laboratoria FLVVG AC Sectie AC, medewerkers voedingsanalyses Naam functie / dienst Datum 1 Opmaak / revisie door: Vanessa Schotte Ingenieur AC 14-04-2017 Nazicht door: Inge Van Hauteghem sectieverantwoordelijke AC 28-04-2017 Goedkeuring door: Mieke Van de Wiele Labmanager FLVVG 1-06-2017 1 Elektronische goedkeuring 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 1/17

Overzicht van de revisies Revisie Van toepassing vanaf Reden en omvang van de revisie Versie 01 19-01-2014 Origineel Versie 02 23-01-2014 Opmerkingen interne audit Versie 03 7-02-2014 Opmerking Waterbad (NC-B audit) + min 4000 tpm centrifugatie ; controle retentietijd ook met 25 ppb standaard Versie 04 2-03-2016 Wijzigen van de status van de arseenvormen AsB MMA DMA van informatief mee geanalyseerd met ias naar deel van de scope van de methode (titel, rapportering,..). Beschrijving aanmaak oplossingen ijklijn uit tekst naar flow. Versie 05 6-06-2017 Aanpassing scope (geen algen); update wetteksten. Eerstelijnscontrole: criterium aanpassen Trefwoorden Voeding, anorganisch arseen, arseenspecies, HPLC, ICP-MS 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 2/17

INHOUDSTABEL 1 DOEL... 5 2 TOEPASSINGSGEBIED... 5 3 WETTELIJKE EN NORMATIEVE DOCUMENTEN... 5 4 DEFINITIES EN AFKORTINGEN... 5 5 PRINCIPE... 6 6 PRESTATIEKENMERKEN... 6 7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BIJZONDERE MAATREGELEN... 6 8 REAGENTIA EN HULPSTOFFEN... 6 8.1 REAGENTIA... 6 8.2 HULPSTOFFEN... 8 9 TOESTELLEN... 8 9.1. ICP-MS (A ICP-MS 1, 2017/I-LOG-AC-8/LAB/FLVVG)... 8 9.2. HPLC (A HPLC 1, LAB 22-I-LOG-AC 38)... 8 10 WERKWIJZE... 8 10.1 BEREIDING VAN HET ANALYSEMONSTER... 9 10.2 WATERBADEXTRACTIE... 9 10.3 BEPALING VAN DE CONCENTRATIE IN HET EXTRACT... 9 10.3.1 Algemeen... 9 10.3.2 Methode... 10 10.3.3 Voorbereiding op de meting met HPLC ICP-MS... 10 10.3.4 Meten van de extracten met HPLC - ICP-MS... 11 10.3.5 Uit te voeren controles ter evaluatie van de analysereeks... 12 11 KWALITEITSCONTROLE... 12 11.1 CONTROLE VAN HET GEHALTE AS IN DE STOCKOPLOSSINGEN (8.1.11 TOT 8.1.14)... 12 11.2 CONTROLE VAN HET GEHALTE AS IN DE MIX TUSSENOPLOSSING (8.1.16)... 12 11.3 CONTROLE VAN DE BLANCO IJKOPLOSSING... 12 11.4 CONTROLE VAN DE PROCEDUREBLANCO S... 12 11.5 CONTROLE OP DRIFT... 13 11.6 CONTROLE VAN DE PERFORMANTIE VAN DE ICP-MS... 13 11.7 LINEARITEIT... 13 11.8 EERSTELIJNSCONTROLE... 14 11.8.1 Evaluatie van het resultaat van de eerstelijnscontrole... 14 11.8.2 Gevolg van de evaluatie van de eerstelijnscontrole voor de meetreeks... 14 12 BEREKENING EN RAPPORTERING... 14 12.1 HPLC-ICP-MS RAPPORT... 14 12.2 REGISTRATIE KWALITEITSCONTROLE... 15 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 3/17

12.2.1 Registratie controle blanco ijkoplossing... 15 12.2.2 Registratie controle procedureblanco... 15 12.2.3 Registratie controle op drift... 15 12.2.4 Registratie controle van de performantie van de ICP-MS... 15 12.2.5 Registratie lineariteit... 15 12.2.6 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole... 15 12.2.7 Registratie van de controle van het gehalte As in de stockoplossingen en de mix tussenoplossing ( 10.3 en 10.4)... 15 12.3 RESULTATEN VAN DE ANALYSESTALEN... 15 12.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en eerstelijnscontrolestalen 15 12.3.2 Registratie analysegegevens... 16 12.3.3 Evaluatie van de resultaten van de stalen... 16 12.3.4 LIMS en resultatenkaft... 17 13 VERWIJZING NAAR BIJHORENDE PROCEDURES, INSTRUCTIES, DOCUMENTEN, FORMULIEREN OF LIJSTEN... 17 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 4/17

