CCP Jaarrapportage

Vergelijkbare documenten
METINGEN 2014 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman

METINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Het advies van de ASD.

Kerncijfers OGGZ. Rapportage Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar & Zoetermeer 2019

Beleidsregels maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen

Bijlage 1: Stand van zaken trajecten, in- door en uitstroom bij instellingen en van het proces werk en activering

Landelijke toegang maatschappelijke opvang

Handreiking Landelijke toegang maatschappelijke opvang

Memorandum. Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Aan Regionaal beleidsteam. Datum 17 februari 2015

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg

VERBETERPLAN MAATSCHAPPELIJKE OPVANG, VERSLAVINGSZORG EN OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Algemeen beeld Convenantafspraken Totaal aantal verhuringen (*) (*) exclusief Housing First

Uw kenmerk. Onderwerp: Navolging onderzoek Maatschappelijke opvang reactie plan van aanpak college

Monitor begeleid wonen en bemoeizorg Twente 2013

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de verordening maatschappelijke ondersteuning B E S L U I T E N:

Kader subsidieaanvragen OGGZ 2018

B&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c.

HANDREIKING. Landelijke toegankelijkheid in de maatschappelijke opvang

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2016 Betreft Maatschappelijke opvang

Werkwijze & plaatsingsmogelijkheden binnen Traverse

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Blauwdruk Samenhangende zorg bijzondere groepen gemeente Zaltbommel en Maasdriel

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009

Memorandum. Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Aan Regionaal beleidsteam. Datum 17 februari 2015

Monitor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen 2016

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost

Monitor begeleid wonen Twente 2012

Onze cliënt staat centraal!

Concept rapportage. Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018

Toelichting toegangsproces beschermd wonen

M E M O. Aan : Commissie Samenleving Van : Eveline Tijmstra en Harry Rotgans. Datum : 20 oktober 2016 Onderwerp : Verwarde personen.

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

Overijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

FACT. Informatie voor verwijzers en professionals

Vreemdelingenbeleid Amsterdam

Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek

IrisZorg Preventieve wijkgerichte

Winterregeling Drenthe

Monitor Daklozenopvang 2017

Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Enschede 2014

Housing First: eerst een huis, dan de zorg. Een nieuw thuis na een zwervend bestaan

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Op weg naar 2020: Transformatie van de maatschappelijke zorg

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008

Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman

Beleidsplan Opvang en Bescherming. Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter)

Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek. Enschede A. Kruize. S. Biesma. B. Bieleman METINGEN 2004 TOT EN MET 2010

De Maatschappelijke zorg dichterbij. Op weg naar 2021: Transformatie van de maatschappelijke zorg

Cijfers maatschappelijke opvang Uitgave: Federatie Opvang, in opdracht van het ministerie van VWS

Monitor begeleid wonen en bemoeizorg Enschede 2011

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

OGGZ Veldmonitor Utrecht

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Wegwijzer voor buurt- en wijkteams

Prestatieverslag. West-Friesland. Hoorn, 29 mei 2016

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

REGIOCONVENANT Uitstroom Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

11 oktober 2011 MO/ Maatschappelijke voorzieningen 2 RAADSINFORMATIE inzake Regiobinding Maatschappelijke Opvang

Beleidsregel Beschermd Wonen 2015 Valleiregio

Onderzoek Winteropvang 2017/18

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2013

Over onze leerlingen 2017

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe

STICHTING DE STAM. Doelstelling Visie Voor wie? Door wie? Programma Ketenpartners Instroom & intake Uitstroom & nazorg

Ambitie: de doelgroep maatschappelijke zorg woont passend en zo zelfstandig mogelijk, heeft passende ondersteuning en participeert naar vermogen.

Factsheet Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang in de regio Hart van Brabant Inclusief Vrouwenopvang en Wmo begeleiding

Kinderen, ouderen en het huisverbod

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2014

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG. Opzet voor een onderzoek naar de doorstroming in de ondersteuningsketen voor dak- en thuislozen. 24 Mei 2017 RIS

Regionaal beleids- en afsprakenkader 2016

Opmerkingen en onderzoeksuggesties vanuit de discussiegroepen symposium 16/10/2013 nav de tabellen over huisuitzettingen

Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2013

Netwerkdossier Gemeente Valkenswaard Signaleringsoverleg 2013

Landelijk Beleidskader Instroom def versie

Raadsinformatiebrief Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang. Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang Lekstroom. Uitgave nr.

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018

Dreigende Energieafsluitingen Holland Rijnland

Subsidieaanvraag Meldpunt Bijzondere Zorg 2017

Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012

Epidemiologie van de OGGZ OGGZ. Wat is OGGZ? Ongevraagde geestelijke gezondheidszorg. Ongevraagde geestelijke gezondheidszorg

Winterkoudeonderzoek 2016/2017 Rapportage Den Haag

december Totaal behandeld

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Monitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL

11/20/2014. Het onzichtbare zichtbaar maken in de OGGZ Stadsbioloog in Leiden. Prof dr Bert van Hemert. Vreemde vogels.

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving

Evaluatie Housing First. Titel van de presentatie

Regiovisie beschermd wonen en maatschappelijke opvang. donderdag, 7 maart, Agendapunt:

OMGEKEERDE UITVOERINGSIMPULS. Donutdocument briefadressen

Transcriptie:

CCP Jaarrapportage 2015-2016 CCP Jaarrapportage 2015-2016 December 2017

INHOUDSOPGAVE 1. Introductie 4 2. Resultaten voor het daklozenloket 8 2.1 Aanmelding bij het CCP 8 2.2 Screening en Intake 15 2.3 Traject 16 2.4 De Haagse Nachtopvang 18 2.5 Maatschappelijke opvang doorstroomvoorzieningen 20 2.6 Housing First 22 2.7 Afsluiten traject 24 2.8 Doelgroep buitenslapers 27 2.9 Doelgroep dakloze gezinnen 28 2.10 Doelgroep zwerfjongeren 30 2.11 Doelgroep dakloze EU-onderdanen 32 3. Resultaten voor Meldpunt Bezorgd 34 2

AFKORTINGEN BSJP BW CCP CJG GLD JIT LVB MB MO NO PO SZW SWT Wmo ZRM Boven stedelijk jongeren platform Beschermd wonen Centraal Coördinatiepunt Centrum voor Jeugd en Gezin Leger des Heils Jeugd Interventie Team Licht verstandelijk beperkt Meldpunt Bezorgd (ook bekend als achter de voordeur ) Maatschappelijke opvang Nachtopvang Plaatsingsoverleg Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (van de gemeente Den Haag) Sociaal Wijkzorg Team (van de gemeente Den Haag) Wet maatschappelijke ondersteuning Zelfredzaamheidmatrix 3

