Lesmateriaal bij de voorstelling. Villa Verdraaid

Vergelijkbare documenten
VLIEG OP! Laura van Hal & STIP Producties

Lesmap bij de voorstelling

Lesmap bij de voorstelling

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

Lesbrief SPRIETSELS Improvisatietheater

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

LESBRIEF. Er ligt een krokodil onder mijn bed

Wie ben jij & wie ben ik?

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!

De leerlingen leren dat gedachten invloed hebben op gevoelens

Mr Finney. Lesbrief Een tuin onder water. Deze lesbrief is een uitgave van Hogeschool Utrecht 1

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

Activiteit 8. Taal Kringgesprek Ik ben bang... Doelen. Materiaal. Voortaak

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Lesmateriaal bij de voorstelling: Zwemmen Zonder Mouwen

OPGELUCHT STAAT NETJES

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

Cursus Omgaan met klachten

Prettige en niet prettige aanrakingen

Een voorstellingsbezoek oefenen.

Lesideeën bij het boek:

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Wanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig.

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Les 9a Gevoelens in een doos

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Lesbrief De Kleine Zeemeermin

LESMAP VINKENSLAG. opdracht: help de vogels op de speelplaats en maak voor hen een voederplaats.

3 Pesten is geen lolletje

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

Cultuureducatie met Kwaliteit

Benodigdheden: A. Inleiding: voorbeeld 5 minuten. B. Spel: wat klopt wel, wat klopt niet? 15 minuten.

Spot 2+ La Baracca (Italië)

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Carnavalsschilderij: Doel: Het stimuleren van de fijne motoriek en de hand oog coördinatie. Materiaal: Schilderspapier Verf Kwasten Plakband Schorten

Lesbrief. Uitgeverij Leopold, in samenwerking met het Mauritshuis. Groep 1, 2, 3 en 4

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

LESBESCHRIJVING GROEP 1-2

Het circus komt 3+ Clair de Lune Théâtre (België)

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

8a De 'Los het op!-kaarf

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

LESBRIEF BIJ ALLES WAT IK VOEL HET GROTE EMOTIEBOEK

lesbrieven werkbladen Lesbrief 3: avonturenpakket de uitvinders en het

Lesidee. De Emoji Challenge!

Benodigdheden: A. Inleiding: kringgesprek 15 minuten.

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

LESBRIEF. Samenvatting: Bij dit boek horen diverse bijlagen: thema s: Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

Zitkamer Deeldomein beeld

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

EEN BOEK VOL GEVOELENS

NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING LEERKRACHTEN GROEP 7 EN 8

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Lesbrief Sirkoes Boediman

Thema 7 Spel en spelen

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar

maken de kinderen een dierenmasker en kruipen in de huid van het dier dat op het masker staat.

Circus les 6. Doelen:

Groep 5/6 - Joris en de draak

Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection

Wat waardeer je enorm aan de persoon die tegenover je zit? Geef één voorbeeld wat jou helpt om je agressie onder controle te houden.

Lesbrief voor het basisonderwijs Bovenbouw

Nederlands. Mondeling onderwijs

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Mensenslim. Groep: Bovenbouw BS Munstergeleen februari Ontwikkeld door: Peggy van Breugel i.s.m. leerkrachten

aartenbak tekenen Tekenlessen met: Kleurpotlood

Vlinder, een meisje zonder naam Lesbrief

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten

Wat kies ik? PO groep 3 / 4 expositie Waanzien MOTI Breda Voorbereidende les HANDOUT voor leerkrachten behorende bij de powerpoint 1

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode

BESTE DOCENT DE VOORSTELLING

Lesbrief. Carrousel des Moutons (4+) D'Irque & Fien Vlaanderen

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Lesvoorbereiding Leef! Sociaal-emotionele vaardigheden klas 3-4

Lesbrief. In Holland staat een Huis (AL) De Stilte/Huis voor Beeldcultuur

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen)

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

- Elkaar leren kennen: warming-ups en spelletjes om het ijs te breken - 5 minuten zelfbewustzijn begrijpen anderen respecteren om de beurt iets doen

Informatie bij de voorstelling. De Gruffalo. van Meneer Monster. Inhoud:

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.