1 Doel Dit voorschrift beschrijft de methode voor de bepaling van anorganisch arseen (ias) (= som van As(III) en As(V)) en de organische arseen verbindingen AsB, DMA, MMA in voeding (met uitzondering van melk, melkproducten, oliën en vetten, algen) met HPLC-ICP-MS (High Performance Liquid Chromatografie - Inductively Coupled Plasma Mass Spectrometry) na waterbadextractie. 2 Toepassingsgebied De methode is van toepassing voor voeding, met uitzondering van melk, melkproducten, oliën en vetten en algen waar het gehalte AsB dient bepaald te worden met kation-exchange HPLC-ICP- MS. De bepaalbaarheidsgrens van de methode is 0,020 mg/kg voor alle As-species. 3 Wettelijke en normatieve documenten EN 16802 - Foodstuffs Determination of elements and their chemical species - Determination of inorganic arsenic in foodstuffs of marine and plant origin by anion-exchange HPLC-ICPMS. Tabel 1. Verschilpunten I-MET en CEN standaard EN 16802 I-MET-224 Stockoplossingen aanmaak 1000 ppm 100 ppm 28 OKTOBER 2016 - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juni 2002 tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen. 4 Definities en afkortingen Afkorting Origine Betekenis EN CEN European Norm CEN CEN Centre Européenne de Normalisation ICP-MS - Inductively Coupled Plasma Mass Spectroscopy HPLC - High Pressure Liquid Chromatograhpy QC - Quality Control ias - Inorganic Arsenic (anorganisch arseen) AsB - Arsenobetaine (arsenobetaïne) DMA - Dimethylarsinate (dimethylarsinaat) MMA - Monomethyl arsonate (monomethylarsonaat) As(III) - Arsenite (arseniet = AsIII = As III ) As(V) - Arsenate (arsenaat = AsV = As V ) MM - Molecuulmassa 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 5/17

5 Principe Dit werkvoorschrift heeft tot doel anorganisch arseen ias (= som van As(III) en As(V)) en de organische verbindingen AsB, DMA en MMA te bepalen. Hiertoe wordt een representatief deel van het monster behandeld met een oplossing van verdund salpeterzuur en waterstofperoxide in een verwarmd waterbad. Hierbij worden de arseen species geëxtraheerd in de oplossing en wordt alle As(III) geoxideerd naar As(V). De species worden vervolgens selectief gescheiden van elkaar door anion-exchange HPLC gekoppeld aan ICP-MS. Er wordt via externe kalibratie met standaarden (matrix-matched) een kwantificatie gedaan van de gehaltes anorganisch arseen en de organische verbindingen AsB, DMA en MMA in de monsters. Anorganisch arseen is meest schadelijk voor de gezondheid. 6 Prestatiekenmerken Voor de prestatiekenmerken van de methode wordt verwezen naar het validatiedossier. 7 Veiligheidsvoorschriften en bijzondere maatregelen - Vermijd contact van huid en ogen met salpeterzuur. Salpeterzuur is corrosief. - Respecteer de veiligheidsvoorschriften voor werken met de ICP-MS. - De arseenverbindingen zijn toxisch. Anorganisch arseen is toxisch. Respecteer de veiligheidsvoorschriften voor manipuleren van deze reagentia. 8 Reagentia en hulpstoffen Verwijzingen naar een product en/of fabrikant dienen enkel ter informatie en identificatie en houdt geen uitsluiting in van andere producten en/of fabrikanten die mogelijk ook voldoen. Deze verwijzingen dienen om vergissingen te vermijden en het uitvoeren van bestellingen te vereenvoudigen. De in de procedure vermelde reagentia en apparatuur kunnen aldus door materiaal van minstens evenwaardige kwaliteit worden vervangen. 8.1 Reagentia Water gebruikt voor de speciatie analyse moet van zeer hoge kwaliteit zijn, nl. water type I of Milli-Q water. Reagentia moeten van bijzondere zuiverheid zijn. Pro analyse kwaliteit is meestal niet voldoende zuiver. De reagentia van J.T. Baker type Instra Analysed Reagent, of equivalent, voldoen wel. 8.1.1. Water type I (Milli-Q) 8.1.2. HNO3 suprapur: Nitric Acid 69 70% J.T. Baker (PA 807 = 01-0421-05068) 8.1.3. H2O2 30% (J.T. Baker) (PA 808 = 01-0291-05067) 8.1.4. AsB: arsenobetaine (C5H11AsO2 ; MM: 178,06 g/mol), 95% zuiver (05-0298-05620) 8.1.5. DMA: dimethylarsenic acid = cacodylic acid ((CH3)2AsO2H ; MM: 138 g/mol), > 99% zuiver (05-0298-05623). 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 6/17

