Verdwenen tropen van Europa

Vergelijkbare documenten
Kaartenset gewervelde dieren

Dieren (deel 2) Indeling dierenrijk. Cursus Natuur-in-zicht. 2 hoofdgroepen: GEWERVELDEN. * In deze cursus ligt de nadruk op de gewervelden 15/09/2011

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.

KATIE SCOTT JENNY BROOM. Het dierenboek. Een fascinerende reis door het dierenrijk

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

Beestige bundel van: 1

DINOSAURIËRS. Marthe Terny

W.O. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

Dinosauriërs. Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Wat is een dinosauriër?

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II

TIJDLIJN. Een reis door de geschiedenis

Paarden zijn hoefdieren: dieren met hoeven aan hun voeten. Een hoef is een hele dikke nagel die de poot beschermt.

Bijlage VMBO-GL en TL 2006

Darwin en de evolutieleer

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

1. Mensapen (mensapengebouw, binnen en buiten) Welke ledematen zijn het langst bij de chimpansee?

Zoogdieren die voorkomen op De Pan.

Panter. Ook wel luipaard genoemd

Ordening. Groep 4 en 5 van het basisonderwijs

Naam: REPTIELEN. Vraag 1. Noem vier kenmerken van een reptiel. Vraag 1b. Welke (soorten) reptielen ken je al? pagina 1 van 8

SPEURTOCHT THEMA BUSH. voor groep 8 / brugklas VO

Ontdek de topstukken van het Museum voor Natuurwetenschappen. Voor kinderen van 9 tot 12 jaar

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!

1. Fossielen, dood of levend?

Vos. De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm.

BOSSEN WERELDWIJD EDUKIT 4

Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3. Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4. Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Oog in oog met de dino s expeditie oertijd

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

Opdracht 1 De Tijdlijn

Galerij van de Evolutie

Maja Miklič YOGA VOOR MEISJES MET YOGAHOUDINGEN VERNOEMD NAAR DIEREN E-BOOK GRATIS UITGAVE

Woordenschat groep 6 blok 2

En toen kwam Darwin. On the origin of species. 1. Het ontstaan van het leven. Fossielen. 2. Getuigen van deevolutietheorie

Werkstuk groep 7 Een dier

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Flora en fauna. Flora

fossielen en evolutie

Centrale vraagstelling Hoe organiseer je een expeditie naar de Zuidpool om het hitterecord van 55 miljoen jaar geleden te kunnen onderzoeken?

Gewervelden zijn dieren met een inwendig skelet en een wervelkolom. Dit skelet is meestal van botten gemaakt.

heeft mosasauruspoep? en andere vragen Groep 3-4, Groep 5-6 & Groep 7-8

Samenvatting Biologie Thema 4 - ordening - 1 vmbo kgt

1: Inhoud 2: Verhaal: Pleun & Naomi. 3: Moppen 4: verhaal: Yoeran & Tariq 5: Pasen 6: Verhaal: Christopher 7: 8: Reactie

Ordening. Klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Evolutie. Bovenbouw VO

De ringslang een bijzondere bewoner van Gouda

Bijlage-VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie b

1. Fossielen, dood of levend?

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

De Heikikker De Heikikker

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS?

Slangen hebben allerlei vormen, maten en kleuren en komen over de hele wereld voor.

presenteert: Zoogdieren Bewerking: Joeri Cortens

Dit kan nog gewijzigd worden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

Slang. Door Pamela & Eliza

Werkblad schedels groep 1

Bever. Laatste bever in Nederland. Over de bever

Op Wandel met Walvissen

VMBO. Docenthandleiding. Dierenrijk is onderdeel van

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Maak een feestmaaltijd voor de dieren in het bos. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

NAAR DE HAAIEN! SPEURBLAD VAN:... GROEP 7 & 8. Opdracht - voorbeeldvraag VOORBEELDVRAAG

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

Kikkers. Inleiding. Kikkers bij ons in de buurt

Antwoorden Biologie Thema 5

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

NAAR DE HAAIEN! SPEURBLAD VAN:... GROEP 7 & 8 DOE-HET-ZELF LES. Opdracht - voorbeeldvraag VOORBEELDVRAAG

Dierenrijk. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

inhoud O, NEE, GILBERT! WAAROM? WAAROM?

