Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd Bij Studie en Werk 1B-Deeltij word je beoordeeld op je leerproces én functioneren als (aankomend_ docent op je leerwerkplek. De beoordeling wordt onderbouwd in dit beoordelingsrapport. I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 1B Je instituutsopleider en je werkplekbegeleider vullen op deze checklist in of je voldoet aan de voorwaarden om beoordeeld te kunnen worden. II. Functioneren op de leerwerkplek jaar 1 Je vult op dit formulier eerst zelf de eerste kolom in en laat vervolgens je werkplekbegeleider de tweede kolom invullen. III. Eindbeoordeling presentatie Studie en Werk 1B Als I. en II. aanwezig zijn kan de eindbeoordeling plaatsvinden. Er wordt een beoordelingsmoment ingepland op je leerwerkplek. Een map met bewijsmaterialen is optioneel maar niet verplicht. Wanneer je besluit om een map met bewijsmaterialen aan te maken, geef dan van te voren jouw werkplekbegeleider en je instituutsopleider toegang tot je map met bewijsmaterialen. Tijdens het beoordelingsmoment geef je jouw videopresentatie. Vervolgens stellen jouw werkplekbegeleider en je instituutsopleider de beoordeling vast en bespreken ze deze met jou.
I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 1B - deeltijd Datum Naam student en studentnummer Naam en handtekening werkplekbegeleider Naam en handtekening Studie en Werkbegeleider In te vullen door je werkplekbegeleider: De student is voldoende tijd op de leerwerkplek geweest: minimaal 10 dagen (van 7 uur) voldaan niet voldaan De student komt de afgesproken tijden na. De student heeft goed gecommuniceerd over eventuele afwezigheid of te laat komen. De student heeft de afgesproken activiteiten uitgevoerd. De student heeft minimaal 5 lesonderdelen voorbereid en uitgevoerd. De student heeft voorafgaand aan de lessen uitgewerkte lesplannen aangeleverd. De student heeft de ondernomen activiteiten en gegeven lessen wekelijks met de begeleider geëvalueerd. De student trekt waarneembaar lering uit de opgedane ervaringen en/of de ontvangen feedback Eventuele opmerkingen of toelichting: In te vullen door je Studie en Werkbegeleider: voldaan niet voldaan Studie en Werk 1A is afgetekend in OSIRIS De student heeft een volledig ingevulde leerwerkovereenkomst geüpload in OnStage. Het leerwerkplan van de student is binnen 3 weken na start van het werkplekleren goedgekeurd door de instituutsopleider en de werkplekbegeleider en geüpload in OnStage. De student heeft wekelijks een logboek bijgehouden van de eigen activiteiten en leerervaringen op de leerwerkplek
De opdracht Orientatie op een ander schooltype is goedgekeurd door de SWB Het schriftelijk taalgebruik in je logboek (en eventuele map met bewijzen) is wat betreft taalverzorging (spelling, interpunctie, grammatica) minimaal op niveau 3F. Eventuele opmerkingen of toelichting:
II. Functioneren op de leerwerkplek ontwikkelingsniveau jaar 1 Dit formulier over het functioneren van de student op de leerwerkplek wordt aan het eind van Studie en Werk 1B ingevuld door de werkplekbegeleider (WB) en de student. De student vult eerst zelf het formulier in en geeft het aan de WB. Vervolgens beschrijft de WB de prestaties van de student. De student en WB bespreken eventuele verschillen en overeenkomsten. In de kolom in het midden staan de criteria waarop de student feedback ontvangt. Per criterium kan de WB beschrijven waaraan de student nog kan werken om voldoende te kunnen presteren. Aan de rechterkant kan de WB per criterium beschrijven wat de student heeft laten zien als het boven het vereiste niveau uitstijgt. 1. Onderwijs ontwerpen Aandachtspunten Leerdoelen bepalen Criterium voor een voldoende prestatie Waarin stijgt het functioneren uit boven het vereiste niveau? In te vullen door de student: In te vullen door de WB: In te vullen door de WB: In te vullen door de student: Systematisch ontwerpen kan verschillende leerdoelen voor een zelfontworpen lesactiviteit SMART formuleren en het bijbehorende beheersingsniveau determineren (studenten maken hierbij gebruik van BLOOM, OBIT of RTTI). maakt leerdoelen betekenisvol voor leerlingen. (leefwereld, op niveau, het beroep, de richting, de context waarin ze leven etc.) kan op systematische wijze (een gedeelte van) een vakles ontwerpen, waarbij elke stap in de
ontwerpcyclus (beginsituatie vaststellen, doelen formuleren, activiteiten kiezen, evalueren en reflecteren) onderbouwd wordt. Lesmateriaal ontwikkelen kan passend materiaal ontwikkelen ten behoeve van leeractiviteiten. 2. Onderwijs uitvoeren Aandachtspunten Een vertrouwensband opbouwen met leerlingen Criterium voor een voldoende prestatie Waarin stijgt het functioneren uit boven het vereiste niveau? In te vullen door de student: In te vullen door de WB: In te vullen door de WB: In te vullen door de student: Leerprocessen begeleiden kan in een individueel gesprek met een leerling zorg dragen voor openheid en veiligheid door passende communicatievaardighed en adequaat in te zetten. (sluit aan bij de behoeftes van de leerling door goed te luisteren en door te vragen.) begeleidt leerlingen in eenvoudige onderwijssituaties en zorgt voor interactie met en tussen leerlingen
kan in een les verschillende rollen aannemen (gastheer, presentator, didacticus, pedagoog, en afsluiter). Werken met adolescenten kan laten zien in (gedeelte van) zijn les rekening te kunnen houden met of aan te sluiten bij verschillende aspecten van de ontwikkeling van de adolescent. herkent in de onderwijspraktijk de groepsdynamische processen en de onderliggende mechanismen kan laten zien dat hij in (gedeelte van ) zijn les kan anticiperen op gedrag van adolescenten binnen een groep. Werken binnen een schoolorganisatie heeft zicht op het spectrum aan activiteiten dat buiten het reguliere onderwijs wordt georganiseerd in een school.
