Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Vergelijkbare documenten
Werk met de applet. Bedenk steeds welke parameter a, b, c en/of d je moet aanpassen. Experimenteer tot je de regelmaat kunt formuleren!

Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie.

4 Vergelijkingen. Verkennen. Theorie en Voorbeelden

3 Formules en de grafische rekenmachine

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op.

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

3 Bijzondere functies

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

1 Cartesische coördinaten

3.1 Kwadratische functies[1]

Blok 5 - Keuzemenu. Verdieping - Veeltermen. genoemd zijn. met de functie van Brend: f(0) = = 288. niet gelijk aan 72.

Oef 1. Oef 2 Geef het functievoorschrift van g, h en k als a = 1

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

2 Vergelijkingen van lijnen

Verbanden en functies

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

ONTWIKKELING VAN HET FUNCTIEBEGRIP IN DE TWEEDE GRAAD

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

Herhalingsoefenigen FUNCTIES EERSTEGRAADSFUNCTIES

wiskunde B pilot havo 2015-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 19 mei uur

In de Theorie worden de begrippen toevalsvariabele, kansverdeling en verwachtingswaarde toegelicht.

Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Programma. Opening Een laatste opmerking over hfst 1 vragen over hfst 1?

Uitwerking voorbeeld 2

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

3 Kansen vermenigvuldigen

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

1 Coördinaten in het vlak

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

1 Kansbomen. Verkennen. Uitleg. Theorie en Voorbeelden. Beantwoord de vragen bij Verkennen.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Eindexamen wiskunde B havo I

Eindexamen wiskunde B pilot havo I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2015-II

2 Inproduct. Verkennen. Uitleg

7.1 Ongelijkheden [1]

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

WISKUNDE B HAVO BOEK I

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

11 ) Oefeningen. a) y = 2x 1 f) y = x 2 + 3x 4. b) y = 1 3 x2 x g) y = 1 x 2. c) y = x 3 x 2 +1 h) y = 6. d) y = x 2 4 i) y = x 2 5.

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Checklist Wiskunde B HAVO HML

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Antwoorden Wiskunde B Hoofdstuk 1 boek 2

13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

wiskunde B pilot havo 2015-II

drs. H.R. Goede

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Toetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Wortel en Machten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Examen HAVO. wiskunde B 1,2

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Grafieken 1. a) de snijpunten met de x-as. b) het snijpunt met de y-as. c) de coördinaten van de top.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Schoolexamen 5 havo Wiskunde B

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Extra oefeningen goniometrische functies. Juist of fout? Leg uit. Indien fout, volstaat het een tegenvoorbeeld te geven. ...

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Riemannsommen en integralen

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2007-I

0. voorkennis. Periodieke verbanden. Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

3.4. Antwoorden door N woorden 24 januari keer beoordeeld. Wiskunde B. wi vwo B1 H1 Vergelijkingen en ongelijkheden 1.

18de T3 Vlaanderen Symposium Oostende 24 & 25 augustus 2015 Introductie tot TI-Nspire CAS m.b.v. ipad met voorbeelden uit de tweede graad

Transcriptie:

1 Het begrip functie Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-b Functies en grafieken Het begrip functie Inleiding Verkennen Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden. Uitleg www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-b Functies en grafieken Het begrip functie Uitleg Opgave 1 Bekijk de eerste pagina van de Uitleg. Voor de windmolen met wieken van 10 m geldt P(v) = 0,052v 3. Daarin is P het vermogen in kw en v de windsnelheid in m/s. a) Bereken P(6) betekent: A - Bereken de functiewaarde bij invoerwaarde v = 6. B - Bereken de invoerwaarde bij functiewaarde v = 6. C - Bereken de functiewaarde als P = 6. D - Bereken de invoerwaarde als P = 6. b) Bereken P(6). Bekijk nu de tweede pagina van de Uitleg. c) Windsnelheden van 0 tot 15 m/s komen in de kustgebieden regelmatig voor. Breng het deel van de grafiek van P dat daarbij hoort in beeld op je grafische rekenmachine. Welke waarden voor P horen daar bij? d) Voor welke waarde van v geldt: P(v) = 300? Licht het antwoord toe. Opgave 2 Neem nu een windmolen met wieklengte 20 m. a) Welk voorschrift geldt nu voor P als functie van v? b) Bereken P(10). c) Breng de grafiek in beeld voor windsnelheden vanaf 0 tot en met 20 m/s. Welke vensterinstellingen heb je nodig om de complete grafiek in beeld te krijgen? d) Bij welke windsnelheid in km/h is het vermogen 40 kw? Opgave 3 Bekijk de derde pagina van de Uitleg. a) Geef nog een voorbeeld waaruit blijkt dat de formule x 2 + y 2 = 100 geen functievoorschrift is. b) Schrijf deze formule in de vorm y = c) Door welke twee functievoorschriften y 1 en y 2 kun je de formule vervangen? d) Breng nu de grafieken van deze twee functies in beeld. Welke vensterinstellingen gebruik je? e) Bereken y 1 (5) en y 2 (5). STICHTING MATH4ALL 29 SEP 2008 1

