Dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade

Vergelijkbare documenten
Dossieronderzoek volgens de EMGO+/NIVEL methode

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur

2-daagse cursus Patiëntveiligheidsonderzoek: theorie en praktijk

Patiëntveiligheid in ziekenhuizen. 12,5 jaar onderzoek, successen en nieuwe uitdagingen

De specifieke doelen van dit proefschrift waren het vergaren van kennis en inzicht in:

Onbedoelde Schade. in Nederlandse Ziekenhuizen. Auteurs: Cordula Wagner Martine de Bruijne. Onderzoeksteam:

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Afdeling Sociale Geneeskunde Patiëntveiligheid en verantwoordelijkheid in de zorg

Handleiding Veiligheidsrondes

Dossieronderzoek als kwaliteitsinstrument. Prof. Dr. S.A. Danner VU medisch centrum

Calamiteitenonderzoek 2018

EEN MEERJARIG BELEIDSPLAN MET SMART DOELSTELLINGEN

Jaarverslag calamiteiten in de patiëntenzorg 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Praktijkadvies incidenten melden aan de CMR (inclusief handleiding)

Ongewenste uitkomsten van zorg

De kunst van fouten maken

Uitvoering dossieronderzoek in Rijnland Ziekenhuis 16 juni 2014 Coördinatorenbijeenkomst VMS

Yvonne van Oosterhout, Stichting Robuust/ Zorg voor Veilig Judith van der Vloed, NVLF

Ongewenste uitkomsten van zorg

Afspraken met betrekking tot uw medische gegevens

Is meten weten? Of uiteindelijk zweten? Wouter van der Horst, woordvoerder

Het Jeroen Bosch Ziekenhuis leert van incidenten in de zorg

Masterclass Veiligheidsmanagementsysteem

CALAMITEITENPROCEDURE VSV

Handleiding Veiligheidsrondes

Patiëntveiligheid in ziekenhuizen

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Triggertool dossieronderzoek Reflex Toelichting functionaliteit en werkwijze

samenvatting PS_REBECCA_def.indd :53

Bevraging over het veiligheidsmanagementsysteem voor het jaar 2017

Transmuraal Incident Melden (= T.I.M.) Miriam Eliel Coördinator transmurale zorg Westfriesgasthuis

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Calamiteitenrapportage MUMC+ 2017

Voorkom medische schade

Projectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis

20 minuten. datum copyright auteur versie

Medisch Spectrum Twente 2017

Patiëntveiligheidsprogramma

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 februari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Toezichtproject naar implementatie Convenant medische technologie

Bevraging over het veiligheidsmanagementsysteem voor het jaar 2016

1. Calamiteitenrapportage MUMC+ 2016

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Beleidsdocument Complicatieregistratie. Consultatiedocument, Utrecht, 14 oktober 2010

Samenvatting werkwijze bij calamiteiten in de patiëntenzorg. Instituut Ondersteuning Patiëntenzorg April versie 3

In de bijlage treft u het definitieve rapport aan, uw reactie op het concept rapport is hierin verwerkt.

Tweede evaluatie VMS Veiligheidsprogramma

ZORGCALAMITEITEN in het UMCG

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren

ZORGCALAMITEITEN in het UMCG

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

IMPLEMENTATIE VAN INFORMATIESTANDAARDEN IN EEN EPD AMC/VUMC

Rapporteren en leren na een calamiteit

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Handreiking leren van incidenten voor kleine zorgaanbieders

Verslag jaargesprek 2016 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg met het Maxima Medisch Centrum (hierna: het ziekenhuis)

Verslag jaargesprek 2015 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) met het bestuur van het OLVG, locatie Oost te Amsterdam

Inhoud presentatie. Inleiding. Inleiding. Opzet toezicht. Opzet toezicht

Onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen

Ondersteuning huisartsen bij opzet/implementatie Zorgvernieuwingsproject PROCESBESCHRIJVING