OOST WEST THUIS BEST

Transcriptie:

Lesmateriaal bij de voorstelling Villa Verdraaid

Lesmateriaal Villa Verdraaid Leuk dat jullie naar Villa Verdraaid komen kijken! Een voorstelling die circus en theater samenbrengt. De voorstelling gaat over Guido en Wietske. Een broer en zus die samen leven, maar heel verschillend zijn en de dingen graag op hun eigen manier willen doen. Dit zorgt nogal eens voor onenigheid en gekke situaties. In deze lesbrief bereiden we jullie voor op de voorstelling en werken we met behulp van opdrachten aan verdieping van de voorstelling. In deze lesbrief vindt u opdrachten voor groep 1-2 en opdrachten voor groep 3-4. Bij elke opdracht zijn de kerndoelen (primair onderwijs) benoemd zoals deze te vinden zijn in het 'Kerndoelenboekje primair onderwijs'. http://www.slo.nl/primair/kerndoelen/kerndoelenboekje.pdf/ Als bijlage vind u een overzicht van genoemde kerndoelen. Wij raden aan de 'voorbereiding theaterbezoek' en de opdracht 'ruzie' voor de voorstelling te doen en de andere opdrachten na de voorstelling. Inhoud Voorbereiding theaterbezoek Opdrachten groep 1-2 Ruzie Waar zitten je gevoelens? In het circus Robotmuseum Opdrachten groep 3-4 Ruzie Emotie-collage In het circus Aan tafel Jongleren Robotmuseum Stilstaan en bewegen

Wietske en Guido vinden het leuk om reacties van het publiek te ontvangen. Indien de kinderen naar aanleiding van Villa Verdraaid tekeningen maken, reacties schriftelijk verwoorden of vragen hebben, kunnen die verstuurd worden naar: Wietske Vogels Westbroekse Binnenweg 42a C58 3612AJ Tienhoven of info@wietskevogels.nl

VOORBEREIDING THEATERBEZOEK Afhankelijk van de leeftijd en de achtergrond van de kinderen, kan het nuttig zijn om het theaterbezoek met hen voor te bereiden. Vertel de kinderen dat ze naar het theater gaan en leg hen uit wat dat is. Misschien gingen jullie al eerder samen op theaterbezoek of zijn er kinderen die met hun ouders al eens naar een voorstelling zijn geweest. Laat hen over hun ervaringen vertellen. Vertel de kinderen ook hoe de uitstap zal verlopen: hoe gaan we (te voet, met de bus, ), wanneer gaan we (nog hoeveel keer slapen, voor of na de speeltijd, ), hoe verloopt het bezoek (jassen aan de kapstok, naar het toilet gaan voor de voorstelling, licht gaat uit bij het begin en aan het einde van de voorstelling, ). Bespreek met de kinderen ook wat er van hen wordt verwacht tijdens de voorstelling: we blijven op onze plaats zitten. we zijn stil. Dat betekent natuurlijk niet dat er bijv. niet gelachen mag worden als het grappig is, maar wel dat we niet praten tegen de kinderen om ons heen. na de voorstelling geeft het publiek de acteurs een applaus. Zo tonen we hen dat we het leuk vonden. De spelers maken dan een buiging om afscheid te nemen en om het publiek te bedanken dat ze kwamen kijken.

OPDRACHTEN GROEP 1-2 Ruzie Duur: 30 minuten Nodig: - Kerndoelen: 1, 2, 37, 54 Voorbereidend kringgesprek: We gaan naar een voorstelling, deze gaat over Guido en Wietske, zij zijn broer en zus. Guido en Wietske hebben wel eens ruzie. Wie heeft er ook wel eens ruzie? Waarom? Wat voel of denk je dan? Hoe kun je zo'n ruzie weer goedmaken? Wat voel je en doe je als je ziet dat anderen ruzie maken? Speel eenvoudige conflictsituaties samen met de kinderen na. Gebruik hiervoor bij voorkeur situaties die zich zojuist hebben voorgedaan in de klas of op het speelplein. Op die manier kunnen de kinderen zich goed in hun rol inleven. Stel na afloop vragen als: Wat gebeurde er precies? Wat voelde je toen? Waarom voelde je dat? Wat deed je daarna? Waarom? Hoe zou het opgelost kunnen worden? Wie heeft er ook wel eens zoiets meegemaakt? Herhaal de spelsituatie eventueel met andere spelers. Waar zitten je gevoelens? Duur: 40 minuten Nodig: behangrollen, viltstiften of gekleurde potloden Kerndoelen: 1, 2, 37, 54 Voorbereidend kringgesprek: In de voorstelling, waren Wietske en Guido altijd blij? Waren ze ook wel eens boos of verdrietig? Wanneer? Wat maakt je blij of verdrietig? Hoe voel je je als iemand je plaagt? Wat kun je doen om je weer beter te voelen? Waarom word je wel eens boos? Wanneer ben je flink en durf je wel en wanneer ben je bang? Wie kan je dan

