Hoofdstuk 7 Starten met Calc

Vergelijkbare documenten
Afdrukken in Calc Module 7

Hoofdstuk 4 Menu's en Werkbalken

Hoofdstuk 15 Fontwork gebruiken

Hoofdstuk 4 Menu's en werkbalken

Het uiterlijk lijkt erg op Word, een paar belangrijke verschillen geven we aan in de schermafdruk hieronder.

6. Reeksen

Hoofdstuk 12 Werken met sjablonen

Hoofdstuk 13 Werken met opmaakprofielen:

15. Tabellen. 1. wat rijen, kolommen en cellen zijn; 2. rijen en kolommen invoegen; 3. een tabel invoegen en weer verwijderen;

Inleidende gids. Hoofdstuk 14. Werken met de Galerij. OpenOffice.org

HOOFDSTUK 1. beginnen met excel

Rekenblad (Calc) Invoer van gegevens. Les1: Het programmavenster. De werkmap

Excel werkbladen basis. Basis informatie voor Excel Uitleg van enkele basis wetenswaardigheden van Excel


1. Kennismaken met Calc

Een toekomst voor ieder kind.

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010

Hoofdstuk 8: Bewerken

INFORMATIE HALEN UIT EXCEL REKENBLADEN

Hoofdstuk 2 Basishandelingen

Hoofdstuk 16 Webpagina's maken

Sneltoetsen Excel 2010

25 Excel tips. 25 Handige Excel tips die tijd besparen en fouten voorkomen. Ir. Fred Hirdes. Excel-leren.nl.

8. Adresetiketten maken

Makkelijk overstappen van Excel naar Calc

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave

Het is af en toe niet om aan te zien hoe sommige

Hoofdstuk 8 - Snelfiches Word

De celwijzer is een rechthoekig kader dat om de actieve cel zit. celwijzer

10. Voorbeeld berekeningen maken met Excel

Hoofdstuk 2 Starten van OpenOffice.org

Appendix A Sneltoetsen voor het toetsenbord

6. Absolute en relatieve celadressering

Hoofdstuk 5 Kennismaken met Calc

Via het tabblad Pagina-indeling, groep Pagina-instelling kun je de afdrukstand en het papierformaat instellen.

Hoofdstuk 2 Starten van OpenOffice.org

Hoofdstuk 3 Formules in Calc, Draw & Impress

Sneltoetsen in PowerPoint 2016 voor Windows

Tabellen. Een tabel invoegen

Excel afdrukken Afdrukken in Excel. Afdrukbereik, afbeeldingen, kantlijnen e.d.

Inhoudsopgave Voorwoord 5 Nieuwsbrief 5 Introductie Visual Steps 6 Wat heeft u nodig? 6 De volgorde van lezen 7 Uw voorkennis

6. Tekst verwijderen en verplaatsen

Deel 1: PowerPoint Basis

Handleiding Word de graad

Microsoft Word Weergave

10. Pagina-instellingen

Microsoft Word 365. Weergave AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365

Afbeeldingen Module 11

Appendix A Sneltoetsen voor het toetsenbord

2.6 Spreadsheets met Excel

Het maken van kaarten in Word 2007

Afdrukken Module 5. In de volgende opdracht gaat u een afdrukvoorbeeld van de tekst Dolfijnen bekijken.

Een tabel is samengesteld uit rijen (horizontaal) en kolommen (verticaal). Elk vakje uit een tabel is een cel.

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel.

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten

1. Cellen en formules

INSTRUCT Samenvatting Praktijk Access 2010, H2 SAMENVATTING HOOFDSTUK 2

2. Een adressenbestand maken in Excel

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

Via de het tabblad Bestand kun je bijvoorbeeld een nieuwe werkmap maken, werkmappen openen, opslaan en afdrukken.

Hoofdstuk 2: Basis navigeren & bewerken

Vanuit het venster Pagina-instelling kun je de vensters Afdrukken en Afdrukvoorbeeld openen.

2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac

Basisvaardigheden Microsoft Excel

1 De werkmap beschermen

6. Uitvoer. 6.1 Een presentatie afdrukken

Microsoft Word Kolommen en tabellen

Je ziet het ontwerpscherm voor je. Ontwerpen is actief en dat zie je aan de linkeronderkant van je scherm net boven de taakbalk.

Sneltoets Combinaties. Hoofdstuk 6 Sneltoetsen

Korte inleiding Excel

23. Standaardbrieven (MailMerge)

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

SNEL WERKEN MET EXCEL

Hoofdstuk 13: Sorteren & Filteren* 2010

Excel 2010, H1 HOOFDSTUK 1

ADRES 2000 VOOR WINDOWS

Inhoudsopgave. Voorwoord... 3 Sneltoetsen Excel voor windows Sneltoetsen Excel voor MAC Functietoetsen... 6

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

U ziet de progressie van de download aan de groene blokjes in het balkje helemaal onder aan de pagina.

Appendix A Sneltoetsen en toetscombinaties

Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop.

Microsoft Word 365. Kolommen en tabellen AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Een grafiek maken in Excel

Ledenlijsten + etiketten maken

Formulieren maken. U kent ze waarschijnlijk wel, die notitieblokjes voor het noteren van een telefoongesprek.

Rekenen, catalogiseren, rapporten en andere zaken. Werken met een spreadsheet. door M. Aangeenbrug

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman / Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk

Cellen naast onder noem je een kolom Cellen naast elkaar noem je een rij Kolommen worden met letters aangegeven A..Z AA.AZ BA BZ enz.