Theorie en voorbeelden www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-b Functies en grafieken Het begrip functie Theorie Bekijk eerst de Theorie. Opgave 4 Gegeven is de functie f met voorschrift f(x) = x 2 4x Welke van deze uitspraken zijn waar? A - f(4) is een invoerwaarde B - f(10) = 60 betekent dat het punt (60;10) op de grafiek ligt. C - f(x) = 5 heeft twee oplossingen. D - Bij elke waarde van x hoort precies één waarde van y. Opgave 5 Bekijk nog eens de functie f met voorschrift f(x) = x 2 4x. a) Bereken de nulwaarden van f. b) Welke nulpunten heeft de grafiek van f? c) Los op: f(x) = 5. Opgave 6 In Voorbeeld 1 vind je de posttarieven van 2007. a) Bepaal T(15). b) Als je weet hoe zwaar een brief is, weet je voor hoeveel euro aan postzegels je er op moet plakken. Klopt dat? Leg uit. c) Als je ziet voor hoeveel euro aan postzegels er op een brief zit, weet je hoe zwaar hij is. Klopt dat? Leg uit. d) Welke oplossingen heeft de vergelijking: T(G) = 1,32? e) Is G een functie van T? Verklaar je antwoord. Opgave 7 In Voorbeeld 1 en Voorbeeld 2 kun je zien wanneer een verband tussen twee variabelen een functie is. Bij welke van deze grafieken is y een functie van x? A B STICHTING MATH4ALL 29 SEP 2008 2

C D Opgave 8 Bekijk in Voorbeeld 3 waarom het berekenen van nulpunten voordat je de functie in beeld brengt op je grafische rekenmachine belangrijk is. Gegeven zijn de functies f(x) = x 2 130 en g(x) = 3x. a) Breng de grafieken van f en g in beeld met de standaardinstellingen voor het venster van je grafische rekenmachine. Krijg je veel te zien? b) Bereken de nulpunten van de grafiek van f. De grafiek van f is een parabool, wat is de top van deze parabool? c) Pas je vensterinstellingen zo aan, dat deze punten nog in beeld komen. Schrijf de bijbehorende instellingen op. d) Breng nu ook de grafiek van g in beeld. Hoeveel snijpunten hebben beide grafieken? e) Bepaal met je grafische rekenmachine de snijpunten van beide grafieken. Bereken deze snijpunten ook algebraïsch. Opgave 9 Gegeven de functies y 1 = (x 2 4)(x 2 9) en y 2 = x 2 x + 6. a) Bereken van beide functies de nulpunten. b) Breng nu beide grafieken in beeld. Schrijf op welke vensterinstellingen je gebruikt om alle nulpunten en toppen in beeld te krijgen. c) Bepaal alle snijpunten van beide functies in twee decimalen nauwkeurig. Verwerken Opgave 10 Gegeven is de functie f(x) = 8 4x + x 3. a) Bereken f(3). b) Bereken de x-waarden waarvoor f(x) = 8. c) Bij welke vensterinstellingen krijg je de nulpunten en de toppen van de grafiek van f in beeld? d) Hoort bij elke waarde van x precies één waarde van y? Of kun je tegenvoorbeelden vinden? e) Hoort bij elke waarde van y precies één waarde van x? Of kun je tegenvoorbeelden vinden? STICHTING MATH4ALL 29 SEP 2008 3