helpen? Wat doe je als je je alleen voelt? Wat doe je als niemand je aardig vindt? Wat doe je als je geen vriend(innet)je hebt? Hoe kun je vriend(innet)jes maken? Leg behangrollen op de grond, laat elk kind er op liggen en maak met een viltstift een omtrek van het lichaam. Alle kinderen gaan nu aan de slag met dit lichaam. Waar zitten de gevoelens in je lichaam? Zit verdriet in je hoofd of in je hart? Waar komen tranen vandaan? Zit angst in je maag of in je trillende benen? Zit boosheid in je ogen? Laat de kinderen met gekleurde potloten of viltstiften aangeven waar welk gevoel zit. Er zijn eigenlijk geen foute antwoorden mogelijk. In het circus Duur: 20 minuten Nodig: papier, kleurpotloden of viltstiften Kerndoelen: 1, 2, 3, 54, 55 Guido en Wietske zijn circusartiesten. Ze kunnen jongleren, hoepelen, acrobatie. Wat kunnen circusartiesten nog meer? Wat voor circusartiest zou jij willen zijn? Maak een tekening van wat voor circusartiest jij zou willen zijn. Bespreek de tekeningen daarna in de groep. Robotmuseum Duur: 40 minuten Nodig: eventueel ronde stickers die een knop voorstellen Kerndoelen: 54, 55 Introductie: In de voorstelling speelt Guido dat hij een robot is. Hij beweegt speciaal en maakt aparte geluiden. Hij heeft een knop en als hij of Wietske daar op drukt maakt hij een beweging die hij steeds herhaalt. Wat zou jouw robot doen? Vind jouw robotbeweging: Je wordt straks zelf een robot, met een knop. De robot zal gaan bewegen zodra iemand op de knop drukt. Hoe wil jij hem laten bewegen? Hoe kun je dat herhalen? Zorg dat het einde bij het begin past. Laat de kinderen ieder voor zich zoeken naar een beweging die ze kunnen herhalen. Belangrijk is dat ze zelf weten waar de beweging begint en waar hij eindigt en dat ze er één kiezen. Wat voor geluid hoort

daar bij? Het robotmuseum: Verdeel de groep nu in twee. De ene helft gaat als een robotstandbeelden staan, verspreid door de ruimte. Zij zijn robots en kunnen pas bewegen als iemand op hun knop drukt. De andere helft loopt als groep door het museum en staat bij iedere robot even stil, drukt op zijn knop, bewondert de beweging en het geluid en drukt weer op de knop om de robot uit te zetten. Als alle robots gezien zijn, wisselen de groepen van rol.

OPDRACHTEN GROEP 3-4 Ruzie Duur: 30 minuten Nodig: - Kerndoelen: 1, 2, 37, 54 Voorbereidend kringgesprek: We gaan naar een voorstelling, deze gaat over Guido en Wietske, zij zijn broer en zus. Guido en Wietske hebben wel eens ruzie. Wie heeft er ook wel eens ruzie? Waarom? Waar gaan ruzies over? Hoe kun je zo'n ruzie oplossen? Is ruzie ook wel eens ergens goed voor? Kun je ruzie voorkomen? Hoe? Speel eenvoudige conflictsituaties met de kinderen na en laat ze al improviserend proberen het conflict op te lossen. Gebruik hiervoor recente conflictsituaties of situatieschetsen die allemaal uitmondden in een conflict. Variant Gebruik conflictsituaties die kinderen zelf aandragen. Laat ze deze bijvoorbeeld eerst in stripvorm tekenen of laat ze beschrijven. Stel na afloop vragen als: Wat gebeurde er precies / Waardoor ontstond het probleem? Wat vind je van de gevonden oplossing? Was iedereen blij met de oplossing? Was het een win-winoplossing? Zijn er ook andere oplossingen mogelijk? Situatieschetsen Pootje lichten Samarja zit te rekenen. Ze heeft één been niet onder haar tafel. Lex loopt langs haar heen, struikelt over haar been en valt. Hij wordt erg boos. Viltstiften Jamal heeft voor zijn verjaardag een set viltstiften gekregen. Hij is er erg zuinig op. Joosie vraagt of zij de viltstiften van Jamal even mag lenen. Dat vindt Jamal niet goed, omdat hij bang is dat Joosie er veel te slordig mee omgaat. Als Jamal zich even omdraait, pakt Joosie vlug de stiften. Jamal ziet dat en wil de stiften terug hebben. Maar Joosie zegt: 'Straks'.

