Kennisnet ICT op School December 2007. Een onderzoek in opdracht van stichting Kennisnet ICT op school. Uitgevoerd door: Intomart GfK bv

Vergelijkbare documenten
Kennisnet ICT op School December 2007

Rapport. F4371 oktober 2009 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

Scholen tevreden over rendement ICTinvesteringen

Rapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

Stijgend ICT-gebruik volgens docenten

ICT-gebruik docenten behoeft brede ondersteuning!

Onderwijs met ict Tabellen ict-management

Rapport. F9094 december 2010 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

ICT-management positief over investeringen

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Rapport. B4995a december 2003 Bestemd voor: Stichting Ict op School Den Haag TNS NIPO ISO Grote Bickersstraat KS Amsterdam

Onderwijs met ict Tabellen leraren

Rapport. B7536 november 2004 TNS NIPO ISO Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

Overzicht resultaten uit onderzoek door Cubiss

Leermiddelenmonitor 13/14

Samenvatting. De stand van zaken in hoofdlijnen

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 ict-managers

Werkdruk in het onderwijs

Vier in Balans-tool. Individuele Rapportage

Onderzoek Passend Onderwijs

Rapport. E1797a november 2005 Bestemd voor: Stichting Ict op School Den Haag. Social & Polling. Grote Bickersstraat KS Amsterdam

Voorbeeldcase RAB RADAR

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

De dienstverlening van Westerpark

Ict-gebruik in het onderwijs 2017 Stand van zaken per sector

Sterke groei verwacht van computergebruik in de klas!

Evaluatie Duurzaam Amsterdam 2010

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Leermiddelenmonitor. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Overzicht resultaten uit onderzoek door Cubiss Inleiding

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Vier in Balans-tool. Rapportage Teamlid

Onderzoek naar ICT-gebruik onder docenten in het primair en voortgezet onderwijs

Nederlanders aan het woord

ENQUÊTE: toetsing op maat

Toptalenten in het onderwijs

Onderwijs met ict studenten lerarenopleidingen

4 Rol sociale en nieuwe media in het onderwijs

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

Docentenvragenlijst. Jongeren en Cultuur

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

Grafiek 15.1a Bekendheid met en bezoek aan kringloopwinkel Het Warenhuis, in procenten 47% 57% 0% 25% 50% 75% 100%

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek De Meent

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek

Hoofdstuk 6. Gemeentelijke informatievoorziening en Stadskrant

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Leren en lesgeven met ict: wie is het rolmodel? Dana Uerz Senior onderzoeker Leren met ict Marijke Kral Lector Leren met ict

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Toptalenten in het onderwijs

Tijd & geld voor beheer schoolnetwerk grootste bottleneck...

Kennisnet voor het mbo. Ict in de onderwijspraktijk

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Openingstijden Stadswinkels 2008

Vier in Balans-tool. Teamrapportage

Elektronische dienstverlening

ICT in cijfers ICT-onderwijsmonitor studiejaar 2004/2005. Maartje van den Bogaard

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Rapportage Onderzoek Mediawijsheid in het basis- en voortgezet onderwijs

259 mensen hebben de enquête volledig ingevuld. Dat is bijna een kwart van alle schoolbesturen (22%).

Marktinventarisatie ELO s in het VO

Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen. Van goed naar beter

Rapportage Onderzoek betaaltermijnen en betaalgedrag MKB Uitgevoerd door Direct Research In opdracht van Betaalme.

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage -

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Wat vraagt lesgeven met en over ict van leraren? Aanknopingspunten voor professionalisering van leraren in het PO, VO en MBO

Omnibusonderzoek PO & VO Schoolleiders en leraren

Derde meting Kennis over de AOWpartnertoeslag. Een internetonderzoek in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

Omnibusonderzoek PO & VO Schoolleiders en leraren

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015

Resultaten peiling 17: detailhandel

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005

Vier in balans. Verkenning stand van zaken met het oog op effectief en efficiënt gebruik van ICT in het onderwijs

Resultaten Brugklas. Tevredenheidonderzoek Inleiding

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

DIENSTVERLENING EN COMMUNICATIE

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

ONDERZOEK WEBSITE. Gemeente Hulst. GfK Panel Services I mei GfK 2013 Onderzoek website gemeente Hulst 31 mei

Leermiddelenmonitor. Gebruik, ontwikkelen, kwaliteit en beleid. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

ICT in het onderwijs belangrijk voor schoolbesturen Onderzoek onder schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

Transcriptie:

Kennisnet ICT op School December 2007 Een onderzoek in opdracht van stichting Kennisnet ICT op school Uitgevoerd door: Intomart GfK bv Uw contact: Jan Both Tel.: +31 (0)35-6258411 / Fax: +31 (0)35-6246532 E-mail: jan.both@intomartgfk.nl Projectnummer: 17069 Datum: 13-02-08

2/96

INHOUD Pagina HOOFDSTUK 1. INLEIDING 5 HOOFDSTUK 2. PRIMAIR ONDERWIJS 9 Inleiding 9 Computergebruik in het Primair Onderwijs 9 Naamsbekendheid Kennisnet en Kennisnet ICT op school in het PO 11 Producten en diensten Kennisnet ICT op school 12 Kennisnet.nl en Kennisrotonde 16 Klantvriendelijkheid Kennisnet ICT op school 16 Imago 17 Ondersteuning op het gebied van computergebruik 18 ICT-voorzieningen in het PO 19 ICT-gebruik voor educatieve doelstellingen 20 Belang Kennisnet ICT op school in het PO 22 Gebruik computer en ICT-toepassingen in het onderwijs 23 HOOFDSTUK 3. VOORTGEZET ONDERWIJS 27 Inleiding 27 Computergebruik in het Voortgezet Onderwijs 27 Naamsbekendheid Kennisnet ICT op school in het VO 29 Producten en diensten Kennisnet ICT op school 30 Kennisnet.nl en Kennisrotonde 34 Klantvriendelijkheid Kennisnet ICT op school 35 Imago 35 Ondersteuning op het gebied van computergebruik 36 ICT-voorzieningen in het VO 37 ICT-gebruik voor educatieve doelstellingen 38 Belang Kennisnet ICT op school in het VO 40 Gebruik computer en ICT-toepassingen in het onderwijs 41 HOOFDSTUK 4. BEROEPS- EN VOLWASSENEN EDUCATIE 45 Inleiding 45 Computergebruik in de Beroeps- en Volwassenen Educatie 45 Naamsbekendheid Kennisnet ICT op school in het BVE 47 Producten en diensten Kennisnet ICT op school 48 Kennisnet.nl 51 Klantvriendelijkheid Kennisnet ICT op school 52 3/96

Imago 52 Ondersteuning op het gebied van computergebruik 54 ICT-voorzieningen in het BVE 55 ICT-gebruik voor educatieve doelstellingen 56 Belang Kennisnet ICT op school in het BVE 58 Gebruik computer en ICT-toepassingen in het onderwijs 59 HOOFDSTUK 5. SPECIAAL ONDERWIJS 63 Inleiding 63 Computergebruik in het Speciaal Onderwijs 63 Bekendheid Kennisnet ICT op school in het SO 65 Producten en diensten Kennisnet ICT op school 66 Kennisnet.nl en Kennisrotonde 70 Klantvriendelijkheid Kennisnet ICT op school 70 Imago 71 Ondersteuning op het gebied van computergebruik 72 ICT-voorzieningen in het SO 73 ICT-gebruik voor educatieve doelstellingen 74 Belang Kennisnet ICT op school in het SO 76 Gebruik computer en ICT-toepassingen in het onderwijs 77 HOOFDSTUK 6. PABOSTUDENTEN 81 Inleiding 81 Computergebruik onder pabostudenten 81 Naamsbekendheid Kennisnet ICT op school onder pabostudenten. 82 Producten en diensten Kennisnet ICT op school 83 Kennisnet.nl en Kennisrotonde 86 Imago 87 ICT-gebruik voor educatieve doelstellingen. 88 HOOFDSTUK 7. CONCLUSIES 89 BIJLAGEN: Onderzoeksverantwoording Vragenlijsten Overzicht zgn. open antwoorden Nomogrammen 4/96

