JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE ALCOHOLBEPALING IN BLOED. Commentaren 2006

Vergelijkbare documenten
Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2005/2. Oktober

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2003/1. Mei

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2006/1. Mei

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE ALCOHOLBEPALING IN BLOED. Commentaren 2008

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2005/1. Mei

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN JAARRAPPORT

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2003/2. Oktober

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2004/2. Oktober

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

DEFINITIEF JAARRAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED 2017

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2007/2. Oktober

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2006/2. Oktober

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2013/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2016/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2016/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2014/2

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2004/1. Mei

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2007/1. Mei

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2017/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2015/1

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE IV

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2013

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE THERAPEUTISCHE MONITORING

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

DEFINITIEF JAARRAPPORT Allergie 2015

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2018

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2016

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2016

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2015

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II

DEFINITIEF JAARRAPPORT 2013

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2017/4

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

THERAPEUTISCHE MONITORING

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT POCT BLOEDGASSEN EN CO-OXYMETRIE ENQUETE 2019/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2016/1

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

route de Lennik, 808 Phone: Fax: Website: Banque de tissus pour allogreffes de l''appareil locomoteur et cellules bêta pancréatiques

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE III

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE III

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/2

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE IV

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/1

JAARRAPPORT 2006 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2019/1

Alcoholbepaling in bloed

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS THERAPEUTISCHE MONITORING. Commentaren 2008

Externe kwaliteitsevaluatie voor ronde van de Sperma analyse: globaal rapport

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2015/1

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2016

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/3

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2017/1

EIND RAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR MATRIX: VERSE KAAS TELLING LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE JUNI 2014

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/4 Verbeterde Versie

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2013

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE I

NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE ANA

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2015

Tegemoetkoming in de kosten voor het afleveren van menselijk lichaamsmateriaal Lijst van erkende banken voor lichaamsmateriaal

CONSEIL DE L'UNION EUROPÉENNE. Bruxelles, le 23 octobre /06 COPEN 109 EJN 25 EUROJUST 49

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

VALIDATIEPLAN PLAN DE VALIDATION

Tissue Bank Registry BELGIUM

EINDRAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR TELLING CAMPYLOBACTER SPP DECEMBER 2013 LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE GEVOGELTEPRODUCTEN

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE ENQUETE 01/2009 ANA

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

EINDRAPPORT LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE PT IN GEVOGELTE PRODUCTEN

DEFINITIEF JAARRAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING 2016

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2014/1

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Een 3-stapsmethode om bepaling in verschillende stalen globaal te evalueren

Transcriptie:

ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE ALCOHOLBEPALING IN BLOED Commentaren 2006 WIV 2006/Alc 01 Dit rapport mag uitsluitend worden gereproduceerd, gepubliceerd of gedistribueerd met toestemming van het WIV. 26/06/07 1/21

COMITE VAN EXPERTEN ALCOHOLBEPALING IN BLOED WIV (secretariaat) TEL. : 02/642.55.21 FAX : 02/642.56.45 e-mail : e-mail: clinical.biology@iph.fgov.be Enquêtecoördinator: Dr. HAMERS N. 02/642.55.26 e-mail : n.hamers@iph.fgov.be Statisticus: COUCKE W. TEL. 02/642.55.23 e-mail : w.coucke@iph.fgov.be CHARLIER C. TEL. : 04/366.88.18 FAX : 04/366.88.89 e-mail : c.charlier@chu.ulg.ac.be LAMBERT W. TEL. : 09/264.81.35 FAX : 09/264.81.83 e-mail : willy.lambert@ugent.be MARTENS F. TEL. : 056/24.25.30 FAX : 056/24.25.37 e-mail : frank.martens@azgroeninge.be NEELS H. TEL. : 03/217.78.04 FAX : 03/217.78.00 e-mail : hugo.neels@zna.be NOEL E. TEL. : 065/40.36.10 FAX : 065/34.74.80 e-mail : etienne.noël @hainaut.be TYTGAT J. TEL 016/32.34.03 FAX : - e-mail Jan.Tytgat@pharm.kuleuven.ac.be MAES V. TEL. : 02/477.50.41 FAX : 02/477.50.47 e-mail : viviane.maes@uzbrussel.be VAN DAMME M. TEL. : 02/650.51.97 FAX : 02/650.51.87 e-mail : mvandamm@ulb.ac.be VERSTRAETE A. TEL. : 09/240.34.07 FAX : 09/240.49.85 e-mail : alain.verstraete@ugent.be WALLEMACQ P. TEL. : 02/764.67.20 FAX : 02/764.69.32 e-mail : Wallemacq@lbcm.ucl.ac.be 26/06/07 2/21

INHOUDSTABEL 1. INLEIDING...4 Aantal ingeschreven laboratoria:... 4 Aantal geteste monsters:... 4 Tekst van het KB, die in 2006 voorbereid werd en die gepubliceerd werd in het Staatsblad van 04 06 2007.... 4 2. EVALUATIEMETHODEN...6 2.1. EVALUATIE VAN MOGELIJKE INTERFERENTIES... 6 2.2. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN... 6 2.3. Conventionele Pz Pu STUDIE... 6 3. COMMENTAREN...10 3.1. EVALUATIE VAN MOGELIJKE INTERFERENTIES EN VOOR DE CHROMATOGRAFISCHE METHODEN VAN DE VALIDATIE VAN DE KOLOMMEN... 10 3.2. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN... 11 3.3. Pz Pu STUDIE... 12 Distributie van P z en P u... 12 Totaal aantal citaties P u per methode... 15 Totaal aantal citaties P u per laboratorium en per methode... 16 4. RAPPORTEN...19 4.1. Recapitulatief individueel rapport met z-scores...19 4.2. Recapitulatief individueel rapport met u-scores... 19 5. LIJST VAN DE ERKENDE DESKUNDIGEN, IN HET KADER VAN DE VERKEERSVEILIGHEID, DIE HEBBEN DEELGENOMEN AAN DE EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE...20 26/06/07 3/21