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Reptielen. Les 1 Kenmerken reptielen

NAAR DE HAAIEN! SPEURBLAD VAN:... GROEP 7 & 8 DOE-HET-ZELF LES. Opdracht - voorbeeldvraag VOORBEELDVRAAG

Ontdek de topstukken van het Museum voor Natuurwetenschappen. Voor kinderen van 6 tot 8 jaar

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud Inleiding Wat is een fossiel? Hoe ontstaan fossielen? Paleontologie Beroemde fossielen Pluskaarten Bronnen Colofon en voorwaarden

Lesbrief T. rex voedselweb

Bijlage VMBO-GL en TL

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Opmerking voor de docent. Dieren determineren. Werkwijze

EEN EGEL HOUDT EEN WINTERSLAAP

EVOLUTIE VAN DINO TOT MUS EN MUIS. College 3 Van sauriër tot vogel

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer

Transcriptie:

MESSEL-tentoonstelling in Naturalis: Verdwenen tropen van Europa door John de Vos Nationaal Natuurhistorisch Museum, Naturalis, Postbus 9517, 2300 Leiden vos@naturalis.nl Verdwenen tropen van Europa is de titel van een tentoonstelling in Naturalis over de fossielen van de Groeve Messel. Messel is een groeve tussen Frankfurt am Main en Darmstadt (Duitsland) waar in het verleden olie werd gewonnen uit oliehoudende schalie. Tijdens de exploitatie werden al in 1875 huidschubben van krokodillen gevonden, die in 1876 werden beschreven. Daarna werden er nog meer fossielen gevonden. De wetenschappelijke bewerking kwam op gang aan het eind van de 19 e en het begin van de 20 ste eeuw. Pas in 1966 en 1967 werden de eerste wetenschappelijke opgravingen verricht door het Hessisches Landesmuseum Darmstadt. Nadat omstreeks 1971 de exploitatie niet lonend meer was, werd de groeve verlaten en wilde men er een vuilstortplaats van Darmstadt van maken. Daar de fossielen zo bijzonder zijn, heeft men het in 1994 voor elkaar gekregen dat de groeve beschermd wordt en op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst is. Schalies De fossielen zijn afgezet in een toenmalig meertje, waarschijnlijk gevormd in de caldera van een vroegere vulkaan. Bij de bodem van het meertje moet het milieu zuurstofarm zijn geweest, zodat er nauwelijks rotting kon plaatsvinden en de organismen konden fossiliseren. De fossielen worden zichtbaar tijdens het splijten van de schalies. Wat men veel tegenkomt zijn de visjes van het geslacht Amia. Bij het uitdrogen van de waterhoudende schalie verkruimelt het sediment, waardoor de fossielen verloren gaan. Dit geldt niet voor de grote botten, zoals die van krokodillen, maar vooral voor de kleine, zoals die van insecten, ongewervelde dieren, vogels, etc. Er moest een speciale prepareertechniek ontwikkeld worden om de fossielen te conserveren. Die houdt in dat men de platen waarin de fossielen zitten nat meeneemt naar het laboratorium. Aan één kant wordt het fossiel zoveel mogelijk uitgeprepareerd. Dan wordt die kant volgegoten met kunsthars, waarna men de andere kant uitprepareert. Soms wordt ook deze kant met kunsthars volgegoten, waardoor het fossiel volledig in kunsthars zit ingebed. Dit is natuurlijk afhankelijk van het fossiel. De fossielen van de zoogdieren, reptielen en schildpadden zijn vrij stevig, zodat die goed uitgeprepareerd kunnen worden. Klimaat Messel geeft een beeld van de aarde gedurende het Midden- Eoceen, zo n 47 miljoen jaar geleden, daar er fossielen zijn gevonden van zowel de flora als de fauna. De land-waterverdeling zag er toen heel anders uit dan tegenwoordig. Messel lag zo n 10 o zuidelijker dan nu, daar waar nu Sicilië ligt. Gezien zijn ligging zullen er seizoenen geweest zijn. De temperatuur zal boven de 20 o hebben gelegen met waarschijnlijk een waarde variërend tussen de 25 en 30 o. De temperatuur van het water van het meertje zal zo n 27 o bedragen hebben. Aanwijzingen voor deze (sub)tropische temperaturen leveren de schildpadden. Vergeleken met overeenkomstige recente, verwante soorten, die hoge temperaturen nodig hebben om zich te kunnen voortplanten, zal deze voorwaarde ook gelden voor de schilpadden van Messel. Hetzelfde gaat op voor de krokodillen, die ook een relatief hoge temperatuur nodig hebben. Afb. 1. Het Messelmeer met het tropisch regenwoud in het Midden-Eoceen. 10