1. INLEIDING Algemeen Stichting Kennisnet ICT op school is de publieke ICT-ondersteuningsorganisatie van, voor en door het onderwijs. De stichting behartigt de belangen van de Nederlandse onderwijssector op het gebied van ICT, biedt hulpmiddelen bij het maken van keuzes voor ICT-producten en diensten en levert educatieve diensten en producten om het leren te vernieuwen. Ook is Kennisnet ICT op school het expertisecentrum als het gaat om ICT en onderwijs. De activiteiten van Kennisnet ICT op school zijn ondergebracht in twee takenclusters: Dienstverlening (Kennisnet) en Belangenbehartiging (ICT op school). Kennisnet ICT op school laat jaarlijks onderzoek uitvoeren naar naamsbekendheid, klanttevredenheid en verschillende aspecten van ICT-gebruik in het onderwijs. De meting in 2007 is de zevende op rij en de eerste waarin integraal voor Kennisnet ICT op school onderzoek wordt verricht naar klanttevredenheid. De resultaten van dit onderzoek zijn onder meer bedoeld voor het verkrijgen van inzicht in de bekendheid, het gebruik en de waardering van producten en diensten die Kennisnet ICT op school aan verschillende doelgroepen aanbiedt. Maar ook de klantvriendelijkheid en het imago van Kennisnet ICT op school komen aan bod, alsmede het (toekomstige) gebruik van multimedia/ict-voorzieningen en het (educatieve) belang daarvan. 5/96

Opzet opinieonderzoek Het onderzoek moet inzicht geven in: De bekendheid van Kennisnet ICT op school; Het gebruik en de waardering van de producten en diensten gerelateerd aan de beoogde doelgroep; Het imago en de klantvriendelijkheid van Kennisnet ICT op school; Het (toekomstige) gebruik van ICT in het onderwijs en voor onderwijsdoeleinden. In het onderzoek worden 12 doelgroepen onderscheiden, te weten: 2. Leerlingen bovenbouw Primair Onderwijs (PO), groep 5-8 3. Leerlingen Voortgezet Onderwijs (VO) 4. Studenten Beroeps- en Volwassenen Educatie (BVE) 5. Studenten Pabo 6. Docenten PO 7. Docenten VO 8. Docenten BVE 9. Management PO 10. Management VO 11. Management BVE 12. Docenten speciaal onderwijs (SO) 13. Managers SO Voor deze verschillende doelgroepen zijn drie vragenlijsten gemaakt. Eén voor doelgroep 2, één voor doelgroep 3, 4 en 5 (leerlingen en studenten) en één voor doelgroep 6 t/m 13 (docenten en managers). Zo werden niet alle vragen aan elke doelgroep voorgelegd, waardoor de vragen over het imago en de klantvriendelijkheid alleen voorgelegd zijn aan docenten, managers en pabostudenten. Ook de aangeboden diensten en producten door Kennisnet ICT op school verschillen per doelgroep. Methode Het onderzoek onder de leerlingen, scholieren en studenten is via internet (CAWI) uitgevoerd. Het onderzoek onder de docenten en managers is telefonisch (CATI) uitgevoerd. De steekproeven docenten en managers zijn getrokken uit de gegevens van het CFI (Centrale Financiële Instellingen) en de steekproeven leerlingen, scholieren en studenten uit het online panel van Intomart GfK (IRPD, ofwel de Internet ResPondentenDatabank). De uiteindelijk respons bestaat uit 1919 gecompleteerde interviews. De resultaten zijn niet gewogen. 6/96

Opzet van het rapport Onderhavige rapportage heeft een beschrijvend karakter. In hoofdstuk 2 worden de resultaten van de doelgroepen uit het PO behandeld. In hoofdstuk 3 en 4 worden respectievelijk de resultaten voor het VO en het BVE behandeld. Hoofdstuk 5 behandelt de resultaten uit het SO, in dit geval alleen de managers en de docenten. Bovendien is de steekproef die uit deze sector is getrokken een stuk kleiner dan die voor de andere sectoren, de resultaten zijn dus minder betrouwbaar. In hoofdstuk 6 komen de resultaten van de pabostudenten aan bod, zij hebben een iets andere vragenlijst voorgelegd gekregen dan de overige studenten en scholieren. Waar mogelijk zullen de resultaten van de drie doelgroepen per hoofdstuk met elkaar vergeleken worden. Dit geldt dan met name voor het computergebruik, het gebruik van de diensten en producten van Kennisnet ICT op school en het imagogedeelte. Specifieke vragen (met name voor docenten en managers) zullen per hoofdstuk apart behandeld worden. In het laatste hoofdstuk zullen de belangrijkste resultaten nog eens kort worden genoemd en zal er, waar mogelijk, een bredere vergelijking worden gemaakt tussen de verschillende doelgroepen. Vragenlijsten De vragenlijsten van de managers en de docenten enerzijds en de scholieren en studenten anderzijds zijn goed met elkaar te vergelijken. Toch zijn er enkele verschillen, zo is de vraagstelling aangepast aan de doelgroep. Scholieren uit groep 5 tot 8 kun je niet dezelfde vragen stellen als managers en docenten. Ten tweede is de vragenlijst voor docenten en managers uitgebreid met een aantal specifieke vragen. Tenslotte is er een onderscheid gemaakt tussen Kennisnet enerzijds en Kennisnet ICT op school anderzijds. Dat wil zeggen dat de scholieren in het PO, VO en BVE vragen kregen over/met Kennisnet terwijl de docenten, managers én de pabostudenten vragen kregen voorgelegd over/met Kennisnet ICT op school. Er is voor gekozen om dit laatste onderscheid verder in het onderzoek niet meer expliciet te melden. 7/96

2. PRIMAIR ONDERWIJS Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek voor de verschillende doelgroepen uit het primair onderwijs behandeld. De docenten en de managers hebben in hoofdlijnen dezelfde vragenlijst voorgelegd gekregen, de resultaten hiervan zullen dan ook zoveel mogelijk naast elkaar gelegd worden. Voor de scholieren uit de bovenbouw (groep 5 t/m 8) is een aparte kortere vragenlijst opgesteld. Computergebruik in het Primair Onderwijs Allereerst is aan de leerlingen gevraagd hoe vaak zij de computer gebruiken tijdens de les, en aan de docenten en managers hoe zij het computergebruik zouden typeren De resultaten staan in grafiek 2.1. Grafiek 2.1: computergebruik in het PO. 1 Van de leerlingen maakt 83%, variërend van heel vaak tot beginnend, gebruik van de computer tijdens de les. Bij de managers en docenten ligt dit percentage aanmerkelijk hoger, tegen de 100% van hen typeert het computergebruik als beginnend, gevorderd of vergevorderd gebruik. 1 De vraagstelling en antwoordcategorieën verschilden voor de leerlingen van die van de docenten en managers. Omdat de intentie van de vraag dezelfde is, zijn de resultaten toch in één grafiek opgenomen. In de bijgevoegde vragenlijst kunnen de verschillen in vraagstelling en antwoordcategorieën worden opgezocht. 9/96