1. INLEIDING Aantal ingeschreven laboratoria: Enquête 2006/1 : 183 Enquête 2006/2 : 181 Aantal geteste monsters: In de loop van de cyclus 2006 werden twee enquêtes georganiseerd. Enquête 2006/1 Voor de eerste enquête ontvingen de deelnemers 7 verschillende stalen. Enquête 2006/2 Voor de tweede enquête ontvingen de deelnemers 5 stalen. Tekst van het KB, die in 2006 voorbereid werd en die gepubliceerd werd in het Staatsblad van 04 06 2007. Dit voorstel wil de prestaties van de deskundigen nagaan bij een methode die in staat is een resultaat te leveren dat overeenkomt met de reële concentratie in het staal. De maximale onzekerheid van de methode wordt gesteld op 0.1g/l met een foutenmarge van 1/1000. De betrouwbaarheid van een analytisch resultaat hangt af van de twee belangrijkste parameters, bias en imprecisie. Om deze maximale onzekerheid van 0,1g/L te verzekeren, kan een theoretische maximale bias vastgelegd worden (schatting van de nauwkeurigheid) alsook een maximale afwijking tussen twee opeenvolgende metingen (schatting van de imprecisie) in functie van de gemeten concentratie (zie onderstaande tekst paragraaf 4). ANNEXE I Méthode et critères de dosage de l alcool dans le sang. BIJLAGE I Methode en criteria tot het bepalen van het alcoholgehalte in bloed. Le dosage de l alcool dans le sang est réalisé avec une technique de chromatographie en phase gazeuse répondant aux critères ci-dessous 1. Le laboratoire dispose d une procédure standard détaillée décrivant: 1.1. Le type de colonne utilisée et les conditions de l analyse. Ces conditions doivent garantir une séparation complète des pics obtenus pour les composants suivants : éthanol, méthanol, acétone, isopropanol et standard interne. 1.2. Le choix du standard interne et sa procédure De analyse voor het doseren van alcohol in het bloed wordt uitgevoerd met behulp van gaschromatografie die beantwoordt aan volgende criteria 1. Het laboratorium beschikt over een gedetailleerde standaardprocedure met beschrijving van: 1.1. Het gebruikte kolomtype en de analysevoorwaarden, die een volledige scheiding moeten garanderen van de pieken voor volgende substanties: ethanol, methanol, aceton, isopropanol en de interne standaard. 1.2. De keuze van de interne standaard en zijn gebruiksaanwijzing. d utilisation. 1.3. La procédure de validation des résultats. 1.3. procedure voor de validatie van de resultaten. 26/06/07 4/21

2. Le pouvoir de séparation de la colonne doit pouvoir être démontré de manière régulière pour les composants cités ci-dessus (approximativement 1 g/l) ; la fréquence de ce contrôle est fixée par écrit. 3. La fréquence de l étalonnage, le nombre de contrôles (minimum 2 de niveaux différents) et les blancs (minimum 1) introduits par série d analyses sont fixés par écrit. 4. Un dossier de validation doit être disponible avec une description de la limite de détection, de la limite de quantification, de la répétabilité, de la reproductibilité et de la linéarité (entre 0g/L et 3,0 g/l) de la méthode utilisée. Le biais est également calculé à partir d un matériau de référence certifié (dilué ou non à des concentrations de 0,20 0,50 0,80 1,20 et 1,50 g/l). Moyenne analytique* Biais max** (g/l) 0-0,40 15% (valeur cible 0,20 g/l) 0,41-0,69 5% (valeur cible 0,50 g/l) 0,70-et plus 3% (valeurs cibles 0,80, 1,20 et 1,50g/L) Moyenne*: moyenne des 2 mesures exprimée en g/l. Biais max**: biais maximum admis de la méthode. L échantillon est analysé en double. La différence entre ces 2 analyses doit répondre aux critères décrits dans la table ci-dessous. Moyenne analytique* Diff max** (g/l) 0-0,40 12% 0,41 et plus 8% Moyenne*: moyenne des 2 mesures exprimée en g/l. Diff max**: différence maximum admise entre les deux mesures. 5. Le laboratoire dispose d une procédure standard décrivant la manière d établir un rapport d expertise. 6. Le résultat repris dans le rapport final est la moyenne des deux analyses moins 0,10g/L pris comme facteur de correction de l incertitude. 7. Les instructions suivantes doivent être respectées pour les recalculs: - Le coefficient de métabolisation utilisé est le coëfficient généralement scientifiquement accepté de 0.15g/L par heure pendant les 4 premières heures de la phase d élimination et de 0.10g/L par heure pendant les deux heures suivantes. La procédure de recalcul n est effectuée que pour une période maximale de 6 heures. - Un recalcul n est effectué que si la moyenne des 2 mesures moins 0,10g/L est supérieure ou égale à 0.20g/L. 2. Op regelmatige basis moet het bewijs van volledige scheiding van hogergenoemde componenten (ongeveer 1 g/l) kunnen aangetoond worden; de frequentie van controle wordt schriftelijk vastgelegd. 3. De frequentie van de calibratie en het aantal controles (minimum 2 van verschillende niveau s) en blancos (minimum 1) dat in elke analysegang wordt meegenomen wordt schriftelijk vastgelegd. 4. Een validatiedossier moet beschikbaar zijn met beschrijving van de detectielimiet, de kwantificatielimiet, de repeteerbaarheid, de reproduceerbaarheid en de lineariteit ( tussen 0g/L en 3,0g/L) van de gebruikte methode. Tevens wordt de bias bepaald met behulp van gecertificeerd referentiemateriaal (al dan niet verdund tot een concentratie van 0,20, 0,50, 0,80, 1,20 en 1,50 g/l). Analytisch Maximale bias** gemiddelde* (g/l) 0-0,40 15% (targetwaarde 0,20 g/l) 0,41-0,69 5% (targetwaarde 0,50 g/l) 0,70 en hoger 3% (targetwaarden 0,80, 1,20 en 1,50 g/l) Gemiddelde*: gemiddelde van de twee resultaten in g/l. Max bias**: maximum toegelaten bias van de methode. Elk staal wordt in duplo geanalyseerd. Het verschil tussen de twee bepalingen moet beantwoorden aan de criteria vastgesteld in onderstaande tabel. Analytisch gemiddelde* Maximaal verschil** (g/l) 0-0,40 12% 0,41 en hoger 8% Gemiddelde*: gemiddelde van de twee resultaten in g/l. Max verschil**: maximum toegelaten verschil tussen de twee metingen. 5. Het laboratorium beschikt over een standaard procedure met beschrijving van de manier waarop een expertiserapport wordt opgesteld. 6. Voor het bekomen van het te rapporteren resultaat wordt 0,10g/L afgetrokken van het gemiddelde van de twee bepalingen als technische correctie voor de meetonzekerheid. 7. Volgende instructies moeten gevolgd worden voor de uitvoering van terugrekeningen: - De gebruikte metabolisatie coëfficiënt is de wetenschappelijk algemeen aanvaarde coëfficiënt van 0.15g/L per uur gedurende de 4 eerste uren van de eliminatie fase en van 0.10g/L per uur tijdens de twee volgende uren. Er wordt voor een periode van maximum 6 uur teruggerekend. - De terugrekening wordt alleen uitgevoerd als het gemiddelde tussen de twee metingen verminderd met 0,10g/L, gelijk aan of hoger dan 0,20 g/l is. 26/06/07 5/21

2. EVALUATIEMETHODEN 2.1. EVALUATIE VAN MOGELIJKE INTERFERENTIES Gezien de nakende wijziging van de wetgeving en het invoeren van een gaschromatografische methode als enige wettige methode, hebben wij ter gelegenheid van de enquête 2006/1 zeven verschillende stalen aangeboden. Deze stalen werden bereid uitgaande van een pool van humaan serum met toevoeging van verschillende additieven of interne standaarden die gebruikt worden bij de gaschromatografische bepalingen. Drie stalen bevatten geen ethanol en 4 bevatten ± 1.0g/L ethanol met verschillende mogelijke interfererende stoffen zoals aceton en methanol of isopropanol, n-propanol en n-butanol met een concentratie van ± 1.0g/L. Deze laatste drie substanties worden gewoonlijk als interne standaard gebruikt bij de gaschromatografische methoden. Deze stalen lieten ons ook toe de robuustheid van de niet-chromatografische methoden te evalueren. 2.2. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN Ter gelegenheid van de enquête 2006/2 werd ook een lineariteitsstudie uitgevoerd. Vier stalen met ethanol concentraties van ± 0.5, 1, 1.5 en 2g/L werden bezorgd aan alle deelnemers. Voor het vijfde staal hebben de laboratoria, in functie van hun laboratoriumnummer, verschillende stalen ontvangen die reeds gebruikt werden in een vorige enquête met ethanol concentraties van 0.21g/L, 0.82g/L, 1.21g/L en 1.52g/L. 2.3. Conventionele Pz Pu STUDIE In analogie met de andere domeinen werd een P z P u studie uitgevoerd op het geheel van de gebruikte gegevens voor alle methodes. Gezien het beperkt aantal resultaten, is de impact van een fout veel belangrijker dan in de andere domeinen. 26/06/07 6/21