Duidelijk is er een paleogeografische relatie met Noord-Amerika, waar in vindplaatsen in Wyoming dezelfde krokodillen worden gevonden als in Messel. De fossielen tonen aan dat de planten en dieren geleefd moeten hebben in en om een meer dat zich in een tropisch regenwoud bevond (afb. 1). Aan de hand van de 128 fraaiste fossielen uit een collectie van 17.000 die Messel rijk is, wordt dit geïllustreerd. Het ecosysteem is een tropisch regenwoud waarin verschillende leefomgevingen (habitats) onderscheiden kunnen worden: Afb. 4. Ailuravus macrorus. Fossiel knaagdier met goed bewaard gebleven huid. Lengte 1 meter. Afb. 2. De hopachtige vogel Messelirrisor grandis. de toppen van de bomen, de bosbodem, de bosrand, de oever, het ondiepe water en het diepe water in het midden van het meer. Natuurlijk zullen niet alle soorten die in de tentoonstelling te zien zijn hier behandeld worden. Slechts een aantal bijzondere en karakteristieke soorten zullen beschreven worden. Fossielen Er zijn fossielen van dieren die in de toppen van de bomen leven, zoals vogels, vleermuizen, knaagdieren en een halfaapje. De vogels zijn werkelijk fantastisch. Honderden fossielen van kleine vogels die in de bomen leven, en die vele soorten vertegenwoordigen, zijn gevonden. Het kan dan gaan om een enkele afdruk van een veertje, maar ook om complete vogels. Zeer goed geconserveerd, zelfs de veren en de kleuren zijn te zien, is het fossiel van een hopachtige Messelirrisor grandis (afb. 2). Verbazingwekkend is dat eigenlijk kort na het uitsterven van de dino s de vleermuizen er al uitzien en functioneren als de huidige vleermuizen. Acht soorten zijn er beschreven. Slechts één soort behoort tot een familie die tegenwoordig nog voorkomt. Van de vleermuizen is een aantal fossielen te bewonderen. Bijzonder is het skelet van een zwangere vleermuis (Palaeochiropteryx tupaiodon) met de foetus in de buikholte, waarvan de tandjes met behulp van een vergrootglas te zien zijn. Bij een ander exemplaar zijn het vliegmembraan en de omtrek van de oortjes duidelijk te zien (afb. 3). Afb. 3. Een kleine vleermuis Palaeochiropterix tupaiodon. Het vliegmembraan en de oortjes zijn zelfs te zien. Een opvallend dier is het grootste knaagdier (Ailuravus macrorus) dat in Messel gevonden is (afb. 4). Het heeft een lengte van één meter, maar daarvan neemt de staart 60 cm in. Van deze soort zijn ook fossielen met het zachte weefsel bewaard gebleven. Degene met huid en haar tonen een borstelige staart, die waarschijnlijk diende als stabilisator als hij van tak tot tak sprong, te vergelijken met de staart van een eekhoorn. Drie soorten van halfapen (lemuren) zijn er in Messel gevonden. Opmerkelijk is dat er nooit volledige skeletten, zoals bij het gea maart 2008, nummer 1 11

duidelijk zien dan we met een onevenhoevige (tapirs, neushoorns en paarden) te maken hebben. Het hielbeentje heeft aan de bovenkant een rol, terwijl het aan de onderkant vlak is. Dit is kenmerkend voor de onevenhoevigen. Al in het begin is er een scheiding tussen evenhoevigen (bijvoorbeeld koeien, herten, varkens) en onevenhoevigen, die vooral uitkomt in het voortbewegingsmechanisme en het gebit. Het hielbotje bij onevenhoevigen vertoont zoals gezegd één rol aan de bovenkant en is aan de onderkant min of meer vlak; het hielbotje bij evenhoevigen vertoont zowel aan de bovenkant als aan de onderkant een rol. Aan het gebit van de tapir van Messel is duidelijk te zien dat het richels heeft. Dit kenmerk is karakteristiek voor tapirs, die bladeters zijn. Afb. 5. Mesolophis sp., een kleine boa-constrictor. Lengte 50 cm. oerpaard, zijn gevonden, maar slechts fragmenten of gedeeltelijk skeletmateriaal. Zo zijn er van het halfaapje Europolemur kelleri slechts het bekken en de achterpoten gevonden. Het mannelijke geslacht van dit fossiele dier was makkelijk te determineren, door de aanwezigheid van het penisbotje (baculum). Dieren die op de bosbodem leven zijn onder andere slangen, hagedissen, vogels en zoogdieren met als vertegenwoordigers onder andere de tapir en het oerpaard. De vondsten van hagedissen zijn zeldzaam. Opvallend is de pootloze hagedis (Ophisauriscus quadrupes). Wat de slangen betreft zijn er naast de slangen die op de grond leven ook slangen gevonden die in de bomen leven. Er zijn kleine boa-constrictorachtige slangen van zo n 50 cm lengte (afb. 5). Spectaculair is het primitieve paard, dat meestal aangeduid wordt als het oerpaard. Ook hier weer geven het hielbeentje en het gebit aanwijzingen voor het feit dat we met een paardachtige te maken hebben. Het hielbeentje heeft weer een rol aan de bovenkant en is vlak aan de onderkant. Het gebit toont al het patroon van paardenkiezen. Deze kiezen zijn in tegenstelling tot die van het huidige paard laagkronig, wat duidt op het eten van bladeren. Dit wordt bevestigd door de maaginhoud van sommige oerpaard fossielen. Het primitieve paardje had nog vier tenen aan de voorpoot en drie tenen aan de achterpoot. Deze vormen staan dicht aan de basis van de evolutie van het paard, hoewel niet helemaal aan het begin, daar je dan vijf tenen per poot verwacht. Van het oerpaard zijn drie soorten aanwezig in Messel: een kleine (Eurohippus parvulus), een grote (Propalaeotherium hassiacum) en één die zeer zeldzaam is (Hallensia matthesi). Het kleine primitieve Messelpaard had een totale lengte van 80 cm en een schouderhoogte tussen de 30-35 cm. Van dit primitieve paard zijn zo n 40 skeletten gevonden; acht daarvan zijn merries met de foetus in de buikholte. Het grotere primitieve Messel paard (afb. 7) had een lengte van één meter en een schofthoogte van 55-60 cm. Hiervan zijn zo n 15 skeletten gevonden. Het had een korte staart die eindigde in een brede kwast. Dit is goed te zien aan het fossiel, daar de haarafdrukken van de staart bewaard zijn gebleven. Van de zeldzame soort zijn slechts twee skeletten gevonden. Sensationeel is de miereneter (Eurotamandua joresi) (afb. 8), waarvan maar één volledig skelet is gevonden. Verwante vor- Messel staat aan de basis van vele zoogdiergroepen. Het grootste zoogdier, waarvan maar twee skeletten zijn gevonden, is een oertapir (Hyrachyus minimus) (afb. 6), met een schofthoogte van zo n 60 cm. Het hielbotje (astragalus) in het skelet van de tapir laat Afb. 6. Primitieve Messeltapir, de oertapir Hyrachyus minimus. Schofthoogte 60 cm. 12