1. INTRODUCTIE Het Centraal Coördinatiepunt (CCP) is dé toegang tot de maatschappelijke opvang voor centrumgemeente Den Haag. Daarnaast worden personen waarbij sprake is van multiproblematiek en/of vervuiling aangemeld bij het Meldpunt Bezorgd (MB) van het CCP. De werkzaamheden van het CCP vallen uiteen in twee hoofdtaken: 1. Daklozenloket: het toeleiden en monitoren van dakloze burgers (feitelijk daklozen) afkomstig uit centrumgemeente Den Haag en de bijbehorende regiogemeenten (Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer) naar de maatschappelijke opvang en passende zorg. 2. Meldpunt Bezorgd (ook wel bekend als achter de voordeur ): het bemensen van het MB voor de negen gemeenten van GGD Haaglanden. Hier kunnen burgers en professionals met zorgen over andere burgers terecht. Vanuit het MB heeft het CCP de regie om te zorgen dat deze hulpvragen opgepakt worden in afstemming met andere professionals. Voor u ligt de CCP Jaarrapportage 2015-2016 van GGD Haaglanden. In deze CCP jaarrapportage rapporteren we over beide hoofdtaken. Voor de hoofdtaak daklozenloket betreft het gegevens over alle werkzaamheden voor centrumgemeente Den Haag. Voor de hoofdtaak MB betreft het alleen gegevens over de werkzaamheden voor de gemeente Den Haag. Voor de overige regiogemeenten zijn al separate rapportages uitgebracht voor de jaren 2015 en 2016. Doelgroep CCP De medewerkers van het CCP zetten zich in voor sociaal kwetsbare mensen die onvoldoende in staat zijn om in hun eigen bestaansvoorwaarden te voorzien (zoals onderdak, inkomen, verzorging). Er is bij hen sprake van multiproblematiek en zij krijgen niet de zorg of ondersteuning die nodig is om zich in de samenleving te handhaven. Daarbij wordt vaak geen hulpvraag gesteld waar de reguliere hulpverlening een antwoord op heeft, wat kan leiden tot ongevraagde bemoeienis of hulpverlening. Deze doelgroep wordt vaak ook de OGGZ-doelgroep genoemd. Hoewel de doelgroepen van beide hoofdtaken (daklozenloket en MB) overeenkomsten hebben, zijn er ook belangrijke verschillen. Het duidelijkste onderscheid is dat het daklozenloket zich op feitelijk dakloze burgers richt en het MB zich richt op burgers met een dak boven hun hoofd. In het verleden zette het CCP zich ook in voor de dreigend daklozen, maar met de komst van de sociale wijkzorgteams (SWT s), die zorg voor kwetsbare mensen met multiproblematiek wijkgericht zijn gaan oppakken, is de zorg voor deze doelgroep aan hen overgedragen. Werkwijze CCP Hier wordt een korte uitleg over de werkwijze van het CCP gegeven. Daklozenloket Aanmelding bij het daklozenloket kan op drie manieren plaatsvinden: 1. Medewerkers van het CCP gaan af op signalen van o.a. ketenpartners, handhavers en politie over mensen die op straat leven. 2. Het CCP bemant samen met de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) van de gemeente Den Haag het fysieke daklozenloket op de Binckhorstlaan. Het loket is vijf dagen per week open en iedereen kan zich bij het loket melden. 3. Zorgverleners kunnen hun cliënten ook direct aanmelden bij het CCP. 4

4. Via het Veiligheidshuis 1. Na een aanmelding volgt een intake, dit bestaat uit 2 delen: 1. Screening door CCP en Dienst SZW, om in kaart te brengen wat de problematiek en wat de hulpvraag is. Tevens wordt er gekeken naar de mate van zelfredzaamheid en regiobinding 2. 2. Indien nodig volgt een intake waarin onderzocht wordt wat de cliënt nodig heeft, wat de cliënt zelf wil en hoe dit het beste gerealiseerd kan worden. Wanneer de cliënt in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang (opvang en ondersteuning voor dak- en thuislozen) start het CCP een traject. Dit richt zich op het toeleiden van cliënt naar onderdak, ondersteuning en zorg. Cliënten krijgen veelal eerst een plek in de Haagse Nachtopvang 3 (NO) door middel van een zorgpas. Het CCP kan onder bepaalde voorwaarden ook een briefadres verstrekken wanneer een cliënt tijdelijk in zijn/haar netwerk verblijft en zich daar niet kan inschrijven. Plaatsing in een doorstroomvoorziening 4 van de maatschappelijke opvang (MO) gebeurt door middel van het plaatsingsoverleg. 5 Naast de nachtopvang en diverse doorstroomvoorzieningen leidt het CCP ook toe naar Housing First 6. Het CCP sluit een traject wanneer er een overdracht heeft plaats gevonden en het CCP verder geen bemoeienis meer heeft met het traject. Bijvoorbeeld omdat de cliënt uit de MO gaat naar een andere voorziening of een zelfstandige woning of omdat de cliënt uitvalt. De hierboven beschreven werkwijze geldt voor het gros van de daklozen die zich melden bij het CCP. Daarnaast heeft het CCP voor verschillende doelgroepen een aparte werkwijze die aansluit bij hun specifieke problematiek. Het betreft de volgende doelgroepen: buitenslapers, gezinnen, zwerfjongeren en EU-onderdanen. Naast bovenstaande werkzaamheden monitort het CCP ook de keten MO op instroom, doorstroom en uitstroom. Meldpunt Bezorgd (staat ook bekend als achter de voordeur ) Aanmelding bij het MB kan via de mail of telefoon, zowel door burgers als professionals. Aan de hand van de melding wordt een onderzoek gestart waarbij de problematiek wordt uitgevraagd en onderzocht wordt of er al professionals betrokken zijn. Wanneer er geen betrokken hulpverleners zijn en de problematiek binnen de verantwoordelijkheid van het CCP valt (vervuiling en hoarding) wordt een traject gestart waarin bijvoorbeeld het huis i.s.m. medewerkers van STEK wordt opgeruimd. Er wordt hierin nauw met de Sociale Wijkzorgteams (SWT s) samengewerkt. Wanneer hulp is 1 Veiligheidshuizen zijn netwerksamenwerkingsverbanden die partners uit de strafrechtketen, de zorgketen, gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. Het CCP kan hieraan deelnemen. 2 Bij regiobinding wordt gekeken naar waar een traject voor de cliënt de grootste kans van slagen heeft. 3 Daklozen kunnen bij de nachtopvang terecht voor een slaapplaats en begeleiding. Het verblijf in de opvang is in principe zo kort mogelijk. 4 Dit zijn groepsvoorzieningen waar mensen gemiddeld zes maanden tot een jaar verblijven en werken aan hun zelfredzaamheid. 5 Dit is een multidisciplinair overleg met verschillende partijen waarbij medewerkers van het CCP cliënten bespreken met de vertegenwoordigers van de MO instellingen om gezamenlijk te bepalen welke opvang het meest passend is. 6 Housing First is bedoeld voor dakloze Hagenaars met meervoudige problematiek. Zij krijgen een woning aangeboden met intensieve begeleiding en ondersteuning op alle leefgebieden. 5

afgerond, de cliënt is uitgevallen of een andere hulpverlener de casus overneemt wordt het traject afgesloten. Onderzoeksvragen De rapportage is opgedeeld in twee delen: resultaten van het daklozenloket en resultaten van het MB. Ieder deel gaat in op de verschillende werkzaamheden van het CCP; beginnend met de aanmelding en registratie, uitkomsten van de screening en de intake, het aantal gestarte en afgesloten trajecten en resultaten van trajecten. Daarnaast is er voor het daklozenloket extra informatie toegevoegd over specifieke voorzieningen (nachtopvang, doorstroomvoorzieningen en Housing First) en specifieke doelgroepen (buitenslapers, gezinnen, zwerfjongeren en EU-onderdanen). Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen: 1. Hoeveel personen zijn in 2015 en 2016 aangemeld bij het daklozenloket en MB, hoeveel van hen betroffen nieuwe aanmeldingen en hoeveel personen waren bij aanmelding reeds bekend bij het CCP? En op welke wijze zijn de personen bij het CCP aangemeld? 2. Wat zijn de kenmerken van de feitelijk daklozen en cliënten MB? 3. Welk aandeel feitelijk daklozen heeft een intake gehad? 4. Hoeveel trajecten zijn er gestart voor feitelijk daklozen en cliënten MB? 5. Hoe de toeleiding van feitelijk daklozen naar de nachtopvang verlopen? 6. Hoe is de toeleiding van feitelijk daklozen naar doorstroomvoorzieningen verlopen? 7. Hoe is de toeleiding van feitelijk daklozen naar Housing first verlopen? 8. Hoeveel trajecten zijn er in 2015 en 2016 afgesloten en met welk resultaat (doorstroom, stabiele mix na 1 jaar, uitstroom of uitval) voor feitelijk daklozen en cliënten MB? 9. Op welke manier zijn dakloze cliënten en cliënten MB doorgestroomd of uitgestroomd en wat was de reden van uitval? 10. Wat voor inzet heeft het CCP voor de doelgroep buitenslapers gepleegd? 11. Wat voor inzet heeft het CCP voor de doelgroep dakloze gezinnen gepleegd? 12. Wat voor inzet heeft het CCP voor de doelgroep zwerfjongeren gepleegd? 13. Wat voor inzet heeft het CCP voor de doelgroep dakloze EU-onderdanen gepleegd? Databestand en analyses Voor het beantwoorden van deze vragen is gebruik gemaakt van twee databestanden (een met gegevens over 2015 en een met gegevens over 2016), die zijn aangeleverd door het Centraal Coördinatiepunt (CCP) van GGD Haaglanden. Een medewerker van de afdeling Beheer & Services OCW heeft de databestanden gegenereerd uit het cliëntvolgsysteem (Trace) van het CCP door middel van het rekenprogramma Excel. Een medewerker van de afdeling Epidemiologie van GGD Haaglanden heeft de databestanden vervolgens geanalyseerd met behulp van het statistische analyseprogramma SPSS v23.0. Presentatie van de resultaten De resultaten uit 2015 en 2016 die in dit jaarverslag staan beschreven, zijn gebaseerd op de hier bovengenoemde databestanden. Beide databestanden bevatten enkel unieke cliënten; als er in dit rapport gesproken wordt over cliënten dan betreft het dus altijd unieke cliënten. Dit geldt ook voor het aantal gestarte of afgeronde trajecten. 6