2.3.1. Resultaten met Z-scores De voorgestelde methode bestaat er in om voor elk resultaat x, bekomen met een bepaalde methode, een z-score te berekenen: x M = SD z (Eq.1) Hierbij staan M en SD voor respectievelijk de mediaan en de standaardafwijking van de resultaten, aangeleverd door die laboratoria die gebruik maken van éénzelfde doseringsmethode. Het individueel resultaat x is de waarde bekomen met deze methode. Als N het aantal resultaten aangeeft door een laboratorium geproduceerd tijdens de ganse cyclus 2006, dan bekomt men N waarden voor z. Daar deze z-scores geen eenheid hebben kunnen ze met elkaar vergeleken worden. Onder deze voorwaarden kan de globale laboratoriumkwaliteit weergegeven worden als het percentage buiten de limiet ( +/ 3SD) vallende z-scores met name Pz. Pz wordt berekend, zoals hieronder getoond wordt, uit het totaal aantal geproduceerde z- scores (N) en het aantal resultaten waarbij z >3 (Nz). P N N Z Z 100 (%) = (Eq.2) Een laboratorium met een Pz = 0% heeft gedurende het ganse jaar geen enkel resultaat afgeleverd dat buiten de grenzen lag, zijn globale kwaliteit is perfect. Omgekeerd, indien Nz = N, dus Pz = 100%, vielen alle resultaten buiten de grenzen (extreem geval). Dus hoe kleiner de Pz, hoe beter de performantie van een laboratorium. Hoe hoger de Pz, des te verontrustender het kwaliteitsniveau. Gebruikmakend van de hierboven beschreven methodologie werd voor elk laboratorium een Pz-index berekend. Deze is een maat voor de globale kwaliteit van het laboratorium gedurende de voorbije cyclus. Op deze wijze kunnen we alle laboratoriumresultaten van een bepaald laboratorium samenvatten in één enkele parameter nl. Pz. Het bestuderen van de distributie van deze Pz-waarden bekomen door alle deelnemende laboratoria samen, laat nu toe om bijvoorbeeld de Pz-waarde te bepalen, die slechts door 10% van de laboratoria wordt overschreden (90 ste percentiel of Pz (90) ). Ook elk ander percentiel van de Pz-distributie kan zo berekend worden. Zo is de Pz (50) de mediaan van de Pz-waarden en is de Pz (75) het derde kwartiel dat door 25% van de laboratoria wordt overschreden. 26/06/07 7/21

2.3.2. Methode met vaste limieten Een gelijkaardige benadering als deze van de z-scores kan gebruikt worden door de aanvaardbaarheidscriteria te definiëren als zijnde vaste limietwaarden. Naar analogie met de berekening van de z-scores worden alle bekomen resultaten omgezet in u-scores volgens de vergelijking: x t u = 100 (%) (Eq.3) t Hierbij is t de targetwaarde en x de eigen bekomen waarde voor deze parameter. De grootheid u drukt de afwijking uit (in %), van een individueel resultaat x ten opzichte van de targetwaarde (er wordt dus geen rekening meer gehouden met de standaarddeviatie SD!). Een resultaat x is "buiten de grenzen" indien u > d, waarbij d de procentuele aanvaardbare afwijking is tussen x en M. Wij hebben de berekeningen uitgevoerd met 3 verschillende «d» waarden. Vooreerst hebben wij gebruik gemaakt van 2 limieten: een zeer brede limiet van 30%, en vervolgens een meer stricte limiet van 15%, en dit ongeacht de concentratie. Daarna hebben we de berekeningen herhaald door ons te baseren op de aanvaardbaarheidscriteria vermeld in het Koninklijk Besluit. Met deze theoretisch criteria wordt een absolute fout gegarandeerd van minder dan 0.1g/L op het eindresultaat met een kans van 1 op 1000 op een overblijvende fout (p<0.001). Wij maakten een evaluatie van de totaal toelaatbare fout op basis van de toegestane analytische bias en onjuistheid tussen twee metingen, door gebruik te maken van de formule van Ricos et al ( «Scand J Clin Lab Invest 1999 ; 59 : 491-500, C. Ricos et al»). Totale fout < 2.33 x onjuistheid + bias (a<0.01) De totale fout voor de stalen gebruikt in de externe kwaliteitscontrole van 2006 bedraagt aldus 9.5% voor de stalen van 0.5g/L en 6.5% voor alle andere, zijnde 1.0g/L, 1.5g/L en 2.0g/L (zie tabel hieronder). Analytisch gemiddelde Max bias ** Max spreiding tussen 2 Totale fout (g/l) metingen 0-0,40 15% 12% 21.6% 0,41-0,69 5% 8% 9.5% 0,70-en meer 3% 8% 6.5% Indien N het totaal van de resultaten aangeleverd door het laboratorium aanduidt, kan men de globale kwaliteit van het laboratorium beoordelen door het aantal N U van de waarden u "buiten grenswaarden" te berekenen en zo het percentage te berekenen P N U = 100 (%) (Eq.4) N U 26/06/07 8/21

Drie distributies werden bestudeerd : P u30 met als grens 30%, P u15 met als grens 15%, en P ukb met de grenzen van het KB (zie grafiek paragraaf 3.3). De studie van de distributie van de Pu-waarden op het geheel van alle laboratoria, leidt tot het definiëren van de aanvaardbare kwaliteitsdrempels, bijvoorbeeld Pu (90), die slechts door 10% van de laboratoria wordt overschreden. Zoals Pz is ook Pu een globale indicator van de kwaliteit van de methode gebruikt door een laboratorium. Hoe kleiner Pu, hoe beter de performantie van de methode. Omgekeerd, een hoge Pu-waarde moet de aandacht trekken van de laboratoriumverantwoordelijke, zeker als deze boven de Pu (90) ligt. In dit geval moeten corrigerende maatregelen genomen worden. Een globaal onderzoek van de citaties werd eveneens uitgevoerd. Op basis van de limieten van het KB hebben wij het totaal aantal citaties berekend per methode op het totaal aantal ingeleverde resultaten; vervolgens hebben wij het percentage citaties bepaald per laboratorium en voor elke methode. 2.3.3. Niet te evalueren resultaten De berekening van de z-score is niet altijd mogelijk. Dit is ondermeer het geval wanneer het laboratorium een methode gebruikt voor dewelke er < 4 deelnemers zijn en waarvoor dus geen M en SD werd berekend. Voor de methode van Casier bvb waar er slechts 3 deelnemers waren voor één bepaalde enquête. Daarentegen kon de berekening van de u-scores, gebaseerd op een targetwaarde wel voor alle methoden berekend worden (ook voor Casier- n=28). Voor het staal E/7244 werd er geen evaluatie uitgevoerd daar dit monster niet voor alle laboratoria hetzelfde was. 26/06/07 9/21

3. COMMENTAREN 3.1. EVALUATIE VAN MOGELIJKE INTERFERENTIES EN VOOR DE CHROMATOGRAFISCHE METHODEN VAN DE VALIDATIE VAN DE KOLOMMEN 3.1.1. Kwaliteit van de gebruikte chromatografische methoden De verdeling van de gebruikers tijdens de enquête 2006/1 is als volgt: Methode Tot. aant. Volledige en correcte antwoorden 002 Direct Gas Chromatography - (capillary-column) 6 1 003 Direct Gas chromatography (packed-column) 6 3 004 Headspace chromatography (capillary-column ) 13 5 Op het geheel van deze gebruikers geven 9 deelnemers volledige en correcte antwoorden, de verdeling in functie van de methoden is weergegeven in de tabel hierboven. De toevoeging van interne standaarden als interferenten liet ons toe de laboratoria te identificeren die waarschijnlijk een kalibratieprobleem hebben. Dit is het geval voor 3 laboratoria die isopropanol als interne standaard gebruiken, 1 laboratorium dat n-butanol gebruikt en 1 dat n-propanol gebruikt. Één laboratorium heeft duidelijk zijn kolom gecontamineerd en vindt een onwaarschijnlijke hoeveelheid pieken maar identificeert n- propanol en n-butanol niet, hij gebruikt t-butanol als interne standaard. Eén laboratorium heeft methanol, als enige additief in het staal, niet teruggevonden en een ander labo heeft de methanol aanwezigheid in het mengsel niet gedetecteerd. 3.1.2. Robuustheid van de verschillende methoden evaluatie van de mogelijke interferenties Aceton interfereert met geen enkele van de geteste methoden. Methanol interfereert enkel met de methode van Casier. De laboratoria die gebruik maken van de methode van Casier vertonen positief gebiaste resultaten in aanwezigheid van alle andere geteste alcoholen. Voor de gebruikers van de kits gebaseerd op ADH, is er steeds een positieve bias die afhankelijk is van de gebruikte kit. De meest robuste enzymatische methoden zijn de methoden van Beckman, Emit en Roche, de minst robuste zijn AxSym (3B 32-20), Vitros en Dimension. Met de kit Abbott 9545-60 is de interferentie twee maal lager dan met de kit 3B 32-20 van dezelfde fabrikant. Isopropanol interfereert niet significant met de meeste van deze methoden behalve voor AxSym, Vitros en Dade Dimension waar mediaan waarden van respectievelijk 0.09, 0.11 en 26/06/07 10/21

0.12g/L worden bekomen. De belangrijkste interferentie wordt waargenomen in aanwezigheid van n-propanol, bij n-butanol is de interferentie minder belangrijk. Deze interferenties leiden tot concentraties 2g/L ethanol voor een reële concentratie van 1g/L. Normaal gezien zou met de gaschromatografische methoden geen enkele interferentie mogen waargenomen worden en dit is zo voor ±60% van de gebruikers van deze methoden. Onder de andere laboratoria hebben drie deelnemers een negatieve bias voor het mengsel, 1 deelnemer voor het monster met aceton en methanol, een ander laboratorium voor het monster met aceton. Tenslotte hebben twee deelnemers een positieve bias voor het mengsel. Deze bias zijn >30% voor slechts 5 op de 25 gebruikers van de chromatografische methoden voor het staal dat het mengsel bevat. 3.2. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN In de loop van deze enquête zijn de methoden waarvan de juistheid bevredigend is en voor dewelke de gemiddelde regressie het dichtst de theoretische rechte benadert, de methoden ADH Roche, chromatografie met Headspace, directe gepakte kolom gaschromatografie en ADH Beckman. Men moet echter voorzichtig blijven in de vergelijking van de gebruikte methoden gezien de grote verschillen tussen het aantal resultaten in elke methode en het feit dat niet alle deelnemers dezelfde stalen hebben ontvangen. De methode van Casier Delaunois blijft echter een methode met zwakke performanties. We stellen vast dat in deze evaluatie één laboratorium 3 afwijkende resultaten heeft afgeleverd (inversie van de stalen) en 5 laboratoria 1 afwijkend resultaat. Onder deze 5 laboratoria bevinden er zich 3 laboratoria, waarvan 2 met erkende deskundigen, die een fout gemaakt hebben voor het staal 7244, 2 andere laboratoria hebben een outlyer voor één van de punten van de rechte. 26/06/07 11/21

3.3. Pz Pu STUDIE In deze P z P u studie werden voor de berekening van de z scores (Eq.2 hoofdstuk 2.3.1) de groepsmedianen gebruikt, en voor de berekening van de u scores werd voor elk staal de mediaanwaarde van alle resultaten bekomen met de chromatografische methoden als targetwaarde genomen ( targetwaarde«t» Eq.3 hoofdstuk 2.3.2). Deze targetwaarden zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Ze zijn bijna steeds gelijk aan de globale medianen behalve voor het samengesteld monster E/6957 waar de globale mediaan hoger ligt (1.15g/L) ten gevolge van onder andere aanwezigheid van niet specifieke methoden. Enquête staal Targetwaarde (t) g/l Globale mediaan g/l 2006/1 E/6954 1.01 1.01 E/6955 1.015 1.01 E/6956 1.01 1.01 E/6957 1.00 1.15 2006/2 E/4734 0.61 0.61 E/4736 1.00 1.00 E/4737 1.99 2.01 E/4738 1.51 1.51 Distributie van P z en P u De distributies van P z en van P u30, P u15 en P ukb, voor de cyclus 2006 worden weergegeven in de tabel en de figuur hieronder. Kenmerken van de distributie van de Pz P U -waarden voor de cyclus 2006: aantal laboratoria (n), gemiddelde (m) ± standaarddeviatie, percentielen, minimum en maximum n m ± SD P(25) P(50) P(75) P(90) P(95) P(99) Min Max P z 173 4.7 ± 9.4 0 0 6.3 12.5 25.0 39.0 0 50.0 P u30 173 4.4 ± 6.5 0 0 12.5 12.5 12.5 25.0 0 25.0 P u15 173 8.5 ± 9.8 0 12.5 12.5 14.3 25.0 50.0 0 50.0 P ukb 173 23.7 ± 18.4 12.5 12.5 37.5 50.0 57.1 78.5 0 100.0 De grafiek van de distributie van de resultaten wordt hieronder weergegeven. Op basis van deze grafiek kan elk laboratorium het total aantal labo s die beter presteren evalueren. Voor een laboratorium met bvb een P ukb van 40% zijn er 80% de van de collega s die beter presteren. 26/06/07 12/21

Pz-Pu 2006 (n=173) 120% Cumulatieve verdeling van de laboratoria (%) 100% 80% 60% 40% 20% Pz Pu30 Pu15 PuKB 0% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Percentage z-scores en u-scores "buiten limieten" Cumulatieve diagrammen Pz- Pu voor het geheel van de laboratoria tijdens de cyclus 2006 Indien men de distributie van het percentage van de onaanvaardbare resultaten P z op basis van de methode 3 SD bestudeert, stelt men vast dat de drempel van 90% van de distributie van de P z -waarden gelijk is aan 12.5% voor het geheel van de deelnemers voor alle methodes. Dit wil zeggen dat voor 90% van de laboratoria het aantal onaanvaardbare resultaten <12.5% en dus meer dan 87.5% (7/8) aanvaardbare resultaten worden bekomen. Indien men de distributie van het percentage van de onaanvaardbare resultaten P u op basis van de methode met vaste limiet bestudeert, hangen de performanties af van de waarde van de vaste limiet. Voor een limiet d=30% toegepast op alle stalen stelt men vast dat de drempel van 75%, 90% en 95% van de distributie voor P u30 t gelijk is aan 12.5%. Dit wil zeggen dat 95% van de laboratoria een maximum van 12.5% onaanvaardbare resultaten hebben afgeleverd of met andere woorden 95% van de laboratoria hebben 87.5% (7/8) aanvaardbare resultaten afgeleverd. Voor een limiet van d=15% toegepast op alle stalen stelt men vast dat 50% van de laboratoria een maximum van 12.5% onaanvaardbare resultaten hebben afgeleverd. De drempel van 90% van de distributie P u15 is gelijk aan 14.3%. Dit wil zeggen dat 90% van de laboratoria minder dan 14.3% onaanvaardbare resultaten hebben bekomen. De drempel van 95% van de distributie P u15 is gelijk aan 25%. Dit wil zeggen dat 5% van de laboratoria minstens 25% onaanvaardbare resultaten hebben bekomen (2/8). 26/06/07 13/21

Voor een limiet «d»= 9.5% voor de stalen van 0.5g/L en «d»= 6.5% voor de stalen met 1.0g/L, 1.5g/L en 2.0g/L ethanol, zijn de eisen strenger en de evaluatie uiteraard slechter. Indien een laboratorium echter voldoet aan deze laatste limiet, voldoet het ook aan de eisen van het KB. Wij stellen vast dat de drempel op 50% van de distributie voor P ukb gelijk is aan 12.5%. Dit betekent dat 50% laboratoria 87.5% (7/8) aanvaardbare resultaten hebben bekomen. 26/06/07 14/21

Totaal aantal citaties P u per methode Een andere interessante analyse bestaat uit het bepalen van het totaal aantal citaties voor P u per methode zoals voorgesteld in de onderstaande tabel: Direct Gas chromatography (packed-column) Groep n citaties % 55 8 14,5 ADH- Roche 715 130 18,2 Direct Gas Chromatography - (capillary-column) 54 13 24,1 ADH- Vitros 212 61 28,8 ADH- Abbott TDx/ADx 68 20 29,4 ADH- Dade (Emit) 97 29 29,9 ADH- Abbott AxSym 84 26 31,0 Headspace chromatography (capillary-column ) 107 34 31,8 ADH- Beckman 40 13 32,5 ADH - Dade Dimension 80 30 37,5 Casier Delaunois 28 11 39,3 TOTAAL 1540 375 24,4 Zoals reeds eerder vastgesteld, zijn de resultaten van de Casier methoden met 39% citaties de zwakste. Onder alle methoden is de directe compacte chromatografie methode de minst geciteerde methode (14,5%). Onder de enzymatische methoden is de methode van Roche op het geheel van de cyclus de minst geciteerde methode (18,2%). 26/06/07 15/21