8.1.6. MMA: monosodium methane arsonate (CH4AsNaO3 ; MM 161,95 g/mol) in de vorm: monosodium acid methane arsonate sesquihydrate (CH4AsNaO3 met 3 molecules H2O per 2 molecules MMA of 1,5 H2O per molecule MMA ; MM: 189,0 g/mol), 98% zuiver (05-0298- 05667) 8.1.7. As(V): arsenic(v) oxide hydrate (As2O5.xH2O ; MM zonder xh2o 229,84 g/mol) in de vorm: sodium arsenate dibasic heptahydrate (Na2AsO4.7H2O ; MM: 312,01 g/mol), 99,995% zuiver (05-0298-05621) 8.1.4 tot 8.1.7 worden bewaard in de koele kamer 2.3. 8.1.8. Ammoniumcarbonaat (01-0074-05624) 8.1.9. Ammoniumhydroxide oplossing 25% (01-0062-00107) 8.1.10. Methanol (HPLC grade) (01-0369-00571) 8.1.11. Stockoplossing AsB 100 mg As/l 8.1.12. Stockoplossing DMA 100 mg As/l 8.1.13. Stockoplossing MMA 100 mg As/l 8.1.14. Stockoplossing As(V) 100 mg As/l De stockoplossingen 8.1.11 tot 8.1.14 worden in plastiek potten bewaard in de frigo gedurende 1 jaar. Na 1 jaar wordt gecontroleerd of de gehaltes nog steeds voldoen, indien wel kunnen de oplossingen nog een extra jaar gebruikt worden. 8.1.15. Extractans (0,1 M HNO3 in 3% H2O2) Het extractans wordt telkens vers aangemaakt. 8.1.16. Mix tussenoplossing 250 ppb, met 250 µg/l AsB, DMA, MMA en As(V) De mix tussenoplossing kan maximum 1 jaar bewaard worden in de koele kamer 2.3. 8.1.17. Blanco ijkoplossing = extractans = 8.1.15 8.1.18. Standaard 1: 0,5 ppb, met 0,5 µg/l AsB, DMA, MMA en As(V) 8.1.19. Standaard 2: 5 ppb, met 5 µg/l AsB, DMA, MMA en As(V) 8.1.20. Standaard 3: 10 ppb, met 10 µg/l AsB, DMA, MMA en As(V) 8.1.21. Standaard 4: 25 ppb, met 25 µg/l AsB, DMA, MMA en As(V) De standaarden 8.1.18 tot 8.1.21 worden telkens vers aangemaakt. 8.1.22. Eluens HPLC: 50 mm diammoniumcarbonaat ph 10,3 = OPLOSSING B 8.1.23. 5% Methanol = OPLOSSING C = OPLOSSING E 8.1.24. Setup/Stab/MassCal Solution: PE #N8125030; 10 ppb Mg, Cu, Rh, Cd, In, Ba, Ce, Pb, U in 1% HNO3 (01-0571-00899) 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 7/17

8.1.25. Spoeloplossing ICP-MS (1% HNO3) De aanmaak van de verschillende standaarden, het extractans, het eluens en andere oplossingen wordt schematisch weergegeven in 2016/I-MET-224-D01/LAB/FLVVG: Bijlage 1 : Flowchart speciatie arseen. De houdbaarheid van zelfbereide oplossingen, indien dit niet expliciet vermeld wordt, is 1 jaar bij kamertemperatuur. De geschiktheid van de gebruikte oplossingen, buffers en standaardoplossingen wordt nagegaan aan de hand van ingebouwde borgingspunten en langetermijnvalidatie. Indien hieraan voldaan wordt, wijst dit op de aanvaardbaarheid van deze reagentia en toont dit eveneens aan dat de kwaliteit van de analyse gewaarborgd blijft. 8.2 Hulpstoffen 8.2.1. Plastiek maatkolven van 50 ml, 100 ml en 1000 ml 8.2.2. Plastiek vials voor HPLC 8.2.3. Plastiek falconbuisjes van 50 ml 8.2.4. Plastiek proefbuisjes van 10 ml 8.2.5. Plastiek flessen met brede hals van 500 ml en bijpassende schroefdop 8.2.6. Micropipetten met passende tips (Micropipetten, 2017/I-LOG-AC-R&C-101/LAB/FLVVG) 8.2.7. Spuiten 8.2.8. Microfilters (0,45 µm) 9 Toestellen 9.1. ICP-MS (A ICP-MS 1, 2017/I-LOG-AC-8/LAB/FLVVG) 9.2. HPLC (A HPLC 1, LAB 22-I-LOG-AC 38) 9.3. Warmwaterbad (A WATERBAD 2) 9.4. Centrifuge (A CENTRIFUGE 1) 9.5. Ika Minishaker (A IKA MS 1) 10 Werkwijze In alle stappen van de bepaling van het gehalte anorganisch en organisch arseen dient erover gewaakt dat contaminatie via stof, contact met de huid, contact met een vuil oppervlak, vuile recipiënten, vermeden wordt. Een overzicht van de belangrijkste stappen in de werkwijze en uit te voeren controles is terug te vinden in 2016/I-MET-224-D01/LAB/FLVVG: Bijlage 1 : Flowchart speciatie arseen. 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 8/17

