Als kinderen niet (kunnen) begrijpen wat je zegt Communicatie in de zwemles bij kinderen met een lager IQ Patty van t Hooft Dag van het zwemonderwijs 2017
Programma Welkom IQ Begrijpen Ontwikkelingsfasen Communicatie Aandachtspunten
Wat willen jullie leren Over welk niveau kinderen moet het gaan? Voorbeeld?
Wat is IQ? intelligentiequotiënt een getal om intelligentie uit te drukken
Wat is IQ > 130 Hoogbegaafd 120-129 Begaafd 110-119 Bovengemiddeld 90-109 Normaal 80-89 Benedengemiddeld 70-79 Lichte verstandelijke beperking 50-69 Matige verstandelijke beperking 25-49 Ernstige verstandelijke beperking < 25 Zeer ernstige verstandelijke beperking De indeling van IQ-waarden volgens Wechsler WAIS-III
Intelligentie Algemeen begrip uit de psychologie dat een mentale eigenschap beschrijft met veel verschillende functies: Overeenkomsten en verschillen op te merken in waarnemingen Oriëntatie in de ruimte te redeneren plannen te maken problemen te doorgronden en op te lossen in abstracties te denken ideeën begrijpen taal begrijpen en produceren informatie op te slaan in het geheugen en daar weer uit op te halen, te leren van ervaringen
Begrijpen Begrijpen is cognitief proces te vergelijken met een netwerk van treinen Intercity: snel begrip Stoptreinen: begrip duurt wat langer Slechte verbindingen: begrip komt niet, alleen via omwegen of maar gedeeltelijke aan. Slecht materiaal: verkeerde wissels, begrip komt niet (op tijd) aan, of op de verkeerde plek aan. Slechte treinen: of begrip komt is onvoorspelbaar, de trein stopt onverwacht, moet vaak in onderhoud, of verliest stukken
Wat betekent een lager IQ voor begrijpen in jouw zwemles Hersenstructuur: hiërarchisch model Cortex zorgt voor doeltreffendheid van handelingen Lagere niveaus = dat er wat is Hoger niveau = wat het is
Wat betekent een lager IQ voor begrijpen in jouw zwemles Voor het ingang zetten van het leerproces (begrijpen) maakt het veel uit waar je de instructie opricht: Stand van de lichaamsdelen De symmetrie van het lichaam Het ritme van de beweging Het doel van de beweging
Begrijpen Er is geen vaste relatie tussen prikkel en gewaarwording /reactie De waarneming van de werkelijkheid hangt af van de toestand van de neurale netwerken in het zenuwstelsel en deze hangt samen met de psychische toestand zoals aandacht, angst, intenties, verwachtingen etc. Van Cranenburgh 2016
Begrijpen Om de ander en de omgeving te begrijpen moeten de volgende vragen met ja beantwoord kunnen worden Is mijn lichaam veilig? Is de omgeving betrouwbaar? Ken ik de samenhang? Mag ik mezelf zijn?
Begrijpen in relatie tot Ervaringsfasen* Communicatie moet aangepast zijn aan de ervaringsfase 1. Lichaamsgebonden ervaringsfase 2. Associatieve ervaringsfase 3. Structurerende ervaringsfase 4. Vormgevende ervaringsfase * Ervaringsfasen volgens Timmers-Huigens
Lichaamsgebonden ervaringsfase Ervaringenvinden plaats via het lichaam en zintuigen Dat betekent voor de zwemles aanpassen aan/ waarnemen van: Geluid Zicht Temperatuur Golven/ stroming Opwaartse kracht
Associatieve ervaringsfase Leren van verbanden met betrekking tot de omgeving Dat betekent voor de zwemles: Weten waar je moet wachten Leren wie wanneer instructie geeft Bewust worden van het eigen lichaam in het water
Structurerende ervaringsfase Het leren zien van verbanden, deze beoordelen en doorzien. Dat betekent voor de zwemles: Dat activiteiten in enigermate zelfstandig gedaan kunnen worden Variatie op de uitvoeringswijze van bewegingen Anticiperen op wat er in het water gebeurt
Vormgevende ervaringsfase In deze fase zijn zelfstandigheid en creativiteit op hoger niveau. Dat betekent voor de zwemles: Zelf oplossingen kunnen bedenken om het bewegings-probleem op te lossen. Veel gericht zelf uit te proberen om te komen tot beter leren.
Communicatie Zonder communicatie geen begrip Het is onmogelijk om niet te communiceren Iedere communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsaspect De aard van een betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de interacties tussen de communicerende personen. * Axioma s van Watzlawick
Communicatie Het is onmogelijk om niet te communiceren Gedrag is communicatie Digitale taal = overeengekomen Gesproken, geschreven taal, gebaren waarover regels zijn opgesteld. Analoge taal = niet overeengekomen non-verbaal (lichaamstaal), onvoorspelbaar alleen in het hier en nu.
Communicatie Iedere communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsaspect Inhoud versus relatie Wat je zegt versus hoe je het zegt
Communicatie De aard van een betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de interacties tussen de communicerende personen. De zender en ontvanger interpreteren hun eigen gedrag als een reactie op dat van de ander: vicieuze cirkel Als lesgever een keuze maken op hoe te reageren om afstand te houden en de inhoud te bewaren.
Communicatie Storing in de communicatie kan ontstaan door: de communicatie ontkend wordt (niet antwoorden); de communicatie afgewezen wordt ( Met jou wil ik niets te maken hebben ) de communicatie eenzijdig wordt beëindigd een slechte relatie onenigheid over de inhoud op de relatie wordt overgedragen het eigen gedrag gerechtvaardigd wordt door het gedrag van de ander; er selffulfilling prophecy optreedt
Communicatie Verbale communicatie Lichaamstaal/ lichaamshouding Kijken via LECS: wat zie je op lichamelijke, emotionele, cognitieve en sociale aspecten. Lesgever kind(eren)
Communicatie Kunnen de leerlingen aan de toon van jouw stem horen vanuit welk gevoel jij praat? Klopt het beeld dat de leerlingen zien met jouw intentie? Ondersteun je jouw woorden met gebaren? Worden jouw opdrachten ondersteund door het materiaal?
Aandachtspunten Relatie Aandacht ontstaat via activatie en arousal Communicatie via meerdere zintuigen Korte krachtige instructie Eenduidige instructie Instructie op het doel van de activiteit Verrijkte leeromgeving
Toepassen van aandachtspunten Hoe/wanneer/ naar wie communiceer je als: 1. Leerling op buik weg zwemt terwijl rugslag de bedoeling is 2. Leerling niet terug komt naar afgesproken plek. 3. Leerling bij de ers beenslag zijn voeten andersom draait 4. Leerling niet op zijn rug gaat liggen als je drijven op de rug wil oefenen. 5. Leerling zijn ogen gesloten houdt onder water.?
Vragen?