Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde Initiatiefnemer: Bart Bax LV Koning Albertstraat 156 2381 Weelde 29/09/2017 PRMER-3048-SA
1. Inleiding Het voorgenomen project betreft de uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Bart Bax LV, gelegen in Polderstraat 37A en Polderstraat 39 te Weelde. De huidige vergunning bestaat uit 2 apart vergunde inrichtingen die een MTE vormen. De inrichting te Polderstraat 37A is vergund voor het houden van 49.950 slachtkuikens tot 12/07/27. Deze slachtkuikens worden gehuisvest in 3 traditionele stallen. De inrichting te Polderstraat 39 is vergund voor het houden van 35.000 slachtkuikens in 1 traditionele stal. De initiatiefnemer wenst een verandering te realiseren door de bouw van 2 nieuwe ammoniakemissiearme (P-6.4) slachtkuikenstallen voorzien van een stofbak met elk 42.500 stuks pluimvee. De huidige stal gelegen in de Polderstraat 39 werd omgevormd naar een AEA-stal (P-6.4). Daarnaast wenst de initiatiefnemer ook een vroegtijdige hernieuwing en enkele andere uitbreidingen zoals de grondwaterwinning en de brandstofopslag aan te vragen. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage I 21 a) Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan 85.000 plaatsen voor mesthoenders (ander gevogelte De dienst Mer ontving een aanmelding met vraag om scopingsadvies op 28/07/2017. Er werd openbare raadpleging georganiseerd door de initiatiefnemer van het project in de gemeente Ravels van 21/08/2017 tot 20/09/2017. De dienst Mer vroeg adviezen bij de administraties en openbare besturen (zie bijlage). De dienst Mer stelt dit scopingsadvies op met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Zij houdt rekening met de principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2, de informatie uit de openbare raadpleging en de ontvangen adviezen. Dit scopingsadvies heeft betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld werd in de aanmelding en aangevuld/aangepast worden volgens de specifieke vereisten die in dit scopingsadvies geformuleerd zijn. 2. Verantwoording, beschrijving project en alternatieven Aanvullend op de aanmelding moeten de volgende punten ook beschreven worden: o Bij de juridische randvoorwaarden wordt in de tabel bij Vlarem III nog altijd gesproken over Vlarem I (p.21). Ook bij RIE (p. 23) wordt nog verwezen naar titel I van Vlarem. Dit dient aangepast te worden. o Er wordt in de tabel met de randvoorwaarden 2 maal verwezen naar de omzendbrief LNE 2012/1. Gelieve de herhaling te schrappen. o Standaard kan voor stookolie een dichtheid gebruikt worden van 0,833 kg/l, conform afspraken met o.a. Brafco. Voor benzine wordt een maximale dichtheid van 0,775 kg/l gehanteerd. Hiervan kan afgeweken worden indien uit het veiligheidsinformatieblad een hogere dichtheid wordt vermeld. Onder rubriek 17.3.2.1.1.1.b. in het MER op p. 40 worden andere dichtheden toegepast. Gelieve dit te verduidelijken. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM). Dienst Mer Scopingsadvies PR3048 - Pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde 2
o Op p. 52 wordt het AEA-systeem uitgebreid uitgelegd. Informatie over de maximale dierbezetting ontbreekt echter. Voor het gebruik van P-6.4. geldt een maximale dierbezetting van 33, 39 of 42 kg levend gewicht per m2, afhankelijk van de bedrijfssituatie. Dit dient toegelicht te worden. o Onderaan p. 53 wordt verwezen naar de BREF IRPP dat werd gepubliceerd in februari 2017 en wordt vermeld dat het bedrijf van Bart Bax pas 4 jaar na publicatie (21/02/2021) zal moeten voldoen aan de BBT-conclusies. Dit is echter niet correct. De nieuwe stallen die de exploitant wenst te plaatsen, zullen reeds moeten voldoen aan de BBT-conclusies voor wat betreft de emissiegrenswaarden (hoofdstuk 3). Het bedrijf in zijn geheel zal echter inderdaad pas tegen 21/02/2021 moeten voldoen aan alle BBT-conclusies. Indien de bestaande pluimveestallen niet aan de BBT-conclusies kunnen voldoen, zal tijdens de omgevingsvergunningsprocedure vermeld worden dat bijkomende maatregelen nodig zullen zijn om op 21/02/2021 aan de Vlarem voorwaarden te kunnen voldoen. Zelfde opmerking geldt voor hoofdstuk 8. Best beschikbare technieken. Zoals in de aanmelding vermeld, moet het MER de volgende alternatieven onderzoeken en beoordelen: o Uitvoeringsalternatieven: een alternatief scenario voor nieuwe AEA stallen (P-6.4) met noken lengteventilatie. De deskundigen