Excel 2010 NL. Stap voor Stap formulier maken. Een formulier maken in Excel 2010 NL aan stap voor stap beschreven. Blad kopiëren en Afdrukken.

1. Exporteren Verschil Xls en Csv Het maken van een Csv bestand Sorteren in Excel Sorteren in Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Om paint te openen volgen we dezelfde weg als bij de rekenmachine:

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel

SNELLE INVOER MET EXCEL

Bestanden ordenen in Windows 10

Je kunt de breedte van een kolom veranderen door de kolomrand te verslepen. Je kunt ook dubbelklikken op een kolomrand.

1. Kennismaken met Impress

Zelf albumbladen maken in Word 2003

Hoofdstuk 32: Pagina- & afdrukinstellingen

Transcriptie:

Inleidende gids Hoofdstuk 7 Starten met Calc OpenOffice.org's werkblad OpenOffice.org

Auteursrecht Op dit document is het auteursrecht 2005 van toepassing. De medewerkers aan dit document staan vermeld in de hieronder weergegeven paragraaf Auteurs. U mag het verspreiden en/of wijzigen zolang u zich houdt aan de voorwaarden van ofwel de GNU General Public License, versie 2 of later (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) ofwel de Creative Commons Attribution License, versie 2.5 of later (http://creativecommons.org/licenses/by/2.5/). Alle handelsmerken vermeld in deze gids behoren toe aan hun rechtmatige eigenaars. Auteurs Peter Kupfer Richard Barnes Jean Hollis Weber Linda Worthington John Kane Vertaling Vertaald door Henk van der Burg Proefgelezen door Leo Moons en Jan Brul Uiteindelijke versie opgemaakt door Henk van der Burg Reacties Onderhoud: Peter Kupfer Gelieve commentaar of suggesties over dit document te richten aan: authors@user-faq.openoffice.org Dankwoord Veel tekst in dit document is overgenomen uit de hoofdstukken Getting Started with Calc en Printing with Calc in de Calc Guide. Publicatiedatum en softwareversie Gepubliceerd op 12 maart 2006. Gebaseerd op OpenOffice.org 2.0.2. Vertaald in november 2006 U kunt een te wijzigen versie van dit document vinden op http://oooauthors.org/en/authors/userguide2/published/

Inhoud Inhoudsopgave Auteursrecht...ii Auteurs...ii Vertaling...ii Reacties...ii Dankwoord...ii Publicatiedatum en softwareversie...ii Wat is Calc?...1 Werkbladen, bladen en cellen...1 Delen van het standaard Calc venster...2 Formulebalk...2 Afzonderlijke cellen...3 Bladtabs...3 Bestandsbeheer...4 Nieuw werkblad beginnen...4 Bestaande werkbladen openen...4 Werkbladen opslaan...4 Navigeren in een werkblad...5 Navigerenen naar een bepaalde cel...5 Met gebruikmaking van de muis...5 Met gebruikmaking van een celverwijzing...5 Met gebruikmaking van de Navigator...5 Navigeren tussen cellen...6 Met gebruikmaking van de Tab en Enter toetsen...6 Met gebruikmaking van de cursortoetsen...6 Met gebruikmaking van Home, End, Page Up en Page Down...6 Navigeren tussen bladen...7 Met gebruikmaking van het toetsenbord...7 Met gebruikmaking van de muis...7 Items selecteren in een blad of een werkblad...8 i

Inhoud Cellen selecteren...8 Enkele cel...8 Een aanééngesloten aantal cellen...8 Een niet-aaneengesloten cellenbereik...9 Kolommen en rijen selecteren...9 Eén kolom...9 Eén rij...9 Meerdere kolommen of rijen...9 Gehele blad...9 Werken met kolommen en rijen...10 Kolommen en rijen invoegen...10 Eén kolom of rij...10 Meerdere kolommen of rijen...11 Kolommen en rijen verwijderen...11 Eén kolom of rij...11 Meerdere kolommen of rijen...11 Werken met bladen...11 Nieuwe bladen invoegen...12 Bladen verwijderen...12 Eén blad...13 Meerdere bladen...13 Bladen hernoemen...13 Beeld in Calc...13 Kolommen en rijen fixeren (vastzetten)...13 Eén kolom of rij fixeren...14 Een kolom en een rij fixeren...14 Fixeren opheffen...14 Het venster splitsen...15 Het scherm horizontaal splitsen...15 Het scherm verticaal splitsen...16 Verwijderen van de gesplitste schermen...17 ii

Inhoud Gegevens in een blad invoeren...17 Getallen invoeren...17 Tekst invoeren...17 Getallen als tekst invoeren...17 Datums en tijden invoeren...18 Afdrukken...18 Een werkblad afdrukken...18 Afdrukopties...18 Bladen selecteren om af te drukken...19 Het afdrukbereik aanpassen...21 Kolommen en rijen afdrukken op elke pagina...21 Een afdrukbereik definiëren...22 Toevoegingen aan het afdrukbereik...22 Een afdrukbereik verwijderen...22 iii