3. Onderwijs evalueren Aandachtspunten Lesactiviteiten evalueren Criterium voor een voldoende prestatie Waarin stijgt het functioneren uit boven het vereiste niveau? In te vullen door de student: In te vullen door de WB: In te vullen door de WB: In te vullen door de student: bouwt activiteiten in om de leeropbrengst van een les(activiteit met leerlingen te bespreken controleert of het leerdoel bereikt is 4. Professioneel handelen Aandachtspunten Werken aan de eigen ontwikkeling Criterium voor een voldoende prestatie Waarin stijgt het functioneren uit boven het vereiste niveau? In te vullen door de student: In te vullen door de WB: In te vullen door de WB: In te vullen door de student: heeft van een eigen visie op de rol en taken van docent. reflecteert op de les en activiteiten vraagt actief om feedback en benut deze voor de eigen ontwikkeling. werkt onderzoeksmatig en met behulp van literatuur aan eigen leervragen.
Beoordelingsadvies aan het eind van Studie en Werk 1B: Datum: De student is geschikt als toekomstig leraar? Beoordelingsadvies ja / twijfel / nee O / V/ RV / G / ZG / U Motivatie voor dit advies: Ontwikkelpunten: Handtekening werkplekbegeleider:
III. Beoordeling Presentatie Studie en Werk 1B Presentatie De Presentatie Beoordelingscriteria De student kan op systematische en inzichtelijke wijze zijn/haar leerproces weergeven, en laat zien voldoende lerend vermogen te hebben. Onvoldoende (< 4) (4.0 5.4) Het is niet duidelijk welke activiteiten de student heeft uitgevoerd om aan de eigen opgestelde leervragen te werken en/of de activiteiten vertonen een zeer passieve of beperkte aanpak: voor tenminste één leervraag is onvoldoende bewijs, of het geleverde bewijs toont onvoldoende aan hoe aan de leervragen is gewerkt op de uitgevoerde activiteiten van tenminste één leervraag is onvoldoende gereflecteerd (minder dan twee vormen van reflectie). Het is onduidelijk welke inzichten de student heeft opgedaan uit wetenschappelijk onderzoek en observaties EN/OF hoe hij/zij dit heeft toegepast in het eigen leerproces EN/OF onderwijs De student toont aan niet of onvoldoende feedback ontvangen te hebben of bespreekt niet hoe hij/zij hierop heeft gereageerd. Het eigen beeld van de student van hoe hij/zij taken heeft uitgevoerd is niet congruent met die van zijn/haar begeleider(s). De student geeft niet of onvoldoende aan welke mogelijkheden hij/zij ziet voor ontwikkeling en/of koppelt dit niet aan de reflecties en ontwikkeling van dit jaar. Aspecten van Onvoldoende en Voldoende Voldoende (5.5 6.4) (6.5 7.4) Het is duidelijk welke activiteiten de student bij de opgestelde leervragen heeft uitgevoerd om aan deze leervragen te werken: voor de activiteiten van alle leervragen is voldoende authentiek en relevant bewijs op de activiteiten van tenminste twee leervragen is voldoende* gereflecteerd op de uitgevoerde activiteiten waarbij er per leervraag gebruik is gemaakt van tenminste twee verschillende modellen van reflecteren. Student toont aan gebruik te maken van de aangedragen relevante literatuur en onderzoeken vanuit de opleiding en hoe hij/zij dit heeft toegepast in het eigen leerproces en/of onderwijs. De student laat zien feedback ontvangen te hebben en bespreekt hoe hij/zij op de feedback heeft gereageerd. Het eigen beeld van de student van hoe hij/zij taken heeft uitgevoerd is congruent met die van zijn/haar begeleider(s). De student geeft beknopt aan welke mogelijkheden hij/zij ziet voor ontwikkeling en koppelt dit summier aan de reflecties en ontwikkeling van dit jaar. Aspecten van Voldoende en Goed Goed (7.5 8.4) De student heeft een breed scala aan activiteiten uitgevoerd en duidelijk beschreven: voor de activiteiten van tenminste twee leervragen is gevarieerd, authentiek en relevant bewijs. De student toont aan duidelijk inzicht te hebben in de betreffende situaties. De student toont aan te leren van geplande en ongeplande situaties. De student toont aan op logische en stapsgewijze manier aan leervragen gewerkt te hebben, waarbij: - gebruik is gemaakt van academisch onderzoek en observaties - gerichte