10.1 Bereiding van het analysemonster De analysemonsters en de referentiemonsters worden bereid volgens de procedures beschreven in 2016/I-MET-077/LAB/FLVVG : Preparatie van levensmiddelen inclusief drinkwater. 10.2 Waterbadextractie 1. Weeg 0,2 0,5 g monster tot op 1 mg nauwkeurig af in een falconbuis van 50 ml (8.2.3) bv. tarwe: ± 0,5 g; rijst: ± 0,2 g; algen: ± 0,2 g; wijn: ± 1,5 g; plantaardige melk: ± 0,5 g (zie 2016/I-MET-224-D01/LAB/FLVVG: Bijlage 1 : Flowchart speciatie arseen ) Vul hierbij het analyseformulier 2016/I-MET-224-F02/LAB/FLVVG: Bijlage 2 : Analyseformulier speciatie As aan. 2. Voeg 10 ml extractans (8.1.15) toe aan elke buis. 3. Vortex de buis om het monster volledig te bevochtigen. Bij poedervormige monsters is het aan te raden om te extraheren gedurende enkele uren of overnacht. 4. Breng de buizen over in het warmwaterbad (9.3) op 90 ± 1 C en laat 1 uur extraheren bij die temperatuur. Ga na of er voldoende water in het waterbad zit en vul bij indien nodig. Laat op temperatuur komen alvorens de buizen in het waterbad te plaatsen. 5. Buizen centrifugeren: minstens 4000 tpm 10 minuten. 6. Supernatans filtreren d.m.v. spuiten (8.2.7) door een microfilter (8.2.8) in een proefbuisje (8.2.4). Deze extracten kunnen gedurende maximum 1 week bewaard worden in de frigo voor analyse. 10.3 Bepaling van de concentratie in het extract 10.3.1 Algemeen HPLC is een kwalitatieve en kwantitatieve analysemethode. De identificatie van de in het staal aanwezige verbindingen gebeurt door vergelijking van de retentietijden van de verschillende geëlueerde species met de retentietijd van de standaardoplossing die 4 species bevat: AsB, DMA, MMA en As(V). As(III) wordt in deze methode niet apart bepaald, omdat enkel het totale gehalte anorganisch arseen van belang is, namelijk de som van As(III) en As(V). Tijdens de extractiefase wordt alle As(III) omgezet naar As(V). De concentratie van elk species wordt bepaald met behulp van een kalibratiecurve die wordt geconstrueerd met een blanco en 4 standaardoplossingen met concentraties van respectievelijk 0; 0,5; 5; 10 en 25 ppb (8.1.17 tot 8.1.21). Met een reeks wordt het geheel aan stalen bedoeld dat op eenzelfde dag geëxtraheerd wordt. In 1 reeks worden steeds 2 procedureblanco s meegenomen. 1 procedureblanco wordt steeds vooraan de meetreeks gemeten (net na de ijklijn), de andere wordt steeds achteraan de reeks gemeten. Deze procedureblanco s zijn bedoeld om de verschillende stappen in de voorbereiding van de stalen te controleren. Ze omvatten dan ook alle behandelingen maar dan zonder staal. De monsters 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 9/17

in een reeks worden steeds in duplo meegenomen. In een reeks wordt minimum 1 referentiemonster in duplo meegenomen. Ter controle van de retentietijden wordt de standaard 10 ppb of de standaard 25 ppb éénmaal gemeten met de laatst bewaarde versie van de methode alvorens de meetreeks te starten. Om het toestel te controleren op drift wordt de standaard van 10 ppb ongeveer om de 5 oplossingen opnieuw gemeten als QC oplossing. Het resultaat van een monster is het gemiddelde resultaat bekomen uit duplo bepaling van het monster en berekend zoals omschreven in 2016/I-MET-224-D05/LAB/FLVVG: Bijlage 5 : Berekening van het gemiddelde. 10.3.2 Methode De volledige lijst met instellingen van de methode is opgenomen in 2016/I-MET-224- D03/LAB/FLVVG : Bijlage 3 : Arseen speciatie Sloth AsO. De scheiding gebeurt isocratisch in een buffer van 50 mm diammoniumcarbonaat bij ph 10,3 (8.1.22) (eluens of mobiele fase). Voor de speciatie van arseen wordt een anionuitwisselingskolom gebruikt : een Hamilton PRP-X100 150 x 4,6 mm met deeltjes van 5 µm. De autosampler wordt net voor de analyse geflushed met 4 keer 500 µl 5% methanol oplossing (8.1.23) = oplossing E. De kolom wordt na analyse ook gespoeld en gevuld met deze methanol oplossing (positie C). Met de ICP-MS detector worden de gescheiden As pieken gemeten als AsO (in DRC mode met O2 gas) bij massa 91 (dit wordt aangegeven in de methode bij Channel name). De bepaling van anorganisch arseen gebeurt met de cyclonische verstuiverkamer en bij een RF-vermogen van 1400 W. Er worden 40 sweeps/reading, 1 reading/replicate en 3 replicates per analyse gemeten. 10.3.3 Voorbereiding op de meting met HPLC ICP-MS 10.3.3.1 Reagentia HPLC 1. Vul fles A met Milli-Q (8.1.1) 2. Breng het eluens (8.1.22) over in fles B 3. Fles C en E dienen gevuld te zijn met 5% methanol (8.1.23) (Fles D wordt niet gebruikt tijdens deze bepaling) 10.3.3.2 Voorbereiden HPLC 1. Chromera software opstarten 2. RUNTIME 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 10/17