Wat is Calc? Wat is Calc? Calc is het werkblad onderdeel van OpenOffice.org (OOo). U kunt in een werkblad gegevens, normaal gesproken numerieke gegevens, invoeren en vervolgens deze gegevens bewerken om bepaalde resultaten te krijgen. Als alternatief zou u gegevens kunnen invoeren en vervolgens Calc gebruiken als een Wat als... scenario door het wijzigen van enkele gegevens en dan de resultaten te bekijken zonder het hele werkblad of blad opnieuw te hoeven typen. Werkbladen, bladen en cellen Calc werkt met werkbladen. Werkbladen bestaan uit een aantal afzonderlijke bladen, die allen een blok cellen bevatten die geordend zijn in kolommen en rijen. Deze cellen bevatten de individuele elementen - tekst, getallen, formules enz. - waarmee de gegevens worden getoond en behandeld. Ieder werkblad kan vele bladen bevatten en ieder blad heeft vele afzonderlijke cellen. Elk blad kan maximaal 65.536 rijen en maximaal 245 kolommen (A tot en met IV) bevatten. Dit zijn 16.056.320 cellen per blad. Nieuw in 2.0 Het aantal rijen is in versie 2.0 vermeerderd. In versie 1.0 waren maar 32.000 rijen beschikbaar. 1

Delen van het standaard Calc venster Delen van het standaard Calc venster Als Calc wordt gestart, zal het venster er ongeveer uitzien als in Afbeelding 1. Afbeelding 1. Onderdelen van het Calc-venster Formulebalk Aan de linkerkant van de Formulebalk (zie Afbeelding 2) is een klein tekstvak, Naamvak genoemd, met een letter- en cijfercombinatie erin, zoals A1. Dit is de letter van de kolom en het nummer van de rij van de actieve cel, celverwijzing genoemd.. Afbeelding 2. Formulebalk 2

Delen van het standaard Calc venster Rechts van het Naamvak zitten de pictogrammen Functie-Assistent, Som en Functie. Klikken op de Functie-Assistent, opent een dialoogvenster waarin u kunt zoeken in een lijst met beschikbare functies. Dit is zeer handig, omdat ook wordt getoond hoe de functies moeten worden opgemaakt. Het Som-pictogram plaatst een formule in de actieve cel, die de getallen in de cellen erboven, of als er geen getallen boven staan, die er links van staan, optelt. Het Functie-pictogram voegt een 'is-gelijk-aan-teken' in (=) in de geselecteerde cel, zodat de cel gereed is om er een formule in te maken. Als u nieuwe gegevens invoert in een cel die al iets bevat dan veranderen het Som- en het Functie-pictogram in Annuleren en Accepteren pictogrammen. De inhoud van de actieve cel (gegevens, formules of functies) worden getoond in de Invoerregel, het rechter gedeelte van de Formulebalk. U kunt de celinhoud van de actieve cel hier bewerken of u kunt dat doen in de actieve cel. Om de celinhoud in de invoerregel te bewerken, klikt u op een leeg gedeelte in de invoerregel en typ vervolgens uw wijzigingen. Om in de actieve cel wijzigingen aan te brengen moet u eerst op deze cel dubbelklikken. Afzonderlijke cellen Het grootste gedeelte van het scherm laat de afzonderlijke cellen zien in de vorm van een raster met iedere cel op het snijpunt van een specifieke kolom en rij. Bovenaan de kolommen en aan de linkerkant van de rijen bevinden zich grijze vakken met letters en cijfers. Dat zijn de kolom- en rijkoppen. De kolommen beginnen met A en lopen vervolgens naar rechts op en de rijen beginnen bij 1 en lopen naar beneden op. Bladtabs Onderaan het celraster zijn de bladtabs geplaatst (zie Afbeelding 3). Deze tabs geven toegang tot elk blad afzonderlijk. Het zichtbare, of actieve, blad heeft een witte tabkleur. Klikken op een andere tab toont dat blad en de tabkleur verandert in wit. U kunt ook meerdere bladtabs tegelijkertijd selecteren door het ingedrukt houden van de Control-toets en tegelijkertijd de namen van de tabs aanklikken. Afbeelding 3. Bladtabs 3

Bestandsbeheer Bestandsbeheer Nieuw werkblad beginnen Een nieuw werkblad kan op ieder moment vanuit elk OOo-module geopend worden. Een nieuw werkblad kan bijvoorbeeld geopend worden vanuit Writer of vanuit Draw. Vanuit het bestandsmenu Klik op Bestand en selecteer dan Nieuw > Werkblad. Vanaf de werkbalk Gebruik het Vanaf het toetsenbord Als u al een werkblad geopend heeft, kunt u op toetsencombinatie Control + N drukken om een nieuw werkblad te openen. pictogram op de werkbalk Standaard. Bestaande werkbladen openen Een bestaand werkblad kan ook geopend worden ongeacht in welke module van OOo men werkt. Vanuit het bestandsmenu Klik op Bestand > Openen. Vanaf de werkbalk Klik op het Openen pictogram Vanaf het toetsenbord Gebruik de sneltoetsen Control + O. op de werkbalk Standaard. Al deze mogelijkheden tonen het dialoogvenster Openen, waar u het werkblad kunt zoeken dat u wenst te openen. Werkbladen opslaan Werkbladen kunnen op 3 manieren worden opgeslagen. Vanuit het bestandsmenu Klik op Bestand en selecteer dan Opslaan. Vanaf de werkbalk Klik op het pictogram Opslaan Vanaf het toetsenbord Gebruik de sneltoetsen Control + S. op de werkbalk Standaard. Als het werkblad nog niet eerder is opgeslagen, dan opent iedere hierbovengenoemde handeling het dialoogvenster Opslaan als. Hier worden de naam van het werkblad en de plaats waar het werkblad moet worden opgeslagen ingevoerd. 4