Q&A Kwaliteitsvenster - Communicatie

Veilig Incident Melden Patiëntveiligheid

Rapportage Indicenten en calamiteiten Raad van bestuur, Máxima Medisch Centrum

Martini Ziekenhuis Groningen. Martini Borstcentrum LIDZ dag

Implementatie. VMS Veiligheidsprogramma. Evaluatieonderzoek in Nederlandse ziekenhuizen

Introductie voor vragenlijst oncologieverpleegkundigen in Nederland

Pilot studie Patiëntveiligheid in Nederland Deelrapport: Evaluatie retrospectief dossieronderzoek

Veilige toepassing van medische technologie. Lessons (to be) learned

Monitor Zorggerelateerde Schade 2011/2012

Uw patiëntendossier en privacy

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NIV vragenlijst voor zelfevaluatie en kwaliteitsvisitatie vakgroep

Omgaan met patiëntengegevens

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Dossieronderzoek. betreffende alle overleden patiënten in de periode t/m in het Ruwaard van Putten ziekenhuis

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

Beleidsplan Suïcidepreventie

Draaiboek voor de te visiteren vakgroep

Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek

Den Haag, 1 februari 2007

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

BELEIDSDOCUMENT VEILIG MELDEN

Wat leert calamiteiten onderzoek in de langdurige zorg? Dr. Henk J. van der Steeg

OPINIE Veilige toepassing van medische technologie: waar hebben we het eigenlijk over?

Toetsprogramma binnen LLL. Michel Spijkerman

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

Normen Kwaliteitsvisitatie

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

Monitor. Zorggerelateerde Schade Dossieronderzoek in Nederlandse ziekenhuizen

Effectieve excellentie in de verpleegkunde

7 mei Reflectie raad van bestuur op SIRE-Rapport

Raamwerk patiëntveiligheid IC-AMC

Het Spoed Interventie Team

PORTFOLIO Savaneta 25 Aruba / /

Transcriptie:

Dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade EEN KRACHTIG INSTRUMENT VOOR RETROSPECTIEVE ANALYSE TER VERBETERING VAN DE PATIËNT IN ZIEKENHUIZEN De veiligheid en kwaliteit van de gezondheidszorg kunnen worden geborgd met verschillende instrumenten. Een krachtig kwaliteitsinstrument is dossieronderzoek voor opsporing en analyse van zorggerelateerde schade. Hiermee wordt duidelijk welke vormen van vermijdbare schade kunnen optreden en welke oorzaken hieraan ten grondslag liggen. Op basis van deze bevindingen kan in overleg met de zorgverleners naar mogelijkheden worden gezocht om deze vermijdbare schade in de toekomst te voorkomen. Om tot een grondige analyse van zorggerelateerde schade te komen is een systematische aanpak noodzakelijk. Dit artikel beschrijft een internationaal erkende en frequent toegepaste methode van dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade in ziekenhuizen. We gaan in op de praktische randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan en de keuzes die moeten worden gemaakt om dossieronderzoek op te zetten en te implementeren. Door: M.A. Broekens en M.C. de Bruijne In 2005 hebben EMGO Instituut/VUmc en onderzoeksinstituut NIVEL een internationaal gevalideerd instrument voor dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade vertaald naar de Nederlandse situatie. Het landelijke dossieronderzoek naar patiëntveiligheid in 21 Nederlandse ziekenhuizen dat met dit instrument werd uitgevoerd, heeft in 2007 geleid tot het rapport Onbedoeld schade in Nederlandse ziekenhuizen (De Bruijne e.a., 2007). Zowel de deelnemende ziekenhuizen als de speciaal voor het onderzoek opgeleide specialisten en verpleegkundigen stonden positief tegenover de methode en resultaten van dit onderzoek. Velen gaven aan dat de methode zou kunnen worden ingezet in de dagelijkse ziekenhuispraktijk. Dossieronderzoek binnen het veiligheidsmanagementsysteem Samen met de ziekenhuizen is het instrument vereenvoudigd voor toepassing voor interne kwaliteitsbewaking. Eind 2007 zijn de eerste ziekenhuizen gestart met intern dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade. Het bleek met dossieronderzoek goed mogelijk medisch en procesmatig inzicht in de kwaliteit en veiligheid van het zorgproces te krijgen. Meerdere ziekenhuizen zijn overgegaan tot het uitvoeren van dossieronderzoek (Van Velden e.a., 2011), onder andere om uitvoering te geven aan de retrospectieve analyse van incidenten binnen het veiligheidsmanagementsysteem. Met de implementatie van intern dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade wordt ook voldaan aan de prestatie-indicator vermijdbare zorggerelateerde schade van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Een veel gebruikte vorm van retrospectieve analyse van oorzaken van patiëntonveilige situaties binnen het veiligheidsmanagementsysteem is 4 NUMMER 4 2011 KWALITEIT IN ZORG