Aan de managers en docenten in het PO is vervolgens gevraagd of men kan aangeven hoeveel procent van de leraren binnen hun school nú gebruik maakt van computers tijdens de les, en hoe hoog dit percentage naar verwachting over drie jaar zal zijn. De docenten schatten dat 86% van de leraren nu gebruik maakt van de computer en dat dit percentage over drie jaar opgelopen zal zijn naar 95%. Volgens de managers bedraagt het percentage nu 89% en zal dat over drie jaar 96% zijn. Op bijna alle scholen in het PO worden afspraken gemaakt over de inzet van ICT voor didactische doelstellingen, of wordt in ieder geval gebruik gemaakt van een coördinator op dit gebied. Zie grafiek 2.2. Grafiek 2.2: typering computergebruik in het PO. 2 2 Definities omschrijvingen: Ongecoördineerd: Het is de verantwoordelijkheid van elke leraar om zelf te bepalen wel of geen ICT te gebruiken bij het lesgeven. Gecoördineerde voorzieningen: Onze school/instelling heeft een coördinator voor ICT-voorzieningen; leraren kiezen meestal zelf voor welke leerstof en op welke manier zij gebruik maken van ICT bij het lesgeven. Gecoördineerde visie: Voor het merendeel van de leerstof onderdelen zijn binnen onze school/instelling afspraken gemaakt over de didactische inzet van ICT. Het wordt belangrijk gevonden dat alle leraren zich aan deze afspraken houden. Geïntegreerde leeromgeving: Voor vrijwel alle leerstofonderdelen zijn school- of sectiebrede afspraken gemaakt over de didactische inzet van ICT. De inzet van ICT sluit aan bij de opvattingen die wij op onze school/instelling hebben over onderwijs en leren. ICT is bij alle leraren geïntegreerd in hun onderwijs. 10/96

Naamsbekendheid Kennisnet en Kennisnet ICT op school in het PO Kennisnet heeft een bekendheid van bijna driekwart (72%) onder scholieren in groep 5 tot en met 8. De naamsbekendheid van Kennisnet ICT op school onder docenten en managers in het PO is hoog, ruim negen op de tien docenten en managers kennen Kennisnet ICT op school van naam of van meer dan alleen naam. In onderstaande grafiek staan de resultaten grafisch weergegeven. Grafiek 2.3: naamsbekendheid Kennisnet (ICT op school) in het PO (in %). 11/96

Producten en diensten Kennisnet ICT op school Voor de verschillende diensten en producten die worden aangeboden door Kennisnet ICT op school is, per doelgroep, gevraagd of men hiermee bekend is en, zo ja, welk belang men daaraan hecht. De voorgelegde diensten en producten verschillen per doelgroep. In onderstaande grafieken zijn de resultaten voor de verschillende doelgroepen weergegeven. Daarin is te zien welk aandeel respondenten gebruik maakt van de dienst of product, en welk aandeel bekend is met het product of dienst. De totale bekendheid van betreffende dienst en of product is de som van deze twee; deze is opgenomen in tabel 2.1, samen met de beoordelingscijfers voor de betreffende diensten en producten. Grafiek 2.4a: gebruik en bekendheid producten en diensten, leerlingen PO. 12/96

Grafiek 2.4b: gebruik en bekendheid producten en diensten, docenten PO. Grafiek 2.4c: gebruik en bekendheid producten en diensten, managers PO. 13/96

In onderstaande tabel staat het voorgaande nogmaals weergegeven, nu echter met de totale bekendheid en het waarderingscijfer; dit waarderingscijfer is alleen toegekend door de respondenten die bekend zijn met de betreffende diensten en producten. Tabel 2.1: bekendheid en belang producten en diensten Kennisnet ICT op school in het PO. Leerlingen (n=200) Docenten (n=209) Managers (n=199) Totale bekendheid Gebruik Waardering Bek. Geb. Wrd. Bek. Geb. Wrd. Website kennisnet.nl 54% 40% 6.6 97% 88% 7.2 94% 81% 7.2 Website kids 37% 21% 6.4 87% 43% 7.4 - - - Website leerkracht PO - - - 77% 66% 7.2 - - - Website schoolleider PO - - - - - - 60% 41% 6.6 Website ICT op school - - - 68% 51% 6.9 74% 56% 6.9 Kennisrotonde - - - 20% 10% 6.3 24% 11% 6.1 Vier in balans - - - - - - 32% 22% 6.6 Onderwijstools zoals ICT-boom, assessmenttool - - - 29% 19% 6.5 27% 17% 5.9 Koop- en infowijzers over bijv. beamers, digiborden of - - - - - - 49% 32% 5.9 antivirus Wedstrijden zoals Thinkquest, Expose your talent of Make a 18% 4% 6.0 74% 24% 5.8 - - - game Websitemaker 24% 9% 5.9 - - - - - - Davindi - - 86% 74% 7.1 - - - Entree 16% 5% 5.9 44% 35% 7.2 74% 67% 7.0 Ambassadeurs - - - 7% 1% 5.0 5% 3% 5.3 Themasites (over bijv. Opleiding en Beroep en veiligheid) - - - 34% 22% 6.0 32% 21% 6.0 Speciale websites (zoals Teleblik, Webvideo of Expert) 26% 9% 6.4 77% 66% 8.1 - - - Regelingen zoals het stimuleren van content en - - - 21% 8% 6.5 24% 12% 6.5 professionalisering Bijeenkomsten van Kennisnet ICT op school - - - 42% 17% 6.3 53% 26% 6.2 De website kennisnet.nl wordt door vier op de tien scholieren gebruikt, en zelfs door acht op de tien managers en bijna negen op de tien docenten in het PO. Dat wordt ook wel verklaard door het belang, uitgedrukt op een schaal van 1 (zeer onbelangrijk) tot 10 (zeer belangrijk), dat men hier aan hecht; zowel docenten als managers hebben deze namelijk als ruim voldoende bestempeld. 14/96

De scholieren maken verder vooral gebruik van de website kids, maar weinig van Wedstrijden en Entree. De naamsbekendheid van de verschillende diensten en producten voor leerlingen uit de bovenbouw komt ook nergens (met uitzondering van de website kennisnet.nl) boven de 40%, en zit vaak ver daaronder. Vooral de docenten maken gebruik van de website leerkracht PO, managers blijken dit in mindere mate te doen (website schoolleider PO); zij vinden deze dan ook minder belangrijk. Van de website ICT op school wordt in gelijke mate gebruik gemaakt. Entree wordt veel gebruikt door managers. Wat opvalt is dat het grootste deel van de managers die deze dienst kent hier ook gebruik van maakt, dit vertaalt zich ook in het beoordelingscijfer dat, voor deze doelgroep, hoog is. Docenten hechten veel belang aan speciale websites zoals Teleblik, Webvideo of Expert, zij maken hier dan ook veel gebruik van. Minder belangrijk vinden zij de verschillende Wedstrijden. Van Ambassadeurs wordt zowel door de docenten en managers weinig gebruik gemaakt, en ook de waardering die ze hier aan hechten is laag. Interessant is om te kijken met hoeveel producten en diensten de verschillende doelgroepen in het PO bekend zijn. In onderstaande tabel staan de resultaten. Tabel 2.2: aantal diensten en producten waarmee de verschillende doelgroepen bekend zijn. Aantal diensten en producten waarmee men bekend is. Aantal Scholieren Docenten Managers Geen 35% 0% 2% 1 23% 1% 5% 2 16% 4% 9% 3 10% 7% 9% 4 5% 9% 16% 5 5% 7% 14% 6 8% 14% 15% 7 n.v.t. 14% 11% 8 n.v.t. 9% 7% 9 n.v.t. 10% 7% 10 n.v.t. 10% 6% 11 n.v.t. 5% 2% 12 n.v.t. 5% 1% 13 n.v.t. 5% 0% 14 diensten/producten n.v.t. 1% 0% 15/96

Kennisnet.nl en Kennisrotonde Aan de respondenten die de website kennisnet.nl bezoeken is gevraagd hoe vaak zij dit doen. Zoals uit grafiek 2.5 blijkt, bezoeken de docenten in het PO deze website vaker dan de managers. Door scholieren wordt de website een stuk minder vaak bezocht, ongeveer een vijfde van hen doet dat één keer in de week. Grafiek 2.5: frequentie bezoek website kennisnet.nl in het PO. Van de docenten en managers die bekend zijn met de Kennisrotonde (respectievelijk n=42 en n=46), heeft slechts een kleine groep weleens meegedaan aan een project hiervan, namelijk drie docenten en zes managers. Aan hen is gevraagd of zij iets hadden aan de kennis die via Kennisrotonde is ontwikkeld of verspreid. Van deze drie docenten zeggen er twee hier niks aan te hebben gehad, terwijl vier van de zes managers zeggen dat ze hier wel wat aan hadden. Klantvriendelijkheid Kennisnet ICT op school Van de docenten en managers in het PO heeft ruim een kwart weleens contact gehad met een medewerker van Kennisnet ICT op school (respectievelijk 27% en 29%). Over het algemeen vonden zij dat dit contact (zeer) goed verliep, de managers (89%) iets vaker dan de docenten (81%). Van de twee docenten die geen goed contact hebben gehad geeft er één als reden op dat er een afspraak zou worden gemaakt voor een bijeenkomst, en dat deze echter niet doorging (n=1). 16/96

Imago Kennisnet ICT op school scoort hoog bij bijna alle imagokenmerken die zijn voorgelegd aan de docenten en managers van het PO. Kennisnet ICT op school wordt vooral gezien als deskundig, toegankelijk en van en voor scholen en wat minder als onafhankelijk. Docenten en managers blijken hier hetzelfde over te denken. Zowel docenten als managers vinden Kennisnet ICT op school vooral goed in de rol van expert en dienstverlener. De rol van innovator wordt ook, vooral door de managers, goed gewaardeerd. Over Kennisnet ICT op school in de rol van procesbegeleider en makelaar, zijn beide doelgroepen minder te spreken. In onderstaande grafieken staan de resultaten. Grafiek 2.6: percentage (helemaal) mee eens per imagostatement en percentage (zeer) goed) per rol. Imago Rol Aan de verschillende doelgroepen is ook gevraagd om Kennisnet ICT op school in één woord te omschrijven. Scholieren associëren de stichting vooral met leuk, handig en informatief. Ook docenten en managers denken aan handig en informatief, maar ook aan stimulerend, verrijkend en divers. 17/96

Het totaaloordeel van beide doelgroepen over de diensten en producten van Kennisnet ICT op school is ruim voldoende. De managers geven een 7,4 als rapportcijfer, en de docenten zelfs een 7,5. Ook aan de leerlingen is naar een cijfer gevraagd, zij geven een 6,9. Ondersteuning op het gebied van computergebruik De ondersteuning op het gebied van computergebruik in het afgelopen jaar kwam volgens de docenten vooral van het management, een ICT-coördinator of andere collega s van de eigen school (68%). Docenten noemen verder samenwerkingsverbanden waarvan de school deel uitmaakt of collega s van andere scholen als belangrijkste instanties betreffende ondersteuning. Waarbij die laatste twee elkaar natuurlijk voor een groot deel zullen overlappen. Kennisnet ICT op school wordt slechts door 39% van de docenten genoemd, nog na educatieve uitgeverijen (50%). Managers noemen de collega s van andere scholen (62%) en het samenwerkingsverband met andere scholen (62%) als belangrijkste bron van ondersteuning. In onderstaande tabel staan alle resultaten. Tabel 2.3: instanties die ondersteuning bieden op het gebied van computergebruik Instanties die de school in het afgelopen jaar in belangrijke Docenten Managers mate hebben ondersteund op het gebied van computergebruik (n=209) (n=200) Management, ICT-coördinator of andere collega s van de eigen school 68% - Samenwerkingsverband waarvan de school deel uitmaakt 57% 62% Collega s van andere scholen 54% 62% Educatieve uitgeverijen 50% 50% Kennisnet ICT op school 39% 48% Andere marktpartijen zoals Microsoft en KPN 32% 47% Onderwijsbegeleidingsdienst 20% 30% Gemeente/Provincie 15% 16% Ministerie OCW 14% 19% Anders 21% 21% Weet niet 3% 2% Opvallend is dat managers significant vaker Kennisnet ICT op school, de onderwijsbegeleidingsdienst en andere marktpartijen zoals Microsoft en KPN noemen, dan de docenten. Veel van de ondersteuning op dit gebied zal dus via het management of de ICT-coördinator van de school bij de docenten terechtkomen, zonder dat zij weten waar deze ondersteuning van afkomstig is. Ook valt op dat overheidsinstellingen, zoals het Ministerie van OCW en de gemeente en/of provincie relatief weinig bijdragen aan de ondersteuning op het gebied van computergebruik. In de antwoordcategorie anders vinden we zowel bij de docenten als bij de managers veel kleinere ICT en/of onderwijs gerelateerde bedrijven terug, zoals Heutink ICT en QLICT. 18/96

ICT-voorzieningen in het PO Online lesmateriaal wordt door bijna alle scholen gebruikt of het plan bestaat om dit binnen twee jaar te gaan doen. Ook het elektronisch leerlingendossier of de e-portfolio wordt veel gebruikt door de scholen in het PO, bijna tweederde beschikt hierover. Van de resterende scholen is de helft van plan hier binnen twee jaar gebruik van te gaan maken. Digitale schoolborden kom je al in bijna de helft van de scholen in het PO tegen (gemiddeld 2,5 per school), ruim driekwart van alle scholen, en zeven op de tien scholen die nog geen digitaal schoolbord heeft, is bovendien van plan (nog meer) digitale schoolborden aan te schaffen in de komende twee jaar (gemiddeld 3,7 digitale schoolborden). Nog maar een kwart van de scholen in het PO blijkt over een glasvezelverbinding te beschikken, en slechts een klein deel heeft plannen om dit binnen twee jaar aan te schaffen. Webcams, webvideo of videoconferencing wordt slechts op een beperkt aantal scholen gebruikt voor onderwijsdoelstellingen in het PO. Opmerkelijk is dat volgens de docenten 17% van de scholen die hier nog geen gebruik van maken, van plan is hier binnen twee jaar gebruik van te maken terwijl bij de managers dit percentage significant lager ligt op 10%. Grafiek 2.7: gebruik en aanschafintentie ICT-voorzieningen in het PO. Interessant is om op basis van deze gegevens een voorspelling te doen over het bezit/gebruik van ICT-voorzieningen op scholen over twee jaar. 41% zou dan de beschikking hebben over een glasvezelverbinding, 82% maakt dan gebruik van een e-portfolio en 85% van digitale schoolborden. Tussen de 22% (volgens de managers) en 28% (docenten) maakt dan gebruik van webcams, webvideo of videoconferencing voor onderwijsdoelstellingen. Het aantal scholen dat over twee jaar gebruik maakt van online lesmateriaal gaat richting de 100%. 19/96

ICT-gebruik voor educatieve doelstellingen Zowel scholieren, docenten als managers zijn maar matig tevreden over de mate waarin educatieve uitgevers gebruik maken van ICT in de leermiddelen die zij aanbieden. Grafiek 2.8: tevredenheid met de mate waarin educatieve instellingen gebruik maken van ICT voor de leermiddelen die ze aanbieden. Aan de docenten is gevraagd in welke mate zij op de hoogte zijn van computertoepassingen die zij kunnen gebruiken bij het onderwijs. Dezelfde vraag is voorgelegd aan de managers. Het blijkt dat zij vinden dat de docenten minder goed op de hoogte zijn dan dat ze zelf aangeven. Grafiek 2.9: mate waarin de docenten op de hoogte zijn van computertoepassingen die zij kunnen gebruiken in het onderwijs. 20/96

Uit onderstaande grafiek blijkt dat de docenten in het PO verwachten dat het gebruik van online video voor onderwijsdoeleinden binnen twee jaar flink zal toenemen. Nu gebruikt slecht 47% dit dagelijks of wekelijks, over twee jaar zal naar verwachting driekwart van de docenten dit doen. Grafiek 2.10: gebruik nu en over twee jaar van online videomateriaal in het PO, volgens de docenten. 21/96

Belang Kennisnet ICT op school in het PO Aan docenten en managers is, voor een aantal situaties, gevraagd in welke mate zij denken dat Kennisnet ICT op school hen ondersteunt. Grafiek 2.11: percentage ondersteuning in (zeer) sterke mate door Kennisnet ICT op school aan docenten en managers. docenten managers 22/96

Zowel docenten als managers ondervinden de meeste steun bij het toepassen van ICT in de onderwijspraktijk en het delen van kennis en informatie. Docenten ondervinden daarnaast veel steun, meer dan de managers, bij het zelfstandig werken van leerlingen en het aansluiten bij de directe behoeftes van leerlingen. Op het gebied van het bevorderen van een leven lang leren en netwerkvorming ondervinden docenten en managers de minste ondersteuning, maar dit kan ook een gevolg zijn van de geringe wenselijkheid die daarvoor bestaat. Verder is het opvallend dat vooral veel managers zwakke tot zeer zwakke ondersteuning ondervinden op het gebied van hun eigen professionalisering, en het bevorderen van een leven lang leren. Gebruik computer en ICT-toepassingen in het onderwijs Aan alle drie de doelgroepen is gevraagd hoeveel uur per week zij gebruik maken van een computer voor schooltaken. In onderstaande tabel staan de resultaten. Tabel 2.4: frequentie gebruik computer voor schooltaken Gebruik computer voor schooltaken Leerlingen (n=200) Docenten (n=209) Managers (n=200) 1 uur per week 37% 1% - 2 tot 5 uur per week 44% 17% 4% 5 tot 10 uur per week 6% 26% 14% 10 tot 15 uur per week 2% 24% 21% 15 tot 20 uur per week 2% 13% 19% 20 uur per week of meer - 19% 43% Geen 7% - - Scholieren uit de bovenbouw maken relatief weinig uren per week gebruik van een computer voor schooltaken. Vooral managers maken veel gebruik van de computer, maar dat zal voornamelijk samenhangen met hun functie. 23/96

Tenslotte is aan de docenten over een aantal ICT-toepassingen gevraagd of zij deze gebruiken en, zo ja, hoeveel tijd zij per week besparen of extra kwijt zijn door het gebruik hiervan en, zo nee, hoeveel tijd ze denken te kunnen besparen of extra kwijt zijn bij toekomstig gebruik van de toepassing. Grafiek 2.12: gebruik ICT-toepassingen door docenten in het PO. Grafiek 2.13: tijdwinst en -verlies door gebruik van ICT-toepassingen, nu en naar verwachting. 24/96

Het leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem is de meest gebruikte ICT-toepassing door docenten in het PO. Zij (n=192) zijn overwegend van mening dat dit een tijdsbesparing oplevert variërend van meer dan 2 uur per week (17%), tussen de 1 en 2 uur per week (26%) of van minder dan 1 uur per week (26%). Van de kleine groep docenten die nog geen gebruik maakt van deze toepassing (n=16) is precies de helft van mening dat gebruik hiervan wel een tijdsbesparing zou kunnen betekenen. Een vijfde (19%) denkt dat het extra tijd zal kosten. ICT bij lesuitvoering ICT bij lesuitvoering wordt ook door een groot deel van de docenten gebruikt, de tijdsbesparing is echter minder dan bij het gebruik van het leerlingvolgsysteem; 8% meer dan 2 uur per week, 27% tussen de 1 en 2 uur per week en 18% minder dan een uur per week. De meeste docenten die hier (nog) geen gebruik van maken (n=29) verwachten een eventuele tijdsbesparing bij gebruik. ICT bij lesvoorbereiding Acht op de tien docenten maakt gebruik van ICT bij lesvoorbereiding. Bijna de helft van hen levert dat een tijdsbesparing op, 25% zelfs meer dan 2 uur per week. Er is echter ook een vrij grote groep, in vergelijking met andere toepassingen, die extra tijd kwijt is. Ook hier is het aandeel docenten dat verwacht tijd te besparen kleiner dan het percentage dat in de werkelijkheid tijd bespaart. Digitaal lesmateriaal Digitaal lesmateriaal wordt door ruim driekwart van de docenten gebruikt (78%). Dit levert de helft een tijdwinst op. De groep die extra tijd kwijt is, is twee keer zo klein. Kijken we naar de docenten die geen gebruik maken van digitaal lesmateriaal (n=44), dan zien we dat de grootste groep verwacht dat de tijdsbesparing 1 à 2 uur per week zal zijn (23%). In zijn totaliteit verwacht 43% van de docenten een tijdsbesparing, en verwacht 18% dat dit extra tijd zal kosten. ICT bij toetsing Ongeveer de helft van de docenten maakt gebruik van ICT bij toetsing. Van alle toepassingen die hier zijn genoemd levert hun dat de meeste tijdsbesparing op; 11% 2 uur per week of meer, 42% tussen de 1 en 2 uur per week en 23% minder dan een uur per week. Slechts 14% van de docenten kost het meer tijd. De verwachting bij docenten die hier geen gebruik van maken (n=102), is ook dat het tijdwinst oplevert. De grootste groep denkt aan 1 tot 2 uur per week (37%), gevolgd door meer dan 2 uur per week (17%) of minder dan 1 uur per week (13%). Slechts 10% denkt dat gebruik van ICT bij het toetsen meer tijd zal kosten. 25/96

Een elektronische leeromgeving Slechts een derde van de docenten maakt gebruik van een elektronische leeromgeving (31%). Volgens het grootste deel van hen (n=65) levert dat een besparing op van 1 tot 2 uur per week (25%). In totaal meent bijna de helft dat het gebruik hiervan tijd bespaart, en een derde kost het extra tijd. De verwachting onder de docenten die geen gebruik maken van een elektronische leeromgeving (n=122) is dat gebruik hiervan een tijdsbesparing met zich mee brengt. Digitale schoolbord Ook het digitale schoolbord wordt door nog geen derde van de docenten in het PO gebruikt. Opmerkelijk is dat een grote groep docenten meent dat het extra tijd kost, variërend van ongeveer 1 tot 2 uur extra per week (18%) of meer dan 2 uur per week (18%). In zijn totaliteit is de groep die zegt dat het gebruik van het digitale schoolbord extra tijd kost even groot als de groep die meent dat het tijd bespaart. In de laatste groep bevindt zich echter wel een groot aandeel docenten die van mening is dat het gebruik hiervan een tijdwinst oplevert van meer dan 2 uur per week (19% van het totaal). Veel van de docenten die het digitale schoolbord niet gebruiken (n=146) verwachten dat dit bij gebruik in de toekomst wel een tijdwinst op zal leveren, variërend van 1 tot 2 uur per week (24%) tot 2 uur per week of meer (13%). 26/96

3. VOORTGEZET ONDERWIJS Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van de verschillende doelgroepen in het Voortgezet Onderwijs besproken, te weten: doelgroep 3 (leerlingen), doelgroep 7 (docenten) en doelgroep 10 (managers). Computergebruik in het Voortgezet Onderwijs Leerlingen in het voortgezet onderwijs verschillen nogal van mening met de docenten en de managers over hoe het computergebruik voor onderwijsdoeleinden op hun school het best valt te typeren. Dit verschil is vooral opmerkelijk als we kijken naar het aandeel dat meent dat er vaak gebruik van wordt gemaakt, dat is bij de docenten en de managers een stuk groter dan bij de leerlingen. In onderstaande grafiek staan de resultaten, daaruit wordt duidelijk dat het percentage leerlingen dat zegt dat er gebruik wordt gemaakt van de computer (heel vaak, vaak of beginnend) lager is dan bij docenten en managers. Grafiek 3.1: computergebruik in het VO. Dit verschil komt ook naar voren als wordt gevraagd naar het percentage leraren dat gebruik maakt van computers tijdens de les, volgens de leerlingen bedraagt dit 38%. Volgens docenten en managers ligt dit percentage hoger, respectievelijk 55% en 58%. Ook de schatting van het verwachte percentage over drie jaar laat dit verschil zien, 62% bij de scholieren, 76% bij de docenten en 79% bij de managers. 27/96

Zowel docenten als managers typeren het computergebruik op hun school het meest als een situatie waarbij de school een coördinator heeft voor ICT-voorzieningen, maar waar de leraren meestal zelf mogen kiezen voor welke leerstof en op welke manier zij gebruik maken van ICT bij het lesgeven, ofwel als een situatie met gecoördineerde voorzieningen. In grafiek 3.2 staan de resultaten, opvallend is dat (significant) meer managers dan docenten menen dat er sprake is van een geïntegreerde leeromgeving. Grafiek 3.2: typering computergebruik in het VO. 3 3 Definities omschrijvingen: Ongecoördineerd: Het is de verantwoordelijkheid van elke leraar om zelf te bepalen wel of geen ICT te gebruiken bij het lesgeven. Gecoördineerde voorzieningen: Onze school/instelling heeft een coördinator voor ICT-voorzieningen; leraren kiezen meestal zelf voor welke leerstof en op welke manier zij gebruik maken van ICT bij het lesgeven. Gecoördineerde visie: Voor het merendeel van de leerstof onderdelen zijn binnen onze school/instelling afspraken gemaakt over de didactische inzet van ICT. Het wordt belangrijk gevonden dat alle leraren zich aan deze afspraken houden. Geïntegreerde leeromgeving: Voor vrijwel alle leerstofonderdelen zijn school- of sectiebrede afspraken gemaakt over de didactische inzet van ICT. De inzet van ICT sluit aan bij de opvattingen die wij op onze school/instelling hebben over onderwijs en leren. ICT is bij alle leraren geïntegreerd in hun onderwijs. 28/96

Naamsbekendheid Kennisnet ICT op school in het VO De bekendheid van Kennisnet ICT op school is vooral groot onder de leraren en managers in het VO. In beide groepen kent 81% het meer dan alleen van naam. De totale naamsbekendheid in deze twee doelgroepen gaat richting de 100%. Onder leerlingen in het VO is de naamsbekendheid minder groot. Vooral de groep die van meer dan alleen van naam bekend is met het Kennisnet is hier klein (40%). De groep die alleen de naam kent, is even groot (39%), daardoor komt de totale naamsbekendheid toch nog op 79%. Grafiek 3.3: naamsbekendheid Kennisnet (ICT op school) in het VO. 29/96

Producten en diensten Kennisnet ICT op school Voor de verschillende diensten en producten die worden aangeboden door Kennisnet ICT op school is, per doelgroep, gevraagd of men hiermee bekend is en, zo ja, welk belang men daaraan hecht. De voorgelegde diensten en producten verschillen per doelgroep. In onderstaande grafieken zijn de resultaten voor de verschillende doelgroepen weergegeven. Daarin is te zien welk aandeel respondenten gebruik maakt van de dienst of product, en welk aandeel bekend is met het product of dienst. De totale bekendheid van betreffende dienst en of product is de som van deze twee; deze is ook opgenomen in tabel 3.1, samen met de beoordelingscijfers voor de betreffende diensten of producten. Grafiek 3.4a: gebruik en bekendheid producten en diensten, leerlingen in het VO. 30/96

Grafiek 3.4b: gebruik en bekendheid producten en diensten, docenten in het VO. Grafiek 3.4c: gebruik en bekendheid producten en diensten, managers in het VO. 31/96

In onderstaande tabel staat het voorgaande nogmaals weergegeven, nu echter met de totale bekendheid en het waarderingscijfer; dit waarderingscijfer is alleen toegekend door de respondenten die bekend zijn met de betreffende diensten of producten. Tabel 3.1: bekendheid en belang producten en diensten Kennisnet ICT op school in het VO. Totale bekendheid Leerlingen (n=200) Docenten (n=201) Managers (n=172) Gebruik Waardering Bek. Geb. Wrd. Bek. Geb. Wrd. Website kennisnet.nl 62% 42% 5.4 91% 70% 6.2 88% 72% 6.3 Website scholier VO 31% 15% 6.0 44% 26% 6.0 - - Website docent VO - - - 57% 38% 6.1 - - - Website manager VO - - - - - - 49% 33% 5.8 Website ICT op school - - - 67% 48% 6.6 68% 52% 6.4 Kennisrotonde - - - 26% 12% 5.8 29% 17% 6.0 Vier in balans - - - - - - 39% 27% 6.5 Onderwijstools zoals ICTboom, assessmenttool Koop- en infowijzers over bijv. beamers, digiborden of antivirus Wedstrijden zoals Thinkquest, Expose your talent of Make a game - - - 22% 11% 6.1 24% 15% 6.1 - - - - - - 54% 40% 6.2 27% 7% 4.6 73% 33% 5.7 - - - Websitemaker 35% 15% 5.0 - - - - - - Davindi - - - 80% 57% 6.1 - - - Entree 15% 4% 5.4 55% 42% 6.4 65% 56% 6.9 Ambassadeurs - - - 38% 20% 7.2 47% 34% 7.1 Themasites (over bijv. Opleiding en Beroep en veiligheid) Speciale websites (zoals Teleblik, Webvideo of Expert op afstand) Regelingen zoals het stimuleren van content en professionalisering Bijeenkomsten van Kennisnet ICT op school 34% 13% 6.1 36% 23% 6.5 35% 26% 6.4 22% 7% 5.9 75% 59% 7.2 - - - - - - 35% 19% 7.1 40% 28% 7.2 - - - 54% 29% 6.6 63% 39% 6.6 32/96