Navigeren in een werkblad Navigeren in een werkblad Navigerenen naar een bepaalde cel Met gebruikmaking van de muis Plaats de cursor op de cel en klik op de linkermuisknop. Met gebruikmaking van een celverwijzing Klik op de kleine naar onderen wijzende pijlpunt rechts van het Naamvak (Afbeelding 2). De bestaande celverwijzing wordt geaccentueerd. typ de celverwijzing van de cel waar u naar toe wilt in het Naamvak en druk op Enter. Met gebruikmaking van de Navigator Klik op het Navigator pictogram op de werkbalk Standaard (of druk F5) om de Navigator in beeld te krijgen. typ de celverwijzing in de bovenste twee velden, genaamd Kolom en Rij en druk op Enter. In Afbeelding 4 wordt in de Navigator cel D4 geselecteerd. Afbeelding 4. Navigator in Calc 5

Navigeren in een werkblad Navigeren tussen cellen In het werkblad heeft één cel gewoonlijk een zwartere rand of is een groep cellen aangeduid door een zwarte achtergrond. Deze zwartere rand geeft aan welke cel actief (actieve cel) is (zie Afbeelding 5). Afbeelding 5. (Links) Eén geselecteerde cel en (rechts) een groep geselecteerde cellen Met gebruikmaking van de Tab en Enter toetsen Drukken op Enter of Shift+Enter verplaatst de actieve cel respectievelijk omhoog of omlaag. Drukken op Tab of Shift+Tab verplaatst de actieve cel respectievelijk naar rechts of naar links. Met gebruikmaking van de cursortoetsen Drukken op de cursortoetsen op het toetsenbord verplaatst de actieve cel in de richting van de pijltjes. Met gebruikmaking van Home, End, Page Up en Page Down Home verplaatst de actieve cel naar het begin van de rij van de actieve cel. End verplaatst de actieve cel in dezelfde rij naar de kolom waarin de meeste rechtse gegevens staan. Page Down verplaatst het beeld een heel scherm naar beneden en Page Up verplaatst het beeld een heel scherm naar boven. Combinaties van Control en Alt met Home, End, Page Down, Page Up en de cursortoetsen verplaatsen de actieve cel op andere wijzen. Appendix A van de Calc gids beschrijft alle sneltoetsen voor navigeren in een werkblad. Tip Ingedrukt houden van Alt+Pijltjes-toets verandert de grootte van een cel. 6

Navigeren in een werkblad Navigeren tussen bladen Ieder blad in een werkblad is onafhankelijk van de overige bladen, anderzijds is het mogelijk om met verwijzingen het ene blad met het andere te verbinden. Er zijn drie manieren om tussen de verschillende bladen in een werkblad te navigeren. Met gebruikmaking van het toetsenbord Drukken op Control+PgDn verplaatst één blad naar rechts en drukken op Control+PgUp verplaatst één blad naar links. Met gebruikmaking van de muis Klikken op één van de bladtabs (zie Afbeelding 6) aan de onderkant van het werkblad selecteert dat blad. Als u veel bladen heeft, dan kunnen een aantal bladen verborgen zijn achter de horizontale scroll-balk aan de onderkant van het scherm. Als dat het geval is, dan kunnen de vier knoppen aan de linkerzijkant van de bladtabs deze tabs alsnog in beeld brengen. Afbeelding 6 laat zien hoe dat moet gebeuren. Afbeelding 6. Bladtab-pijlen Merk op dat de bladen hier in volgorde genummerd zijn. Bladnummering is echter willekeurig u kunt een blad benoemen zoals u wilt. Door klikken en slepen kan de volgorde eenvoudig gewijzigd worden. Opmerking De bladtab-pijlen uit Afbeelding 6 zijn alleen selecteerbaar als u bladtabs heeft die u niet kunt zien. Anders zijn zij uitgegrijsd zichtbaar zoals in Afbeelding 3. 7

Items selecteren in een blad of een werkblad Items selecteren in een blad of een werkblad Cellen selecteren Cellen kunnen geselecteerd worden in diverse combinaties en hoeveelheden. Enkele cel Klik met linker muisknop in de cel. Het resultaat zal er ongeveer uitzien als het linker gedeelte van Afbeelding 5. U kunt uw selectie controleren door te kijken naar het Naamvak. Een aanééngesloten aantal cellen Een aanééngesloten aantal cellen kan geselecteerd worden met gebruikmaking van het toetsenbord of de muis. Het selecteren van een cellenbereik door slepen van de muis: 1) Klik op een cel. 2) Druk de linkermuisknop in en hou deze ingedrukt. 3) Verplaats de muis over het scherm. 4) Laat, wanneer het gewenste cellenbereik is geaccentueerd, de linkermuisknop los. Het selecteren van een cellenbereik zonder slepen van de muis: 1) Klik op een cel die een hoek vormt van het te selecteren cellenbereik. 2) Verplaats de muis naar de tegenoverliggende hoek van het cellenbereik. 3) Hou de Shift toets ingedrukt en klik. Het selecteren van een cellenbereik zonder gebruikmaking van de muis: 1) Selecteer de cel op een hoek van het cellenbereik. 2) Selecteer de rest van het bereik met de pijltjestoetsen, terwijl u de Shift toets ingedrukt houdt Het resultaat van één van deze methoden zal er ongeveer uitzien als het rechtergedeelte van Afbeelding 5 Tip U kunt ook direct een cellenbereik selecteren door gebruik te maken van het Naamvak. Klik in het Naamvak als beschreven in Met gebruikmaking van een celverwijzing op pagina 5. Voer, om een cellenbereik te selecteren, de celverwijzing van de linker bovenste cel in gevolgd door een dubbele punt (:) en vervolgens de celverwijzing van de rechterbenedenhoek van het cellenbereik. Bijvoorbeeld: Om een bereik te selecteren dat loopt van A3 tot C6, voert u A3:C6 in. 8