DOSSIERONDERZOEK NAAR ZORGGERELATEERDE SCHADE het decentraal incident melden (VIM). Hierbij worden incidenten (voor definitie zie box 1) die tot schade hebben geleid, hadden kunnen leiden of nog zouden kunnen leiden door zorgverleners gemeld en geanalyseerd. Deze methode is opgepakt door verpleegkundigen, maar slaat minder goed aan onder artsen. Dossieronderzoek is een andere methode voor retrospectieve analyse van incidenten die zich beperkt tot gebeurtenissen die tot schade hebben geleid. Dit verhoogt het urgentiebesef bij zorgverleners en vergroot daarmee het draagvlak om oplossingen te zoeken en te implementeren. Daarnaast wordt een grondige analyse van informatie uit patiëntendossiers, waarbij de klinische context zorgvuldig wordt beoordeeld, met name door artsen als een meer valide methode ervaren. Methode Per 1 juli 2011 voeren 18 ziekenhuizen intern dossieronderzoek uit volgens de EMGO+/NI- VEL-methode. De methode bestaat uit drie fasen. De eerste fase is een screening door getrainde verpleegkundigen van het patiëntendossier op triggers. Triggers zijn aanwijzingen voor mogelijke zorggerelateerde schade. Wanneer er een trigger wordt gevonden, gaat het dossier door naar de tweede fase. In deze fase beoordelen getrainde medisch specialisten aan de hand van een vragenlijst of er sprake is van onbedoelde schade, in hoeverre deze schade veroorzaakt is door de zorg en of deze schade vermijdbaar is geweest. De derde fase richt zich op het terugkoppelen van de gevonden vermijdbare schade naar de betrokkenen in het ziekenhuis. In gesprek met de betrokken zorgverleners en managers worden achterliggende oorzaken, die soms niet uit het dossier naar voren kwamen, en preventiemogelijkheden geïdentificeerd. De implementatie van de preventiemogelijkheden kan vervolgens worden uitgevoerd en geëvalueerd. Verspreiden van de resultaten Als er sprake is van vermijdbare zorggerelateerde schade, dient dit zorgvuldig teruggerapporteerd te worden naar betrokkenen. Communicatie over de resultaten kan op verschillende manieren, afhankelijk van de cultuur en ervaringen in de organisatie. We geven een aantal succesvolle voorbeelden uit de praktijk. 1. Vermijdbare schade wordt per brief gemeld aan de betreffende vakgroepen, maatschappen en/of afdelingen, met het verzoek schriftelijk te reageren. De resultaten worden in besloten kring door de betrokken vakgroep of afdeling besproken en van 2. 3. Box 1. Begrippen Onbedoelde zorggerelateerde schade = dit is een onbedoelde uitkomst die is ontstaan door het (niet) handelen van een zorgverlener en/of door het zorgsysteem met schade voor de patiënt zodanig ernstig dat er sprake is van tijdelijke of permanente beperking dan wel overlijden van de patiënt. Potentieel vermijdbare schade = een onbedoelde uitkomst die is ontstaan door het onvoldoende handelen volgens de professionele standaard en/of door tekortkomingen van het zorgsysteem met schade voor de patiënt zodanig ernstig dat er sprake is van tijdelijke of permanente beperking dan wel overlijden van de patiënt. Incident = onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die tot schade heeft geleid, had kunnen leiden of nog zou kunnen leiden. commentaar en verbeteracties voorzien teruggekoppeld naar de leden van de onderzoekscommissie. Het leereffect beperkt zich hiermee tot de betrokken vakgroep en de commissie dossieronderzoek. Gevallen van vermijdbare schade worden op plenaire besprekingen gepresenteerd aan de hele medische staf van het ziekenhuis. Hierbij wordt het leereffect vergroot buiten de betrokken vakgroep. Alle (of een selectie uit de) gebeurtenissen met vermijdbare zorggerelateerde schade worden gepresenteerd aan de patiëntveiligheids- of necrologiecommissie, na afstemming met de betrokken zorgverleners. De commissie inventariseert vervolgens de verbetermogelijkheden en maakt afspraken over de invoering van veranderingen. Bij alle vormen van terugkoppeling van vermijdbare schade is het van groot belang dat betrokkenen niet verwijtend worden benaderd. Het doel is om zo open verbetermogelijkheden te bespreken waarbij expliciet stil wordt gestaan bij verbetermogelijkheden die verder strekken dan de persoon die verantwoordelijk was voor de zorg en die betrekking hebben op de organisatie van het zorgproces. Het is ook belangrijk de gevonden uitkomsten op geaggregeerd niveau terug te koppelen naar de raad van restuur en indien afgesproken naar andere managementleden. Effect en neveneffecten Het systematisch analyseren van zorggerelateerde schade biedt veel aanknopingspunten voor het verbeteren van de dagelijkse zorg in ziekenhuizen (zie voorbeelden in box 2). Een gedegen systematische analyse kan inzicht bieden in de basisoorzaken die ten grondslag liggen aan zorggerelateerde schade. Zo gebruiken verschillende ziekenhuizen het dossieronder- KWALITEIT IN ZORG 2011 NUMMER 4 5