Feitelijk daklozen en cliënten MB De resultaten worden apart gepresenteerd voor de groep feitelijk daklozen en de groep cliënten MB. Feitelijk daklozen zijn gedefinieerd als personen die voor hun overnachting vooral aangewezen zijn op straat, op een kortdurend verblijf in laagdrempelige opvangvoorzieningen (minimaal 10 nachten per jaar) of een tijdelijk onderkomen bij familie, vrienden of kennissen, of verblijven op plekken die niet kunnen worden gezien als veilig en toereikende huisvesting (bijv. kelderbox). De groep cliënten MB betreft personen waar mogelijk sprake is van vervuiling en/of hoarding. Nieuwe aanmeldingen en reeds bekende personen Personen die in 2015 en in 2016 geregistreerd staan in het cliëntsysteem van het CCP kunnen voorafgaand aan de twee onderzochte jaren (2015 en 2016) zijn aangemeld bij het CCP of in 2015 of 2016 nieuw zijn aangemeld. Nieuwe aanmeldingen bij het CCP betreffen personen die voor 2015 en 2016 niet bekend waren in het cliëntvolgsysteem van het CCP. Reeds bekende personen betreffen cliënten die wel voor 2015 en/of 2016 in het cliëntvolgsysteem van het CCP bekend waren. Daar waar zinvol, zijn de resultaten in dit rapport uitgesplitst naar nieuwe aanmelding en reeds bekend. 7

2. RESULTATEN VOOR DAKLOZENLOKET 2.1 Aanmelding bij het CCP Personen kunnen op verschillende manieren bij het CCP worden aangemeld. Een persoon kan zichzelf melden bij het CCP loket. Ook kan een persoon worden aangemeld door een externe verwijzer, zoals Parnassia, Palier, een Penitentiaire Inrichting (PI) of de huisarts. De externe verwijzer levert hiervoor een ingevuld aanmeldformulier (voorheen Aanmeld en Diagnose Formulier/ ADF) aan bij het CCP. Cliënten die op straat leven worden gemeld door partners in de stad (zoals boswachters, handhavers, politie, burgers, etc.), dit wordt loket straat genoemd. Daarnaast kan er een aanmelding via het Veiligheidshuis gedaan worden. Van alle personen die aangemeld worden of zichzelf melden worden kenmerken uitgevraagd en geregistreerd. Voor wie? In principe kan iedereen langskomen bij het CCP of aangemeld worden bij het CCP. Het CCP zal tijdens de screening nagaan of cliënten in aanmerking komen voor een bepaald type voorzieningen of hulpverlening. Rol CCP Registreren van de personen die zich melden of gemeld worden. Cliënten met een andere hulpvraag verwijzen naar de juiste hulpverlening. len Tabel 1 toont hoeveel cliënten op welke manier zijn aangemeld bij het CCP voor de jaren 2015 en 2016. In het overgrote deel van de nieuw aangemelde cliënten vond aanmelding plaats bij het daklozenloket (CCP loket). Tabel 1. Wijze van aanmelden (aantal [%]) bij het CCP. Den Haag, 2015 en 2016. Aanmelder % % CCP loket 2971 81 3345 86 Aanmeldformulier door verwijzer Loket straat (Haags straatteam) 637 17 478 12 40 1 34 1 Veiligheidshuis 40 1 38 1 Totaal 3688 100 3895 100 Tabel 1 laat zien dat het grootste deel van de aanmeldingen bij het CCP door de persoon zelf gedaan wordt (2971 in 2015 en 3345 in 2016). Ook een aanzienlijk deel van de aanmeldingen komt via verwijzers (637 in 2015 en 478 in 2016). De daling van het aantal aanmeldingen middels een verwijzing in 2016 is waarschijnlijk te verklaren doordat het CCP in 2015 gestopt is met de toeleiding naar beschermd wonen (BW). In 2015 is nog een aanzienlijk deel van de aanmeldingen voor BW geweest. 8

Leeftijd en geslacht Tabel 2 toont het geslacht en de leeftijd van daklozen. Hierbij is een onderscheid gemaakt in daklozen die bij aanmelding bij het CCP nog niet bekend waren (nieuwe aanmelding) en daklozen die bij aanmelding reeds bekend waren bij het CCP. Tabel 2. Achtergrondkenmerken (aantal [%]) geslacht en leeftijd van feitelijk daklozen uitgesplitst naar nieuwe aanmelding en reeds bekend bij het CCP. Den Haag, 2015 en 2016. Nieuwe aanmelding Reeds bekend Nieuwe aanmelding Reeds bekend Aanmeldingen 1.965 1.723 2.162 1.733 Geslacht Man 1.330 (68) 1.351 (78) 1.404 (65) 1.360 (79) Vrouw 635 (32) 372 (22) 758 (35) 373 (22) Leeftijd 1 Tot 23 jaar 340 (17) 148 (9) 377 (17) 142 (8) 23 jaar tot 45 jaar 1100 (56) 1013 (59) 1215 (56) 1001 (58) 45 jaar tot 65 jaar 489 (25) 515 (30) 525 (24) 529 (31) 65 jaar tot 85 jaar 35 (2) 47 (3) 45 (2) 60 (4) 85 jaar of ouder 1 0-0 - 1 Tot 27 jaar 629 (32) 385 (22) 672 (31) 385 (22) 1 In zowel 2015 als in 2016 was voor een nieuw aangemeld persoon de leeftijd onbekend. In 2015 zijn er 1.965 nieuwe aanmeldingen van daklozen geweest bij het CCP (deze personen waren nog niet bekend bij het CCP). In 2016 waren er 2.162 nieuwe aanmeldingen (zie Tabel 2). Wanneer je dit vergelijkt met aantallen nieuwe aanmeldingen in de voorgaande jaren (in 2014: 1.804; in 2013: 2.044 en 2012: 2.072) dan wordt zichtbaar dat na een afname van het aantal nieuwe aangemelde daklozen sinds 2014 er weer een toename is van het aantal nieuwe aanmeldingen. Deze toename van het aantal nieuwe aanmeldingen is binnen alle leeftijdscategorieën van 2015 naar 2016 te zien. Het aantal meldingen van mensen die reeds bekend zijn bij het CCP is daarentegen ongeveer gelijk gebleven. De doelgroep wordt dus in zijn totaal groter. 9