Items selecteren in een blad of een werkblad Een niet-aaneengesloten cellenbereik 1) Selecteer de cel of het cellenbereik op één van de bovenstaande manieren. 2) Verplaats de muisaanwijzer naar het begin van het volgende bereik of de enkele cel. 3) Hou de Control toets ingedrukt en klik of klik-en-sleep om het bereik te selecteren. 4) Herhaal dit zo vaak als nodig is. Nieuw in 2.0 Als u in OOo 2.0 niet-aaneengesloten cellen selecteert, hoeft het eerste deel van uw selectie niet uit meerdere cellen te bestaan. In OOo 1.x moest u meer dan één cel selecteren als eerste deel van een niet-aaneengesloten bereik. Kolommen en rijen selecteren Hele kolommen en rijen kunnen in OOo zeer snel worden geselecteerd. Eén kolom Om één enkele kolom te selecteren, klik in de kolomkop op de identificatie (zie Afbeelding 1). Eén rij Om één rij te selecteren, klik in de rijkop op de identificatie (zie Afbeelding 1). Meerdere kolommen of rijen Om meerdere kolommen of rijen te selecteren zijn er diverse manieren: 1) Klik op de eerste kolomkop of rijkop in de groep. 2) Hou de Shift toets ingedrukt. 3) Klik op de laatste kolomkop of rijkop in de groep. Om meerdere niet-aaneengesloten kolommen of rijen te selecteren: 1) Klik op de eerste kolomkop of rijkop in de groep. 2) Hou de Control toets ingedrukt. 3) Klik op alle gewenste kolomkoppen en/of rijkoppen terwijl u de Control toets ingedrukt houdt. Gehele blad Klik, om het gehele blad te selecteren, op het kleine grijze vak tussen de kolomkop A en het rijkop 1. 9

Items selecteren in een blad of een werkblad Selecteer volledig blad Afbeelding 7. 'Selecteer alles'-vak U kunt ook het toetsenbord gebruiken om het gehele blad te selecteren door op Control+A te drukken. Werken met kolommen en rijen Kolommen en rijen invoegen Kolommen en rijen kunnen op diverse manieren en in verschillende aantallen worden ingevoegd. Eén kolom of rij Een enkele kolom of rij kan toegevoegd worden door gebruik te maken van de menu-optie Invoegen: 1) Selecteer de kolom of rij waar u de nieuwe kolom of rij wilt invoegen. 2) Selecteer Invoegen > Kolommen of Invoegen > Rijen. Notitie Wanneer u een nieuwe kolom invoegt, wordt deze ingevoegd aan de linkerzijde van de geaccentueerde kolom. Als u een nieuwe rij invoegt, wordt deze ingevoegd boven de geaccentueerde rij. Een nieuwe kolom of rij kan ook worden toegevoegd door gebruik te maken van de muis: 1) Selecteer de kolom of rij waar u de nieuwe kolom of rij wilt invoegen of klik met de rechtermuisknop op de kolom- of rijkop. 2) Selecteer Kolommen invoegen of Rijen invoegen. Een andere manier om een nieuwe kolom of rij met de muis in te voegen is: 1) Selecteer de cel waar u de nieuwe kolom of rij wilt invoegen en klik met de rechtermuisknop op die cel. 2) Klik op Cellen invoegen in het contextmenu. 3) Selecteer in het volgende dialoogvenster Cellen invoegen de optie Hele rij of Hele kolom en klik op OK. 10

Werken met kolommen en rijen Meerdere kolommen of rijen Meerdere kolommen of rijen kunnen beter in één keer worden ingevoegd in plaats van telkens één per keer. 1) Accentueer het benodigde aantal kolommen of rijen door met de ingedrukte linkermuisknop te slepen over het benodigde aantal identificatieletters of -nummers. 2) Ga vervolgens te werk zoals hierboven is aangegeven voor één kolom of rij. Kolommen en rijen verwijderen Kolommen en rijen kunnen per kolom of rij worden verwijderd of met meerdere kolommen of rijen tegelijk. Eén kolom of rij Eén kolom of rij kan verwijderd worden door de muis te gebruiken: 1) Selecteer de kolom of rij, die verwijderd moet worden en klik met rechts op de kolomof rijkop. 2) Selecteer Kolommen verwijderen of Rijen verwijderen uit het context-menu. Een andere manier om één kolom of rij te verwijderen met de muis is: 1) Selecteer de cel(len) waarvan u de kolom(men) of rij(en) wilt verwijderen en klik met de rechtermuisknop op die cel of dat blok cellen. 2) Klik op Cellen verwijderen in het contextmenu. 3) Selecteer in het volgende dialoogvenster Cellen verwijderen de optie Hele rij(en) verwijderen of Hele kolom(men) verwijderen en klik op OK. Meerdere kolommen of rijen Meerdere kolommen of rijen kunnen op gelijke wijze worden verwijderd als enkele kolommen of rijen. 1) Accentueer het gewenste aantal kolommen of rijen door het ingedrukt houden van de linkermuisknop op de eerste en deze te verslepen over het gewenste aantal identificatieletters of -nummers. 2) Ga vervolgens te werk als beschreven onder een enkele kolom of rij. Werken met bladen Net als ieder ander Calc-element, kunnen bladen worden ingevoegd, verwijderd en hernoemd. 11