Totaal aantal citaties P u per laboratorium en per methode Indien deze gegevens vervolgens per laboratorium en per methode worden onderverdeeld (sommige laboratoria gebruiken 2 methoden) bekomt men de resultaten in de onderstaande tabel waar voor elke groep het aantal laboratoria, het gemiddelde van de citaties en de distributie van de citaties onder vorm van een box plot weergegeven worden. Groep Aantal labo's Gemiddelde van de citaties Distributie van de P u citaties per laboratorium en per methode (Box plot *) Direct Gas chromatography (packed-column) 9 16.67 ADH- Roche 91 17.50 ADH- Abbott TDx/ADx Headspace chromatography (capillary-column ) 11 27.27 15 29.29 ADH- Beckman 5 32.50 ADH- Vitros 27 30.09 Direct Gas Chromatography - (capillary-column) 8 27.08 ADH- Dade (Emit) 12 30.09 ADH - Dade Dimension 11 35.23 ADH- Abbott AxSym 11 34.09 Totaal 173 23.72 0 20 40 60 80 100 * Legende Normale Box plot P 25 = P 50 = P 75 P 25 = P 50 ou P 50 = P 75 P 25 = P 50 ou P 50 = P 75 O: outlyers 26/06/07 16/21

Onder alle methoden worden de gebruikers van de directe compacte chromatografie het minst geciteerd (16.7%), en, onder de enzymatische methoden, zijn de gebruikers van Roche de minst geciteerden (18%) voor heel de cyclus. Er valt eveneens op te merken dat voor de systemen Roche, Abbott TDx, Beckman,Emit en Dimension geen enkel laboratorium geciteerd werd voor het geheel van de resultaten (cirkels op100% van de schaal). 26/06/07 17/21

Analyse van het citatie risico in functie van de onzekerheid van de methoden Figuur 3 Figuur 4 Directe chromatografie M Casier M 0.55 0.67 0.55 0.67 3σ 2σ σ σ 2σ 3σ 0.63 0.61 0.65 0.59 0.67 0.57 0.69 σ: 0.02 - CV: 3.6% 3σ 2σ σ σ 2σ 3σ 0.56 0.47 0.65 0.29 0.38 0.74 0.83 σ: 0.09 - CV 16.5% Voor een staal met een targetwaarde van 0.61g/L en een vaste limiet van 9.5%, vertoont de directe chromatografie een mediaan van 0.63 g/l, met een standaarddeviatie van 0.02g/L en de Casier methode een mediaan van 0.56g/L met een standaarddeviatie van 0.09g/L. Indien men de aanvaardbare grenswaarden berekent voor een targetwaarde van 0.61g/L en een vaste aanvaardbare limiet van 9.5%, vindt men als ondergrens 0.55 g/l en als bovengrens 0.67 g/l, buiten deze grenzen worden alle resultaten geciteerd. Indien men voor de bekomen resultaten van beide methoden een normaalverdeling simuleert met bijhorende standaarddeviaties 1σ, 2 σ et 3 σ, stellen wij vast dat de gebruikers van de directe chromatografie een risico op 2 standaarddeviaties of meer hebben, terwijl de gebruikers van de Casier methode reeds een risico hebben op minder dan één standaarddeviatie. 26/06/07 18/21

4. RAPPORTEN Om de kwaliteit van elk laboratorium op een individuele manier weer te geven, werden aan elke deelnemer twee samenvattende protocollen verschaft van het geheel van de geleverde resultaten in de loop van de cyclus 2006. 4.1. Recapitulatief individueel rapport met z-scores Dit protocol toont het individueel resultaat, de groepsmediaan, de methode en de z-score. Deze laatste wordt in het vet gedrukt indien deze zich buiten de toegelaten limieten bevindt (± 3 SD). Onderaan het rapport wordt de globale P Z van het laboratorium vermeld zoals hoger beschreven. Het aantal laboratoria die een betere P Z bekwamen is niet opgenomen maar kan afgeleid worden uit de grafiek die zich in het globaal rapport bevindt (zie paragraaf 3.3.). 4.2. Recapitulatief individueel rapport met u-scores Voor elke parameter en elk geanalyseerd staal wordt het individueel resultaat, de groepsmediaan, de methode en de u-score (%) vermeld. Dit laatste wordt in het vet gedrukt indien deze zich buiten de toegelaten limieten bevindt. De u-score vermeld in het individueel rapport werd berekend met als limieten 9.5% voor het staal aan 0.5g/L en 6.5% voor de stalen 1g/L. Onderaan het rapport, wordt de globale P U van het laboratorium gegeven zoals hoger beschreven. Het aantal laboratoria die een betere P U verkregen werd niet opgenomen maar kan afgeleid worden in de grafiek die zich in het globaal rapport bevindt (zie paragraaf 3.3.). 26/06/07 19/21

5. Lijst van de erkende deskundigen, in het kader van de verkeersveiligheid, die hebben deelgenomen aan de externe kwaliteitsevaluatie Zoals aangegeven in onze vorige briefwisseling zullen wij binnenkort onderstaande lijst van de laboratoria met erkende deskundigen en die deelgenomen hebben aan de externe controles in 2006, aan de verschillende Parketten en Procureurs-generaal sturen. Indien u een erkend gerechtsdeskundige bent, u deelgenomen hebt aan de externe controles en uw naam niet is opgenomen in onderstaande lijst, gelieve ons dit te signaleren, zodat wij de lijst kunnen vervolledigen vooraleer deze naar de gerechtelijke instanties te versturen. Laboratorium Adres Erkende deskundigen 1 2 LABORATOIRE RENAUX DR. BEAUTHIER J-P & PHARM. RENAUX I. RUE DE LA SCIENCE 3 6000 CHARLEROI KU LEUVEN - LABO TOXICOLOGIE PROF. DR. J. TYTGAT Beauthier, JP - I. Renaux CAMPUS GASTHUISBERG - O&N 2 - PB 922 - HERESTRAAT 49 3000 LEUVEN Tytgat,J. 3 INSTITUT MEDICO LEGAL RUE DOS FANCHON 39 4020 LIEGE 2 4 Labo Chemiphar LIEVEN BAUWENSSTRAAT 4 8200 5 6 7 8 9 Boxho, Ph- Quiriny, J. BRUGGE ST- MICHIELS Cordonnier, J. INSTITUT MEDICO LEGAL DR. JACQUELINE RAVACHE - QUIRINY RUE DOS FANCHON 39 4020 LIEGE 2 Quiriny, J. LABO VOOR TOXICOLOGIE PROF. DR. W. LAMBERT HARELBEKESTRAAT 72 9000 GENT Lambert, W. - Van Peteghem PHARMACOZ LABO ANALYSES MEDICALES RUE DE MONCHERET 79 6280 ACOZ Feront, J. CABINET D'EXPERTISE JUDICIAIRES RUE PHOCAS LEJEUNE 6 5032 ISNES ALG CENTRUMZIEKENHUIS ANTWERPEN - STUIVENBERG LABO Vanescote, A - Gillet R.. LANGE BEELDEKENSSTRAAT 267 2060 ANTWERPEN Neels, H. 10 AML BVBA DESGUINLEI 88 - BUS 1 2018 ANTWERPEN Uytterhoeven,M. 11 12 U.I.A. LABORATORIUM KLINISCHE BIOLOGIE UNIVERSITEITSPLEIN 1 2610 WILRIJK Schepens, P. ALGEMEEN MEDISCH LABORATORIUM HOF TER BEKE TERBEKE HOFDREEF 20 2610 WILRIJK (ANTWERPEN) Uytterhoeven,M. H. HARTZIEKENHUIS VZW LABORATORIUM KLINISCHE 13 BIOLOGIE MECHELSESTRAAT 24 2500 LIER De Baets, G. 14 ALGEMEEN KLINISCH LABO BVBA LISPERSTEENWEG 469 2500 LIER Robyns, P. 15 CENTRUM VOOR MEDISCHE ANALYSE OUD-STRIJDERSLAAN 199 2200 HERENTALS Engelen, F. - Robrechts, J 16 UZ KUL - LABORATORIUMGENEESKUNDE KLINISCH SECRETARIAAT CAMPUS GASTHUISBERG CENTRAAL DIENSTENGEBOUW - NIVEAU 07 HERESTRAAT 49 3000 LEUVEN Daenens,P. 26/06/07 20/21

17 CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT-LUC LABO BIOLOGIE CLINIQUE / RIA AVENUE HIPPOCRATE 10 / 1730 1200 BRUXELLES Wallemacq, P. Vanbinst,R. 18 19 20 21 22 UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS BRUSSEL LABO VOOR KLINISCHE BIOLOGIE LAARBEEKLAAN 101 1090 BRUSSEL Maes, V. D. VAN WAES MEDISCH LABORATORIUM HOGE EXPRESS LEGEWEG 176 8200 SINT-ANDRIES BRUGGE Van Waes, D. AZ GROENINGE - CAMPUS O.L.V. LABORATORIUM REEPKAAI 4 8500 KORTRIJK Martens, F MEDISCH LABO BRUYLAND MEDITEST MEIWEG 1A 8500 KORTRIJK Bruyland,J. ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS LABO KLINISCHE BIOLOGIE MERESTRAAT 80 9300 AALST Crombé,J. 23 MEDISCH LABO MEDINA BVBA HOOGVELD 10 9200 DENDERMONDE Bellemans, L. 24 MEDILAB BVBA LABORATORIUM GORDUNAKAAI 60 9000 GENT Hoedt, R. 25 26 27 UZ GENT LABORATORIUM KLINISCHE BIOLOGIE DE PINTELAAN 185 9000 GENT Vertraete, A. LABORATORIUM VOOR MEDISCHE BIOLOGIE SCHOUTEERPARK 15 9070 DESTELBERGEN Iliano, L. CH REGIONAL - SITE DE BOUSSU LABORATOIRE BIOLOGIE CLINIQUE RUE DES CHAUFOURS 27 7300 BOUSSU Banse,V. 28 LABORATOIRE J. WOESTYN RUE DE LA STATION 130 7700 MOUSCRON Woestijn, J. 29 LABORATOIRE LUC OLIVIER SPRL ANALYSES MEDICALES RUE LE MARAIS 15 4530 VILLERS-LE- BOUILLET Olivier, L. 30 31 HOPITAL UNIVERSITAIRE DU SART TILMAN LABO BIOLOGIE CLINIQUE - TOUR II LOCAL 54 CAMPUS UNIVERSITAIRE B 35 4000 LIEGE 1 Charlier, C. CENTRE HOSPITALIER DE SAINTE-ODE LABORATOIRE DE BIOLOGIE CLINIQUE LE CELLY 2 6680 SAINTE-ODE Pairet, JV This report may not be reproduced, published nor distributed without prior consent from the WIV-ISP END 26/06/07 21/21