Uitgangspunten Integraal Huisvestingsplan 2018-2033 Primair Onderwijs gemeente Meppel
Inleiding Voor u ligt een document wat de uitgangspunten bevat voor het op te stellen Integraal Huisvestingsplan 2018-2033 (IHP) voor het primair onderwijs in Meppel. In het eerste hoofdstuk zal kort ingegaan worden op de verantwoordelijkheden van schoolbesturen en gemeente. De uitgangspunten volgen per onderdeel (waaronder huisvesting, onderhoud en Nieuwveense Landen) in het tweede hoofdstuk. Door het vaststellen van deze uitgangspunten wordt een basis bepaald waarmee gemeente en schoolbesturen gezamenlijk het integraal huisvestingsplan kunnen uitwerken. De totstandkoming van een IHP is een gezamenlijk proces van schoolbesturen en gemeente. Gezamenlijk zijn bijgaande uitgangspunten bepaald. Hiermee wordt gestreefd naar gelijke mogelijkheden voor alle scholen. De volgende stap in het proces is het uitwerken van het huisvestingsplan. In dit IHP worden per wijk en per school de toekomstverwachtingen inzichtelijk gemaakt, het gaat daarbij dan ook om onderwerpen als renovatie en nieuwbouw. Op basis van deze uitgangspunten wordt, voor de noodzakelijke maatregelen, samen met de schoolbesturen een planning in tijd en geld opgesteld. Hiermee kunnen toekomstige ontwikkelingen integraal worden afgewogen en kunnen scholen en gemeente anticiperen op toekomstverwachtingen. Zowel schoolbesturen als gemeente zijn bereid te investeren op de onderdelen waar een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor geldt. De uitgangspunten in deze notitie zijn specifiek gericht op scholen van het primair onderwijs. De ontwikkelingen en verwachtingen in het primair onderwijs geven aanleiding tot het opstellen van een actueel huisvestingsplan. Voor het voortgezet onderwijs bestaat er minder aanleiding voor het opstellen van een nieuw IHP en speelden een aantal specifieke vraagstukken. In het IHP zal kort de situatie van de scholen in het voortgezet onderwijs geschetst worden.
1. Verantwoordelijkheden Onderwijshuisvesting Vanaf de decentralisatie van onderhoudsmiddelen naar de schoolbesturen in het primair onderwijs met ingang van 1 januari 2015 zijn de verantwoordelijkheden voor onderwijshuisvesting als volgt: Gemeente Nieuwbouw Uitbreiding Medegebruik Constructiefouten (waaronder asbest) Herstel bijzondere omstandigheden (calamiteiten) Schoolbestuur Onderhoud: regulier en groot onderhoud Aanpassingen Exploitatie In verschillende gemeenten in Nederland kiezen gemeenten en schoolbesturen om nog een stap verder te gaan in de doordecentralisatie. De verantwoordelijkheid en de financiële middelen uit het gemeentefonds voor onderwijshuisvesting worden dan overgedragen aan schoolbesturen. De gemeente houdt wel de zorgplicht. De regie voor een goede leeromgeving ligt bij volledige doordecentralisatie bij de schoolbesturen. In Meppel wordt door zowel schoolbesturen als gemeente op dit moment geen aanleiding gezien over te gaan tot doordecentralisatie. De uitwerking van het IHP kan aanleiding zijn om samen met de schoolbesturen doordecentralisatie alsnog te onderzoeken.
2. Uitgangspunten Per thema worden een aantal uitgangspunten of ambities vastgelegd als basis voor verdere uitwerking van het integraal huisvestingsplan. 2.1 Huisvesting Huisvesting Afspraken over de onderwijsgebouwen voor een gezonde leer- en werkomgeving Kwaliteit wordt zowel bouwkundig als functioneel beoordeeld Bij nieuwbouw en renovatie is 'Frisse Scholen klasse B' en 'BENG' (Bijna Energie Neutraal Gebouw) het uitgangspunt. Bij renovatie van bestaande gebouwen betreft het maatwerk in verband met de haalbaarheid Multifunctioneel gebruik van onderwijsgebouwen is uitgangspunt Toelichting: Een Frisse School is een schoolgebouw met een laag energiegebruik en een gezond binnenmilieu als het gaat om luchtkwaliteit, temperatuur en comfort, licht en geluid. Klasse C daarbij is het basisniveau (acceptabel). Klasse B gaat een stapje verder en krijgt het niveau 'goed'. In 2015 zijn de eisen in het Bouwbesluit aangepast. Bij nieuwbouw moet conform het bouwbesluit voor de thema's energie en lucht minimaal klasse B gerealiseerd worden. Vanaf 2021 is BENG de norm bij nieuwbouw. Ook bij renovatie is het streven zo veel mogelijk te voldoen aan BENG. Of dit haalbaar is is afhankelijk van het schoolgebouw. Dit vergt maatwerk. Uitgangspunt voor de beoordeling van de huisvestingsvraagstukken is de normvergoeding van de VNG. Uit de praktijk blijkt echter dat de normvergoeding van de VNG vaak onvoldoende is voor het realiseren van een gebouw met een goed kwaliteitsniveau. De normvergoeding is in 2017 negatief geïndexeerd terwijl de werkelijke kosten voor bouwen stijgen door onder andere de aanscherping van het Bouwbesluit en ontwikkelingen in de bouwmarkt. Frisse Scholen klasse B en BENG als uitgangspunt heeft als effect dat de investering per m2 bijgesteld zal moeten worden ten opzichte de normvergoeding bepaald door de VNG.
Bij eerdere investeringen in Meppel is al gebleken dat de normvergoeding van de VNG onvoldoende was. Voor de nieuwbouw van Het Palet en onderwijspark Ezinge was destijds al sprake van een hogere investering per m2. Er wordt gestreefd naar multifunctioneel gebruik van onderwijsgebouwen. Bij nieuwbouw kan hierin door de gemeente worden gefaciliteerd door het bieden van ruimte voor bijvoorbeeld kinderopvang. Het multifunctioneel gebruik hangt af van de behoefte van de wijk. Ook in bestaande schoolgebouwen kan overcapaciteit verhuurd worden aan gebruikers met een maatschappelijke en/of onderwijsgerelateerde functie. Dit mag niet conflicterend zijn met bestaande gebruikers. Zie ook onderdeel duurzaamheid met betrekking tot BENG. 2.2 Onderhoud Onderhoud Sinds 1 januari 2015 zijn schoolbesturen in het primair onderwijs verantwoordelijk voor het gehele onderhoud van schoolgebouwen. De gemeente is in de meeste gevallen economisch eigenaar van de gebouwen. Op het moment dat deze schoolgebouwen vervangen of verlaten worden vervallen ze weer terug aan de gemeente. Scholen worden onderhouden op minimaal niveau 3 NEN 2767 Niveau 3 - redelijke conditie: Plaatselijk zichtbare veroudering, functievervulling van bouw- en installatiedelen niet in gevaar Schoolbesturen kunnen aantonen dat zij zich houden aan deze afspraak Bij verwachte ontwikkelingen zoals renovatie of sloop van het gebouw kunnen afspraken gemaakt worden over het afwijken van het afgesproken onderhoudsniveau. Toelichting: Gezamenlijk met de schoolbesturen is een basisniveau voor onderhoud bepaald, zodat bij elke school hetzelfde minimum onderhoudsniveau aangehouden wordt. Hierdoor ontstaat geen ongelijke situatie tussen de scholen.
2.3 Duurzaamheid Duurzaamheid Bij nieuwbouw is BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) de norm Bij renovaties en onderhoud wordt ingezet op verduurzaming van gebouwen Duurzaamheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbesturen Er wordt aangesloten bij de 10 duurzame uitgangspunten van de gemeente Meppel, waaronder: - komende jaren CO2-neutraal worden (2040) - optimaal gebruik bestaande gebouwde omgeving, gebouwen en materialen - gezonde en veilige omgeving voor mens en natuur - wijken en buurten met een hoge leefbaarheid Toelichting: Vanaf 1 januari 2021 moeten alle nieuwe gebouwen in Nederland bijna energieneutrale gebouwen (BENG) zijn. Nieuwe overheidsgebouwen moeten vanaf 1 januari 2019 voldoen aan de BENG-eisen. De gemeente Meppel wil zich in een aantal fasen ontwikkelen naar een CO2-neutrale gemeente, te beginnen met de eigen organisatie en vervolgens het stimuleren van andere partijen tot het besparen van energie. Het nastreven van bovenstaande duurzaamheidsambities heeft een andere staat van schoolgebouwen tot gevolg. Duurzaamheidsmaatregelen hebben veelal een positief effect op de exploitatie van scholen. Schoolbesturen zijn bereid zelf ook te investeren wanneer het een besparing oplevert in de energiekosten en mogelijk in de onderhoudskosten. Over de verdeling van de investeringen moeten bij de uitwerking van het IHP afspraken gemaakt worden.
