Toptalenten in het onderwijs
|
|
- Michiel van der Linden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Grote Bickersstraat KS Amsterdam Postbus BX Amsterdam tel Toptalenten in het onderwijs Een monitoronderzoek naar het (waargenomen) belang, de beleving en de behoeften ten aanzien van het stimuleren van toptalenten in het primair en voortgezet onderwijs Bart Koenen en Dieter Verhue Maart 2016 projectnummer: V6437
2 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Onderzoeksverantwoording Opzet en uitvoering Conventies bij de rapportage 2 3 Samenvatting 4 4 Wat zijn toptalenten? Wat verstaat men onder de term toptalent? Hoeveel leerlingen zien zichzelf als een toptalent? 8 5 Draagvlak: welk belang hecht men aan extra inzet en aanbod? Verdienen toptalenten extra aandacht? Heeft extra aandacht voor toptalenten gevolgen voor andere leerlingen? 10 6 Aanbod: wat doen scholen voor hun toptalenten? Welke vormen van aanbod worden op scholen gegeven? Wat vinden toptalenten van het extra aanbod? 15 7 Beleving: hoe wordt extra inzet en aanbod in de praktijk ervaren? Prestatiecultuur op school Hoe vaak vervelen leerlingen zich? Mag je uitblinken op school? 22 8 Behoefte: wat hebben docenten nodig om goed onderwijs aan toptalenten te kunnen bieden? Onderwijs aan toptalenten in de praktijk 26
3 1 1 Inleiding In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft Veldkamp in het najaar van 2015 een tweede meting uitgevoerd van het onderzoek naar het gepercipieerde belang, de beleving en de behoeften die binnen het basis- en voortgezet onderwijs leven met betrekking tot extra inzet en onderwijskundig aanbod voor toptalenten. Het onderzoek is uitgevoerd onder leerlingen, ouders, leraren, schoolleiders en bestuurders in primair en voortgezet onderwijs. De eerste meting werd in 2013 uitgevoerd door onderzoeksbureau GfK. In dit rapport wordt ingegaan op de volgende hoofdvragen: Draagvlak: welk belang hechten de doelgroepen aan het stimuleren van toptalenten en wat is het draagvlak voor het OCW-beleid? Aanbod: wat is het huidige aanbod aan speciale lesprogramma s aan toptalenten binnen het basis- en voortgezet onderwijs? Beleving: hoe wordt het stimuleren van toptalenten door de verschillende doelgroepen in de praktijk ervaren? Behoefte: welke behoeften hebben de verschillende doelgroepen en hoe staan zijn tegenover nieuwe initiatieven op dit gebied? Opbouw rapport Het rapport bestaat uit acht hoofdstukken en is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk twee wordt de onderzoeksverantwoording beschreven. In het derde hoofdstuk staat de samenvatting van het rapport. Hoofdstuk vier gaat over de term toptalenten en gaat in op de vraag wat men precies onder de term toptalenten verstaat en hoeveel leerlingen zichzelf zien als een toptalent. Het vijfde hoofdstuk zoomt in op het belang dat men aan extra inzet en aanbod voor toptalenten hecht en in hoofdstuk zes wordt het aanbod in kaart gebracht, ofwel wat docenten specifiek voor hun toptalenten doen. De laatste twee hoofdstukken gaan over de beleving in de praktijk (hoofdstuk zeven) en over de behoeften van docenten zodat zij goed onderwijs kunnen bieden aan hun toptalenten.
