Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Windvang (noodgebouw)
Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 3 3 Plan van aanpak... 4 3.1 Afbakening project... 4 3.2 Stappen... 4 3.2.1 Stap 1... 4 3.2.2 Stap 2... 5 3.2.3 Stap 3... 5 4 Bevindingen... 6 4.1 Algemeen... 6 4.2 Algemene indruk... 6 4.3 Technische staat... 6 4.4 Binnenmilieu... 7 5 Conclusies... 8 6 Aanbevelingen... 9 6.1 Uitgangspunten ambitieniveau... 9 6.2 Kostenopgave aanbevelingen... 10 7 Bijlage I, Conditiemeting... 11 2
1 Inleiding en samenvatting Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, de Aloysius Stichting, heeft Asset Facility Management een quickscan uitgevoerd. De quickscan heeft bij het noodgebouw enkel betrekking op de kwalitatieve staat van het noodgebouw welke is geplaatst bij De Windvang Dit rapport is het resultaat van een quickscan naar kwalitatieve staat van het noodgebouw. De belangrijkste conclusies uit de quickscan zijn: De technische staat van het gebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform de NEN 2767. Het noodgebouw voldoet op luchtkwaliteit in het leslokaal vermoedelijk niet aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen 2015. Dit betekent dat de luchtkwaliteit in het leslokaal onvoldoende is. Het functionele kwaliteitsniveau is bij de noodgebouwen niet meegenomen in de quickscan. 2 Vraagstelling Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, de Aloysius Stichting, heeft Asset Facility Management quickscan uitgevoerd naar de kwalitatieve staat van het noodgebouw. Deze quickscan bestaat twee onderdelen: Beoordeling technische kwaliteitsniveau; Beoordeling energie en binnenmilieu prestatie; 3
3 Plan van aanpak Hieronder beschrijven we de aanpak van de advieswerkzaamheden. 3.1 Afbakening project De quickscan naar de kwalitatieve staat heeft betrekking op het noodgebouw welke is geplaatst bij De Windvang gelegen aan Van Lierestraat 6 te Katwijk aan Zee. 3.2 Stappen Voor de quickscan worden een aantal stappen doorlopen die hieronder worden toegelicht. De adviseur voert de quickscan op locatie uit. Hierbij worden geen (digitale) metingen verricht. Elke quickscan wordt gestart of afgesloten met een interview met de schooldirectie. Tijdens dit gesprek bespreken we de knelpunten die de schooldirectie ervaart tussen gewenste prestaties van het noodgebouw en de feitelijke prestaties. 3.2.1 Stap 1 Conditiemeting Door middel van een visuele inspectie bepalen we de bouwtechnische staat van het gebouw conform de methodiek Conditiemeting NEN2767. Hiervoor inspecteren we alle zwaarwegende bouw- en installatiedelen (*). Op basis van de conditiemeting bepaalt de adviseur op een objectieve wijze de technische staat (conditie) van het bouw- en installatiedeel. Dit resulteert in een overzicht van alle condities per bouw- en installatiedeel. De belangrijkste bevindingen brengen we in beeld door middel van een fotoreportage. * Onder de zwaarwegende gebouwelementen wordt verstaan: dak(constructie), gevel, fundering, overige draagconstructies, vloer- en plafondafwerking, warmteopwekking en distributie, eventuele luchtbehandeling en de elektra installatie. 4
3.2.2 Stap 2 Levensduurverlengende maatregelen Uit de conditiemeting volgen eventuele levensduurverlengende onderhoudsmaatregelen. De onderhoudsmaatregelen hebben als doel het gebouw minimaal 20 jaar in stand te houden. Het investeringsplan omvat een opsomming van onderhoudsmaatregelen (alléén groot onderhoud), inclusief een globale kostenraming van benodigde investeringen om de levensduur van het gebouw te verlengen. De geadviseerde onderhoudsmaatregelen vloeien voort uit de geconstateerde gebreken of elementen met een restlevensduur van minder dan 10 jaar (conditie 3 of slechter). 3.2.3 Stap 3 Binnenmilieu In deze stap brengen we de benodigde maatregelen in kaart, gericht op het verminderen van het energieverbruik en het verbeteren van het binnenmilieu. Simpelweg door isoleren en ventileren. Het uitgangspunt voor de verbetermaatregelen is minimaal het bereiken van ambitieniveau C, in overeenstemming met het Programma van Eisen Frisse Scholen 2015. 5