2.4 Afwegingskader nieuwbouw-renovatie Afwegingskader nieuwbouw - renovatie Er is niet wettelijk vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de renovatie van schoolgebouwen. Gemeenten en schoolbesturen zijn door de staatssecretaris opgeroepen hier samen uit te komen. Verwacht wordt dat op landelijk niveau afspraken gemaakt worden over de verantwoordelijkheidsverdeling. Renovatie is gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbestuur Levensduur schoolgebouw wordt met de renovatie verlengd met minimaal 25 jaar Afweging renovatie of nieuwbouw vind plaats op basis van de volgende criteria: Bouwkundige kwaliteit en bijbehorende wet- en regelgeving Staat van onderhoud Benodigde capaciteit op basis van prognosecijfers en demografische ontwikkeling Levensvatbaarheid van de school (opheffingsnorm gem. Meppel = 117, landelijk minumum = 23) Functionele kwaliteit van gebouwen Exploitatie gebouw Ligging en spreiding onderwijsvoorzieningen Financieel (boekwaarde/kapitaallasten) Bouwjaar van het schoolgebouw Indien nodig onderzoekt een extern onderzoeksbureau de keuze voor nieuwbouw of renovatie Toelichting: Als onduidelijk is of bij een schoolgebouw nieuwbouw of renovatie de beste oplossing is kan een extern onderzoeksbureau een advies uitbrengen. Gemeente en schoolbesturen selecteren gezamenlijk een bureau. De leerlingdichtheid in een gemeente bepaalt de hoogte van de gemeentelijke opheffingsnorm. Landelijk ligt de laagste gemeentelijke opheffingsnorm op 23 leerlingen, de hoogste op 200 leerlingen. Eens in de vijf jaar worden de gemeentelijke opheffingsnormen opnieuw berekend.
2.5 Kindcentra Kindcentra Gezamenlijke ambitie is integrale voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar (Kindcentra) Aanpassingen in bestaande voorzieningen zijn voor eigen rekening van de voorschoolse voorziening of schoolbestuur (juridisch eigenaar) Bij nieuwbouw kan de gemeente faciliteren in ruimte voor voorschoolse voorzieningen. Gemeente brengt huur in rekening bij de gebruiker Bij bestaande gebouwen worden huidige afspraken met betrekking tot verhuur van overcapaciteit aan voorschoolse voorzieningen voortgezet: Schoolbesturen vragen de gemeente om toestemming voor verhuur van leslokalen aan derden Schoolbesturen brengen gebruikers een afgesproken minimum huurvergoeding in rekening Huurvergoeding wordt gebruikt voor de instandhouding en exploitatie van het schoolgebouw Bij capaciteitsvraagstukken in bestaande onderwijsgebouwen treden gemeente en schoolbesturen in overleg over mogelijke oplossingen voor het behouden van kindcentra Voor de verhuur aan voorschoolse voorzieningen in multifunctionele accommodaties als De Plataan en Het Palet verandert er niets Er wordt alleen gefaciliteerd in het vormen van een kindcentrum indien de tellingen en prognoses aantonen dat dit haalbaar is Toelichting: Voor een optimale ontwikkeling van kinderen zijn steeds meer scholen in Nederland integrale voorzieningen (Kindcentra). Door een intensieve samenwerking van onderwijs en voorschoolse voorzieningen en een gedeelde (pedagogische en educatieve) visie is een doorlopende leerlijn mogelijk voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Bij de meeste scholen in Meppel worden al voorschoolse voorzieningen aangeboden.
Voor ieder schoolbestuur moeten gelijke mogelijkheden bestaan voor het realiseren en behouden van kindcentra. Bij capaciteitsvraagstukken treden gemeente en schoolbesturen in overleg over mogelijke oplossingen voor het behouden van een kindcentrum. Hiervoor zijn verschillende vormen denkbaar: - schoolbesturen kunnen zelf investeren vanuit private middelen - gemeente kan faciliteren in alternatieve huisvesting in een ander pand of noodunits (met dekking uit huuropbrengsten) - garantstelling voor schoolbesturen die niet de mogelijkheid hebben zelf te investeren - gemeente kan meedenken in ruimtelijke procedures Formeel bestaat geen recht op extra capaciteit op het moment dat een deel van het schoolgebouw gebruikt wordt door kinderopvang. Alleen het schoolbestuur of de gemeente kan juridisch eigenaar zijn van een onderwijsgebouw. Het is niet wenselijk dat kinderopvangorganisaties het eigendom van een deel van het gebouw verkrijgt. Als het schoolbestuur zelf investeert in ruimte voor voorschoolse voorzieningen vervalt het eigendom aan de gemeente bij het verlaten van het gebouw. De kaders voor het opzetten van een Integrale Kindcentra zijn in 2014 vastgelegd in de uitgangspuntennotitie Kindcentra.
2.6 Ontwikkelingen Ontwikkelingen Nieuwveense Landen De gezamenlijke ambitie van gemeente en schoolbesturen is het aanbieden van primair onderwijs in de wijk Nieuwveense Landen (NVL) Voorafgaand aan realisatie wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd Een nieuw schoolgebouw in NVL wordt een flexibel en multifunctioneel gebouw Schoolbesturen en gemeente gaan (met de resulaten uit het haalbaarheidsonderzoek) in gesprek over de vorm van huisvesting Groei en krimp leerlingenaantal Oplossing voor leegstand wordt vooral gezocht in medegebruik van ruimtes Schoolbesturen hebben vrijheid in het verhuren van leegstaande lokalen in bestaande schoolgebouwen aan partijen met een maatschappelijke functie/functie passend bij onderwijs (onder voorwaarden) Doorverwijzing naar een ander schoolgebouw vindt in principe alleen plaats voor maximaal 3 jaar en minimaal 2 groepen Doestelling is een goede spreiding van scholen in de verschillende wijken in Meppel
Toelichting: Nieuwveense Landen De komende jaren zijn er in de wijk Nieuwveense Landen voldoende woningen gerealiseerd voor een basisschool van redelijke omvang. Na realisatie van het deel 'Centrumwonen' en 'Broeklanden' (streven 2020) zijn er ongeveer 440 woningen gerealiseerd waarbij de verwachting is dat 75% bewoond wordt door jonge gezinnen. Begin september 2017 woonden er 92 kinderen tussen 0 en 12 jaar in de wijk Nieuwveense Landen. In het stedenbouwkundig plan is ruimte opgenomen voor maatschappelijke voorzieningen zoals een school. Realisatie van een basisschool heeft vaak een positief effect op de verkoop van de woningen in de wijk en de leefbaarheid in de wijk. De keuze met betrekking tot het wel of niet realiseren van een school in de wijk heeft effect op de toekomstverwachtingen van bestaande scholen. Het in deze fase vaststellen van de gezamenlijke ambitie met betrekking tot NVL vormt de basis voor verdere uitwerking van het integraal huisvestingsplan. Krimp In een aantal wijken is krimp zichtbaar, waardoor bij een aantal scholen leegstand ontstaat. De oplossing voor leegstand kan vooralsnog v gezocht worden in medegebruik van ruimtes. Hiervoor kan onderzocht worden welke functie een school in een wijk nog meer kan vervullen. Één van de voorwaarden voor medegebruik is dat er toestemming gegeven moet worden door de gemeente. De huidige leegstand is veelal ingevuld door het aanbod van voorschoolse voorzieningen (Kindcentra). De gemeente neemt in principe geen leegstaande gedeelten van schoolgebouwen over. Voor de langere termijn is het zoeken naar een meer duurzame oplossing noodzakelijk Doorverwijzing zal alleen plaatsvinden in redelijke gevallen. De randvoorwaarden die in bovenstaand uitgangspunt zijn benoemd gelden voor het doorverwijzen naar leegstand van andere schoolgebouwen die al in gebruik zijn. Leegstaande gebouwen kunnen in sommige situaties een redelijke oplossing zijn bij capaciteitsproblemen. Ook doorverwijzing betreft maatwerk.