Knikkers Sharon en Miryiam zijn aan het knikkeren. Sharon stoot met haar voet tegen een knikker aan. 'Nu ben ik aan de beurt', zegt Miryiam. Sharon zegt dat ze per ongeluk de knikker aanraakte. Daarom is zij aan de beurt. Maar Miryiam houdt vol dat zij aan de beurt is. Touwtje springen Een paar kinderen zijn aan het touwtje springen. Een paar andere kinderen spelen tikkertje. Ze lopen telkens door het touw heen. Emotie-collage Duur: 40 minuten Nodig: tijdschriften, grote vellen papier (posterformaat), scharen, lijm, viltstiften Kerndoelen: 1, 2, 37, 54 Voorbereidend kringgesprek: In de voorstelling, waren Wietske en Guido altijd blij? Waren ze ook wel eens boos of verdrietig? Wanneer? Wanneer was jij boos, verdrietig of juist blij? Wanneer was je verlegen of onhandig? Wanneer ben je flink en durf je iets wel en wanneer juist niet? Hoe kun je weten hoe iemand zich voelt? Hoe weten anderen hoe jij je voelt? Waaraan kun je dat zien of horen? Hoe kun je dat vragen? Hoe kun je iemand blij of juist boos maken? Neem een stapel tijdschriften en zoek met elkaar foto s van emoties: bang, boos, blij, verdrietig, teleurgesteld, verbaasd. Neem een paar grote vellen papier van posterformaat, zet er de emotie boven (bijvoorbeeld met een blije of boze smiley) en ga aan het plakken. Laat de kinderen ook plaatjes zoeken die ze associëren met de emotie. Bij blij horen bijvoorbeeld bloemen, zonnetjes en vrolijke kleuren, bij verdrietig horen misschien wel plaatjes van verlaten stranden, treurwilgen, bij boos kun je een donkere lucht met onweer plakken en bij bang een foto van een enge hond met grote tanden.

In het circus Duur: 20 minuten Nodig: papier, kleurpotloden of viltstiften Kerndoelen: 1, 2, 3, 54, 55 Guido en Wietske zijn circusartiesten. Ze kunnen jongleren, hoepelen, acrobatie. Wat kunnen circusartiesten nog meer? Wat voor circusartiest zou jij willen zijn? Maak een tekening van wat voor circusartiest jij zou willen zijn. Bespreek de tekeningen daarna in tweetallen. Aan tafel Duur: 20 minuten Nodig: pen, papier Kerndoelen: 1, 2, 4, 5, 37, 55 In Villa Verdraaid gaan Wietske en Guido ontbijten. Wat staat er op tafel? Wat staat er bij jullie thuis op tafel? Gebeurden er in de voorstelling ook gekke dingen aan tafel? Welke? Mag dat thuis? Hebben jullie thuis regels aan tafel? Welke? Schrijf woorden op het bord die uit het gesprek naar voren komen. De kinderen schrijven een kort verhaal met daarin tenminste 6 woorden van het bord naar keuze. Bespreek de verhaaltjes na in de groep. Jongleren Duur: 30 minuten Nodig: jongleerballen Kerndoelen: 54, 57 Laat de kinderen de basis van het jongleren zien: gooi 1 bal van de ene naar de andere hand op ooghoogte. Ieder kind krijgt nu een bal en doet dit na. Als het makkelijk wordt, klap dan tussen het gooien en vangen 1 maal in de handen. Als klappen makkelijk wordt, kan dit ook met de hele groep tegelijk. Er klinkt dan uiteindelijk 1 klap. Uitbreiding: Wat kan je nog meer doen met je handen tussen het gooien en vangen in? Kun je