o o Leidingen naar de pomp spoelen (5 ml/minuut) met ongeveer 20 ml Milli-Q (Fles A) en daarna met ongeveer 20 ml eluens (Fles B). Kolom: debiet eluens geleidelijk aan opbouwen, zodat de druk op de kolom geleidelijk aan verhoogt: debiet verhogen van 0,2 ml/min naar 1 ml/min in stappen van 0,2. 3. SEQUENCE o Aanmaken analysereeks: model openen, wijzigen en opslaan onder nieuwe naam (bv. ias 17.12.2013). Extra kolommen sample amount (voor gewicht) en multiplier (voor volume) moeten toegevoegd worden. o Een sequence wordt als volgt opgebouwd: Blanco ijkoplossing Ijkoplossingen (0,5; 5; 10 en 25 ppb) Reeks monsters: eerste procedureblanco, monsters in duplo, referentie in duplo, tweede procedureblanco QC (= 10 ppb standaard) hermeten ongeveer iedere 5 monsters. 4. RUNTIME o De aangemaakte sequence openen o Flush de autosampler 4 keer met 500 µl 5% methanol oplossing (Fles E wordt automatisch gekozen) 10.3.3.3 Voorbereiden ICP-MS 1. Monteer de cyclonische verstuiverkamer (zie 2016/I-MET-224-D04/LAB/FLVVG: Bijlage 4: Schematisch overzicht wisselen verstuiverkamer ). 2. Vul de spoeloplossing (8.1.25) bij en zorg dat de aanzuigtubing goed in de spoeloplossing blijft zitten. 3. Stel het RF-vermogen op 1400 W, start plasma en voer na stabilisatie (minimum 15 min) Daily Performance uit. Steek hiervoor de aanzuigtubing in de Setup/Stab/MassCal Solution (8.1.24). 4. Pas het debiet van het reactiegas O2 aan (= nebulizer gas flow) en conditioneer de ICP-MS (DRC-cel spoelen met O2 gedurende 30-60 minuten, methode FAVV Conditioning the DRC gas O2 ). 10.3.4 Meten van de extracten met HPLC - ICP-MS - Plaats de blanco, de standaarden en de extracten van de monsters in vials in de HPLC autosampler. - Ga in ICP-MS software (Elan) om het conditioneren van de DRC-cel te stoppen. - Keer terug naar de Chromera software en controleer daar of de DRC mode nog steeds actief is (niet: standaard mode). - Analyseer standaard 10 ppb (8.1.20) of standaard 25 ppb (8.1.21) om retentietijden te checken. Indien nodig kunnen via METHOD de retentietijden en hun vensters aangepast worden, zodat de methode de pieken bij de daaropvolgende meetreeks automatisch herkend. - Start de sequence op. 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 11/17

10.3.5 Uit te voeren controles ter evaluatie van de analysereeks Alvorens over te gaan tot de berekening van de resultaten, moet worden nagegaan of de meting goed is verlopen. Evalueer de resultaten van de analysereeks. Controleer de resultaten van de kalibratie-oplossingen, de QC oplossing, de procedureblanco s en de referentiestalen. 11 Kwaliteitscontrole 11.1 Controle van het gehalte As in de stockoplossingen (8.1.11 tot 8.1.14) Na aanmaak van de stockoplossingen (8.1.11 tot 8.1.14) worden deze in vijfvoud gemeten met de ICP-MS methode voor As om de juistheid van het gehalte As te controleren. Deze controle gebeurt dus tegenover de ijklijn die gebruikt wordt voor bepaling van As in voeding en water. CRITERIUM: Er wordt een afwijking van 10% toegestaan t.o.v. het nominaal gehalte van 100 ppm. 11.2 Controle van het gehalte As in de Mix tussenoplossing (8.1.16) Na aanmaak van de mix tussenoplossing (8.1.16) wordt deze in vijfvoud gemeten met de ICP-MS methode voor As om de juistheid van het gehalte As te controleren. Deze controle gebeurt dus tegenover de ijklijn die gebruikt wordt voor de bepaling van As in voeding en water. CRITERIUM: Er wordt een afwijking van 10% toegestaan t.o.v. het nominaal gehalte van 1000 ppb. 11.3 Controle van de blanco ijkoplossing Controleer het signaal van de blanco ijkoplossing (8.1.11). Het signaal van de blanco wordt niet weergegeven in de tabel, maar de intensiteit (cps) van de pieken kan wel worden geschat a.d.h.v. de grafiek. Piekoppervlakte wordt niet berekend, het betreft hier een louter kwalitatief criterium dat als richtlijn dient. Als richtlijn geldt: Het signaal (intensiteit in cps) van de blanco mag niet hoger zijn dan 1/3 van het signaal van standaard 1. Als het niet mogelijk is een vergelijking te maken van het signaal van de blanco met het signaal van de eerste standaard, bv. omdat er geen piek wordt herkend voor As(V) in de blanco ijkoplossing, dan vervalt deze richtlijn. 11.4 Controle van de procedureblanco s Controleer het signaal van de procedureblanco s. Als richtlijn geldt: Het signaal (area) van de procedureblanco s mag niet hoger zijn dan 1/3 van het signaal van standaard 1. 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 12/17

Als het niet mogelijk is een vergelijking te maken van het signaal van de procedureblanco met het signaal van de eerste standaard, bv. omdat er geen piek wordt herkend voor As(V) in de procedureblanco, dan vervalt deze richtlijn. Indien het signaal van de procedureblanco te hoog is, moet gezocht worden naar de oorzaak van de contaminatie (bv. extractans dat gebruikt werd voor de reeks controleren). Als alleen de eerste procedureblanco te hoog is, kan gedacht worden in de richting van memory effect van de hoogste standaard die er net voor werd gemeten. Dit memory effect kan gecontroleerd worden door meten van een Milli-Q monster. 11.5 Controle op drift Controle op drift gebeurt door het hermeten van standaard 10 ppb (8.1.20) als QC oplossing en dit ongeveer elke 5 te meten oplossingen. Criterium 1: De gemeten waarde van de QC-standaardoplossing voor de controle op drift mag niet meer dan 15% (relatief) afwijken van de nominale waarde van de standaard. Criterium 2: Het verschil tussen twee opeenvolgende resultaten van de controle op drift mag niet meer afwijken dan 15% van de nominale concentratie van de te controleren standaard. Bij controle met de standaard van 10 ppb, mag het verschil tussen twee opeenvolgende driftcontroles niet hoger zijn dan 1,5 ppb. Indien het resultaat van een controle niet voldoet, moeten alle oplossingen gemeten vanaf de laatste goede controle hermeten worden. Als de resultaten voorafgegaan aan een te hoge driftcontrole alle lager zijn dan de LOQ, moeten die resultaten niet verworpen worden. 11.6 Controle van de performantie van de ICP-MS Dagelijks wordt een Daily Performance Check uitgevoerd vooraleer kan gestart worden met de analyses op ICP-MS (9.1). De uitvoering van de Daily Performance Check en de geldende criteria voor goedkeuring van de Daily Performance Check zijn beschreven in 2017/D-109/LAB/FLVVG : Daily Performance Check. 11.7 Lineariteit Bij het meten van de ijklijn wordt per species de correlatie weergegeven op het verslag. De correlatiecoëfficiënt moet minstens 0,999 bedragen. Als de correlatie minder is, moet de ijklijn hermeten worden. Is de correlatie daarna nog steeds niet goed genoeg moet gezocht worden naar de oorzaak hiervan. 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 13/17

11.8 Eerstelijnscontrole Bij een meetreeks worden als eerstelijnscontrole gecertificeerde stalen en/of ringteststalen en/of zelf bereide referentiestalen gebruikt. De referentiemonsters worden in duplo geanalyseerd. Het resultaat komt op het verslag in mg/kg. Het gehalte is hier reeds gecorrigeerd voor de afgewogen massa, het eindvolume en de eventuele verdunning. 11.8.1 Evaluatie van het resultaat van de eerstelijnscontrole Het resultaat van de eerstelijnscontrole wordt geëvalueerd a.d.h.v. een elektronische werkcontrolekaart. De werkcontrolekaart is een Excel document dat bewaard wordt onder: M:\AC\z_CTRL_kaarten In LAB 22 L 66: Overzicht referentiematerialen wordt aangegeven waartussen een gemeten waarde van een referentie dient te liggen om de eerstelijnscontrole goed te keuren. 11.8.2 Gevolg van de evaluatie van de eerstelijnscontrole voor de meetreeks - Eerstelijnscontroles met gehalte rond de bepaalbaarheidsgrens worden niet meegenomen in de evaluatie van de meetreeks. Deze worden louter informatief gemeten. - Eerstelijnscontroles waar duidelijk contaminatie werd vastgesteld (extreem hoge waarde), worden niet meegenomen in de evaluatie van de meetreeks. - Als slechts 1 referentie in duplo meegenomen werd in de analysereeks dienen beide duploresultaten te voldoen, dit is het resultaat moet binnen de 3s-grenzen van de controlekaart vallen, om de meetreeks te kunnen goedkeuren. - Als 2 referenties in duplo meegenomen worden is de richtlijn om tot een conclusie te komen voor de meetreeks: Van zodra 75% van de gemeten eerstelijnscontrole-oplossingen die worden meegenomen in de evaluatie (dus niet de LOQ-controles) OK zijn, dit is met resultaat binnen de 3sgrenzen van de controlekaart, wordt de meetreeks goedgekeurd. Als minder dan 75% van de gemeten eerstelijnscontrole-oplossingen die worden meegenomen in de evaluatie (dus niet de LOQ-controles) OK zijn, wordt de meetreeks niet goedgekeurd. Dan moet gekeken worden of er een oorzaak is voor het groot aantal ongunstige resultaten, zeker indien alle ongunstige resultaten bv. in dezelfde richting afwijken, en moet de meetreeks herdaan worden. Opmerking: de 75% regel wordt dus toegepast op de individuele metingen van de eerstelijnscontroles en niet op de gemiddelden en dit per element. - Als de eerstelijnscontroles afgekeurd worden, moet de analyse volledig heropgestart worden. 12 Berekening en rapportering 12.1 HPLC-ICP-MS rapport De resultaten van de metingen met HPLC-ICP-MS (9.1 en 9.2) worden automatisch uitgeprint. Het rapport geeft de meetresultaten van de blanco, de standaarden, de QC oplossingen, de analysemonsters en de controlemonsters. De meetresultaten worden weergegeven per species. Verder worden de datum van analyse, de gebruikte methode en de naam van de sequence weergegeven. De naam van de sequence bevat de datum van de analyse en ias (bv. ias 17.12.2013). 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 14/17