4 2 2 Onderzoeksverantwoording 2.1 Opzet en uitvoering De steekproef van de meting uit 2013 is op dezelfde manier samengesteld als die van de huidige meting. Wel zijn enkele nieuwe doelgroepen ondervraagd, te weten de leerlingen in het basisonderwijs en de schoolbestuurders in het basis- en voortgezet onderwijs. Om de gegevens van de verschillende doelgroepen te verzamelen zijn meerdere methoden ingezet. Benaderingsmethoden en respons Voor de gegevensverzameling van leerlingen (n=799), ouders (n=883) en docenten (n=437) is gebruik gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase. Voor de gegevensverzameling van schoolleiders (n=165) en besturen (n=43) is gebruik gemaakt van adresbestanden met adressen van het Ministerie van OCW en DUO. De respons onder de benaderde panelleden (leerlingen, ouders en docenten) bedroeg 85%. Zoals in 2013 zijn de resultaten herwogen op de leerlingenpopulaties zoals die in het basis- en voortgezet onderwijs voorkomen. De respons onder schoolleiders en schoolbestuurders bedroeg respectievelijk 8% en 2%. Omdat van beide groepen geen populatiecijfers bekend zijn, heeft achteraf geen herweging plaatsgevonden. De respons onder bestuurders is te laag om betrouwbare uitspraken over te kunnen doen. Om hun mening toch in het onderzoek mee te kunnen nemen, is er voor gekozen om hun antwoorden in aparte kaders op absoluut niveau te rapporteren, dus niet in percentages. De resultaten van de schoolleiders kunnen als indicatief worden beschouwd. Vragenlijst De dataverzameling van het onderzoek is verlopen via een computergestuurde zelfinvulvragenlijst (Computer Assisted Self Interviewing). Alle deelnemers aan het onderzoek werden per e- mail uitgenodigd. Het onderzoek werd aangekondigd als een onderzoek naar schoolprestaties'. Via een link in de mail kreeg men direct toegang tot de vragenlijst. De vragenlijst is gebaseerd op de vragenlijst van de eerste meting. Aan deze vragenlijst is een aantal vragen toegevoegd en is een aantal komen te vervallen. De vragenlijst bestaat uit algemene vragen die aan alle doelgroepen zijn gevraagd en uit specifieke vragen per doelgroep. De gemiddelde invulduur voor de vragenlijst bedroeg 8,5 minuten. 2.2 Conventies bij de rapportage In dit rapport worden de resultaten van de eerste meting door onderzoeksbureau GfK in 2013 en de tweede meting in 2015 met elkaar vergeleken. Daarnaast worden vergelijkingen gemaakt tussen de eerder genoemde doelgroepen. Hierbij worden uitsluitend significante verschillen tussen beide metingen en de verschillende doelgroepen beschreven en worden niet significante verschillen niet gerapporteerd.
5 3 Significante verschillen Alle beschreven verschillen zijn statistisch getoetst op toeval. Dit betekent dat indien de gevonden verschillen significant zijn, het voor 95% zeker is dat de verschillen berusten op werkelijke verschillen en niet op toevallige fluctuaties. De significante verschillen zijn in de figuren weergegeven met groene en rode pijltjes. Er zijn verschillen in de opzet tussen de eerste en tweede meting. Zo zijn sommige vragen komen te vervallen, anders geformuleerd of er nieuw bij gekomen. Om deze reden is het niet mogelijk om alle resultaten van beide metingen met elkaar te vergelijken. Als een vraag anders is geformuleerd, maar er is nog wel een vergelijking met de vorige meting te maken, staat in een aparte voetnoot beschreven wat precies aan de vraagstelling is veranderd. Boven de grafieken in de rapportage is steeds de letterlijke vraagstelling weergegeven. Daarnaast staat boven de grafieken aan welke en aan hoeveel respondenten de vraag is gesteld.