gaan na of er relevante BBT-studies of BREF-nota s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen. 3. Algemene en methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk gemotiveerd worden waarom. Er moet ook aangegeven worden voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario s al dan niet relevant zijn. Dit moet beschreven worden in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar boven komen, moeten deze toegevoegd worden. Cumulatieve effecten moeten onderzocht worden. De methodologie voor de effectbeschrijving en -beoordeling moet voor elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens moet per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen moet aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling moet transparant gebeuren. Bij de beschrijving van de bestaande toestand en van de milieueffecten moet, als aanvulling op de aanmelding, voldoende aandacht besteed worden aan het volgende: - De klimaatreflex ontbreekt en dient toegevoegd te worden (zie HL Klimaat). - Ook veiligheid dient aan bod te komen. Dienst Mer Scopingsadvies PR3048 - Pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde 3
Discipline lucht: - Voor de stofbak wordt een reductiepercentage van 10% gebruikt. De verwijzing naar het goedgekeurd MER uit 2012 om dit te onderbouwen dient geschrapt te worden. Discipline water: - Op p. 105 wordt voor GWW2 aangegeven dat hetzelfde debiet gepompt zal worden. Er dient verduidelijkt te worden over welk debiet dit gaat. - Er dient voor de grondwaterwinningen aangegeven te worden of er een cumulatief effect is van beide eigen grondwaterwinningen of met grondwaterwinningen in de omgeving. - In het MER wordt aangegeven dat er 2 x 10 m³ aan regenwateropvang wordt voorzien bij de nieuwe stallen conform de hemelwaterverordening. Deze opvang wordt echter niet weergegeven in de schematische voorstelling van de waterbalans (fig. 18). Op p. 112 wordt aangegeven dat er geen hemelwaterput voorzien wordt en een afwijking van de verplichting van de verordening aangevraagd zal worden. Deze tegenstrijdigheid dient verduidelijkt te worden. - Er dient nagegaan te worden in welke mate het hemelwatergebruik voor laagwaardige toepassingen op het bedrijf en in de nieuwe stallen verder kan gemaximaliseerd worden los van de hygiënevereisten bv. voor het beregenen van akkerbouwteelten, toiletspoeling, waarvoor nu volledig ingezet wordt op het gebruik van hoogwaardig grondwater. Discipline bodem: - Vlarea-wetgeving op p. 121 moet Vlarema-wetgeving zijn. Discipline geluid & trillingen: - In de tabel met milderende maatregelen (p. 127) en ook verder moet de terminologie van de scores afgestemd worden met het RLB Algemene Methodologie. - Bij het laden van dieren staat waarschijnlijk een foutieve waarde in de tabel bij avond. Dit dient nagegaan te worden. Discipline mens: - Op p. 153 wordt de bestrijding van ongedierte vermeld. De bestrijding van vliegen dient ook als aandachtspunt meegenomen te worden. Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: - Het voorstel tot aanvulling groenscherm zal bekeken worden (inspraak). Ook de volgende onderdelen moeten aan bod komen in het MER (cfr. richtlijnenboek Algemene methodologie): - de leemten in de kennis - de eventuele opvolgings- en monitoringsmaatregelen - een afzonderlijke discipline-overschrijdende samenvatting, incl. milderende maatregelen - tewerkstelling, investering en gebruikte materialen - een niet-technische samenvatting Digitaal getekend Door Tom De Saegher Afdelingshoofd Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Dienst Mer Scopingsadvies PR3048 - Pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde 4
Bijlage Aantal inspraakreacties die tijdens de openbare raadpleging ingediend werden bij: - Gemeente Ravels: 1 - Dienst Mer: / waarvan in totaal 1 unieke inspraakreacties. Lijst met de instanties die gereageerd hebben en betrokken worden in de verdere procedure: - Departement Omgeving, Afdeling GOP, Milieuvergunningen - Agentschap van Natuur en Bos - Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer - OVAM, Afdeling Bodembeheer, Dienst Databeheer - Gemeente Ravels Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben: - Provincie Antwerpen - Onroerend Erfgoed - Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Toezicht Volksgezondheid Dienst Mer Scopingsadvies PR3048 - Pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde 5