4 Bevindingen 4.1 Algemeen Adresgegevens Gebouwgegevens Naam: Noodgebouw De Windvang Bouwjaar: 2010 Adres: Van Lierestraat 6 Verbouwing/renovatie: nvt Postcode: 2221 SC Bruto vloeroppervlak: 72 m2 Plaats: Katwijk aan Zee Aantal bouwlagen: 1 BRIN-nummer: 01JQ Plattegrond: Geen Organisatie gegevens Organisatiesoort: Primair onderwijs (speciaal) Type onderwijs: Speciaal basisonderwijs Kinderopvangvorm: Niet aanwezig Leerlingenaantal: 169 Personeelsaantal: 23 fte 4.2 Algemene indruk Het noodgebouw dateert uit 2010 en verkeert dan ook in een goede staat van onderhoud. In het gebouw is slechts natuurlijke enkelzijdige ventilatie aanwezig waardoor onvoldoende kan worden geventileerd. 4.3 Technische staat Het noodgebouw verkeert bouwtechnisch en installatietechnisch gezien in een goede staat van onderhoud. Het gebouw dateert uit 2010. Het noodgebouw is opgebouwd uit meerdere prefab segmenten. De gevels zijn bekleed met metalen golfplaten. De kozijnen zijn uitgevoerd in kunststof. De kozijnen zijn voorzien van isolerende beglazing. Op de zonbelaste gevels is buitenzonwering aanwezig. De platte daken zijn afgewerkt met EPDM. Het interieur maakt een verzorgde indruk. De komende 10 tot 20 jaar behoeft het gebouw geen groot onderhoud. Wanneer het gebouw langer blijft staan dan 10 tot 20 jaar zullen veel elementen moeten worden vervangen. 6
4.4 Binnenmilieu Voor het noodgebouw is geen EBA opgesteld. Gezien de natuurlijke enkelzijdige ventilatie in het noodlokaal voldoet deze vermoedelijk niet aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen 2015. Dit betekent dat de luchtkwaliteit in het leslokaal onvoldoende is. Gebouweigenschappen Isolatie Goed gezien het bouwjaar van 2010. Verwarming De radiatoren zijn gekoppeld aan de stookinstallatie van het hoofdgebouw. Ventilatie In het lokaal is sprake van natuurlijke enkelzijdige ventilatie. De ventilatiecapaciteit is vermoedelijk onvoldoende. Verlichting De verlichting bestaat uit conventionele TL en PL verlichting. Zonder het verrichten van (digitale) metingen lijkt de verlichting te voldoen aan de minimale lichtsterkte. Zonnepanelen Er zijn geen zonnepanelen op het dak aanwezig voor het opwekken van elektriciteit. 7
5 Conclusies Op dit moment voldoet het noodgebouw niet aan de gestelde criteria en zullen er aanpassingen moeten plaatsvinden wil men hieraan voldoen. Technische staat Het technische kwaliteitsniveau van het schoolgebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform NEN 2767. Dit houdt in dat de zwaarwegende gebouwelementen in een acceptabele conditie verkeren. In bijlage II treft u een overzicht aan met de conditiescore per zwaarwegend gebouwelement. Binnenmilieu Het gebouw voldoet op het vlak luchtkwaliteit vermoedelijk niet aan klasse C (C = acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen 2015. Om te voldoen aan klasse C zullen aanpassingen moeten worden gedaan. Een van de aanpassingen kan zijn het verbeteren van de luchtkwaliteit door het toevoegen van mechanische afzuiging in het noodlokaal. Hiermee wordt het lokaal beter geventileerd en daarmee ook beter gekoeld met buitenlucht in de zomer. 8
6 Aanbevelingen 6.1 Uitgangspunten ambitieniveau Voor het ambitieniveau dat wordt nagestreefd, hanteren we de volgende uitgangspunten: Technische staat De technische staat van de bouwkundige en installatietechnische elementen die onderhoud behoeven, moeten minimaal voldoen aan een conditiescore 3 (NEN 2767). Dit komt overeen met een redelijk staat van onderhoud, waarbij de functievervulling van de elementen niet in gevaar komt. De komende 10 tot 20 jaar behoeft het gebouw geen groot onderhoud. Wanneer het gebouw langer blijft staan dan 10 tot 20 jaar zullen veel elementen moeten worden vervangen. Binnenmilieu Het binnenmilieu moet voldoen aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen 2015. Om aan deze klasse te voldoen moeten de ventilatievoorziening aangepast worden. Een van de aanpassingen kan zijn het verbeteren van de luchtkwaliteit in het noodlokaal door het toevoegen van mechanische afzuiging. Hiermee wordt het lokaal beter geventileerd en daarmee ook gekoeld door buitenlucht in de zomer. Gebruikersgedrag is in deze situatie zeer belangrijk. De natuurlijke ventilatieopeningen en mechanische afzuiging moeten handmatig bediend worden. Om de gebruikers van het leslokaal (docent en leerlingen) een instrument te geven wat aangeeft wanneer (extra) geventileerd moet worden, wordt geadviseerd een C02 meter in het noodlokaal te plaatsen. 9
6.2 Kostenopgave aanbevelingen Op basis van de geconstateerde punten kunnen we stellen dat het gebouw op enkele gewenste kwaliteitscriteria niet voldoet. Om het gebouw wel goed te laten aansluiten op de huidige en toekomstige behoeften zijn aanpassingen nodig. Om het noodgebouw aan de minimale eisen te laten voldoen zijn de volgende aanpassingen noodzakelijk: Binnenmilieu Aanbevolen maatregel: Toevoegen mechanische afzuiging klasse C + plaatsen CO2 meter 3.500 Globale raming kosten aanpassingen Binnenmilieu; Totaal (incl. BTW) 3.500 10
7 Bijlage I, Conditiemeting Stap 1 en 2 De inspectie voor de conditiemeting en bepaling levensduur verlengende maatregelen is uitgevoerd volgens de methodiek NEN2767 Conditiemeting. De NEN2767 is een objectieve en betrouwbare methode voor het inspecteren van de technische staat van bouw- en installatiedelen op basis van een gebreken opname. Uit de gebreken opname komt een conditiescore tot stand. 11