De website kennisnet.nl is het meest bekend onder alle drie de doelgroepen. Het belang dat men er aan hecht is echter niet zo groot, zeker niet bij de scholieren. Deze hechten sowieso weinig belang aan de verschillende diensten en producten van Kennisnet ICT op school, en ook de bekendheid van de overige producten en diensten is erg laag; alleen kennisnet.nl scoort hoger dan 35% (uitgaande van de totale bekendheid). Docenten kennen naast kennisnet.nl vooral Davindi, speciale websites (zoals Teleblik) en de website ICT op school door gebruik. Ook Wedstrijden zoals Thinkquest zijn bekend onder docenten, maar dat is overwegend van naam en zij vinden deze dienst het minst belangrijk. Speciale websites, Ambassadeurs en Regelingen zoals het stimuleren van content en professionalisering worden wel belangrijk gevonden door docenten, hoewel de laatste twee maar bekend zijn bij een beperkte groep. Managers zijn naast kennisnet.nl vooral bekend door gebruik met Entree, en de website ICT op school. Het meeste belang hechten zij echter aan Ambassadeurs en Regelingen zoals het stimuleren van content en professionalisering, ongeveer een derde van de managers in het VO maakt hier dan ook gebruik van. De website manager VO vinden zij het minst belangrijk. Interessant is om te kijken met hoeveel producten en diensten de verschillende doelgroepen in het VO bekend zijn. In onderstaande tabel staan de resultaten. Tabel 3.2: aantal diensten en producten waarmee de verschillende doelgroepen bekend zijn. Aantal diensten en producten waarmee men bekend is. Aantal Scholieren Docenten Managers Geen 27% 2% 5% 1 19% 2% 7% 2 17% 7% 7% 3 14% 2% 10% 4 9% 7% 8% 5 7% 8% 11% 6 2% 12% 8% 7 8% 5% 9% 8 n.v.t. 11% 8% 9 n.v.t. 13% 7% 10 n.v.t. 7% 7% 11 n.v.t. 7% 5% 12 n.v.t. 6% 8% 13 n.v.t. 5% n.v.t 14 diensten/producten n.v.t. 3% n.v.t. 33/96

Kennisnet.nl en Kennisrotonde Aan de respondenten is gevraagd hoe vaak zij de website kennisnet.nl bezoeken. Uit onderstaande grafiek blijkt dat managers en docenten dit redelijk frequent en ongeveer in gelijke mate doen, maar van de leerlingen bezoekt 84% nooit, bijna nooit of maar enkele keren per jaar de website. Grafiek 3.5: frequentie bezoek website Kennisnet.nl in het VO. Van de docenten en managers die bekend zijn met de Kennisrotonde (resp. 26% en 29% van het totaal) heeft slechts een klein aantal weleens meegedaan aan een project. Vier van de zes docenten die hier aan meededen, hebben tot nu toe niets gehad aan de kennis die via Kennisrotonde is ontwikkeld of verspreid, terwijl vijf van de acht managers juist aangeven dat ze wel iets aan deze kennis hebben gehad. Tenslotte is aan alle scholieren gevraagd of er nog dingen waren op de computer die zij wilden opzoeken, maar die ze niet konden vinden en waarvan ze het fijn zouden vinden als Kennisnet ze zou aanbieden. De meerderheid (89%) zei dat dit niet het geval was. 34/96

Klantvriendelijkheid Kennisnet ICT op school Van de docenten en managers in het VO heeft bijna de helft weleens contact gehad met een medewerker van Kennisnet ICT op school. Ongeveer negen op de tien van hen vond dat dit contact (zeer) goed verliep. De enkeling die een slechte ervaring heeft gehad, geeft als reden op: hadden afspraak gemaakt maar nooit gekomen (n=1). Imago Kennisnet ICT op school scoort goed tot redelijk bij alle imagokenmerken die zijn voorgelegd aan de docenten en managers. Kennisnet ICT op school wordt vooral gezien, als deskundig, van en voor scholen en toegankelijk. En in iets mindere mate als vernieuwend, stimulerend en onafhankelijk. Docenten en managers denken hier in grote lijnen hetzelfde over. Zowel docenten als managers vinden Kennisnet ICT op school vooral goed in de rol van dienstverlener, expert en innovator. Over Kennisnet ICT op school in de rol van makelaar en procesbegeleider zijn ze minder te spreken. Grafiek 3.6: percentage (helemaal) mee eens per imagostatement en percentage (zeer) goed per rol. Imago Rol 35/96

Scholieren denken vooral aan handig en informatief maar ook aan basisschool als hen wordt gevraagd om Kennisnet in één woord te omschrijven. Managers en docenten vinden Kennisnet ICT op school vooral bruikbaar, nuttig en ondersteunend. Het totaaloordeel over de diensten en producten van Kennisnet ICT op school is voldoende. De managers geven een 7,0 en de leraren een 7,1 als rapportcijfer. Ook de scholieren is naar een cijfer gevraagd, zij geven een 6,6. Ondersteuning op het gebied van computergebruik De ondersteuning op het gebied van computergebruik in het afgelopen jaar kwam volgens de docenten vooral van het management, een ICT-coördinator of andere collega s van de eigen school (73%), van educatieve uitgeverijen (50%) of van collega s van andere scholen (49%). Kennisnet ICT op school wordt slechts door 38% van docenten genoemd, nog na een samenwerkingsverband waarvan de school deel uitmaakt (48%). Managers noemen ook vooral de collega s van andere scholen (54%), een samenwerkingsverband waar de school deel van uitmaakt (53%) en educatieve uitgeverijen (52%). Kennisnet ICT op school wordt door 41% van de managers genoemd. Tabel 3.3: instanties die ondersteuning bieden op het gebied van computergebruik. Instanties die de school in het afgelopen jaar in belangrijke Docenten Managers mate hebben ondersteund op het gebied van computergebruik (n=201) (n=172) Management, ICT-coördinator of andere collega s van de eigen school 73% - Educatieve uitgeverijen 50% 52% Collega s van andere scholen 49% 54% Samenwerkingsverband waarvan de school deel uitmaakt 48% 53% Kennisnet ICT op school 38% 41% Andere marktpartijen zoals Microsoft en KPN 33% 38% Ministerie OCW 13% 14% Gemeente/Provincie 10% 10% Onderwijsbegeleidingsdienst 9% 13% Anders 13% 22% Weet niet 7% 2% Managers en docenten geven nauwelijks verschillende reacties, wat aangeeft dat niet alleen de managers maar ook de docenten in het VO goed op de hoogte zijn van de ondersteuning die de school ontvangt op ICT-gebied. 36/96

Opvallend is ook hier dat overheidsinstanties zoals het Ministerie OCW of de gemeente/ provincie weinig ondersteunend zijn geweest, dit geldt ook voor de onderwijsbegeleidingsdienst. Ook hier zien we in de antwoordcategorie anders, zowel bij de docenten als bij de managers, veel ICT en/of onderwijs gerelateerde bedrijven terug. ICT-voorzieningen in het VO Online lesmateriaal wordt door bijna alle scholen gebruikt. Van de resterende scholen is de helft van plan hier binnen twee jaar gebruik van te gaan maken. Ook het elektronische leerlingendossier of e-portfolio is ingeburgerd bij de scholen in het VO, driekwart beschikt hierover. Van de resterende scholen is ook nog eens bijna driekwart van plan hier binnen twee jaar gebruik van te maken. Daarnaast heeft zes op de tien scholen één of meer digitale schoolborden in bezit (gemiddeld 5,7 per school) en ruim de helft van de scholen zonder digitaal schoolbord is van plan om er één of meer aan te schaffen. Bovendien is 71% van alle scholen in het VO van plan binnen twee jaar (nog meer) digitale schoolborden aan te schaffen (gemiddeld 7 schoolborden per school). Ruim de helft van de scholen in het VO beschikt over een glasvezelverbinding en van de resterende scholen is ruim tweederde van plan om binnen twee jaar hierop over te stappen. Het gebruik van webcams, webvideo of videoconferencing voor onderwijsdoelstellingen is minder groot, volgens de managers is dit 26% en volgens de docenten 17%. De scholen die hier geen gebruik van maken lijken ook niet van plan om dit binnen twee jaar wel te doen. Grafiek 3.7: gebruik en aanschafintentie ICT-voorzieningen in het VO. 37/96