zoek om meer inzicht te krijgen in de zorggerelateerde schade die ten grondslag ligt aan de gestandaardiseerde sterftecijfers (HSMR). Daarnaast kan intern dossieronderzoek bijdragen aan het verbeteren van de veiligheidscultuur richting een open, proactieve cultuur waarin patiëntveiligheid wordt bewaakt en geborgd. Het uitvoeren van intern dossieronderzoek, het bespreken van de resultaten met de betrokken zorgverleners en afdelingen en het uitvoeren van verbeteracties staan dan voorop. De samenwerking tussen verpleegkundigen en specialisten bij het doen van dossieronderzoek vergroot niet alleen het draagvlak bij beide groepen professionals, maar vergroot ook het wederzijds begrip en respect voor elkaar en bevordert daarmee de patiëntveiligheidscultuur. Tijdens dossieronderzoek ontstaat veel inzicht in mogelijkheden voor verbetering van de dossiervoering. Dossieronderzoek kan ook dienen om de ontwikkeling van vermijdbare schade in de tijd te volgen. Hiervoor is het nodig over meerdere jaren grotere aantallen dossiers te beoordelen (bijvoorbeeld 400 dossiers van overleden patiënten per jaar). Implementatie dossieronderzoek zorggerelateerde schade De invoering van dossieronderzoek als kwaliteitsinstrument in een ziekenhuis vergt een grondige voorbereiding waarbij de volgende punten aan de orde komen. 1. Doel van het dossieronderzoek Bedenk waarvoor en op welke manier het dossieronderzoek in de instelling gaat worden ge- Box 2. Verbetermaatregelen naar aanleiding van resultaten uit het dossieronderzoek Het blijven controleren of uithalen van een lange lijn door de verpleegafdeling als de patiënt overgekomen is van de IC in plaats van deze zorg aan de IC overlaten, waardoor het vaak wordt vergeten. Het standaard maken van een foto na het plaatsen van een voedingssonde om te checken of deze goed zit. Klinische lessen uit het dossieronderzoek Een na CT-scan beschreven appendiculair infiltraat kan een appendix-carcinoom zijn. Een anemie en hoge BSE bleken na een half jaar observatie te worden veroorzaakt door een ovariumcarcinoom. Een patiënt die door verschillende deelspecialisten werd behandeld voor verschillende aandoeningen, werd door de huisarts verwezen naar een van hen voor een maligniteit verdachte aandoening. Doordat men dacht dat de ander dit analyseerde, leidde dit tot een onacceptabel uitstel van behandeling van een maligne tumor. Bij bejaarde patiënten met een groot obstruerend coloncarcinoom kan het plaatsen van een palliatieve stent in het colon worden overwogen als alternatief voor een operatie. bruikt. Bijvoorbeeld voor het in gang zetten van een cultuurverandering, de beoordeling van de kwaliteit van de dossiervoering, het vinden van verbetermogelijkheden door retrospectieve analyse of het monitoren van ziekenhuissterfte. 