Bijlage Discussiestuk met Uitgangspunten van de Energieagenda

Vergelijkbare documenten
MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Helmonds Energieconvenant

Van klimaatakkoord naar de transitievisie warmte voor de gemeente Heemstede Vind de juiste reispartner

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Concept Klimaatakkoord: De stand van zaken

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland

Presentatie SIM MEA-Industrie & LEA. Ron Bissels 16 april 2018

DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE. Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019

Startnotitie Energietransitie. November 2018

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Duurzame ontwikkeling:

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

Raadsakkoord energietransitie. April 2019

Routekaart Energietransitie procesafspraken

Raadsakkoord energietransitie. Februari 2019

Raadsvoorstel. Samenvatting

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Zonder Energieopslag geen Energietransitie. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel WKO-Manifestatie / 30 Oktober 2013

Energietransitie bij Mobiliteit

Energieakkoord: Wij zijn aan zet!

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Naar een 100% duurzame energievoorziening voor Flevoland?! Vera Pieterman, plv. directeur Energie & Omgeving

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Kennisnemen van De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek provinciale energiedoelstelling 2030

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Programma Energie Samenvatting Projectplan

Energietransitie in het Brabantse landschap. maart 2019

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Themacafé Energietransitie 22 februari 2016

Onderwerp Raadsinformatiebrief Regionale Energiestrategie (RES) Metropoolregio Eindhoven

De Cleantech Regio Stedendriehoek 1 daagt uit!

De opkomst van all-electric woningen

Strategische Agenda Helmond. Coalitie-onderhandelingen 4 april 2018

Begrotingswijziging 76/17A

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

MANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008

SAMEN OP WEG NAAR EEN DUURZAME SAMENLEVING. Wat kunnen wij voor u betekenen?

Energieakkoord voor duurzame groei

Sámen werken aan. Voor gemeenten en MKB. erduurzaming

KLIMAATAKKOORD NETBEHEER NEDERLAND 11 JULI 2018

Samen Duurzaam DOEN! Stap 1 // Welkom en inleiding. Stap 2 // Voorstelronde aanwezigen. (5 minuten) (10 minuten)

Connecting the energy

Presentatie Duurzame Energie. Podiumbijeenkomst 17 maart

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018

FACTCHECKER OVER MORGEN

Paragraaf duurzaamheid

Riedsútstel. Underwerp Duurzaamheidsbeleid

Aardgasvrij én democratisch? Dag van de Lokale Democratie, 16 november 2018

Routekaart Energieneutraal Bronckhorst 2030

Programma Kies voor de toekomst van Brabant

De rol van biomassa in de energietransitie.

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis

Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET)

Oosterhout Nieuwe Energie Voorbereiding oprichting coöperatie

vrijdag 19 oktober 2018

Van energiebeleid naar duurzaamheidsbeleid

Bijeenkomst MKB Infra en Rijkswaterstaat. Guido Hagemann/Arnold Breur 7 juni 2018

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Coen Bernoster

Overwegingen bij het ontwikkelen van nieuw duurzaamheidsbeleid

Regionale Energiestrategie Fruitdelta Rivierenland. Raadsinformatiebijeenkomst 4 juli 2018

Onderwerp Routekaart Energieneutraal Nieuwegein Datum 08 augustus 2017

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

4 oktober Utrecht

Onze gemeenschappelijke ambitie:

Gemeente Delft. Onderwerp : Delft energieneutraal 2050 Uitvoeringsprogramma

MANIFEST Duurzaam Den Haag

Training Energietransitie voor ambtenaren

Beleidsnota kleinschalige zonne-energie in de gemeente Olst-Wijhe

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

Energie efficiënte ruimtelijke ordening: hoe passen we energieopwekking uit hernieuwbare bronnen ruimtelijk in? Anders gezegd : welke plek geven we

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH. Beleidsevaluatie Gelders Klimaatprogramma "Aanpakken en Aanpassen".

DE ENERGIE OM TE VERANDEREN

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Watt anders, Energieagenda Ontwerpbesluit

Ruimte voor oplossingen het inzetbare platteland! Kabinetsformatie 2017: de P10 biedt aan!