Op basis hiervan kan een voorspelling worden gedaan over het gebruik/bezit van ICTvoorzieningen op scholen in het VO over twee jaar. 87% van de scholen zou op basis van deze gegevens binnen twee jaar beschikken over een glasvezelverbinding en maar liefst 94% zou gebruik maken van een e-portfolio. Van het digitale schoolbord zal 83% van de scholen gebruik maken. Tussen de 31% (docenten) en 40% (managers) van de scholen maakt dan gebruik van webcams, webvideo of videoconferencing voor onderwijsdoelstellingen. Het aantal scholen dat over twee jaar gebruik zal maken van online lesmateriaal nadert de 100%. ICT-gebruik voor educatieve doelstellingen Zowel scholieren, docenten als managers zijn weinig tevreden over de mate waarin educatieve uitgevers gebruik maken van ICT in de leermiddelen die zij aanbieden. Ongeveer een derde van alle drie de groepen noemt dit voldoende, maar het percentage dat dit uitstekend of goed noemt is lager dan het percentage dat het als matig of slecht omschrijft, al is dit verschil alleen bij de docenten significant. Grafiek 3.8: tevredenheid met de mate waarin educatieve instellingen gebruik maken van ICT voor de leermiddelen die ze aanbieden. 38/96

Aan de docenten is gevraagd in welke mate zij op de hoogte zijn van de computertoepassingen die ze kunnen gebruiken voor onderwijsdoelstellingen. Driekwart van hen meent dat het hier goed of zelfs uitstekend mee gesteld is. Maar hoe denken de managers over de mate waarin docenten hiervan op de hoogte zijn? Het verschil is opmerkelijk, van hen meent maar één vijfde dat het uitstekend tot goed gesteld is met deze kennis. In onderstaande grafiek staan de resultaten. Grafiek 3.9: mate waarin de docenten op de hoogte zijn van computertoepassingen die ze kunnen gebruiken in het onderwijs. Ruim een kwart gebruikt (bijna) nooit online video voor het onderwijs. De verwachting is wel dat het gebruik over twee jaar flink zal zijn toegenomen, zie grafiek 3.10. Grafiek 3.10: gebruik nu en over twee jaar van online videomateriaal in het VO, volgens de docenten. 39/96

Belang Kennisnet ICT op school in het VO Aan docenten en managers is, voor een aantal situaties, gevraagd in welke mate zij denken dat Kennisnet ICT op school hen ondersteunt. Grafiek 3.11: percentage ondersteuning in (zeer) sterke mate door Kennisnet ICT op school aan docenten en managers. docenten managers 40/96

Zowel docenten als managers ondervinden de meeste ondersteuning bij het delen van kennis en informatie (de docenten hier significant meer dan de managers), de innovatie van het onderwijs, het toepassen van ICT in de onderwijspraktijk en bij hun eigen professionalisering. Maar de mate van ondersteuning komt nergens boven de 50% (zeer) sterk. De ondersteuning op het gebied van netwerkvorming en het bevorderen van een leven lang leren is ronduit matig. Vooral de managers ondervinden weinig steun bij het bevorderen van een leven lang leren, al kan het ook zijn dat zij deze niet wenselijk achten. Gebruik computer en ICT-toepassingen in het onderwijs Aan alle drie de doelgroepen is gevraagd hoeveel uur per week zij gebruik maken van een computer voor schooltaken. In onderstaande tabel staan de resultaten. Tabel 3.4: frequentie gebruik computer voor schooltaken. Gebruik computer voor schooltaken Leerlingen (n=200) Docenten (n=201) Managers (n=172) 1 uur per week 19% 1% 1% 2 tot 5 uur per week 43% 9% 2% 5 tot 10 uur per week 20% 13% 5% 10 tot 15 uur per week 6% 19% 10% 15 tot 20 uur per week 2% 17% 15% 20 uur per week of meer 2% 40% 66% Geen 4% - 1% Zoals te verwachten viel, vanwege hun functie, maken de managers het meest gebruik van de computer, tweederde zelfs meer dan 20 uur per week. Ook een grote groep docenten doet dit (40%). Bij scholieren ligt het aantal uren aanzienlijk lager, het grootste gedeelte maakt tussen de 2 en 5 uur per week gebruik van de computer. Tenslotte is over een aantal verschillende ICT-toepassingen gevraagd of hier gebruik van gemaakt wordt en, zo ja, hoeveel tijd men hier mee bespaart of verliest per week. Indien ze geen gebruik maken van de toepassingen is gevraagd hoeveel tijd men denkt te kunnen besparen of extra kwijt te zijn. In onderstaande grafieken staan de resultaten. 41/96

Grafiek 3.12: gebruik ICT-toepassingen in het VO. Grafiek 3.13: tijdwinst en verlies door gebruik van ICT-toepassingen, nu en naar verwachting. 42/96

ICT bij lesuitvoering Van ICT bij lesuitvoering maken bijna alle docenten gebruik. Een derde daarvan bespaart tijd, variërend van minder dan 1 uur per week (6%) tussen de 1 en 2 uur per week (17%) en meer dan 2 uur per week (12%). Ongeveer een kwart van de docenten is extra tijd kwijt door het gebruik van ICT bij lesuitvoering. Deze toepassing wordt het meest gebruikt door de docenten in het VO, maar levert minder tijdwinst op (m.u.v. het digitale schoolbord) dan de andere toepassingen. Van de beperkte groep docenten die geen gebruik maakt van ICT bij lesuitvoering (n=10), verwachten twee mensen extra tijd kwijt te zijn en twee een tijdbesparing. ICT bij lesvoorbereiding Wederom maken bijna alle docenten al gebruik van ICT bij lesvoorbereiding, waarvan het grootste deel ook flink wat tijd bespaart. In totaal 46%; 18% meer dan 2 uur per week, 17% tussen de 1 en 2 uur en 11% minder dan 1 uur per week. Ruim een kwart is extra tijd kwijt, waarvan een groot gedeelte zelfs meer dan 2 uur per week (13% van het totaal). De verwachting van de docenten die geen gebruik maken van ICT bij lesvoorbereiding (n=17), over tijdsbesparing of tijdsverlies, komt redelijk overeen met de werkelijkheid. Digitaal lesmateriaal Negen op de tien docenten gebruikt digitaal lesmateriaal. Niet zo verwonderlijk, want volgens bijna de helft bespaart dit tijd, variërend van minder dan 1 uur per week (15%), tussen de 1 en 2 uur per week (25%) en meer dan 2 uur per week (8%). Een kwart is extra tijd kwijt door het gebruik van digitaal lesmateriaal, waarvan ongeveer de helft minder dan één uur per week (11%). Van de docenten die geen gebruik maken van digitaal lesmateriaal (n=19) verwacht een derde een tijdsbesparing variërend van minder dan 1 uur per week (5%), tussen de 1 en 2 uur per week (11%), tot meer dan 2 uur per week (21%). Leerlingvolgsysteem Acht op de tien docenten maakt gebruik van het leerlingvolgsysteem. Precies de helft van deze docenten bespaart tijd door het gebruik hiervan; 14% minder dan 1 uur, 21% tussen de 1 en 2 uur en 16% meer dan 2 uur per week. Ongeveer een kwart is extra tijd kwijt, de grootste groep hiervan tussen de 1 en 2 uur per week (14%). Hoewel het de helft van de docenten die het leerlingvolgsysteem gebruiken een tijdsbesparing oplevert, denken de meeste docenten, die hier geen gebruik van maken (n=40), dat dit extra tijd zou kosten. 43/96