2. Inbedding in het veiligheidsmanagementsysteem Bedenk hoe het dossieronderzoek kan worden geïntegreerd in de bestaande structuren binnen het ziekenhuis, bijvoorbeeld door een uitbreiding van een bestaande necrologiecommissie, het opstarten van een nieuwe commissie of het onderbrengen van het onderzoek bij de afdeling patiëntveiligheid of kwaliteit. 3. Selectie dossiers Bepaal welke dossiers moeten worden beoordeeld. Bijvoorbeeld de dossiers van alle overleden patiënten, een aselecte steekproef van ontslagen en overleden patiënten of een specifieke groep patiënten. Dit hangt af van het doel, het budget en de tijd die ervoor kan worden vrijgemaakt. Als een ziekenhuis de zorggerelateerde schade wil monitoren, is een steekproef van ontslagen en overleden patiënten de beste manier, maar als het doel het analyseren van schade, cultuurverandering, het bekijken van de kwaliteit van dossiers of het monitoren van de ziekenhuissterfte is, dan is een steekproef van uitsluitend overleden patiënten voldoende. Dossieronderzoek kan ook worden ingezet op afdelingsniveau. 4. Aantal dossiers Bepaal hoeveel dossiers u wilt beoordelen. Dit hangt eveneens af van het doel en de beschikbare middelen. De kans op onbedoelde schade is ongeveer 1:10 bij overleden patiënten en 1:20 bij ontslagen patiënten. Als je 200 dossiers van overleden patiënten beoordeelt, gaat 60 tot 70%, dus ongeveer 130 dossiers, door naar fase 2. In ongeveer 20% van de dossiers (= 26 dossiers) wordt onbedoelde schade gevonden, waarvan ongeveer 50% potentieel vermijdbaar was (13 dossiers). Bij ontslagen patiënten gaat 30 tot 40% van de dossiers door naar fase 2. 5. Aantal en inzet beoordelaars Het aantal benodigde beoordelaars is afhankelijk van het aantal te beoordelen dossiers. Het verdient aanbeveling ten minste een algemeen internist en algemeen chirurg in het beoordelingsteam op te nemen. Een beoordeling in fase 1 duurt 30 tot 40 minuten, in fase 2 duurt de beoordeling gemiddeld 60 minuten. Een verpleegkundige beoordeelt per werkdag 10 tot 12 dossiers. Bijvoorbeeld, een ziekenhuis laat alle 6 NUMMER 4 2011 KWALITEIT IN ZORG

