Les 6
Door te luisteren kan je soms heel veel zeggen
Luisteren is het bewust en doelgericht waarnemen, begrijpen, selecteren en verwerken van informatie
De docent fluistert een zin in het oor van een van de studenten. De zin wordt al fluisterend doorgegeven aan iedereen in het lokaal. Blijft de zin hetzelfde? Regels: Je mag de zin maar 1 keer fluisteren (dus niet herhalen) Je fluistert door wat je te horen hebt gekregen Fluisteren betekent dus niet: hardop praten ;-).
Horen: Luisteren: Je gebruikt alleen je oren Je gebruikt al je zintuigen
- Neem je de boodschap in je op - Je luistert niet alleen naar de woorden - Je probeert ook te begrijpen wat de ander zegt - Je luistert ook naar hoe iemand iets zegt - Je vraagt je af wat iemand bedoelt te zeggen
Waarom denk je dat het belangrijk is om goed te kunnen luisteren in de maatschappelijke zorg?
Heb je wel eens het gevoel gehad dat iemand niet naar je luisterde? Hoe was dat?
Als je het gevoel hebt dat iemand niet naar je luistert, heeft dat vaak te maken met een onjuiste luisterhouding. Bijvoorbeeld (pagina 68 van je boek): - Onderuitgezakt in je stoel zitten - Gapen, je uitrekken - Voortdurend ergens anders naar kijken - Ongeduldig kijken - Aan je sierraden friemelen - Met je telefoon bezig zijn - Je armen over elkaar slaan
Opdracht Maak een tweetal. Persoon A vertelt over zijn/haar meest favoriete hobby Persoon B luistert na ongeveer 1 minuut niet meer naar het verhaal. Dit laat je duidelijk merken. Het gesprek duurt 5 minuten Na 5 minuten wisselen de rollen
- Hoe is het om niet te luisteren? - Hoe heb je dit gedemonstreerd? - Hoe is het om niet gehoord te worden? - Welk gevoel geeft dit je en welk effect had dit op je verhaal? - Wat leert deze oefening jou?
- Blokkeert het gesprek; het valt stil - De spreker voelt zich niet begrepen - De spreker raakt geïrriteerd of boos - Er ontstaan misverstanden of onbegrip - Er ontstaat een conflict of een ruzie
Lees mee in je boek (pagina 68): Veel vormen van luisteren ( ) waar ze mee bezig kunnen zijn
Onverschillig luisteren - Passief luisteren - Ongeduldig luisteren Oordelend luisteren - Bevooroordeeld luisteren - Verdedigend luisteren Ik-gericht luisteren - Egocentrisch luisteren - Autobiografisch luisteren - Te selectief luisteren
In 7 groepen - Iedere groep wordt gekoppeld aan 1 vorm van niet-luisteren - Bedenk in je groepje een manier om deze vorm uit te beelden in een toneelstukje 10 minuten voorbereiden Daarna: Elk groepje laat zien wat ze hebben voorbereid Elk groepje schrijft op welke vorm van niet-luisteren wordt uitgebeeld. Welk groepje heeft de meeste vormen goed geraden?
Mindmap: Wat zijn positieve gevolgen van goed kunnen luisteren? - Beter begrip voor elkaar - Je komt samen op meer nieuwe en goede ideeën - Minder conflicten en ruzies - Minder fouten op je werk - Je kwetst anderen minder vaak en minder snel - Je bent beter geïnformeerd - Je neemt betere besluiten
Zó luisteren dat je verbaal en non-verbaal aandacht geeft aan wat de ander te zeggen heeft
Denk hier in tweetallen over na. Noteer minimaal 4 kenmerken van een juiste luisterhouding Tijdens het nabespreken benoemd ieder groepje een van de kenmerken op Missen we nog wat?
Rijtje uit het boek: - Een ietwat voorovergebogen lichaamshouding, gericht naar de spreker - Rustig op een stoel zitten - Met de onderarmen op tafel of op de bovenbenen steunen - Regelmatig oogcontact met de spreker - Alle aandacht gericht op de spreker - Van tijd tot tijd knikken als bevestiging of aanmoediging - Korte reacties geven (zoals hmm, ja, oh ) om je medeleven of belangstelling te tonen - Niet doorgaan als de ander afhaakt
Een luisteraar die achterover leunt in een gesprek, is niet geïnteresseerd in de spreker.
Heeft deze man een goede luisterhouding?
- Het waarnemen/opnemen van informatie - Zich verplaatsen in de ander - Interpreteren van informatie - Selecteren van informatie - Informatie beoordelen - Voorbereiden van reactie Hard werken!
Als je in gesprek gaat met iemand, heb je een luisterdoel. Bijvoorbeeld: - Iets te weten komen - Een mening vormen - De ander begrijpen en steunen Dit doel is belangrijk voor het bedenken van een luisterstrategie.
Kijk naar tabel 4,1 op pagina 74 van je boek
- Gericht luisteren - Kritisch luisteren - Intensief luisteren - Globaal luisteren - Empatisch luisteren (actief luisteren)
Opdracht Bedenk in een tweetal een voorbeeld van elk van de luisterstrategieën In welke situatie zou je deze luisterstrategie kunnen toepassen? - Gericht luisteren - Kritisch luisteren - Intensief luisteren - Globaal luisteren - Empatisch luisteren (actief luisteren)
- Aandachtgevend gedrag - Vragen stellen - Samenvatten en ordenen - Analyseren - Gevoelsreflectie - Confronteren - Geruststellen - Zelfonthulling
https://www.youtube.com/watch?v=oina46hewg8 Maak opdracht 7.1 uit het werkboek
https://www.youtube.com/watch?v=hgriwe4prne Maak opdracht 7.2 uit het werkboek
Blader naar hoofdstuk 6 uit je werkboek Maak opdracht 1 en 2
- Maak opdracht 1 en 2 uit je werkboek af - Lezen: Thema 1 Hoofdstuk 5 tot en met 5.4