handen in je zij zetten? Een lange neus maken? Je dijen aantikken? Of je hoofd? Of met één hand je schouder en met de andere je dij? Doe wat worpen voor en laat de kinderen dan zelf iets verzinnen en oefenen. Geef ze enkele minuten de tijd. Vraag dan een paar kinderen te laten zien wat ze bedacht hebben. De rest van de groep mag dat dan ook proberen. Verzamel op die manier een aantal verschillende ideeën, waarmee de kinderen kunnen varieren. Robotmuseum Duur: 40 minuten Nodig: eventueel ronde stickers die een knop voorstellen Kerndoelen: 54, 55 Introductie: In de voorstelling speelt Guido dat hij een robot is. Hij beweegt speciaal en maakt aparte geluiden. Hij heeft een knop en als hij of Wietske daar op drukt maakt hij een beweging die hij steeds herhaalt. Wat zou jouw robot doen? Vind jouw robotbeweging: Je wordt straks zelf een robot, met een knop. De robot zal gaan bewegen zodra iemand op de knop drukt. Hoe wil jij hem laten bewegen? Hoe kun je dat herhalen? Zorg dat het einde bij het begin past. Laat de kinderen ieder voor zich zoeken naar een beweging die ze kunnen herhalen. Belangrijk is dat ze zelf weten waar de beweging begint en waar hij eindigt en dat ze er één kiezen. Wat voor geluid hoort daar bij? Het robotmuseum: Verdeel de groep nu in twee. De ene helft gaat als een robotstandbeelden staan, verspreid door de ruimte. Zij zijn robots en kunnen pas bewegen als iemand op hun knop drukt. De andere helft loopt als groep door het museum en staat bij iedere robot even stil, drukt op zijn knop, bewondert de beweging en het geluid en drukt weer op de knop om de robot uit te zetten. Als alle robots gezien zijn, wisselen de groepen van rol. Stilstaan en bewegen Duur: 30 minuten Nodig: - Kerndoelen: 54

Introductie: In Villa Verdraaid spelen Wietske en Guido een spel dat ze Koekoek noemen. Het lijkt op het spel "Annemaria koekoek" dat we nu gaan spelen. Annemaria Koekoek: Iedereen staat aan de ene kant van de zaal (of de speelplaats), op één na. Deze persoon staat aan de andere kant van de zaal, met de rug naar de anderen gekeerd. Op een bepaald moment draait hij zich om en zegt: "Annemaria koekoek!" Tijdens deze periode mogen de anderen zich verplaatsen in zijn richting. Wanneer hij zich na het uitspreken van "koekoek" echter weer omdraait, mag hij niemand zien bewegen. Wie er nog wél beweegt, is af en moet terug naar de startlijn. Het spel gaat door tot iemand de "Annemaria koekoek"-roeper kan tikken zonder dat diegene hem heeft zien bewegen. Deze tikker krijgt in de volgende ronde de beurt om "Annemaria koekoek" te roepen. Varianten: De kinderen bewegen: als robot, op handen en voeten, met sprongetjes,... Observeren: Speel het met de halve groep en laat de andere helft kijken naar het verschil tussen bewegen en stilstaan. Bewegen en stilstaan als groep: Laat de groep stilstaan, iedereen is 'bevroren.' Als de leerkracht in de handen klapt gaat de groep door de ruimte rennen (of lopen met stevige pas). Klapt hij weer dan staat iedereen stil. Herhaal dit een paar keer. Speel het dan nog eens, maar klap alleen om aan te geven dat de groep gaat lopen/ rennen. Het stilstaan zal de groep zelf gaan vinden door op elkaar te reageren: zie je dat er iemand bevriest, bevries dan zelf ook. Ben je de enige die nog loopt, ga dan stilstaan. Sta je al eerste stil, maar loopt de rest van groep nog, blijf dan gewoon heel stil staan en wacht af. Uitbreiding: Als bovenstaande goed gaat, kan de groep ook uit zichzelf gaan lopen/rennen. Belangrijk is daarbij dat eerst de hele groep samen heeft stilgestaan.

Bijlage kerndoelen Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Kerndoel 57: De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.