Route naar een Duurzame Energievoorziening

Regionale Energiestrategie NHZ

MANIFEST Stichting Duurzaam Den Haag

Regie op energie. Investeren in de productie van duurzame energie in de regio Arnhem-Nijmegen

Tussenstand Klimaatakkoord. 5 september 2018

Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Noord-Holland HAARLEM, JUNI 2019

tot eind LED verlichting bij vervanging - inzet slimme verlichtingsconcepten

De Deventer Omgevingsvisie

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder

Energietransitie vergt strategie. Voorjaarscongres VJK 23 mei 2019

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Midden-Limburg in beweging

Transcriptie:

Bijlage Discussiestuk met Uitgangspunten van de Energieagenda 2019-2030 Datum: 11 september 2018 Vragen aan PS In dit discussiestuk zetten wij een aantal principes en strategieën uiteen die de basis vormen voor de Energieagenda 2019-2030 (hierna: Energieagenda 2030). De Energieagenda 2030 stelt de hoofdlijnen vast en vanuit het nieuwe Bestuursakkoord wordt de koers in de uitvoering bepaald. Wij willen het met u tenminste hebben over het volgende: 1. Wat vindt u van de Brabantse principes en mist u principes? 2. Wat vindt u van de Brabantse strategie en mist u hierin nog zaken? 3. Wat wilt u GS meegeven ten aanzien van de rolinvulling van de provincie? Aanleiding De aanleiding voor de Energieagenda 2019-2030 (hierna Energieagenda 2030) is dat de huidige Energieagenda, die afloopt in 2020, actualisering behoeft door de snelle veranderingen in het energiebeleid, zoals het Akkoord van Parijs en de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord. U heeft dan ook in de Perspectiefnota d.d. 20 april 2018 de opdracht geformuleerd: Stel, gezien de landelijke en Europese ontwikkelingen, een nieuwe integrale Energieagenda 2019-2030 op, en leg deze uiterlijk eind 2018 ter besluitvorming aan ons voor inclusief personele consequenties. De Energieagenda 2030 komt tot stand in een wereld die volop in beweging is. De hoofdlijnen van het Klimaatakkoord zijn bekend, maar het definitieve Klimaatakkoord ligt er pas tegen eind 2018. Partijen oriënteren zich op hun rol in de energietransitie. Velen zetten stappen en vormen soms verrassende coalities. Anderen zetten op deelonderwerpen juist even een pas op de plaats. Het beeld van de technische mogelijkheden, de financiële haalbaarheid daarvan en de voorkeuren van partners verandert sterk. Zelfbindend in samenspraak met partners De Energieagenda 2030 komt tot stand met betrokkenheid van vele partners. De agenda bepaalt onze koers en is daarmee zelfbindend. Wij doen dit uiteraard in samenspraak met de partners en stakeholders. Daarnaast hebben wij enkele leidende principes, op basis waarvan we al dan niet handelen. De agenda schetst hoe de provincie diverse deelopgaven ziet. In het uitvoeringsprogramma Energie 2016-2019 is voor het eerst een hoofdlijn uiteengezet met transitiepaden, versnellingen en disruptieve aanpakken. Wij hanteren in de nieuwe agenda ook een indeling in transitiepaden (conform de tafels van het - nationale Klimaat- en Energieakkoord), te weten Elektriciteit, Gebouwde omgeving, Industrie, Mobiliteit en Landbouw (energieverbruik van de landbouw en de CO 2-uitstoot daarvan). Deze indeling lijkt sterk op die van het uitvoeringsprogramma. Er is behoefte aan enige positiebepaling van de provincie. Enerzijds willen partners weten waar wij wel en niet van willen zijn. Anderzijds hebben we ruimte nodig om voldoende flexibel te zijn in 1

deze dynamische wereld. De Energieagenda 2030 bevindt zich daarom op strategisch niveau. Het vormt de basis voor de provinciale rol en deelname aan de Regionale Energie Strategieën (RES en). Mede gebruik makend van de RES en worden in de volgende bestuursperiode één of meerdere uitvoeringsprogramma s uitgewerkt met concrete doelen, projecten, pilots en middelen ter uitvoering van de Energieagenda 2030. Urgentie en kansen De energietransitie is urgent. Alleen met een forse transitie kan worden voorkomen dat het klimaat verder verandert. De urgentie van de opgave is in het Klimaatakkoord van Parijs duidelijk omschreven: er is een beperkte tijd die resteert, maar bovendien een beperkt CO 2-budget dat we nog kunnen verbruiken. Deze agenda focust op een versnelling van de energietransitie en bekijkt dit vanuit een integrale invalshoek. Brabant pakt hierin haar verantwoordelijkheid en stippelt met deze integrale Energieagenda de koers voor de komende periode uit. Ook vanwege geopolitieke overwegingen is de transitie naar duurzame energie gewenst, zodat we minder afhankelijk worden van diverse olie- en gas producerende landen. De energietransitie is nodig, maar biedt ook kansen. Er komen nieuwe beroepen en vele extra banen. We bouwen hierbij voort op het Brabantse DNA en streven ernaar de slimste regio te blijven, ook ten aanzien van energie. Hiervoor zijn slimme geesten nodig, niet alleen om nieuwe dingen te bedenken, maar zeker ook om ideeën grootschalig te kunnen toepassen. Die zijn er in Brabant. Dit vraagt om slimme keuzes die aansluiten op onze economische ecosystemen, zodat we de kansen voor economie en werkgelegenheid optimaal benutten. Energiek, innovatief en groots met een zachte g. Dat is het DNA van de Brabanders. DNA waardoor dit college gelooft in de Brabantse energietransitie en durft te zeggen dat Brabant in 2050 energieneutraal is. Deze slimste regio van Nederland is al van oudsher - sterk gericht op technologische innovaties en ondernemerschap en is niet voor niets door de Nederlandse overheid uitgeroepen tot de derde mainport van Nederland, naast Amsterdam (Airport) en Rotterdam (Seaport). Relatie met ontwerp Omgevingsvisie De energietransitie is een systeemtransitie die de hele maatschappij aangaat. De ontwerp Omgevingsvisie spreekt zich uit over het doel met betrekking tot energie voor de provincie: in 2030 is er tenminste 50% duurzame energie en tenminste 50% reductie van broeikasgassen ten opzichte van de uitstoot in 1990 en in 2050 is Brabant energieneutraal (ontwerp Omgevingsvisie, 2018). Aan het doel van energieneutraal zullen we samen met gemeenten invulling geven via de Regionale Energie Strategieën. Hierbij is ruimte om de doelstelling per gemeente te variëren, mits elke Brabantse gemeente in 2050 vrij is van het gebruik van fossiele brandstoffen. 2

Verduurzamen 2030 50% van de energie is opgewekt uit herwinbare bronnen Vergroenen 50% reductie van de CO 2 -uitstoot ten opzichte van de uitstoot in 1990 2050 100% van de energie is opgewekt uit herwinbare bronnen 90% reductie van de CO 2 -uitstoot ten opzichte van de uitstoot in 1990 Bron: gebaseerd op de Brabantse ontwerp Omgevingsvisie De kwaliteit van Brabant Visie op de Brabantse leefomgeving (ontwerp), april 2018 Wat gaan we in ieder geval doen? 1. We stellen een heldere koers op samen met de regio s; 2. We sluiten aan bij de vijf transitiepaden uit de Nationale Energieagenda; 3. We wentelen onze opgave in beginsel niet af op onze omgeving (of andere provincies); 4. We verbinden de energieopgave met zoveel mogelijk andere maatschappelijke opgaven; 5. We gaan uit van meervoudig en zorgvuldig ruimtegebruik; 6. Alleen onder voorwaarden willen we energieopwekking in het Natuurnetwerk Brabant; 7. We houden rekening met de ondergrond. Bron: Brabantse ontwerp Omgevingsvisie (hoofdstuk 6.3, werken aan de Brabantse energietransitie p. 53) Energiemix De energiebronnen waar we gebruik van maken zullen de komende decennia wijzigen. De energiemix gaat er anders uitzien. Dit brengt kosten, organisatorische, maatschappelijke en ruimtelijke gevolgen met zich mee. De gekozen energiemix heeft gevolgen voor de effectiviteit, betrouwbaarheid en betaalbaarheid van het energiesysteem. Dit geldt met name na 2030 wanneer er voor het opvangen van low tide moments geen fossiele brandstoffen beschikbaar zijn. Het is daarom nu al van belang om goed te kijken naar de energiemix: een scenario 100% zon heeft andere implicaties voor opwek, opslag(infrastructuur), verbruik en kosten dan een scenario 100% wind, zo blijkt uit het Haalbaarheidsonderzoek Energie (2018) en de themadag Energie van uw Staten (29 juni jl.). Om een gekozen energiemix goed te laten slagen, moet flexibiliteit in het systeem worden gecreëerd (om vraag- en aanbod van energie te kunnen matchen in tijd, plaats en volume). Dit vraagt om een efficiënte, ruimtelijke uitwerking door middel van infrastructuur. Ook in het Haalbaarheidsonderzoek Energie wordt dit matchen van het systeem erkend als een grote uitdaging. Uiteindelijk zal Brabant (waaronder de provincie) diverse zaken voor de energiemix mee moeten laten wegen, zoals investerings-/ exploitatiekosten van het energiesysteem, het maatschappelijk draagvlak en eigen initiatief. 3

Samen en integraal Partners zoals woningcorporaties, de vervoersector, agrariërs, MKB, high tech-bedrijven en energieproducenten, werken allemaal op hun manier aan de energietransitie. De energietransitie in Brabant is sterk afhankelijk van meerdere partners en stakeholders van de provincie. Een multihelixaanpak is van belang, waarbij burgers, bedrijven, (semi)industrie, kennisinstellingen, maatschappelijk en belangenorganisaties, semipublieke partners en overheden de krachten bundelen. We werken hierbij zoveel mogelijk als één overheid: samen realiseren we de doelen, waarbij we ieder onze krachten inbrengen en onze verantwoordelijkheid nemen. De provincie speelt hierbij een verbindende rol in het bij elkaar brengen van partijen en het wegnemen van belemmeringen. We streven ook naar een integrale energietransitie waarbij de transitiepaden in relatie tot elkaar worden beschouwd, zoals het slim laden en laden op eigen zon van elektrische voertuigen en het benutten van restwarmte van de industrie in warmtenetten voor woningen. Een integrale benadering betekent ook dat we kijken naar onze rol in de volledige energieketen productie-opslag-gebruik. Opslag en een goede distributie van energie worden steeds belangrijker, aangezien hernieuwbare energiebronnen variabel in karakter zijn en er een discrepantie bestaat tussen vraag en aanbod. De energietransitie staat niet los van andere onderwerpen. We zoeken afstemming en benutten kansen van klimaatadaptatie, circulaire economie, toekomst van ons mobiliteitssysteem, economie, werkgelegenheid et cetera. Soms zijn deze onderwerpen ook randvoorwaardelijk voor het doen slagen van de energietransitie. Zonder voldoende en goed opgeleid personeel in de techniek en installatiebranche krijgen we de energietransitie immers niet voor elkaar. De Brabantse principes 1. Besparen én duurzaam opwekken. De Trias Energetica is het principe van eerst energie besparen, dan hernieuwbaar produceren en ten slotte, waar het niet anders kan, zo schoon mogelijk produceren met fossiele bronnen. Wij richten ons op besparen en duurzaam opwekken. Zo schoon mogelijk produceren met fossiele bronnen vinden we een taak van het Rijk. 2. Het creëren van eigenaarschap, waarbij inwoners, bedrijven én instellingen de transitie als het ware internaliseren en zich hier betrokken bij voelen. Net zoals dat het scheiden van afval ooit nieuw was, maar inmiddels gemeengoed is geworden. Eigenaarschap kan door letterlijk mede-eigenaar te worden, maar ook door het maken van eigen keuzes met betrekking tot energievoorziening. 3. Kansen en mogelijkheden voor besparing en transitie benutten. Als nieuwbouw, transformatie of functieverandering van gebouwen of gebieden plaatsvindt, ontstaan kansen om stevig in te zetten op energiebesparing en het opwekken van duurzame energie. In Brabant pakken we deze kansen door hier zelf actief op te acteren. Dit vragen we ook van onze partners. 4. De energietransitie vergt een adaptieve aanpak. De ambities en doelen in dit programma zijn in beeld, de route die we moeten volgen om deze te bereiken passen we aan als daarvoor een noodzaak is. Het energievraagstuk is complex. In de loop der tijd dienen zich kansen en 4

nieuwe inzichten aan. Door adaptief te programmeren kunnen we inspelen op deze veranderingen. Flexibiliteit in de agenda is noodzakelijk om goed in te kunnen spelen op de dynamiek in de breedte van deze agenda. Dit betekent dat we kort cyclisch moeten programmeren. 5. We willen het risico nemen dat soms iets mislukt. Immers, zowel aan de kant van de techniek als aan de sociaal-psychologische kant van de energietransitie is veel nog in ontwikkeling. Deze ontwikkelingen kunnen we stimuleren met experimenten, maar dit biedt op voorhand geen garantie op succes. Dit vergt lef van bestuurders en initiatiefnemers, maar dit mag geen belemmering vormen om in actie te komen. Innovatie en disruptie zijn beide nodig om de doelen te behalen, zo blijkt uit het Haalbaarheidsonderzoek Energie. 6. Hanteren landelijke definities. Helderheid en herkenbaarheid in communicatie zijn van belang in een complex proces als de energietransitie. Om onnodige verwarring te voorkomen, kiezen we ervoor het Rijk te volgen in gekozen terminologieën. In onze doelen (kpi s) hanteren we de landelijke definities van duurzame energie en CO 2-besparing, ook voor wat betreft energiebronnen waarbij maatschappelijke discussie bestaat over duurzaamheid en/of CO 2- uitstoot, zoals biomassa en kernenergie. We hanteren bovendien de lijn van de door het Rijk opgestelde transitiepaden (sectortafels). Dit betekent echter niet dat we in alles ook de doelen van het Rijk overnemen. De Brabantse strategie We hanteren drie strategische hoofdlijnen: 1. Provincie zet in op het mobiliseren van de samenleving voor de energietransitie Transitie begint bij mensen en hun motivatie voor verandering. In Brabant realiseren we ons dat we juist de energie, initiatieven en inzet nodig hebben van Brabanders om de energietransitie te laten slagen. We zien dat op veel vlakken de maatschappij harder loopt dan de overheid: buurten nemen initiatief om zelf hun energievoorziening in te richten en te organiseren, door bijvoorbeeld een lokale energiecoöperatie op te richten of mede-eigenaar te worden van een dorpsmolen. De provincie stimuleert dat burgers kunnen meeprofiteren van de energietransitie, naar het voorbeeld van windenergie langs de A16. Dit eigenaarschap maakt dat particulieren niet alleen delen in kosten, maar ook in baten van de transitie; zij krijgen de mogelijkheid te delen in winsten. Als de energievoorziening van jezelf, je buurt of je gemeenschap is, iets waar je zelf keuzes in kunt maken, dan vergroot dit de betrokkenheid bij onze gezamenlijke opgave en de bereidheid om daar een steentje aan bij te dragen. De provincie kan de mobilisatie benutten door zich te laten inspireren door bottom-up initiatieven (en sociale innovatie) en eventueel initiatieven te faciliteren en ondersteunen. De inzet van de provincie is om burgers toe te rusten zelf hun energievoorziening te organiseren en belemmeringen (bijvoorbeeld in de regelgeving) weg te nemen. Een ander belangrijk aspect in het mobiliseren van de samenleving is ervoor te zorgen dat de arbeidsmarkt op orde is om de veranderingen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. De nieuwe 5

werkgelegenheid biedt kansen voor de beroepsbevolking en talentontwikkeling, en moet aansluiten op de nieuwste ontwikkelingen en inzichten in het energieveld. Dat geldt voor installateurs in de bouw tot technici op het gebied van zonnetechnologie. Er is in deze sectoren een tekort aan vakmensen en aan toegesneden opleidingen. De provincie gaat in samenwerking met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen inzetten op het stimuleren van vernieuwing van vakopleidingen. Bij dit alles gaat het om het gezamenlijk resultaat. Partijen zijn gericht op het streven naar een gezamenlijk doel, individuele successen zijn daaraan ondergeschikt. 2. Stevig van start: snel starten en onderweg leren en verbeteren Snel starten is noodzakelijk gegeven de doorlooptijd van projecten. Zo laat de praktijk van wind op land zien dat de doorlooptijd tussen idee en realisatie in de praktijk vaak veel langer is dan vooraf verwacht wordt. We willen op tijd beginnen met het realiseren van onze doelen met een projectmatige aanpak. We moeten ook nog zaken ontdekken. Dat doen we niet door alles tot in details uit te denken, maar door er meteen mee aan de slag te gaan. We gaan ook keuzes niet naar voren schuiven, maar maken ze met de best beschikbare mogelijkheden van dat moment. Wij weten nog niet alles, maar willen wel nu starten omdat we beseffen dat we niet kunnen wachten tot morgen. Er zijn genoeg technieken en mogelijkheden beschikbaar om nú al een verschil te maken. We beginnen dus met dát te doen wat mogelijk is op basis van de huidige kennis. Van de partners verwachten we ook daadkracht. De provincie bevordert het gezamenlijk leren en verbeteren. 3. Provincie zet selectief en slim in op het stimuleren van koplopers Binnen de energietransitie vormen besparen en duurzaam opwekken de belangrijkste uitgangspunten. In Brabant zijn er verschillende groepen, zoals bedrijven, instellingen en burgers, bezig met bijdragen aan deze doelen. We willen deze kennis en inzet benutten en versterken door in te zetten op innovatie (wat mogelijk leidt tot disruptie) én uitrol (via haalbare business cases). Zo blijven we koplopers op het gebied van onderzoek en technologieontwikkeling volgen en stimuleren. Er is onderzoek gaande naar manieren om energie om te zetten en op te slaan in duurzame synthetische fuels, maar er is nog geen doorbraak die maakt dat we in het systeem kunnen voorsorteren op het één of het ander (zoals waterstof). We pakken het spoor van de innovatie vast, bijvoorbeeld Fuelliance en Solliance, en vooral ook de realisatie aan de hand van goede business cases. Dergelijke innovatieve processen moeten we dus blijven volgen, maar we kunnen het ons niet veroorloven nu al zelf technische keuzes maken. We dragen bovendien bij aan de uitrol van bewezen technieken om impact te creëren. Hierbij bouwen we voort op financiering van burgerinitiatieven en stimulering van het bedrijfsleven zoals we dat nu doen met het Energiefonds en Develop to Invest (van de BOM). De provincie levert een bijdrage aan de transitie en geeft een impuls aan het bedrijfsleven via onder meer het Energiefonds. Dat fonds investeert met kapitaal, kennis en kunde in de realisatie van projecten waarmee duurzame energie wordt opgewekt of energie bespaard. Het gaat om projecten waarbij burgers 6

deels zelf betrokken kunnen zijn, bijvoorbeeld via lokale energie-initiatieven. De provincie investeert samen met partners in een stabiele en betaalbare energievoorziening bijvoorbeeld via het Ontwikkelbedrijf. Develop to Invest draagt in dat partnership bij met professionele projectontwikkelingscapaciteit en houdt vanaf de vroege fase rekening met financierbaarheid aan het einde van het ontwikkelingstraject. Dit richt zich op burgerinitiatieven voor wind en grootschalige solar en op energiebesparing in vastgoed en industrie. Ook hier geldt dat om uitrol daadwerkelijk tot stand te kunnen brengen, letterlijk handen nodig zijn en arbeid geleverd moet worden. Voor een geslaagde energietransitie is het nodig dat de arbeidsmarkt op orde is, met daarbij aansluitende (vak)opleidingen, om genoeg mensen voor de uitvoering te kunnen leveren. Transitiepaden De wijze waarop de provincie kijkt naar de energietransitie bepalen we voor een groot deel zelf. Wat onze bijdrage per transitiepad is kan verschillen en vraagt bovendien flexibiliteit. In de Energieagenda 2030 zijn wij voornemens hier een raamwerk voor op te nemen, waarbij per transitiepad een indruk wordt gegeven welke vorm van bijdrage de provincie kan kiezen. De infographic bij het Haalbaarheidsonderzoek Energie geeft een beeld van hoe deze matrix gevuld zou kunnen worden. De provincie kan hierbij per combinatie van transitiepad en instrument haar rol kiezen. Ruimte- Instrumen- Organisa- Finan- Technisch Maat- lijk teel torisch cieel schappe lijk Elektriciteit Gebouwde omgeving Industrie Landbouw en landgebruik Mobiliteit Capaciteit In de Energieagenda 2030 doen wij een opgave van de personele capaciteit op basis van de rolinvulling in de transitiepaden en onze ervaringen van de afgelopen drie jaar. Afhankelijk van de accenten in de komende bestuursperioden en uitvoeringsprogramma s zal eventueel extra personele capaciteit worden onderbouwd. 7