Het grootste deel van de nieuw aangemelde doelgroep bestaat uit personen in de leeftijdscategorie 23-45 jaar, een kwart is tussen de 45 en 65 jaar oud en drie op de tien personen die nieuw werden aangemeld was jonger dan 27 jaar; iets meer dan de helft van hen was jonger dan 23 jaar. 7 Voor bij het CCP reeds bekende personen is eenzelfde soort patroon te zien ten aanzien van de leeftijd. In beide jaren was ongeveer twee-derde van de nieuwe aanmeldingen man. Dit is een trend die in de voorgaande jaren ook zichtbaar was. In 2016 is een lichte toename aan vrouwen (van 32% naar 35%) te zien ten opzichte van 2015, die voor het eerst in beeld kwamen. Reden dakloosheid Voor rond een kwart van de feitelijk daklozen die bij aanmelding reeds bekend waren bij het CCP was uithuisplaatsing door de verhuurder in 2015 en 2016 de reden van dakloosheid. Daarnaast neemt de reden dakloosheid anders in de periode 2015-2016 behoorlijk toe. Tabel 3. Reden dakloosheid naar nieuwe aanmelding en reeds bekend bij het CCP voor de groep feitelijk daklozen. Den Haag, 2015 en 2016. Nieuwe Reeds bekend Nieuwe Reeds bekend aanmelding aanmelding Beëindiging van behandeling zorginstelling 33 (5,4) 109 (7,3) 18 (3,2) 80 (5,8) Beëindiging van verblijf in detentie 38 (6,2) 178 (11,9) 28 (5) 155 (11,3) Uithuisplaatsing door huisgenoten 136 (22,3) 236 (15,8) 69 (12,3) 186 (13,5) Uithuisplaatsing door verhuurder 155 (25,4) 427 (28,6) 89 (15,8) 333 (24,6) Vrijwillige beëindiging huurcontract 20 (3,3) 38 (2,5) 3 32 (2,3) Anders 229 (37,5) 407 (27) 356 (63,2) 589 (42,8) Totaal 611 (100) 1495 (100) 563 (100) 1375 (100) 7 Het CCP en Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) hanteren verschillende definities voor zwerfjongeren. Het CCP spreekt van een zwerfjongere als de persoon jonger is dan 23 jaar, terwijl Dienst SZW jongeren tot 27 jaar ziet als zwerfjongere. Bij de achtergrondkenmerken worden daarom personen <23 jaar als personen <27 jaar apart genoemd. 10

Huidige woonsituatie Een van de zaken die het CCP uitvraagt is wat de huidige woonsituatie van de persoon is op het moment van melding. Dit is noodzakelijk om een inschatting te maken of de cliënt feitelijk dakloos is. Tabel 4. Huidige woonsituatie van feitelijk daklozen uitgesplitst naar nieuwe aanmelding en reeds bekend bij het CCP. Den Haag, 2015 en 2016. Nieuwe Reeds Nieuwe aanmelding bekend aanmelding Reeds bekend (Semi)permanente woonvoorziening daklozen 6 24 (1) 12 21 (1) Eigen zelfstandige woonruimte (woning/kamer) 66 (3) 121 (7) 39 (2) 48 (3) Geen vast onderdak, tijdelijk inwonend bij familie/vrienden 1081 (55) 682 (40) 1155 (53) 755 (44) Geen vast onderdak: buiten, op straat 105 (5) 157 (9) 78 (4) 132 (8) Geen vast onderdak: nachtopvang 236 (12) 322 (19) 340 (16) 493 (28) Huurwoning 23 (1) 8 26 (1) 5 Instelling, geestelijke gezondheidszorg 18 (1) 64 (4) 15 29 (2) Instelling, verslavingszorg 3 11 7 11 Instelling, verstandelijk gehandicaptenzorg 3-5 1 MO-instelling 35 (2) 36 (2) 5 24 (1) Permanent inwonend bij familie of vrienden 120 (6) 69 (4) 164 (8) 31 (2) Penitentiaire Instelling 8 18 (1) 8 12 Koopwoning - - - - Anders 177 197-158 11

(9) (11) (9) Onbekend 80 (4) 14 157 (7) 13 Totaal 1965 (100) 1723 (100) 2162 (100) 1733 (100) Tabel 4 laat zien dat de meest voorkomende woonsituatie voor cliënten ten tijde van de aanmelding, zowel voor nieuwe aangemelde als reeds bij het CCP bekende personen, geen vast onderdak, tijdelijk inwonend bij familie/vrienden is in zowel 2015 als 2016. Voor de groep nieuwe aanmeldingen ligt dit hoger dan bij de groep die reeds bekend was in voorgaande jaren. Ook had een relatief grote groep van de feitelijk daklozen in beide jaren geen vast onderdak en maakte al gebruik van de NO. Wat ook opvalt, is dat het aantal cliënten dat bij melding verblijft in een geestelijke gezondheidszorg sterk is afgenomen. Het is onduidelijk waar dit door komt. Daarnaast is het aantal cliënten dat ten tijde van de melding in een MO-instelling verbleef gedaald. Regiobinding De centrumgemeente waar de cliënt zich aanmeldt is verantwoordelijk voor de eerste opvang. De centrumgemeente in de regio waarmee de cliënt de meeste (sociale) binding heeft, is verantwoordelijk voor het aanbieden van een vervolgtraject in de maatschappelijke opvang (op basis van artikel 1.2.1 lid c Wmo 2015). Uitgangpunt daarbij is dat gekozen wordt voor de regio waar de cliënt een positief sociaal netwerk heeft, en het traject dus de beste kans van slagen heeft. Om te bepalen in welke centrumgemeente/regio een cliënt het beste maatschappelijke opvang kan krijgen, wordt onder andere naar de volgende criteria gekeken: De woonplaats van familie of andere personen waarmee betrokkene een positieve sociale relatie onderhoudt. De plaats waar aantoonbare bekendheid is bij de hulpverlening, dit gebaseerd op een duurzame relatie met de hulpverlening en/of politie. De plaats waar de cliënt eerder gebruik heeft gemaakt van voorzieningen in de maatschappelijke opvang. Wanneer de aanmelding niet voldoet aan bovenstaande criteria zal er een warme overdracht plaats vinden naar de gemeente waar een traject wel succesvol kan verlopen. Wanneer er geen sprake is van regiobinding, maar wel van OGGZproblematiek (meer hierover in de volgende alinea), kan het CCP ervoor kiezen om toch de hulpverlening in deze regio op te starten om te voorkomen dat deze cliënt uit beeld raakt. In 2015 was er bij driekwart (75%) van de nieuwe aanmeldingen onder feitelijk daklozen sprake van regiobinding, in 2016 was dit percentage 71% (tabel 5). 12

Tabel 5. feitelijk daklozen uitgesplitst naar nieuwe aanmelding en reeds bekend bij het CCP, waarbij wel of niet sprake is van regiobinding. Den Haag, 2015 en 2016. Nieuwe aanmelding Reeds Nieuwe bekend aanmelding Reeds bekend Ja 1481 (75) 1433 (83) 1543 (71) 853 (49) Nee 436 (22) 119 (7) 580 (27) 73 (4) Onbekend 48 (2) 171 (10) 39 (2) 807 (47) Totaal 1965 (100) 1723 (100) 2162 (100) 1733 (100) OGGZ-problematiek OGGZ-problematiek kenmerkt zich veelal doordat er sprake is van complexe psychische en/of psychosociale en/of somatische problematiek. Bij het CCP wordt onder andere gebruik gemaakt van de Zelfredzaamheidmatrix (ZRM) bij het toetsen van de mate van zelfredzaamheid van cliënten. Als er sprake is van beperkte zelfredzaamheid spreekt men in het algemeen over OGGZ-problematiek. Dit wordt meegenomen in de afweging al dan niet een zorgtraject te starten. Zowel in 2015 als 2016 ligt het aandeel nieuwe aangemelde feitelijk daklozen waarbij sprake is van OGGZ-problematiek (2015: 55%; 2016: 49%) aanzienlijk lager dan onder de feitelijk daklozen die bij aanmelding reeds bekend waren bij het CCP (2015: 94%; 2016: 91%) (zie Tabel 6). Hieruit kan geconcludeerd worden dat daklozen met OGGZproblematiek vaker terugval hebben dan daklozen zonder OGGZ-problematiek. 13

Tabel 6. feitelijk daklozen uitgesplitst naar nieuwe aanmelding en reeds bekend bij het CCP, waarbij wel of niet sprake is van OGGZ-problematiek. Den Haag, 2015 en 2016. Nieuwe aanmelding Reeds Nieuwe bekend aanmelding Reeds bekend Wel OGGZ 1088 (55) 1625 (94) 1068 (49) 1583 (91) Niet OGGZ 857 (44) 97 (6) 1062 (49) 150 (9) Onbekend 20 (1) 1 32 (2) - Totaal 1965 (100) 1723 (100) 2162 (100) 1733 (100) Ontwikkelingen/knelpunten Het CCP ziet in de afgelopen jaren steeds meer mensen die niet tot de OGGZ-doelgroep behoren aan het loket. Het zijn mensen die geen OGGZ-problematiek hebben, maar door omstandigheden de regie kwijt zijn geraakt. In 2017 is het CCP een pilot gestart om deze daklozen specifieke opvang te bieden en te ondersteunen zodat zij snel hun eigen zelfredzaamheid terugkrijgen en binnen 6 maanden uitstromen naar een zelfstandige woonplek. 14

2.2 Screening en intake Na de aanmelding vindt een screening en indien nodig een intake plaats. De screening wordt door het CCP en medewerkers van de Dienst SZW uitgevoerd. Hierna kan een uitgebreidere intake worden gedaan. Voor niet iedereen is een intake noodzakelijk. Voor wie? Een deel van de cliënten krijgt geen intake omdat zij worden aangemeld door een professional middels het aanmeldformulier, waar alle informatie al in staat. Een deel van de cliënten die wel een screening heeft gehad krijgt geen intake, omdat zij een andere hulpvraag hebben of omdat zij niet in aanmerking komen voor maatschappelijke opvang of andere producten van het CCP. Daar waar er twijfel is over bijvoorbeeld het recht op voorzieningen zal het CCP altijd een intake doen. Daarnaast kan het zo zijn dat een cliënt recent in beeld is geweest en dan is opnieuw een intake niet noodzakelijk. Rol CCP Bij de eerste screening werken het CCP en Dienst SZW samen om in kaart te brengen wat de problematiek en de hulpvraag is. De medewerkers van het CCP focussen zich hierbij op de zelfredzaamheid van de cliënt en diens hulpvraag in het kader van toeleiding naar de maatschappelijke opvang en zorg. De medewerkers van Dienst SZW vragen de financiële situatie uit ten behoeve van het verstrekken van een eventuele uitkering. Het CCP geeft daarnaast advies bij een hulpvraag die niet bij het CCP thuishoort en draagt zorg voor een warme overdracht wanneer de persoon beter op zijn plaats is binnen een andere gemeente. Na de screening doen medewerkers van het CCP indien nodig een uitgebreidere intake naar wat de cliënt nodig heeft, wil en hoe dit het beste gerealiseerd kan worden. Hierbij kan zowel met de cliënt, als met betrokken hulpverleners gesproken worden. len In 2015 en 2016 hebben in totaal respectievelijk 1200 en 1358 intakes plaatsgevonden (zie tabel 7). Dit komt erop neer dat in beide jaren (ongeveer) een derde van de feitelijk daklozen een intake heeft gehad in het betreffende kalenderjaar. Tabel 7. daklozen dat wel en geen intake heeft gehad. Den Haag, 2015 en 2016 8. % % Ja 1200 33 1358 35 Nee 2488 68 2537 65 Totaal 3688 100 3895 100 Ontwikkelingen/knelpunten Naast de standaard begeleiding van de nachtopvang kunnen cliënten ook aanvullende ondersteuning vanuit de Wmo krijgen. Eind 2016 is het CCP verzocht om als onderdeel van het onderzoek dat bij cliënten wordt uitgevoerd ook een advies te geven over het al dan niet aanvragen van deze aanvullende ondersteuning. Het idee hierbij was dat cliënten dan eerder gebruik konden maken van deze voorziening. Hiermee is in 2017 gestart. 8 De datum van opmaak maakt dat aantallen kunnen afwijken van eerder gepresenteerde cijfers 15

2.3 Traject Wanneer uit de aanmelding blijkt dat de cliënt onvoldoende zelfredzaam is zal een traject worden gestart. Het traject richt zich op het toeleiden van cliënt naar verschillende vormen van zorg. Hierbij is er ook ruime aandacht voor het op orde brengen van financiën, gezondheid, het sociaal netwerk, etc. Plaatsing in een doorstroomvoorziening van de MO gebeurt door middel van het plaatsingsoverleg. Dit is een multidisciplinair overleg met verschillende partijen waarbij medewerkers van het CCP hun cliënten bespreken met de vertegenwoordigers van de maatschappelijke opvang instellingen om gezamenlijk te bepalen welke opvang het meest passend is. Daarnaast kan het CCP een briefadres verschaffen wanneer de cliënt geen Participatiewet uitkering heeft en een professional betrokken is bij de betreffende cliënt. Ook verstrekt het CCP een zorgpas ten behoeve van de toegang tot de nachtopvang. Voor wie? Elke burger die recht heeft op voorzieningen en dakloos is kan zich melden/gemeld worden bij het daklozenloket/ccp. Daar waar een cliënt niet rechthebbend 9 is en geen gebruik mag maken van voorzieningen zal ook gekeken worden of deze voldoende zelfredzaam is. Mocht dit niet zo zijn, dan start er toch en traject wat er bijvoorbeeld op gericht is om cliënt terug te laten keren naar land van herkomst of dat cliënt aankomt bij een voorliggende voorziening. Rol CCP Op basis van de ZRM en de hulpvraag van de cliënt wordt het traject bepaald. De medewerkers van het CCP houden gedurende de toeleiding de regie en zorgen voor de overdracht naar de betreffende ketenpartner. Tevens monitoren zij het verblijf in de nachtopvang en het briefadres. Het CCP monitort ook de trajecten binnen de doorstroomvoorzieningen, om o.a. te kunnen signaleren en te kunnen interveniëren bij stagnatie. len In zowel 2015 als 2016 is voor ongeveer vier op de tien feitelijk daklozen een traject gestart, zie tabel 8. Er zijn verschillende redenen waarom er geen traject start. In veel gevallen is de aanmelding niet voor het CCP, in dat geval krijgt de cliënt of de professional die aanmeldt een advies mee. Ook komt het voor dat een cliënt eerst informatie krijgt over de mogelijkheden van de maatschappelijke opvang en er dan voor kiest om toch eerst gebruik te maken van zijn of haar eigen netwerk. Tabel 8. feitelijk daklozen voor wie een traject is gestart. Den Haag, 2015 en 2016 10. % % Gestarte trajecten 1527 41 1624 42 Nee 2161 59 2271 58 Totaal 3688 100 3895 100 9 Een persoon die geen recht heeft op een (wettelijk) bepaalde voorziening. 10 De datum van opmaak maakt dat de aantallen kunnen afwijken van eerder gerapporteerde aantallen 16

Ontwikkelingen/knelpunten De rol van het CCP is sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) meer veranderd naar het uitvoeren van een screening en intake en het toeleiden naar de betreffende ketenpartners. Deze omslag heeft in sommige gevallen wel geleid tot wat verwarring bij de ketenpartners. Zij verwachten van het CCP dat er meer begeleiding plaats vindt. 17