Opgave 11 Voor het gebruik van water betaal je jaarlijks 42,00 en nog 0,25 per verbruikte m 3 water. De jaarlijkse kosten K hangen af van het aantal m 3 (a) dat je verbruikt. a) Waarom is K een functie van a? b) Bereken K(100). c) Stel het functievoorschrift K(a) op. d) De meeste gezinnen betalen minder dan 500 euro per jaar voor hun waterverbruik. Hoeveel kubieke meter water gebruiken die gezinnen op zijn hoogst? Opgave 12 Gegeven zijn de functies f(x) = 100 x 2 en g(x) = x 2. a) Bereken de nulpunten en de top van de grafiek van f. b) Breng de grafieken van f en g in beeld met je grafische rekenmachine. Schrijf op bij welke vensterinstellingen de nulpunten en toppen van beide functies goed zichtbaar zijn. c) Bereken in twee decimalen nauwkeurig de snijpunten van beide grafieken. Opgave 13 Gegeven de functies y 1 = 1 2 x 4 2x 2 en y 2 = x 2 + 4x. a) Bereken van beide functies de nulpunten. b) Breng nu beide grafieken in beeld. Schrijf op welke vensterinstellingen je gebruikt om alle nulpunten en toppen in beeld te krijgen. c) Bepaal alle snijpunten van beide functies in één decimaal nauwkeurig. Opgave 14 Je ziet hier vier functievoorschriften. Bepaal telkens eerst de nulpunten van de grafiek. Schrijf vervolgens de vensterinstellingen op waarbij de grafiek goed in beeld komt. a) f(x) = 100x 2 x 3 b) g(x) = 10x(x 2 100) c) h(x) = (x 10) 2 1600 d) k(x) = 200 + 1,6x Testen Opgave 15 Voor de inhoud van een cilindervormig blikje geldt: V = π r 2 h Van een bepaalde serie blikjes is bekend dat de hoogte even groot is als de diameter. Ze passen dus precies in een kubus. a) Voor deze serie blikjes is V een functie van r. Schrijf het bijpassende functievoorschrift op. b) Neem aan dat 0 r 20. Breng nu de grafiek van de functie V(r) in beeld. Schrijf de geschikte vensterinstellingen op. c) Bij welke afmetingen van de cilinder geldt: V = 1000 cm 3? STICHTING MATH4ALL 29 SEP 2008 4

Opgave 16 Je ziet hier drie grafieken in het Oxy-assenstelsel van een grafische rekenmachine. A B C a) Bij welke van deze grafieken is y een functie van x? b) Bij welke van deze grafieken is x een functie van y? Opgave 17 Gegeven zijn de functies f(x) = 2x(x 10) 2 en g(x) = 8x. a) Bereken f(5) en f( 5) b) Bepaal de nulwaarden van f. Schrijf op bij welke vensterinstellingen de grafieken van beide functies goed in beeld komen. c) Bepaal de snijpunten van beide grafieken. STICHTING MATH4ALL 29 SEP 2008 5

Antwoorden 1a) A b) 11,232 c) van 0 tot en 175,5 kw d) ongeveer 17,9 m/s 2a) P(v) = 0,208v 3 b) 208 c) 0 X 20 en 0 Y 1664 d) ongeveer 5,78 m/s is ongeveer 20,8 km/h 3a) x = 2 geeft y = ± 96 2 b) y = ± 100 x c) y 1(x) 2 = 100 x en y 2(x) 2 = 100 x d) standaardinstelling kan e) y 1(5) = 75 en y 2(5) = 75 4. C en D 5a) x = 0 V x = 4 b) (0,0) en (4,0) c) x = 1 V x = 5 6a) T = 0,44 b) Ja, bij elk gewicht hoort precies één tarief (boven 250 g is het geen brief). c) Nee, je weet alleen in welke gewichtscategorie de brief zit. d) 50 G < 100 e) Nee, bij elke waarde van T horen meerdere waarden van G. 7. A, C en D 8a) - b) ( 130,0) en ( 130,0) top (0, 130) c) bijvoorbeeld 15 X 15 en 130 Y 130 d) twee snijpunten e) ( 10, 30) en (13,39) 9a) van y 1: (±3,0) en (±2,0) van y 2: ( 3,0) en (2,0) c) ( 3,0), ( 1,79;4,58), (2,0) en (2,79; 4,58) 10a) f(3) = 23 b) f(x) = 8 geeft x = 0 V x = ±2 c) - d) Ja e) Nee, bijvoorbeeld bij b) heb je een tegenvoorbeeld. 11a) Bij elke waarde van a hoort precies één waarde van K. b) K(100) = 67 c) K(a) = 42 + 0,25a d) 1832 m 3 12a) (±10,0) en top (0,100) c) ( 7,07;50) en (7,07;50) 13a) van y 1: (0,0) en (±2,0) van y 2: (0,0) en (4,0) c) (0,0) en (2,3;3,9) 14a) (0,0) en (100,0) b) (0,0) en (±10,0) c) ( 30,0) en (50,0) top(10, 1600) d) ( 125,0) 15a) V = 2πr 3 c) r 5,42 16a) A en B b) B en C 17a) f(5) = 250 en f( 5) = 2250 b) x = 0 V x = 10 c) (0,0), (8,64) en (12,96) STICHTING MATH4ALL 29 SEP 2008 6