Werken met bladen Nieuwe bladen invoegen Er zijn een aantal manieren om een nieuw blad in te voegen. De eerste stap in alle manieren is het selecteren van het blad waar het nieuwe blad naast moet komen. Vervolgens kan één van de volgende methoden worden gebruikt. Klik in de menubalk op Invoegen en selecteer Blad of Klik met rechts op een bladtab en selecteer Blad invoegen of Klik in de lege ruimte aan het einde van de weergegeven tabs (zie Afbeelding 8). Afbeelding 8. Een nieuw blad invoegen Elke methode zal het dialoogvenster Blad invoegen (Afbeelding 9) openen. Hier kunt u aangeven of het blad voor of na het geselecteerde blad moet worden geplaatst en hoeveel bladen er moeten worden ingevoegd. Afbeelding 9. Dialoogvenster Blad invoegen Bladen verwijderen Bladen kunnen per blad of met meerdere bladen tegelijk worden verwijderd. 12

Werken met bladen Eén blad Klik met rechts op de tab van het blad dat u wilt verwijderen en selecteer Blad verwijderen uit het contextmenu. Meerdere bladen Selecteer, om meerdere bladen te verwijderen, de bladen met behulp van de Control toets (niet-aaneengesloten bladen) of de Shift toets (aaneengesloten bladen), klik met rechts op één van de geselecteerde bladen en selecteer Blad verwijderen uit het contextmenu. Bladen hernoemen De standaardnaam voor een nieuw blad is BladX, waarbij X een nummer is. Dit werkt nog wel goed in een klein werkblad met weinig bladen, maar wordt onhandig wanneer er veel bladen zijn. Om een blad een zinvollere naam te geven, kunt u: Voer de naam in in het naamvak als u het blad maakt of Klik met rechts op een bladtab en selecteer Bladnaam wijzigen uit het contextmenu en vervang de bestaande naam door een andere. Opmerking Bladnamen moeten beginnen met een letter of een cijfer; andere tekens inclusief spaties zijn niet toegestaan; spaties tussenin zijn echter wel toegestaan. Pogingen om een blad te hernoemen met een ongeldige naam zal een foutmelding tot gevolg hebben. Beeld in Calc Kolommen en rijen fixeren (vastzetten) Fixeren zet een aantal rijen aan de bovenkant van een blad of een aantal kolommen aan de linkerkant van een blad vast of zet beiden vast. Als dan wordt gescrold in het werkblad blijven de gefixeerde kolommen en rijen altijd in beeld. Afbeelding 10 laat een aantal gefixeerde kolommen en rijen zien. Een iets dikkere horizontale lijn tussen de rijen 3 en 14 en een iets dikkere lijn tussen de kolommen B en L geven de gefixeerde gebieden aan. De rijen 4 tot en met 13 en de kolommen C tot en met K zijn van het scherm gescrold. Omdat de eerste 3 rijen en de eerste 2 kolommen gefixeerd zijn, blijven deze echter zichtbaar. 13

Beeld in Calc Afbeelding 10. Gefixeerde rijen en kolommen U kunt het fixeerpunt plaatsen op een rij, een kolom of op zowel een rij als een kolom zoals in Afbeelding 10. Eén kolom of rij fixeren 1) Klik op de kolomkop links van de kolom die u wilt fixeren of klik op de rijkop onder de rij die u wilt fixeren. 2) Selecteer op de menubalk Venster > Fixeren. Een donkere lijn wordt geplaatst om aan te geven waar de fixering is geplaatst. Een kolom en een rij fixeren 1) Klik op de cel die zich rechts van de kolom bevindt die u wilt fixeren en die onder de rij staat die u wilt fixeren. 2) Selecteer op de menubalk Venster > Fixeren. U zal twee lijnen op het scherm zien verschijnen, een verticale lijn links van de geselecteerde cel en een horizontale lijn boven de geselecteerde cel. Als u nu over het scherm scrollt blijft alles links en boven deze lijnen in beeld. Fixeren opheffen Om het fixeren van kolommen en rijen op te heffen, selecteert u in de menubalk Venster > Fixeren. Het vinkje voor Fixeren zal verdwijnen. 14

Beeld in Calc Het venster splitsen Een andere manier om het beeld te wijzigen is door het splitsen van het venster ook wel splitsen van het scherm genoemd. Het scherm kan zowel horizontaal als verticaal worden gesplitst of allebei. Dit maakt het mogelijk om vier delen van het scherm in één venster in beeld te hebben. Waarom zou u dat willen doen? Stel u voor dat u een groot blad heeft met in één cel een getal dat in drie formules in andere cellen wordt gebruikt. Door gebruik te maken van het gesplitste scherm, kunt u de cel met het getal in één deel plaatsen en alle cellen met de formules in de overige delen van het scherm. Vervolgens kunt u het getal wijzigen en de uitkomst van de drie formules in één scherm bekijken. Afbeelding 11. Voorbeeld scherm splitsen Het scherm horizontaal splitsen Om het scherm horizontaal te splitsen: 1) Verplaats de muisaanwijzer naar de verticale schuifbalk aan de rechterzijde van het scherm en plaatst deze ter hoogte van de kleine knop met het omgekeerde driehoekje. Splitsplaats op de schuifbalk Afbeelding 12. Splitsplaats op de verticale schuifbalk 15