2.4 De Haagse Nachtopvang Daklozen kunnen bij de nachtopvang (NO) terecht voor een slaapplaats en begeleiding. Het verblijf in de opvang is in principe zo kort mogelijk en de begeleiding is er opgericht om weer zo zelfstandig mogelijk mee te kunnen doen in de samenleving. Om in de NO te kunnen verblijven is (na de eerste nacht) een zorgpas nodig. Het CCP verstrekt de zorgpassen. Voor wie? De NO is bedoeld voor burgers met problemen op meerdere leefgebieden. Zij zijn dakloos en daarnaast spelen er problemen, zoals bijvoorbeeld geen inkomen, een verslaving en/of psychiatrische problemen. Jongeren tot en met 23 jaar gaan (als er plaats is) naar de Crisisopvang Zwerfjongeren Vast en Verder van het Leger des Heils. De nachtopvang van de Kessler Stichting is vanaf 18 jaar en ouder. Om in aanmerking te komen voor een zorgpas moet aan de onderstaande voorwaarden worden voldaan. Burgers moeten: 18 jaar of ouder zijn; Dakloos zijn; Meerdere problemen tegelijk hebben; Deze problemen niet (voldoende) zelf kunnen oplossen; In het bezit zijn van een geldige legitimatie; Een bijdrage van 2 per nacht betalen; Recht hebben op gebruik van sociale voorzieningen Een binding met de regio Den Haag hebben (er wordt gekeken in welke regio de hulpverlening de grootste kans van slagen zal hebben, als er moet worden overgedragen, gebeurt dat middels een warme overdracht). Rol CCP Het CCP is verantwoordelijk voor het plaatsen van de dakloze meerderjarige burgers binnen de Nachtopvang Kessler Stichting en de Crisisopvang Vast en Verder van het Leger des Heils. Hiervoor verstrekt het CCP een zorgpas. Deze zorgpas is 8 weken geldig en kan indien nodig worden verlengd door het CCP. Wanneer burgers niet in aanmerking komen voor de NO, zal het CCP met hen naar andere opties kijken, zoals de Stichting Noodopvang Haaglanden, de bed, bad & brood voorziening of de voorziening van Barka/GLD (in combinatie met werken aan terugkeer naar land van herkomst). In de wintermaanden is het bij vrieskou altijd mogelijk voor daklozen zonder zorgpas om binnen te slapen. Er is dan ook geen sprake van een eigen bijdrage (in het kader van de winterregeling). len De NO heeft een capaciteit van maximaal 235 plaatsen. In tabel 9 staat het aantal zorgpassen dat het CCP in de jaren 2015 en 2016 verstrekt heeft voor de NO. Omdat daklozen ook gebruik maken van mogelijkheden om buiten te slapen of bij familie of vrienden, is dit cijfer hoger dan het aantal plekken. In praktijk is het aantal plekken in de NO toereikend voor de vraag. 18

Tabel 9. verstrekte zorgpassen, doorstroom en uitstroom van de NO. Den Haag, 2015 en 2016. Zorgpassen unieke cliënten gebruik NO op basis van zorgpas nieuwe zorgpassen verlengde zorgpassen - Waarvan 1e verlenging - 2e verlenging - 3e of meer verlengingen Totale uitstroom unieke cliënten Positieve uitstroom uitgestroomd met positief resultaat - Zelfstandig wonen /inwonend - Zelfstandig wonen met begeleiding - Doorstroom naar voorziening Maatschappelijke Opvang - Doorstroom naar BW geen MO - Groepsbegeleid wonen - Overdracht naar eigen regio/terugkeer naar land van herkomst Gemiddelde duur begeleiding tot positieve uitstroom in maanden Negatieve uitstroom - uitgestroomd met negatief resultaat (uitval)/terugkeer regio Gemiddelde duur begeleiding tot de negatieve uitstroom in maanden 767 1531 607 377 150 80 673 355 205 18 107 25 0 0 3 232 3 849 1938 783 408 179 196 702 401 220 21 97 36 6 21 4 301 3 Wat opvalt aan de cijfers in bovenstaande tabel is dat in verhouding het aantal unieke cliënten in 2016 ten opzichte van 2015 is gestegen. Verder is de positieve uitstroom nagenoeg hetzelfde gebleven. In 2015 is 46% positief uitgestroomd en in 2016 47%. In 2016 zijn er meer cliënten die uitstromen naar andere voorzieningen dan de doorstroomvoorzieningen. In 2015 is 30% negatief uitgestroomd en in 2016 is dit 35%. De overige cliënten hebben nog een lopend traject. De gemiddelde duur van begeleiding tot negatieve uitstroom is in 2015 hetzelfde als in 2016, namelijk drie maanden. Bij positieve uitstroom is in 2016 gemiddeld 1 maand langer begeleiding gegeven dan in 2015. Het is onduidelijk waar dit aan ligt. Ontwikkelingen/knelpunten In mei 2015 is besloten om een overloop te creëren op de locatie Zilverstraat. De Zilverstraat dient al als opvanglocatie voor de BBB en daarnaast tijdens de winterperiode als locatie voor de winterregeling. Er is gestart met 10 bedden, maar eind 2016 verbleven er gemiddeld 60-70 cliënten. 19

2.5 Maatschappelijke Opvang Doorstroomvoorzieningen Doorstroomvoorzieningen zijn groepsvoorzieningen waar mensen gemiddeld zes maanden tot een jaar verblijven en werken aan hun zelfredzaamheid. Cliënten verblijven veelal eerst in de nachtopvang, in hun eigen netwerk of in een andere voorziening voordat zij naar een doorstroomvoorziening gaan. Daarna stromen ze door naar zelfstandig begeleid wonen, hostel, beschermd wonen (BW) of alsnog naar een behandelsetting. Onderdeel hiervan zijn de doorstroomvoorzieningen van Kessler Stichting, Limor en het Leger de Heils (GLD). Voor wie? Daklozen die zichzelf melden bij het CCP en daklozen die aangemeld worden door professionals. Plaatsing is afhankelijk van de zorgbehoefte, stabiliteit (verslaving onder controle, accepteren behandeling etc.) en wachtlijsten. Rol CCP Alle aanmeldingen voor de doorstroomvoorzieningen lopen via het CCP. De aanmeldingen worden gescreend en uiteindelijk besproken in het plaatsingsoverleg (PO), waarbij de ketenpartners aanwezig zijn. Wanneer een cliënt niet geschikt wordt gevonden voor de doorstroomvoorzieningen, zal het CCP een advies geven aan de verwijzer. Vanuit het CCP vindt monitoring plaats op het verloop van trajecten in de voorzieningen. len Tabel 10 laat het aantal cliënten zien dat bij een van de drie aanbieders van doorstroomvoorzieningen is geplaatst. Voor alle drie de aanbieders zijn er in 2016 minder cliënten geplaatst dan in 2015. De totale uitstroom was in 2016 lager dan in 2015. Tabel 10. cliënten dat in dat jaar is opgenomen bij de instellingen. Den Haag, 2015 en 2016. GLD Limor Kessler GLD Limor Kessler unieke cliënten geplaatst 153 40 130 121 24 125 Totale uitstroom CCP traject (unieke cliënten) uitgestroomd met negatief resultaat (uitval) 117 34 40 14 128 55 112 42 26 5 125 33 In tabel 11 staan de wachtlijsten voor de verschillende doorstroomvoorzieningen. Deze zijn gebaseerd op basis van cliënten die via het PO uiteindelijk ook zijn opgenomen bij de betreffende locatie (als een cliënt dus niet in een voorziening geplaatst wordt omdat hij/zij uitvalt, wordt deze persoon niet meegerekend in de cijfers over wachtlijsten). 20

Tabel 11. cliënten en duur wachtlijst in dagen. Den Haag, 2015 en 2016. Leger des Heils Wachtlijst Duur Duur Domus 2 Domus 3 Herstart Zij aan zij Jongerenwoning 11 cliënten 5 8 41 5 78 wachtlijst 154 39 73 85 6 cliënten 4 14 38 8 55 wachtlijst 122 145 63 80 79 Kessler Stichting 12 Wachtlijst De La Reijweg Zamenhofstraat cliënten 38 81 Duur wachtlijst 31 39 cliënten 37 77 Duur wachtlijst 34 44 Limor Wachtlijst Leyweg Semschans Zoetermeer cliënten 24 9 Duur Duur wachtlijst cliënten wachtlijst 115 10 202 91 13 105 Ontwikkelingen/knelpunten Begin 2015 is het CCP gestopt met het screenen en bespreken van personen die in aanmerking komen voor een verblijfsvoorziening/beschermde woonvorm (BW). Dit wordt nu uitgevoerd door de ketenpartners zelf. Zij hebben hiervoor een eigen screening en overlegvorm. Dit geldt ook voor het toewijzen van de dagbesteding aan Schroeder van der Kolk en Reakt (Parnassia). Gedurende 2015 had het CCP nog wel de opdracht om trajecten voor ambulante begeleiding toe te wijzen aan ketenpartners zoals Impegno, Limor, GLD en Kessler. Uiteindelijk is dit ook overgegaan naar het SWT s in het kader van de nieuwe Wmo. Hierdoor ligt het aantal aanmeldingen middels een aanmeldformulier in de voorgaande jaren hoger dan in 2016. 11 GLD jongerenwoningen is gestart op 01-11-2015 12 Cliënten met een IFZO (verblijf op basis van een forensische indicatie) worden pas gemeld bij het PO wanneer er al een intake heeft plaats gevonden en bij de locatie zelf al op de wachtlijst geplaatst, in sommige gevallen al wanneer zij zijn opgenomen. Hierdoor lijkt de duur van de wachtlijst korter. 21

