Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement September 2017
Budget voor SES-lestijden SES-lestijden (sedert 2012) 175 miljoen Euro / jr = 3750 personeelsleden zorgleerkrachten Zorgcoördinatoren 75 miljoen Euro /jr = 1700 personeelsleden Werkingsmiddelen gerelateerd aan SES-km 65 miljoen Euro /jr
Evaluaties Door de overheid (SSL SONO, pieo) Vooral individuele ll-kmn maken verschil Invloed groepscompositie op leerwinst? Geen harde bewijzen resultaten GOK-beleid TIMSS (L4, 2015) en PISA (15 jr, 1999, 2015) BaO: (kleine) kloof NL TNN nam toe 2003-2011 15 jr: sterke samenhang SES prestaties, onveranderd over de tijd grote kloof allochtoon - autochtoon
Evaluatie door Rekenhof Geen kader/indicatoren voor toetsing Geen leerwinstgegevens Gegevens uit leerlingendatabank: beperkt Leeftijd in 6 e lj (= vertraging in LO) Doorstroming naar 1A of 1B (na 6 e lj) Attest in 1A: A, B, C Geen methodescholen Vgl. schooljaren 2008-09, 2010-11, 2013-14 36% tot 37% van de lln is kansarm (3 ind.) Gemiddeld per school: 40% Ter vergelijking: Gent Lager Ond.: 50,6% (3 ind.)
Spreiding kansarme lln (L6)
Evolutie kansenongelijkheid op einde basisonderwijs Tabel 3. Hoeveel vaker dan kansrijke lln hebben kansarme lln te maken met: Outputmaat 2008-09 2010-11 2013-14 Schoolse vertraging 4,1 4,1 4,4 Naar 1B 4,2 4,0 3,5 Geen A-attest in 1A 3,3 3,4 3,9 C-attest na 1A 5,8 5,9 6,8 Verschillen tussen kansarm en kansrijk blijven dus groot.
Welk SES-kenmerk geeft doorslag? Weerspiegelt Netto-effect Niet bruto resultaat op normale schoolse vordering Mochten de leerlingen op de andere kenmerken gelijk scoren, dan Impact per sprong van 10%, niet vergelijkbaar met overige factoren heeft het kenmerk laag opgeleide moeder het meest negatieve effect op schoolse vordering (= leidt het sterkst tot schoolse vertraging)
Welk SES-kenmerk geeft doorslag? op doorstroom naar 1A Mochten de leerlingen op de andere kenmerken gelijk scoren, dan Impact per sprong van 10%, niet vergelijkbaar met overige factoren heeft het kenmerk laag opgeleide moeder het meest negatieve effect op de doorstroom naar 1A. Thuistaal niet-nl heeft een licht positief effect
Welk SES-kenmerk geeft doorslag? op behalen A-attest in 1A Mochten de leerlingen op de andere kenmerken gelijk scoren, dan Impact per sprong van 10%, niet vergelijkbaar met overige factoren heeft het kenmerk laag opgeleide moeder het meest negatieve effect op het behalen van een A-attest.
Over de jaren heen Blijven de verschillen tussen kansarm en kansrijk groot op vlak van vertraging, doorstroom naar 1A en slagen in 1 e jaar SO Wijzigt de afzonderlijke impact van de SESkenmerken niet of nauwelijks Neemt de schoolse segregatie in L6 iets toe, behalve voor TNN Maar voor TNN lag ze 3 tot 4 keer zo hoog evolueerde naar 2 tot 3 keer zo hoog Wouters & Groenez (2015)
Samenhang met % SES-lln op school Vergeleken met de gemiddelde kansrijke leerling in de 25% meest kansrijke scholen, bedraagt de kans om L6 op normale leeftijd te beëindigen 18,4% 33,9% 69,4% 100%
Samenhang met % SES-lln op school Vergeleken met de gemiddelde kansrijke leerling in de 25% meest kansrijke scholen, bedraagt de kans om door te stromen naar 1A 18,4% 33,9% 69,4% 100%
Samenhang met % SES-lln op school Vergeleken met de gemiddelde kansrijke leerling in de 25% meest kansrijke scholen, bedraagt de kans op A-attest in 1A 18,4% 33,9% 69,4% 100%
% kansarme lln. op leeftijd in 6 e lj. Verschillen tussen scholen in (kans op) normale doorstroom % kansarme leerlingen in 6 e leerjaar Verschillen tussen scholen groter dan algemene samenhang met % Selectie-effecten? Of kwaliteitsverschillen?
% kansarme lln. die naar 1A overgaan Verschillen tussen scholen in (kans op) doorstroom naar 1A % kansarme leerlingen in 6 e leerjaar Verschillen tussen scholen groter dan algemene samenhang met % Selectie-effecten? Of kwaliteitsverschillen?
% kansarme lln. met A-attest in 1A Verschillen tussen scholen in (kans op) A-attest in 1A % kansarme leerlingen in 6 e leerjaar Verschillen tussen scholen groter dan algemene samenhang met % Selectie-effecten? Of kwaliteitsverschillen?
Op zoek naar succesfactoren Selectie scholen 206 scholen met hoge gemiddelde OKI-waarde (> 2) Rangschikken naar succesvolle GOK-werking Bevraging en verder analyses bij 30 sterkste scholen 30 zwakste scholen Analyse meest succesvolle combinaties van factoren Regressie-analyse Kwalitatieve vergelijkende analyse
Succesfactoren / combinaties Statistische regressie-analyse Gebruikte leerlingvolgsysteem Draagvlak bij team Ouderbetrokkenheid Kwalitatieve vergelijkende analyse 2 meest voorkomende succesvolle combinaties: weinig verloop lkn veel ouderbetrokkenheid kwaliteitsvol LVS groot draagvlak team ooit OVB weinig verloop leerlingen weinig ziekteverzuim lkn kwaliteitsvol LVS groot draagvlak team ooit OVB
Kwaliteitsvol LVS (bij scholen met OKI > 2) LVS 5 en 10 komen alleen voor bij scholen die behoren tot de 30 meest succesvolle. LVS 2, 6 en 9 alleen bij scholen die behoren tot de 30 minst succesvolle.
Aanbevelingen door Rekenhof Formuleer meetbare GOK-beleidsdoelstellingen Indicatoren, streefcijfers, tijdpad + stabiel beleid Waak erover dat scholen expliciet GOK-beleid voeren Thuissituatie globaal benaderen door samenwerking met andere beleidsdomeinen Onderzoek effecten gebruikte LVS Overweeg kwaliteitslabels / -eisen Onderzoek hoe de andere succesfactoren te bevorderen Onderzoek impact van infrastructuur en diverse (externe) vormen van ondersteuning (SG, SB, CLB, buitenschoolse, ) Klasgrootte en anciënniteit lkn bleken geen significante factoren (in de groep van 60 scholen)