Beeld in Calc 2) Direct boven deze knop ziet u een dikke, zwarte lijn (Afbeelding 12). Verplaats de muisaanwijzer naar deze lijn en de aanwijzer zal veranderen in een lijn met twee pijlen (Afbeelding 13). Splitsplaats op de schuifbalk Afbeelding 13. Splitsplaats op de verticale schuifbalk met cursor 3) Houdt de linkermuisknop ingedrukt en een zwarte lijn verschijnt in het werkblad als u de muis naar beneden beweegt. 4) Laat de muisknop los en het scherm is gesplitst in twee delen, ieder met zijn eigen verticale schuifbalk. Merk op dat in Afbeelding 11 de Beta en de A0 waarden in het bovenste deel van het venster staan en de berekeningen staan in het onderste deel. U kunt onafhankelijk van elkaar scrollen in het bovenste en het onderste deel. Zodoende kunt u wijzigingen aanbrengen in de Beta en AO waarden en de resultaten van de berekeningen controleren in het onderste deel van het venster. U kunt ook het venster verticaal splitsen op de wijze als hieronder wordt beschreven met dezelfde mogelijkheden om in beide delen onafhankelijk van elkaar te scrollen. Met een horizontale en een verticale splitsing heeft u vier, onafhankelijk van elkaar, werkende vensters. Het scherm verticaal splitsen Om het scherm verticaal te splitsen: 1) Verplaats de muisaanwijzer naar de horizontale schuifbalk aan de onderzijde van het scherm en plaats deze ter hoogte van de kleine naar rechts wijzende pijlpunt. Splitsplaats horizontale schuifbalk Afbeelding 14: Splitsplaats op de horizontale schuifbalk 2) Direct rechts naast deze knop ziet u een dikke zwarte lijn (zie Afbeelding 14). Verplaats de muisaanwijzer naar deze lijn en deze zal wijzigen in een lijn met twee pijlpunten. 16

Beeld in Calc 3) Hou de linkermuisknop ingedrukt en een zwarte lijn wordt zichtbaar in het werkblad als de muis naar links wordt bewogen. 4) Laat de muisknop los en het scherm zal in tweeën worden gesplitst, ieder met zijn eigen horizontale scrollbalk. Opmerking Het tegelijkertijd horizontaal en verticaal splitsen van het scherm zal vier beelden weergeven, ieder met zijn eigen verticale en horizontale scrollbalk Verwijderen van de gesplitste schermen Dubbelklik op elke splitsingslijn of Klik op de splitslijn en sleep deze terug naar hun plaats aan het einde van de scrollbalk of Selecteer op de menubalk Venster > Splitsen. Dit heeft tot gevolg dat beide splitslijnen tegelijk verwijderd worden. Tip U kunt het scherm ook splitsen op dezelfde wijze als het fixeren van kolommen en rijen op pagina 14. Volg dezelfde stappen, maar in plaats van de menukeuze Venster > Fixeren, kiest u nu Venster > Splitsen. Gegevens in een blad invoeren Getallen invoeren Selecteer de cel en typ er een getal in gebruik makend van de bovenste rij op uw toetsenbord of van het numerieke toetsenbord. Typ, om een negatief getal in te voeren, een min-teken (-) voorafgaand aan het getal of plaats het getal tussen haakjes ( ). Standaard worden getallen rechts uitgelijnd en beginnen negatieve getallen met een minteken. Tekst invoeren Selecteer de cel en typ de tekst. Tekst wordt standaard links uitgelijnd. Getallen als tekst invoeren Als een getal wordt ingevoerd als 01481 dan laat Calc de eerste 0 weg. Laat, om een 0 aan het begin te behouden, bijvoorbeeld bij telefoonnummers, het getal voorafgaan door een apostrof, zoals: '01481. Dit gegeven wordt nu echter door Calc als tekst gezien. Rekenkundige bewerkingen zullen er niet meer mee kunnen worden gedaan. Deze worden of genegeerd of resulteren in één of andere foutmelding. 17

Gegevens in een blad invoeren Tip Opgelet Getallen kunnen voorzien zijn van een voorloopnul en worden als tekst gezien als de cel op de juiste wijze is opgemaakt. Klik met rechts op de cel en kies in het contextmenu Cellen opmaken > Getallen. Door aanpassing van de instellingen voor voorloopnullen kan een getal met voorloopnul toch als getal behandeld worden. Zelfs als uw variabele als tekst gedeclareerd is, kunnen er toch rekenkundige bewerkingen mee worden uitgevoerd; alhoewel, het resultaat van deze berekeningen zal niet zijn wat u verwacht. In sommige gevallen zal Calc rekenkundige berekeningen willen uitvoeren op een cel die tekst bevat ondanks tekens (bijvoorbeeld ABCD) of getallen die u expliciet als tekst heeft opgemaakt. Zie, voor meer informatie, Calc Gids. Datums en tijden invoeren Selecteer de cel en typ de datum of de tijd. U kunt de datumelementen scheiden door een koppelteken (-) of een schuine streep (/) of een tekst gebruiken zoals 10 Okt 06. Calc herkent een groot aantal datum-opmaken. U kunt de tijdselementen scheiden door dubbele punten zoals bijvoorbeeld 10:43:45. Afdrukken OpenOffice.org heeft een krachtig en goed in te stellen afdruksysteem. Veel verschillende bijzonderheden kunnen worden geselecteerd om wel of niet af te drukken. De volgorde waarin de bladen afgedrukt worden kan worden opgegeven evenals hun grootte. Kolom- en rijkoppen afdrukken op alle bladen kan worden opgegeven evenals een afdrukbereik. Een werkblad afdrukken Kies, om een werkblad naar een printer of naar een bestand af te drukken, Bestand > Afdrukken. In het dialoogvenster Afdrukken (Afbeelding 15) kunnen de printerinstellingen worden gewijzigd. Wat afgedrukt moet worden kan hier snel worden ingesteld: het hele document (alles), bepaalde pagina's of een geselecteerd gebied. Het aantal afdrukken en of de exemplaren gesorteerd moeten worden zijn ook instellingen in dit venster. Kies OK om met het afdrukken te beginnen. Afdrukopties Afdrukopties kunnen worden ingesteld alleen voor het huidige document of voor alle werkbladen. Klik, om de instellingen in te stellen voor het huidige document, in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Overige in de linkerbenedenhoek. Om afdrukopties voor alle werkbladen in te stellen, ga naar Extra > Opties > OpenOffice.org Calc > Afdrukken. De beide dialoogvensters zijn nagenoeg gelijk aan elkaar. Zie Afbeelding 16. 18