2.6 Housing First In 2011 is de eerste woning in het kader van Housing First beschikbaar gesteld. Housing First is bedoeld voor dakloze Hagenaars met meervoudige problemen, bijvoorbeeld psychiatrische stoornissen in combinatie met verslaving. Zij krijgen een woning aangeboden met intensieve begeleiding en ondersteuning op alle leefgebieden. Thuisbegeleiding wordt geboden door stichting Limor of het Leger des Heils. De woningen worden door de woningcorporatie Staedion geleverd. Per jaar worden er 24 woningen beschikbaar gesteld. Voor wie? In eerste plaats gaat het om mensen (ouder dan 23) die al langer dakloos zijn en voor wie binnen het bestaande aanbod onvoldoende passende opvang beschikbaar is. Tevens komen incidenteel mensen in aanmerking die, door hun gedragsproblemen steeds maar korte tijd binnen een instelling kunnen worden ondergebracht, of om een andere reden niet goed passen in een collectieve (doorstroom) voorziening en hierdoor grote kans lopen om uit te vallen. Rol CCP Het CCP is onderdeel van de projectgroep Housing First. Deze projectgroep bestaat uit: beleid OCW/Z&V, management Limor, GDL Leger des Heils en Staedion, Parnassia Patiëntenhuisvesting/Helpdesk en het CCP. Alle aanmeldingen voor Housing First worden gescreend door het CCP. Vervolgens worden deze aanmeldingen eens per maand besproken in het casusoverleg met de partners. In het casusoverleg wordt een besluit genomen of de cliënt in aanmerking komt voor Housing First. Bij een negatief besluit wordt in het overleg een advies gegeven over andere opvang mogelijkheden, bijvoorbeeld beschermd wonen. Het CCP volgt het traject vanaf het casusoverleg tot de cliënt uitstroomt bij Housing First. Bij complexe casuïstiek of stagnatie in het traject plant het CCP met de betrokken ketenpartners een multidisciplinair overleg. Het CCP monitort ook de in- en uitstroom. len In tabel 12 staan cijfers over de instroom en uitstroom vanaf de start van het Housing First project in 2011 tot en met 2016 Tabel 12. Resultaten Housing First sinds start pilot in 2011. Den Haag, 2011-2016 Housing First Resultaat pilot sinds start 2011 totaal Instroom t/m december 2016 Uitstroom t/m december 2016 131 48 Kenmerken uitstroom Zelfstandig wonen Zelfstandig wonen met MWA Beschermd Wonen Uitval detentie Uitval overlast Overleden Uitval i.v.m. zorgmijding Zelf de woning opgegeven Langdurige opname GGZ 8 11 7 2 8 2 3 5 1 22

In tabel 13 staat het aantal aanmeldingen, opnames en uitstroom voor de jaren 2015 en 2016. In vergelijking met 2015 zijn er in 2016 meer mensen opgenomen en staan er ook meer mensen op de wachtlijst vanwege het hogere aantal aanmeldingen. Tabel 13. Resultaten aanmelding, opnames en uitstroom. Den Haag, 2015 en 2016. Housing First Aanmelding (na screening) Opname Uitstroom; Beschermd wonen Zelfstandig wonen Zelfstandig wonen met begeleiding Uitval 22 20-4 3 7 32 31 2 2 7 7 Bezetting op 31 december 64 78 Wachtlijst op 31 december 14 15 Ontwikkeling/knelpunten Eind 2016 waren er 15 mensen op de wachtlijst voor een woning via Housing First. Deze wachtlijst is meegegaan naar 2017. Vanuit de projectgroep is dit signaal binnen de gemeente opgeschaald. In Amsterdam heeft men positieve ervaringen opgedaan met Housing First voor jongeren. In 2017 is daarom ook een start gemaakt met de verkenning of er behoefte is aan een Housing first aanpak gericht op jongeren tot 23 jaar. 23

2.7 Afsluiten traject Het CCP sluit een traject wanneer er een overdracht heeft plaats gevonden en het CCP verder geen bemoeienis meer heeft met dat traject. Rol CCP Het CCP sluit op basis van de informatie van de medewerker CCP of ketenpartners MO een traject af. Het CCP heeft regelmatig contact met de ketenpartners en wordt betrokken bij stagnatie in trajecten middels de invoer van de ZRM door de ketenpartner MO. Hierbij wordt ook bekeken of een negatief resultaat voorkomen kan worden. Een traject kan eindigen, doordat: 1. De cliënt uitstroomt, bijvoorbeeld naar zelfstandige woonruimte of een andere vorm van wonen zoals BW; 2. De cliënt doorstroomt naar een andere vorm van zorg/overlegvorm; 3. De cliënt langer dan een jaar stabiel is voor wat betreft financiën, huisvesting en contact met de hulpverlening (dit betreft dan de personen die in een beschermde woonvorm verblijven (BW) 13 ; 4. De cliënt uitvalt. In de eerste drie genoemde punten wordt gesproken over het einde van een traject met een positief resultaat. In deze gevallen sluit het CCP het traject administratief af en stopt de monitoring. Als een cliënt uitvalt wordt gesproken over een traject met een negatief resultaat. len In zowel 2015 als 2016 werd een ruime meerderheid (64%) van de trajecten van feitelijk daklozen afgesloten met een positief resultaat. In beide jaren viel ruim een derde (36%) van de trajecten uit (tabel 14). De belangrijkste reden voor het positief afsluiten van een traject was in beide jaren het uitstromen naar zelfstandig wonen (2015: 49%; 2016 60%). In 2015 sloot een op de 10 feitelijk daklozen het traject af met doorstroom naar een andere vorm van zorg, in 2016 was dit 4%. En een op de 20 (5%) sloot het traject in 2015 af met en stabiele mix na een jaar in een verblijfsvoorziening, in 2016 was dit aandeel verwaarloosbaar (Tabel 14). Reden hiervan is dat in 2015 de toegang naar beschermd wonen (verblijfsvoorziening) niet meer via het CCP verliep en hierdoor dus ook geen monitor op voortgang van deze trajecten. In 2016 wordt het percentage doorstroom naar andere vorm van zorg ook beïnvloed door het veranderen van de toegang beschermd wonen. Voorheen werd dit als doorstroom gezien, omdat dit onderdeel was van de keten CCP. In 2016 is het CCP dit gaan registreren als uitstroom. 13 In 2017 komt deze vorm van uitstroom niet meer voor, omdat er dan geen cliënten meer in het CVS zitten die gemonitord worden op basis van verblijf in een beschermde woonvorm 24

Tabel 14. Resultaat van het traject bij het afsluiten van het traject voor de groep feitelijk daklozen. Den Haag, 2015 en 2016. % % Doorstroom 128 10 54 4 Uitstroom 648 49 942 60 Stabiele mix na een jaar in verblijfsvoorzieining 62 5 1 <1 Uitval 479 36 567 36 Totaal 1316 100 1564 100 Tabel 15 toont dat zowel in 2015 als 2016 de overgrote meerderheid van de feitelijk daklozen uitstroomt. In 2015 was zelfstandig wonen de belangrijkste reden van uitstroom (50%); in 2016 was dit ook de belangrijkste reden maar was dit aandeel afgenomen naar 38%. In 2016 was in een kwart (24%) van de gevallen inwonend de reden van uitstroom. Tabel 15. Redenen van uitstroom. Den Haag, 2015 en 2016 Uitstroom % % Afsluiten i.v.m. briefadres 14-51 5 Beschermd wonen/verblijfsvoorziening 5 <1 29 3 Geen CCP-traject benodigd - 15 2 Groepsbegeleid wonen 93 14 125 13 Inwonend 116 18 228 24 Overdracht naar eigen regio 20 3 32 3 Overleden 8 1 5 <1 Terugkeer naar land van herkomst 18 3 26 3 Zelfstandig wonen 320 50 359 38 Zelfstandig wonen met ambulante begeleiding; MVO/GGZ ambulant 67 10 72 8 Onbekend 1 <1 - Totaal 648 100 942 100 14 Deze optie van uitstroom is toegevoegd sinds september 2016 25