DOSSIERONDERZOEK NAAR ZORGGERELATEERDE SCHADE re bespreking of een voordracht aan de necrologie- of patiëntveiligheidscommissie, een afdelings- of lunchoverleg, een wekelijkse complicatiebespreking of een nieuwsbrief. Het is ook goed te bedenken wie er verantwoordelijk is voor het bespreken van de onderzoeksresultaten met betrokken behandelaars, maatschappen, vakgroepen en afdelingen, bijvoorbeeld de specialist die beoordeeld heeft of het hoofd of de coördinator van de commissie dossieronderzoek. Het is belangrijk om een duidelijk aanspreekpunt te hebben voor uw commissie, het dossieronderzoek en de werkdossiers van overleden patiënten beoordelen, stel 600 in totaal = 60 per maand. Dan beoordelen 6 verpleegkundigen 1 dag per maand. Van de 60 dossiers gaat 65% door naar fase 2 = 39 dossiers per maand. Een medisch specialist beoordeelt 6 tot 8 dossiers per dag. Bij 6 specialisten is er minder dan een dag werk per maand. 6. Interne of externe beoordelaars Interne beoordelaars hebben kennis van de gang van zaken en de gebruikte systemen in het ziekenhuis, maar moeten wel hun collega s beoordelen. Het effect op een gewenste cultuurverandering is mogelijk het grootst bij het gebruik van interne beoordelaars. Externe beoordelaars kijken daarentegen met een frisse blik en zijn vaak strenger, omdat ze de betrokken personen niet kennen. Bij dossieronderzoek in het kader van epidemiologisch onderzoek is een onafhankelijk oordeel van groot belang. Voor intern veiligheidsbeleid is een onafhankelijk oordeel wenselijk, maar niet strikt noodzakelijk om een verbetering van patiëntveiligheid te ondersteunen. Als in het ziekenhuis dossieronderzoek wordt gebruikt om de hoeveelheid onbedoelde schade te tellen en in de tijd te monitoren, gaat het onafhankelijk oordeel zwaarder wegen. 7. Communicatie naar professionals De resultaten moeten worden teruggekoppeld naar de zorgverleners via een brief, een plenai- Wat is er bekend? Dossieronderzoek wordt internationaal gebruikt in wetenschappelijke studies om het voorkomen van zorggerelateerde schade in ziekenhuizen vast te stellen. Retrospectieve analyse is een kernonderdeel van het veiligheidsmanagementsysteem, maar heeft in de vorm van analyse van decentrale incidentmeldingen vaak weinig draagvlak bij artsen. Wat is er nieuw? Dossieronderzoek kan ook lokaal worden gebruikt als kwaliteitsinstrument binnen het veiligheidsmanagementsysteem. Het is een optie voor retrospectieve analyse met draagvlak bij artsen. Wat kun je ermee? Patiëntveiligheid verbeteren door het verkrijgen van inzicht in aard, omvang en oorzaken van vermijdbare schade, het bevorderen van een open cultuur en het verkleinen van de afstand tussen artsen en verpleegkundigen. KWALITEIT IN ZORG 2011 NUMMER 4 7

Maren Broekens Martine de Bruijne wijze van de commissie. Het dossieronderzoek heeft bekendheid nodig binnen het ziekenhuis om draagvlak te creëren voor het terugkoppelen van bevindingen en het zoeken naar verbetermaatregelen. Bekendheid kan worden vergroot door lunchbijeenkomsten, een artikel in de ziekenhuiskrant of een nieuwsbrief. 8. Communicatie naar management De bevindingen en resultaten moeten worden teruggekoppeld naar het management. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met de raad van bestuur en de medische staf. Gedacht kan worden aan een periodieke rapportage. 9. Implementatie verbeterplannen Zorg voor de implementatie van voorstellen gericht op het verkleinen van de kans op vermijdbare zorggerelateerde schade. Maak duidelijk welke personen en afdelingen hierin een rol spelen, bijvoorbeeld de commissie dossieronderzoek, een beleidsafdeling of de betrokken zorgverleners en/of afdeling. 10. Praktische randvoorwaarden Er is een ruimte nodig om dossiers te beoordelen, beoordelaars hebben toegang nodig tot alle delen van de dossiers (zoals het verpleegkundig en medisch dossier, labuitslagen, medicatielijsten, beeldvormende diagnostiek) en alle elektronische systemen die relevante patiënteninformatie bevatten. Dossiers moeten worden opgevraagd uit het archief of er moeten inlogcodes worden aangemaakt voor de elektronische dossiers. Het is ook van belang dat voldoende beoordelaars van verschillende specialismen beschikbaar zijn voor het dossieronderzoek, waarbij een internist en chirurg het minimum zijn. Juridische aspecten De privacy van de patiënt en zorgverlener moeten tijdens en na het dossieronderzoek worden geborgd, onder andere door mensen die dossiers beoordelen en met de data in aanraking komen een geheimhoudingsverklaring te laten tekenen. Ook moeten de verkregen data op een veilige manier worden opgeslagen. Het EMGO+/NIVEL biedt hiervoor een digitale database aan die voldoet aan alle eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens. Persoonsgegevens van betrokken patiënten en zorgverleners worden hierin op dusdanige wijze opgeslagen dat ze niet herleidbaar zijn tot de persoon. Deze database werkt via een beveiligde internetverbinding. Zolang dossieronderzoek onderdeel uitmaakt van een intern kwaliteitssysteem in het zieken- huis, is het niet nodig om hiervoor toestemming van de patiënt te vragen. De resultaten van het dossieronderzoek dienen buiten het patiëntendossier, dus in een apart systeem, te worden opgeslagen. Als u potentieel vermijdbare schade vindt door dossieronderzoek, ligt het aan de lokale afspraken met de IGZ of u hiervan melding moet maken. Tot slot Dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade is een arbeidsintensieve methode van retrospectieve analyse binnen het veiligheidsmanagementsysteem. De methode blijkt goed haalbaar als er beoordelende medisch specialisten bij worden betrokken die de klinische praktijk net hebben verlaten, bijvoorbeeld vanwege hun pensioen. In de praktijk zien we dat intern dossieronderzoek op een aantal manieren bijdraagt aan de verhoging van patiëntveiligheid. Het zorgt voor een toegenomen risicobewustzijn bij zorgprofessionals in de directe patiëntenzorg en een toegenomen veiligheidsbewustzijn bij zorgprofessionals in de directe patiëntenzorg, raad van bestuur en hoger en middenmanagement. Ook draagt het bij aan een open cultuur waarin kan worden gesproken over zorggerelateerde schade. Daarbij geeft het inzicht in vermijdbare zorggerelateerde schade in de organisatie. Een ander effect is het inzicht in de wijze van dossiervoering binnen de organisatie en een toename van verbetermaatregelen voor de patiëntveiligheid. Dit maakt dossieronderzoek tot een interessant initiatief om invulling te geven aan het veiligheidsmanagementsysteem in een ziekenhuis. Noot Dit project is mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS. Literatuur Bruijne, M.C. de, Zegers, M., Hoonhout, L.H.F. en C. Wagner, Onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen: dossieronderzoek van ziekenhuisopnames in 2004, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek. Amsterdam, 2007. Velden, C. van, Bruijne, M.C. de, Aken, J. van en M. Kroeze, Leren van onbedoelde schade Intern dossieronderzoek leidt tot verhoogde patiëntveiligheid, Medisch Contact, 66 nr. 20, 2011, 1272-1275. Informatie over de auteurs Maren Broekens MSc. is als onderzoeker van het EMGO- VUmc betrokken bij het coördineren van het landelijke dossieronderzoek en het trainen van de EMGO-NIVEL-methode voor het intern dossieronderzoek. m.broekens@vumc.nl Dr. Martine C. de Bruijne is als senior-onderzoeker van het EMGO-VUmc betrokken bij onderzoek en onderwijs op het terrein van organisatie en fucntioneren van de gezondheidszorg, in het bijzonder patientveiligheid. 8 NUMMER 4 2011 KWALITEIT IN ZORG