Afdrukken Afbeelding 15. Het dialoogvenster Afdrukken Bladen selecteren om af te drukken Eén of meerdere bladen kunnen worden geselecteerd om te worden afgedrukt. Dit is handig zijn als u een groot werkblad heeft met meerdere bladen en u alleen een bepaald blad wilt afdrukken. Een voorbeeld hiervan is een boekhouder die de financiën maandelijks op een apart blad invoert. Als alleen de November-bladen moeten worden afgedrukt, is dit de te volgen procedure. 1) Selecteer de bladen die moeten worden afgedrukt. (Houdt de Control toets ingedrukt als u op een bladtab klikt.) 2) Ga naar Bestand > Afdrukken op de menubalk en selecteer Overige. Opmerking De knop Overige verschilt van de knop Eigenschappen. Eigenschappen geeft de printerinstellingen weer, terwijl Overige de OOo's instellingen weergeeft. 3) Controleer het selectievakje Alleen geselecteerde bladen afdrukken. 4) Klik op OK. 19

Afdrukken Afbeelding 16. Dialoogvensters Printeropties en Opties OOo Calc - Afdrukken 20

Het afdrukbereik aanpassen Het afdrukbereik aanpassen Kolommen en rijen afdrukken op elke pagina Als een blad op meerdere pagina's moet worden afgedrukt, kan ingesteld worden dat bepaalde kolommen of rijen op iedere pagina worden afgedrukt. Als, bijvoorbeeld, zowel kolom A als de eerste twee rijen van het blad op alle pagina's afgedrukt moeten worden, handel dan als volgt: 1) Selecteer op de menubalk Opmaak > Afdrukbereiken > Bewerken. 2) Het dialoogvenster Afdrukbereiken bewerken (Afbeelding 17) verschijnt. 3) Typ in het invoervak ernaast de kolommen die moeten worden herhaald. Bijvoorbeeld, om kolom A te herhalen, typ $A. De tekst onder Te herhalen rijen wordt aangepast. 4) Rijen kunnen ook worden herhaald.. 5) Typ in het invoervak ernaast de rij(en) die moeten worden herhaald. Bijvoorbeeld, om rij één en twee te herhalen, typ $1:$2. De tekst onder Te herhalen kolommen wordt aangepast. 6) Klik op OK. Afbeelding 17. Dialoogvenster Afdrukbereiken bewerken Notitie Het is niet nodig om het hele rijenbereik te selecteren. Het volstaat om per rij één cel te selecteren. 21

Het afdrukbereik aanpassen Een afdrukbereik definiëren Gebruik deze optie om een gedefinieerd afdrukbereik te wijzigen of in te stellen. Dit is handig als in een groot werkblad alleen een bepaald gegevensbereik afgedrukt moet worden. Om een afdrukbereik te definiëren: 1) Accentueer het cellenbereik dat het afdrukbereik omvat. 2) Kies op de menubalk Opmaak > Afdrukbereiken > Definiëren. De lijnen van de pagina-einden zullen nu op het scherm worden getoond. Notitie U kunt het afdrukbereik controleren door gebruik te maken van de menuoptie Bestand > Afdrukvoorbeeld. OOo geeft alleen de cellen in het afdrukbereik weer. Toevoegingen aan het afdrukbereik Nadat een afdrukbereik is gedefinieerd, kunt u er nog meer cellen aan toevoegen. Dit maakt het mogelijk om meerdere, niet-aaneengesloten bereiken op hetzelfde blad af te drukken, zodat niet het hele blad afgedrukt hoeft te worden. Toevoegingen aan een reeds gedefinieerd afdrukbereik: 1) Accentueer het cellenbereik, dat moet worden toegevoegd aan het afdrukbereik. 2) Kies op de menubalk Opmaak > Afdrukbereiken > Toevoegen. Hiermee zijn de extra cellen toegevoegd aan het afdrukbereik. De lijnen van de pagina-einden worden nu niet meer op het scherm weergegeven. Opmerking Het toegevoegde afdrukbereik wordt afgedrukt als een aparte pagina, zelfs als beide bereiken op hetzelfde blad staan. Een afdrukbereik verwijderen Het kan noodzakelijk zijn om een gedefinieerd afdrukbereik te verwijderen, bijvoorbeeld als op een later moment toch het hele werkblad moet worden afgedrukt. Om een afdrukbereik te verwijderen, kies op de menubalk Opmaak > Afdrukbereiken > Verwijderen. Dit zal alle gedefinieerde afdrukbereiken op dit blad verwijderen. Nadat het afdrukbereik is verwijderd, zullen de standaard ingestelde pagina-einden weer zichtbaar worden op het scherm. 22