Tabel 16. Redenen van doorstroom. Den Haag, 2015 en 2016. Doorstroom % % Ambulante zorg 9 7 9 17 Andere vorm van zorg 119 93 45 83 Totaal 128 100 54 100 In 2016 zijn 567 trajecten afgesloten met een negatief resultaat; deze cliënten zijn uitgevallen. Eenzijdige verbreking door de cliënt bleek in 2015 veruit de belangrijkste reden voor uitval, driekwart (76%) viel hierdoor uit (Tabel 17). In 2016 was eenzijdige verbreking door de cliënt eveneens de belangrijke reden voor uitval (81%). Tabel 17. Reden uitval. Den Haag, 2015 en 2016. % % Overleden 1 <1 - Ongedocumenteerd/intrekken 0-3 <1 V-titel 15 Opname detentie 39 8 37 7 Zorgmijder 13 3 16 3 Eenzijdige verbreking 364 76 458 81 Traject geen passend aanbod 12 3 11 2 Traject einde verblijf 49 10 40 7 Traject verkeerde match instelling cliënt 1 <1 1 <1 Onbekend 0-1 <1 Totaal 479 100 567 100 15 Deze optie van uitstroom is toegevoegd sinds september 2016 26

2.8 Straat: buitenslapers De meeste cliënten komen zelf naar het daklozenloket of worden aangemeld door hun zorgverlener. Voor een deel van de doelgroep geldt echter dat zij niet uit zichzelf hulp zoeken en er (al dan niet bewust) voor kiezen om op straat te verblijven. Ook voor hen is het CCP de eerste ingang voor onderdak, zorg en ondersteuning. Het CCP werkt aan de hand van meldingen van burgers en diverse partners in de stad (politie, boswachters, handhavers, etc.) om contact te leggen met buitenslapers en hen (waar mogelijk) toe te leiden naar hulpverlening. Voor wie Voor alle buitenslapers in centrumgemeente Den Haag en de omliggende regiogemeenten. Het maakt niet uit of zij recht hebben op voorzieningen of niet. Rol CCP Op basis van meldingen zullen medewerkers van het CCP proberen om contact te leggen met personen die op straat verblijven. Zij zullen een uitgebreide screening doen en proberen om een vertrouwensband op te bouwen met de buitenslaper. Op basis van de situatie wordt (waar mogelijk) hulpverlening opgestart, vaak in samenwerking met het Straatpastoraat en Straatconsulaat. Afhankelijk van de situatie kan dit bestaan uit verblijf (bijvoorbeeld in de nachtopvang, in de bed, bad & brood voorziening of in de opvang van Barka/GLD), zorg (door de cliënt toe te leiden naar GGZ, straatdokter of daklozentandarts), ondersteuning (door belangenbehartigers zoals Straatpastoraat en Straatconsulaat). Daarnaast is het mogelijk dat er samen met Barka of met de Dienst Terugkeer en Vertrek wordt gewerkt aan terugkeer naar land van herkomst. Wanneer een cliënt alle hulpverlening weigert zullen medewerkers van het CCP de cliënt in ieder geval monitoren op gezondheidsrisico s. len Vanwege wijzigingen in het cliëntvolgsysteem van het CCP is voor de periode 2015/2016 geen compleet overzicht van het aantal buitenslapers te geven 16, de genoemde cijfers zijn daarom een benadering. In de periode 2015/2016 waren ongeveer 65 personen bekend die (op een zeker moment) langdurig buiten sliepen en waarbij geen reguliere hulpverlening (via het daklozenloket) is gestart. Sommigen maakten af en toe gebruik van de nachtopvang of opvang via Barka/GLD. Een enkele keer betrof het cliënten die vanwege schorsingen niet meer in de nachtopvang mochten verblijven. De meeste buitenslapers zijn echter personen die niets meer met de maatschappelijke opvang te maken willen hebben. Bij hen is veelal sprake van psychiatrie en/of verslaving. Bemoeizorg is bij deze groep noodzakelijk. Ontwikkelingen/knelpunten In 2017 zijn zowel met de milieubeheerders als de handhavers van de gemeente Den Haag afspraken gemaakt over meldingen van buitenslapers aan het CCP. 16 Geregistreerde buitenslapers die zich vervolgens voor reguliere hulpverlening bij het daklozenloket meldden kregen tot 2016 een ander label, waardoor zij niet meer te onderscheiden waren van de reguliere doelgroep aan het daklozenloket. Dit is gecorrigeerd in 2016. 27

2.9 Doelgroep dakloze gezinnen Buiten de reguliere groep daklozen, melden zich bij het CCP ook regelmatig gezinnen voor opvang. Het gaat hier om zowel feitelijk dakloze gezinnen als gezinnen die dreigen dakloos te raken omdat zij bijvoorbeeld uit hun huis worden gezet. Ook komen er gezinnen naar het loket die tijdelijk in hun netwerk worden opgevangen maar toch behoefte hebben aan hulp. Bij feitelijke dakloosheid worden gezinnen met minderjarige kinderen opgevangen door het CCP. Het gaat dan om gezinnen die niet zelf in hun onderdak kunnen voorzien, geen sociaal netwerk hebben en dus letterlijk met hun minderjarige kinderen op straat zouden moeten slapen. Het CCP voert het standpunt van het college van de gemeente Den Haag uit dat geen enkel gezin met minderjarige kinderen op straat hoeft te verblijven. Voor wie? Als eerste stap wordt bekeken of het een feitelijk dakloos gezin met minderjarige kinderen betreft en of het gezin bij de Noodopvang van Bijzondere hulpverlening SZW terecht kan. Wanneer een gezin niet voldoet aan de criteria van de Noodopvang, dan wordt er door het CCP bekeken of het gezin in aanmerking komt voor de reguliere gezinsopvang van het CCP. De gezinsopvang is tijdelijk en het streven is dat de verblijfsduur van de gezinnen maximaal 4 maanden is. Toelatingscriteria voor de gezinsopvang zijn: - Het gezin moet een beroep kunnen doen op een voorrangsverklaring; - Cliënten kunnen ergens anders terecht; er is geen andere opvang mogelijk; - Cliënten moeten willen meewerken aan de aangeboden ondersteuning binnen de gezinsopvang; - Ouders zijn onvoldoende zelfredzaam, maar kunnen de kinderen wel een veilige thuisbasis bieden. Andere opvangmogelijkheden in Den Haag zijn hotels, Zij aan Zij: 24-uurs opvang van het GLD, Zij aan Zij: tienermoeders van het GLD en Jongerenwoningen van het GLD. Rol CCP Het CCP plaatst gezinnen in diverse opvangvoorzieningen. Hiervoor onderzoekt het CCP of opvang nodig is, leidt toe naar zorg en geeft advies. Bij opvang door het CCP wordt een CJG-coach ingezet voor de begeleiding van het gezin. Het CCP regelt de praktische zaken zoals het indienden van een voorrangsverklaring en het aanvragen van bijzondere bijstand. Daarnaast monitort het CCP de instroom, doorstroom en uitstroom van de gezinnen in de diverse voorzieningen. len Tabel 18 laat zien hoeveel gezinnen in 2015 en 2016 zich gemeld hebben bij het CCP. In 2016 is in vergelijking met 2015 een grote toename van het aantal gezinnen dat zich bij het CCP meldt te zien (van 172 in 2015 naar 260 in 2016). Dit heeft echter niet tot veel meer plaatsingen geleid (58 in 2016 versus 50 in 2015). Veelal konden gezinnen nog gebruik maken van hun eigen netwerk. 28