De rapporten worden bewaard op de M-schijf op de locatie M:\AC\RUWE DATA toestellen AC. 12.2 Registratie kwaliteitscontrole 12.2.1 Registratie controle blanco ijkoplossing Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt aanduidingen op het rapport indien nodig. 12.2.2 Registratie controle procedureblanco Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt aanduidingen op het rapport indien nodig. 12.2.3 Registratie controle op drift Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt aanduidingen op het rapport indien nodig. 12.2.4 Registratie controle van de performantie van de ICP-MS De rapporten van de Daily Performance worden bijgehouden op de M-schijf. 12.2.5 Registratie lineariteit De analist maakt aanduidingen op het rapport indien nodig. 12.2.6 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole - De analist vult de datum van uitvoering en de resultaten van de eerstelijnscontroles in op de elektronische controlekaart (zie 11.10.1 en 2015/I-24/LAB/FLVVG: Prestatiekenmerken & Meetonzekerheid van kwantitatieve methoden ). - De elektronische controlekaarten worden afgeprint wanneer ze volledig ingevuld zijn of wanneer een staal opgebruikt is. De uitgeprinte grafieken en het invulblad worden bewaard in het validatiedossier. 12.2.7 Registratie van de controle van het gehalte As in de stockoplossingen en de mix tussenoplossing ( 10.3 en 10.4) Een Excelfile met de bekomen resultaten wordt bewaard op de M-schijf (M:\AC\ICP- MS\standaarden). 12.3 Resultaten van de analysestalen 12.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en eerstelijnscontrolestalen Aan de hand van de rapporten berekent de analist de resultaten van de stalen en de eerstelijnscontrolemonsters. 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 15/17

Algemeen is het eindresultaat van een staal gelijk aan het gemiddelde resultaat van de duplo bepaling van dat monster. Indien het eindresultaat lager is dan 0,020 mg/kg, wordt het resultaat gerapporteerd als volgt: < 0,020 mg/kg. Deze berekening wordt niet door de analist zelf uitgevoerd, maar gebeurt automatisch in het LIMS systeem. Indien meer dan 2 analyseresultaten bekomen werden doordat resultaten bevestigd werden n.a.v. een te groot verschil tussen duplo-resultaten (cfr. 12.3.3.1), dan wordt het eindresultaat berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in 2016/I-MET-224-D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 : Berekening van het gemiddelde. 12.3.2 Registratie analysegegevens De analist vult de gegevens van het Analyseformulier (zie 2016/I-MET-224-F02/LAB/FLVVG) aan met: - het resultaat van de stalen en de blanco s, - de evaluatie van de eerstelijnscontroles. De ingevulde analyseformulieren worden bewaard in de kaft Analyseformulieren VOEDING. 12.3.3 Evaluatie van de resultaten van de stalen Er kan worden overgegaan tot de evaluatie van de resultaten van de analysemonsters als de kwaliteitscontrole gunstig werd bevonden, m.a.w. als voldaan was aan de criteria voor: - de blanco ijkoplossing, - de procedureblanco s, - de controle op drift, - de performantie van de ICP-MS, - de lineariteit van de ijklijn, - de eerstelijnscontroles. Algemeen geldt dat resultaten slechts gerapporteerd worden wanneer er minstens één geldig resultaat bekomen is. Duplo-resultaten van eenzelfde staal moeten ook voldoen aan het criterium i.v.m. het maximaal toegelaten verschil tussen duplo-bepalingen (cfr. 12.3.3.1). 12.3.3.1 Duplo-bepalingen Algemeen worden stalen in tweevoud geanalyseerd. Indien van een monster twee resultaten beschikbaar zijn (in één analysereeks bekomen), is het maximaal toegelaten verschil tussen de duplo bepalingen afhankelijk van het gemeten gehalte in het staal, nl. als volgt: 0,020 mg/kg gehalte 0,200 mg/kg: maximum 0,020 mg/kg gehalte > 0,200 mg/kg: maximum 10% relatief van het gemiddelde Indien het gemiddelde lager is dan de LOQ, vervalt dit criterium en is het eindresultaat < LOQ. Zie ook 2016/I-MET-224-D05/LAB/FLVVG: Bijlage 5 : Berekening van het gemiddelde. 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 16/17

Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, moet het monster opnieuw geanalyseerd worden. Ga eerst na of de oorzaak ligt bij de meting door het opnieuw meten van de twee oplossingen van het staal. Als het verschil tussen de twee duplo-bepalingen te groot blijft, moet de extractie en de meting herdaan worden. Het eindresultaat wordt berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in 2016/I- MET-224-D05/LAB/FLVVG: Bijlage 5 : Berekening van het gemiddelde. 12.3.3.2 Vergelijking van het resultaat met de norm 12.3.3.2.1 Normen O.w.v. praktische redenen wordt een overzicht van de vigerende wetgeving bewaard in de kaft Gevraagde proeven Voeding. De elektronische versie is te vinden onder: M://ANORANISCHE CHEMIE/data IVH/wetteksten/voeding/ en in een bijlage van de beheerslijst. Bij wijziging van de wetgeving wordt dit overzicht aangepast. 12.3.4 LIMS en resultatenkaft - De eindresultaten van de analyses worden ingevoerd in het LIMS. De ingevoerde gegevens worden gevalideerd door de analist d.m.v. een elektronische handtekening. - De analist doet de nodige registraties in de afgedrukte lijsten met proefaanvragen voor stalen van de sectie voeding die worden bewaard in de kaft Gevraagde proeven Voeding. 13 Verwijzing naar bijhorende procedures, instructies, documenten, formulieren of lijsten 2016/I-MET-224-D01/LAB/FLVVG : Bijlage 1 : Flowchart speciatie arseen 2016/I-MET-224-F02/LAB/FLVVG : Bijlage 2 : Analyseformulier speciatie Arseen 2016/I-MET-224-D03/LAB/FLVVG : Bijlage 3 : Arseen speciatie Sloth AsO 2016/I-MET-224-D04/LAB/FLVVG : Bijlage 4 : Schematisch overzicht wisselen verstuiverkamer 2016/I-MET-224-D05/LAB/FLVVG : Bijlage 5 : Berekening van het gemiddelde 2017/D-109/LAB/FLVVG : Daily Performance Check 2015/P-007/LAB/FLVVG : Monsterbeheer 2016/I-MET-077/LAB/FLVVG : Preparatie van levensmiddelen inclusief drinkwater LAB 22 L 66 Overzicht referentiematerialen 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 05 17/17

Bijlage 1 bij 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG Flowchart speciatie arseen 2016/I-MET-224-D01/LAB/FLVVG versie 04 datum van toepassing: 2017-06-06 1/2

Bijlage 1 bij 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG Flowchart speciatie arseen 2016/I-MET-224-D01/LAB/FLVVG versie 04 datum van toepassing: 2017-06-06 2/2

Analyseformulier speciatie arseen Bijlage 2 bij 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG AsB, DMA, MMA en anorganisch arseen (ias = AsIII + AsV) Analist : Datum extractie : AsB DMA MMA AsV totaal As Datum meting : (ICP-MS) Buis identifcatie monster aard monster massa inweeg (g) ppm ppm ppm ppm ppm 1 BLANCO 0,0000 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 04 datum van toepassing: 2016-03-02 1/2

Analyseformulier ias Bijlage 2 bij LAB I-MET-FLVVG-224 AsB, DMA, MMA en anorganisch arseen (AsIII + AsV) AsB DMA MMA AsV totaal As (ICP-MS) Buis identifcatie monster aard monster massa inweeg (g) ppm ppm ppm ppm ppm 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 BLANCO 0,0000 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG versie 04 datum van toepassing: 2016-03-02 2/2

Bijlage 3 bij 2016/I-MET-FLVVG-224/LAB/FLVVG Arseen speciatie Sloth AsO Zie M-schijf voor laatste versie van de EN-methode voor ias met HPLC-ICP-MS 2016/I-MET-224-D03/LAB/FLVVG versie 02 datum van toepassing: 2016-03-02 1/1

Bijlage 4 bij 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG Schematisch overzicht wisselen verstuiverkamer 2016/I-MET-224-D04/LAB/FLVVG versie 02 datum van toepassing: 2016-03-02 1/3

Bijlage 4 bij 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG Schematisch overzicht wisselen verstuiverkamer 2016/I-MET-224-D04/LAB/FLVVG versie 02 datum van toepassing: 2016-03-02 2/3

Bijlage 4 bij 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG Schematisch overzicht wisselen verstuiverkamer HPLC-ICP-MS opstelling 2016/I-MET-224-D04/LAB/FLVVG versie 02 datum van toepassing: 2016-03-02 3/3

Bijlage 5 bij 2016/I-MET-224/LAB/FLVVG Berekening van het gemiddelde Voeding - AsB, DMA, MMA en anorganisch arseen (ias = AsIII+AsV) Afkortingen: Xi = resultaat µ = gemiddelde LOQ = Limit of Quantification = rapporteringsgrens = bepaalbaarheidsgrens START: X 1, X 2 Bereken het gemiddelde resultaat (X1 + X2) 2 (X1 + X2) < LOQ 2 Met: LOQ = 0,020 mg/kg JA µ = < LOQ Met: LOQ = 0,020 mg/kg NEEN ALS 0,020 mg/kg µ 0,200 mg/kg: ( X 1 X 2 ) 0,020 mg/kg ALS µ > 0,200 mg/kg: [( X 1 X 2 ).100/µ] 10 % JA µ = (X 1 + X 2) 2 NEEN Herneem de analyse nogmaals in duplo X 3 en X 4 Waarbij : X1 X 2 X 3 X4 µ = (X 2 + X 3) 2 2016/I-MET-224-D05/LAB/FLVVG versie 02 datum van toepassing: 2016-03-02 1/1