acties/interventies uitgevoerd zijn - gevraagd is om gerichte feedback - d.m.v. reflectie inzicht is verkregen in eigen handelen en alternatieven gedragen worden - op cyclische wijze gewerkt is. Uit het bewijs blijkt dat de student zichzelf heeft ontwikkeld als gevolg van de ontvangen feedback. (8.5 9.4) Aspecten van Goed en Uitstekend Uitstekend (9.5 10) De student laat een samenhang zien tussen activiteiten, bewijzen en reflecties. Hierbij toont de student aan te leren van geplande en ongeplande situaties. De student toont aan volledig verantwoordelijk te zijn voor zijn/haar eigen leerproces, door: - eigen handelen te baseren op relevante academische literatuur, onderzoek en observaties buiten het aangedragen studiemateriaal. - op een efficiënte manier met de werklast van deze module om te gaan - te zorgen voor regelmatige feedback en reflectiemomenten - kritisch naar zichzelf te kijken voor verbeterpunten - etc. Bewijs toont aan dat de student zich uitstekend heeft ontwikkeld tijdens de stage. De feedback van de begeleider(s) over de uitgevoerde taken is structureel positief. Beoordeling 70%
De student kan op realistische wijze reflecteren op het beroep van docent, zijn/haar geschiktheid voor het docentschap, en kan taken uitvoeren op het niveau van hoofdfasebekwa am De student bespreekt niet of onvoldoende hoe zijn/haar visie op het beroep van docent zich het afgelopen jaar heeft ontwikkeld en/of wat hij/zij belangrijk vindt aan het docentschap. De student maakt geen of onvoldoende de koppeling met de eigen leerdoelen, relevante literatuur en onderzoek, observaties of ervaringen tijdens de stage. De student motiveert niet of onvoldoende waarom hij/zij wel (of niet) docent wil worden en waarom juist in dit schoolvak. De student laat niet zien door middel van video s, foto s, bewijzen op papier etc, dat hij/zij een relatie met leerlingen kan opbouwen en/of functioneert op niveau hoofdfasebekwaam. De student bespreekt niet of onvoldoende het verschil tussen het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs en bespreekt niet waar zijn/haar voorkeur naar uitgaat. De student bespreekt hoe zijn/haar visie op het beroep van docent zich het afgelopen jaar heeft ontwikkeld en wat hij/zij belangrijk vindt aan het docentschap en koppelt dit af en toe aan de eigen leerdoelen, relevante literatuur en onderzoek, observaties en/of ervaringen tijdens de stage. De student motiveert waarom hij/zij wel (of niet) docent wil worden en waarom juist in dit schoolvak. De student laat zien door middel van video s, foto s, bewijzen op papier etc, instaat om contact te leggen met leerlingen en over het algemeen te functioneren op niveau hoofdfasebekwaam. De student bespreekt het verschil tussen het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs en bespreekt waar zijn/haar voorkeur naar uitgaat. De student bespreekt op samenhangende wijze hoe zijn/haar visie op het beroep de eigen leerdoelen, relevante literatuur en onderzoek, observaties en ervaringen tijdens de stage. De student toont aan een relatie met leerlingen op te kunnen bouwen en op ten minste niveau hoofdfasebekwaam te kunnen functioneren. De student bespreekt op samenhangende wijze het verschil tussen het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs waarbij de student aantoont verder te kijken dan stereotyperingen. Zie goed, waarbij de verantwoording van je visie consistent, samenhangend en overtuigend ondersteunend wordt met specifieke voorbeelden. De student toont aan inzicht te hebben in de leeruitkomsten van jaar 1 en op een gevorderd niveau te hebben gefunctioneerd Met de geleverde bewijzen toont de student aan een onderzoekende houding te hebben en/of op sterke wijze theorie en praktijk met elkaar weet te verbinden. 30% Eindbeoordeling * *gemiddelde van bovenstaande beoordelingscriteria *alle criteria moeten met minimaal voldoende zijn beoordeeld. Wanneer een onderdeel onvoldoende is maar het gemiddelde cijfer hoger dan een 5,5, wordt er een 5 in Osiris ingevoerd. naam en handtekening werkbegeleider naam en handtekening instituutsopleider Opmerkingen: