Crisis en herstel in de bouwsector

Vergelijkbare documenten
Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

J A N U A R i

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2009

Crisismonitor Drechtsteden

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Thermometer economische crisis

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april?

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

Monitor Kredietcrisis Zoetermeer

Monitor Bouwketen. Voorjaar Marien Vrolijk

Kennissessie Marktkansen 2011 en verder start om uur

Crisismonitor Drechtsteden februari 2010 (cijfers tot en met december 2009)

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2012

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Crisismonitor Drechtsteden april 2010 (cijfers tot en met februari 2010)

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2009

Factsheet stedelijke economie. 1 e kwartaal 2019

Thermometer economische crisis

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2010

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Crisismonitor Drechtsteden

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde in de bouw en het overige bedrijfsleven in (jaar-op-jaarmutaties in procenten)

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2010

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2011

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2010

Trendmonitor Hoorn. 11 e meting: eerste kwartaal Trendmonitor Hoorn. Gemeente Hoorn mei 2012

Kortetermijnontwikkeling

Thermometer economische crisis

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Bouwproductie & prognoses. BouwKennis BusinessClub Jacco Ridderhof - 4 maart 2015

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2012

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persconferentie De Nederlandse economie vierde kwartaal 2009

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2009

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

bouw sectormonitor november 2011

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Uit de INR-cijfers blijkt dat met een groei van 3,5 % de bouw de algemene economische groei (+1,2 %) in 2016 sterk gestimuleerd heeft.

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Thermometer economische. crisis

Factsheet stedelijke economie. 2 e kwartaal 2015

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Vooruitzichten voor de bouw in Nederland en Europa

Factsheet stedelijke economie. 1 e kwartaal 2015

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2017

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Werkloosheid toegenomen

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Thermometer economische crisis

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Kops (PVV) over het bericht Bouwmotor loopt vast.

economisch instituut voor de bouw trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche

*# IJsselstein. Economische barometer januari Ondernemen

SAMENVATTING

Monitor Bouwketen. Najaar Jerzy Straatmeijer

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Thermometer economische crisis

Krimp slaat weer toe in bouw

Conjunctuurenquête Technologische industrie. november 2016

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Centraal Bureau voor de Statistiek

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid stijgt opnieuw sterk

Factsheet stedelijke economie. 4 e kwartaal 2013

Monitor Bouwketen. Najaar 2017

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Economische barometer maart 2012

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

CPB juniraming 2010: Ook lagere economische groeiverwachtingen voor Breda

Werkloosheid opnieuw gestegen

Feitendossier IPW donderdag 26 maart 2009

Transcriptie:

Crisis en herstel in de bouwsector De bouwsector verkeert in zwaar weer. Voorlopende ontwikkelingen, zoals woningverkopen en de omvang van de orderportefeuilles, kondigden anderhalf jaar geleden al de komst aan van een duidelijke teruggang in de bouw. In de loop van 29 is deze ontwikkeling inderdaad steeds sterker zichtbaar geworden bij de productie en de werkgelegenheid in de sector. In figuur 1 wordt de ontwikkeling van de toegevoegde waarde in de bouw afgezet tegen de ontwikkeling van de rest van het Nederlandse bedrijfsleven. Figuur 1 Toegevoegde waarde in de bouwnijverheid en de rest van het bedrijfsleven, procentuele verandering ten opzichte van dezelfde periode in het voorafgaande jaar 1 5-5 -1-15 -2 bouw overig bedrijfsleven Bron: CBS Uit de figuur wordt duidelijk dat de bouw in de eerste helft van 29 nog relatief beperkt werd getroffen. Na de bouwvak van het afgelopen jaar wijzigde dit beeld drastisch. Terwijl de krimp in de rest van het bedrijfsleven terugloopt, zakt de bouw steeds dieper weg. In het eerste kwartaal van dit jaar ligt de toegevoegde waarde maar liefst 16% lager dan in het eerste kwartaal van het vorige jaar. Winterinvloeden hebben de productie extra getroffen in eerste kwartaal van 21, maar gecorrigeerd daarvoor is de teruggang naar schatting nog altijd rond de 14%. De ontwikkeling van de toegevoegde waarde in de sector is uiteraard niet zonder gevolgen gebleven voor de bouwarbeidsmarkt. De werkgelegenheid in de bouw is sterk teruggelopen en de werkloosheid sterk toegenomen. In figuur 2 wordt dit in beeld gebracht voor de uitvoerende bouw.

Figuur 2 Werkgelegenheid en werkloosheidsuitkeringen in de uitvoerende bouw, aantallen werknemers 17. 165. 16. 155. 15. 145. ww-uitkeringen 14. 12. 1. 8. 6. 4. 2. 14. werknemers ww-uitkeringen Bron: Cordares Uit de figuur zien we de spiegelbeeldige ontwikkeling van de werkgelegenheid en de werkloosheid in de bouw, waarbij de werkgelegenheid iets voorop loopt op de ontwikkeling van de werkloosheid. Het aantal werknemers daalt van 168. in het derde kwartaal van 28 naar 152. in het eerste kwartaal van 21. Van top naar het voorlopige dal gaat het om een daling van bijna 1%. De werkloosheid loopt vanaf het eerste kwartaal van 29 op en toont in de laatste twee hier gepresenteerde kwartalen een acceleratie, de opgaande trend wordt telkens sterker. Bij de werkloosheidscijfers moet worden bedacht dat het hier uitsluitend gaat om werknemers die hun baan kwijt geraakt zijn; jongeren die niet meer geplaatst kunnen worden vallen buiten de definitie ze krijgen geen werkloosheidsuitkering maar zijn uiteraard ook als werkloos aan te merken. De werkloosheidsontwikkeling zou nog ongunstiger hebben uitgepakt als de klap niet deels door zelfstandigen zou zijn opgevangen, vooral tot uiting komend in minder productie en inkomen voor de zzp ers, en minder in de vorm van bedrijfsstaking en werkloosheid. Bedacht moet worden dat zelfstandigen niet voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking komen en bij faillissement in de bijstand belanden. De in omvang sterk gestegen flexibele schil vangt daarmee meer dan in het verleden de afnemende arbeidsvraag in de bouw op. Ook in de sfeer van de faillissementen is terug te zien dat vennootschappen eerder tot bedrijfsbeëindiging hebben (moeten) overgaan dan eenmanszaken (figuur 3).

Figuur 3 Faillissementen in de bouw, aantallen 4 3 2 1 eenmanszaken vennootschappen e.d. Bron: CBS In het beeld van de faillissementen zien we de versnelling van de problemen in de bouw duidelijk terug. In het eerste kwartaal ligt het aantal faillissementen 4% hoger dan in eerdere kwartalen in 29, toen er ook al een stijging was met 6% ten opzichte van 28.

Vooruitzichten op de korte termijn Afgaande op de ontwikkelingen tot nu toe ligt een nog verdere teruggang in de komende kwartalen in de rede. Dit betekent dat de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid nog verder dalen en dat de werkloosheid zal blijven oplopen. Wanneer zou nu de bodem kunnen worden bereikt? De ontwikkeling van de orderportefeuilles biedt enige aanknopingspunten. In figuur 4 wordt de ontwikkeling van orderportefeuilles in de woningbouw en de utiliteitsbouw weergegeven. Figuur 4 Orderportefeuilles in de woning- en utiliteitsbouw, in maanden 1 9 8 7 6 5 jan feb mr ap me ju j/a se okt no de jan feb mr ap me ju j/a se okt no de jan feb mr ap me woningbouw utiliteitsbouw Bron: EIB Uit de figuur komt een vrij gelijkgestemd beeld naar voren van de ontwikkeling van de orderportefeuilles in de woningbouw en de utiliteitsbouw. In beide sectoren is gerekend vanaf de top tot het dal sprake van een daling met ongeveer 35%. Het leeuwendeel van dit verlies moet met een zekere spreiding over de jaren 29, 21 en 211 landen in productieverlies. Het afgelopen jaar is in deze segmenten nieuwbouw en groter renovatiewerk - al ongeveer 1% productieverlies opgetreden. De verwachting is dat in 21 in deze segmenten nog eens ruim 15% productieverlies zal optreden. Als de orderportefeuilles eind 21 weer in de lift komen te zitten, dan zou verder productieverlies in 211 in deze segmenten vervolgens bescheiden kunnen uitpakken. Dit is in ieder geval steeds het uitgangspunt geweest voor de ramingen van het EIB. Afgaande op de ontwikkelingen van de orderportefeuilles in de laatste maanden, lijkt dit nog steeds het meest plausibele scenario. Het niveau van de orderportefeuilles is de afgelopen 5 maanden gestabiliseerd. Van maand tot maand zijn er fluctuaties, maar van een duidelijke neerwaartse trend is geen sprake meer. Dit zou een voorzichtig herstel van de orders vanaf eind 21 goed mogelijk maken. Indien bovengenoemde ontwikkeling zich inderdaad gaat voltrekken, wat betekent dit dan voor herstel van productie en werkgelegenheid? Bij de orderportefeuilles is tot nu toe sprake geweest van zes kwartalen van daling. Bij de productie is sprake van vier kwartalen van daling. In dat geval staat ons nog twee kwartalen te wachten van toenemende krimp, waarna stabilisatie zou kunnen optreden. Het dieptepunt in termen van productie wordt dan eind dit jaar bereikt. Voor de werkgelegenheid zou dit dan in de eerste helft van 211 liggen.

De ontwikkelingen op de woningmarkt kunnen ook worden bekeken aan de hand van de vergunningen en het aantal gereed gemelde woningen. Dit is in beeld gebracht in figuur 5. Figuur 5 Verleende vergunningen en gereedmeldingen nieuwbouwwoningen, aantallen 45 4 35 3 25 2 15 1 5 verleende vergunningen gereedmeldingen Bron: CBS Uit de figuur komt voor de vergunningen een vrij herkenbaar beeld naar voren voor 29. Net als bij de ordeportefeuilles zien we een dalende trend in de loop van het jaar. In het vierde kwartaal dalen de vergunningen relatief echter niet meer, maar ook in dit kwartaal ligt het aantal vergunningen wel lager dan in het vierde kwartaal van 28. Het aantal gereed gemelde woningen reageert met vertraging en ligt in de eerste drie kwartalen van 29 nog maar beperkt onder de niveaus die een jaar eerder werden bereikt. Een grote dissonant vormde hier het vierde kwartaal en wel in het bijzonder de maand december. In deze maand steeg het aantal gereed gemelde woningen fors in vergelijking met de laatste maand van 28. Deze stijging was zodanig dat het aantal gereed gemelde woningen over heel 29 zelfs hoger uitkwam dan in 28. Deze ontwikkeling spoort niet goed met het verloop van de vergunningen, niet alleen over 29, maar evenmin met de daling van het aantal vergunningen dat al sinds 27 is opgetreden. Ook spoort de ontwikkeling niet met die van de orderportefeuilles. Er zijn enkele verklaringen voor deze ontwikkeling. Een mogelijkheid is dat er toch nog meer oudere projecten in de pijplijn zaten, maar dan moet het wel zijn gegaan om projecten die maar weinig bouwproductie vergden om af te ronden. De woningbouwproductie in volumetermen is immers in 29 wel degelijk flink gedaald volgens het CBS. Een tweede verklaring is dat er meer goedkope woningen zijn gebouwd. Zo kun je meer woningaantallen toch plaatsen in het licht van minder bouwproductie. Cijfers over de waarde van opgeleverde woningen in 29 wijzen inderdaad wat in deze richting en hier kan een gedeeltelijke verklaring liggen. Een laatste niet onaannemelijke verklaring is dat er sprake is van administratieve verschuivingen. Met name het feit dat het aantal gereedmeldingen in december zo hoog was is opvallend. Het aflopen van de verstedelijkingssubsidies kan hierbij een rol gespeeld hebben. Als deze administratieve verklaring een rol speelt, dan zou men verwachten dat het aantal opgeleverde woningen in het eerste kwartaal van 21 dan vervolgens weer een stuk lager uitvallen dan anders het geval zou zijn geweest. Dit spoort inderdaad met de observatie van een zeer sterk terugvallend aantal opleveringen in het eerste kwartaal van 21.

De vergunningverlening in de utiliteitsbouw is in 29 stevig onder druk komen te staan. Dit geldt niet alleen de nieuwbouw, maar ook bij de renovatiemarkt in de utiliteitssector komen steeds minder nieuwe bouwprojecten van de grond. In het eerste kwartaal van 21 is ook hier sprake van een verdergaande daling, maar is het beeld tussen het vierde kwartaal van 29 en dat van het eerste kwartaal van 21 duidelijk meer gelijkmatig dan bij de woningbouw. Figuur 6 Bouwvolume verleende vergunningen utiliteitsbouw, procentuele verandering ten opzichte van dezelfde periode in het voorafgaande jaar 4 3 2 1-1 -2-3 -4-5 nieuwbouw herstel en verbouw Bron: CBS

Vooruitzichten voor de bouwproductie De ramingen van het EIB voor de bouwproductie zijn gepresenteerd tijdens de Euroconstructbijeenkomst in Dublin. Tabel 1 geeft een samenvatting van deze raming. Tabel 1 Bouwproductie 1 per sector, 28-212 Euroconstruct Dublin 21 Miljoen Jaarlijkse veranderingen (%) 28 29 29 21 211 212 Woningbouw 22.97 2.225-8,5-14, 1,5 5, - nieuwbouw 14.364 12.85-1,5-16,5 2,5 6, - herstel en verbouw 7.733 7.375-4,5-9,, 3,5 Utiliteitsbouw 14.589 13.525-7,5-12, -3, 2, - nieuwbouw 9.748 8.875-9, -17, -3,5 2, - herstel en verbouw 4.841 4.65-4, -3, -2,5 1,5 Onderhoud gebouwen 9.16 8.875-2,5,5 1,5 2, GWW 13.587 13.75 1, -1,,,5 - nieuwbouw 7.81 7.875 1, -1,, -,5 - onderhoud 5.786 5.875 1,5-1, -,5 1, Externe onderaanneming 2.694 2.575-4,5 -,5 -,5 3, Totaal bouw 62.73 58.95-5, -8,, 2,5 1) Exclusief interne leveringen, machines, overige investeringen, saldo uitvoer diensten en handelsmarges; basis Nationale rekeningen ; bedragen in prijzen 28, excl. btw Bron: EIB Nieuwe raming op basis van meest m recente r cijfers Nu de cijfers over het eerste kwartaal en ook die over de maand april bekend zijn moet ernstig rekening worden met een sterkere terugval in productie en werkgelegenheid. Hierboven werd uitgegaan van een productiedaling met 8% in 21, maar de meest recente cijfers wijzen eerder op een productieverlies van rond 1% dit jaar. In figuur 7 wordt naast het kwartaalpatroon van de Euroconstructraming ook het kwartaalpatroon weergegeven van een nieuw raming die nauw aansluit bij de realisaties in de eerste vier maanden van het jaar, waarin een productieverlies is opgetreden van 14%. In die situatie treedt een productiedaling op van 1¼% in 21. Ook de werkgelegenheid zal dan verder terugvallen dan waar tot nu toe rekening mee werd gehouden. De werkgelegenheid zal hierdoor dit jaar met ruim 4. arbeidsjaren dalen, tegenover een daling met ruim 3. in de ramingen tot nu toe. Het aantal opgeleverde woningen zal naar verwachting ook lager uitvallen en eerder rond de 55. woningen liggen, dan de ruim 6. in de ramingen tot nu toe. Dit laatste heeft echter ook administratieve achtergronden.

Figuur 7 Kwartaalpatroon bouwproductie 29 en 21, Euroconstruct en nieuwe raming, procentuele verandering ten opzichte van dezelfde periode in het voorafgaande jaar 4, 2,, -2, -4, -6, -8, -1, -12, -14, -16, -18, kw-2 kw-3 kw-4 29 21 Euroconstruct Dublin 21 Nieuwe raming Bron: EIB Voor de middellange termijn is het beeld niet wezenlijk veranderd. In 211 zal het niveau van de bouwproductie lager starten dan eerder geraamd, maar vanaf dat niveau kan enige groei ontstaan. 211 blijft vooral het jaar van stabilisatie. Na 211 kan meer robuuste groei optreden als het herstel dat elders in de economie zichtbaar is zich gaat verbreden en met de gebruikelijke vertragingsstructuren in de bouwproductie landt. Vertrouwen dat dit herstel van bouwproductie zich geleidelijk zal aandienen, geeft de ontwikkeling van de orderportefeuilles in de woningbouw en de utiliteitsbouw. Hier lijkt na de zeer scherpe dalingen in 28 en 29 de bodem inmiddels bereikt. De vooruitzichten voor groei op middellange termijn moeten wel worden gezien tegen de achtergrond van een fors teruggelopen productieniveau. De consequentie hiervan is dat de werkloosheid nog jaren op een hoog niveau zal liggen. Voor bedrijven biedt de groei wel weer wat lucht en ook zicht op rendementsherstel in de komende jaren.