Ab. 7. Het grote primitieve Messelpaard Propalaeotherium hassiacum. Schofthoogte 55-60 cm. men komen alleen in Zuid-Amerika voor. De vraag is nu hoe de migratieroute van de miereneter is geweest. Hoewel duidelijk een miereneter, is toch de systematische positie nog niet helemaal bekend. geveer hetzelfde uit en nemen ze ook dezelfde leefomgeving in. Eén van die primitieve valse carnivoren (Lesmesodon behnkeae) is zeer fraai bewaard gebleven. De huid, maar vooral de behaarde staart, is goed te zien (afb. 9). Verder zijn er nog egelachtige insectivoren en knaagdieren. Een groep die men hier niet zou verwachten zijn de buideldieren. Slechts zes fossielen zijn daarvan gevonden, die vier soorten vertegenwoordigen. Met andere woorden: buideldieren hadden vroeger een veel grotere verspreiding. Heden komen ze voor in Zuid- en Noord-Amerika (de opossum) en natuurlijk in Australië. Aan de oever van het meer leven oevervogels, ibisachtige vogels, amfibieën (kikkers en salamanders) en reptielen (schildpadden, slangen en krokodillen) (afb. 10). Huidschubben waren de eerste aanwijzingen voor de aanwezigheid van fossielen in Messel (afb. 11). Acht soorten krokodillen zijn er voor Messel beschreven. Dit is een groot aantal soorten in een ecosysteem, daar je tegenwoordig nergens zoveel soorten bij elkaar vindt. Het grote aantal kan verklaard worden doordat de soorten verschillende niches (de rol die een dier in een ecosysteem speelt) innamen, met andere woorden: verschillend voedsel aten. Afb. 8. De miereneter Eurotamandua joresi. Roofdieren waren met twee groepen vertegenwoordigd: de echte carnivoren (Orde Carnivora) en de valse carnivoren (Orde Creodonta). De echte carnivoren hebben per kaakhelft slechts één scheurkies, terwijl de valse carnivoren er twee of drie per kaakhelft hebben. Uiterlijk zien de valse en echte carnivoren er on- Afb. 9. Lesmesodon behnkeae, een primitieve valse carnivoor uit de groep Creodonta. gea maart 2008, nummer 1 13

Mesozoïsche oceanen. De primitieve beenvissen kunnen makkelijk van de moderne beenvissen onderscheiden worden door hun ruitvormige schubben. Ook allerlei insecten zijn gevonden zoals reuzenmieren. De wijfjes van de reuzenmier (Formicium similimum) konden een spanwijdte van de vleugel bereiken van 16 cm. Ze zijn daarmee de grootste mieren die ooit geleefd hebben. Sommige van de schilden van de kevers zijn nog fraai op kleur, zoals bij de juweelkever (Buprestidae) waarvan de schilden nog een blauwe kleur hebben. Gebruikte literatuur en foto s Gruber, Gabriele & Norbert Micklich (eds), 2007. Messel, Treasures of the Eocene. Hessisches Landesmuseum Darmstadt: pp. 1-158. Dit boek is de catalogus bij de tentoonstelling. Zeer rijk geïllustreerd en geschreven door vooraanstaande wetenschappers die zich met Messel hebben bezig gehouden. Het boek is bij Naturalis te koop voor slechts 19.90. De tentoonstelling is te zien tot en met 4 mei 2008. KORTINGBON VOOR NATURALIS (Leiden) Afb. 10. De kikker, Eopelobates wagneri. Aan de oever van het meer zullen de schildpadden lekker in het zonnetje hebben gelegen. Schildpadden zijn rijk vertegenwoordigd. In het meer zwommen vissen. De fossielen van vissen zijn rijk vertegenwoordigd. Acht geslachten en soorten van vissen zijn beschreven. Twee groepen vissen kunnen onderscheiden worden: de primitieve beenvissen en de moderne beenvissen. De primitieve beenvissen werden geplaatst in de Holostei. Men veronderstelde dat de Holostei een overgangsvorm waren van de kraakbeenvissen (Chondrostei) naar de moderne beenvissen (Teleostei). De Holostei waren typische oceaanbewoners van de Verdwenen tropen van Europa tot en met 4 mei in Naturalis! De mooiste fossielen uit het UNESCO Werelderfgoed in Messel U hoeft de bon niet uit te knippen. Een kopie is ook voldoende! Op vertoon van deze bon ontvangt u 2,- korting op de toegangsprijs van Naturalis. De bon is voor maximaal 4 personen en geldt niet in combinatie met andere acties. De bon is gelding tot en met 4 mei 2008. Afb. 11. De krokodil Diplocynodon darwini. 14