6 4 3 Samenvatting In dit eerste hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. Draagvlak Het draagvlak voor extra inzet en aanbod voor toptalenten is net als in 2013 onverminderd groot. Zo vindt 89% van de ouders met kinderen in het basisonderwijs, 88% van de schoolleiders en 95% van de docenten in het basisonderwijs het belangrijk dat scholen zich meer inzetten voor hun toptalenten. Het draagvlak in het voortgezet onderwijs vergelijkbaar: 82% van de ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs, 92% van de schoolleiders en 87% van de docenten in het voortgezet onderwijs extra inzet en aanbod belangrijk. Aanbod Zowel in het basis- als voortgezet onderwijs zijn docenten het afgelopen jaar meer speciale aandacht aan toptalenten gaan besteden. In 2013 gaf 85% van docenten in het basisonderwijs aan speciale aandacht aan hun toptalenten te besteden. In 2015 is dat gestegen tot 98%. Ook in het voortgezet onderwijs geven steeds meer docenten aan dat ze speciale aandacht aan hun toptalenten besteden (van 52% in 2013 naar 76% in 2015). 84% van de schoolleiders in het basisonderwijs en 82% van de schoolleiders in het voortgezet onderwijs geven aan dat hun school docenten stimuleert om uitdagend onderwijs te geven aan de toptalenten. Dit percentage is de afgelopen twee jaar niet veranderd. Zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs wordt onderschreven dat scholen steeds meer aandacht aan toptalenten zijn gaan besteden. Zo geeft 62% van de docenten in het basisonderwijs en 67% van de schoolleiders in het basisonderwijs aan dat hun school de afgelopen twee jaar meer aandacht aan toptalenten is gaan besteden. In het voortgezet onderwijs bestaat verschil aan inzicht tussen docenten en schoolleiders over deze vraag. Bij de docenten geeft 43% aan dat er inderdaad meer aandacht voor toptalenten gekomen is. Bij de schoolleiders ligt dat percentage met 67% flink hoger. De manier waarop dit gebeurt, verschilt tussen primair en voortgezet onderwijs. Meer uitdagend werk bieden binnen één of meer vakken (verrijken) en het schrappen van herhalings- en oefenstof binnen één of meer vakken (compacting) zijn de meest voorkomende vormen van extra aanbod aan toptalenten op de basisschool; circa acht op de tien basisscholen bieden dit aan.
7 5 In het voortgezet onderwijs is dat meer uitdagende opdrachten en extra taken in de les geven en extra programma s of lesstof geven als het reguliere werk in de les af is (circa zes op de tien scholen bieden dit aan). Beleving Leerlingen in zowel het basis- als voortgezet onderwijs zijn tevreden over de mate waarin ze worden uitgedaagd op school. Zo geven ruim negen op de tien leerlingen in het basisonderwijs aan dat ze momenteel voldoende worden uitgedaagd om zo goed mogelijk te presteren op school. Dat geldt ook voor acht op de tien leerlingen in het voortgezet onderwijs. Toptalenten in het voortgezet onderwijs zijn veel meer tevreden over de uitdaging die ze op school krijgen dan in Deze constatering ligt in lijn met het toegenomen aanbod en de toegenomen aandacht voor toptalenten in zowel het basis- als voortgezet onderwijs. Onder de toptalenten in het voortgezet onderwijs geeft 18% aan dat ze onvoldoende worden uitgedaagd. Dat is een daling ten opzichte van 2013 toen 50% nog aangaf onvoldoende te worden uitgedaagd. Ook het aantal toptalenten in het voortgezet onderwijs dat aangeeft zich te vervelen in de klas is de afgelopen jaren gedaald: in 2013 gaf 56% van de toptalenten nog aan zich te vervelen, in 2015 is dat gedaald tot 24%. Behoefte De mate waarin docenten tevreden zijn over wat ze in hun lessen kunnen doen voor toptalenten is onveranderd. In 2013 was 41% van de docenten in het basisonderwijs en 36% van de docenten in het voortgezet onderwijs tevreden over wat ze in hun lessen konden doen voor de toptalenten. In 2015 is dat niet veranderd: 47% van de docenten in het basisonderwijs en 35% van de docenten in het voortgezet onderwijs is hierover tevreden. De tevredenheid over de facilitering en ondersteuning van de school is wel toegenomen, al is er een verschil tussen docenten en de schoolleiding. In 2013 was 46% van de docenten in het basisonderwijs tevreden over de facilitering en ondersteuning vanuit de school. In 2015 is dat gestegen tot 67%. De tevredenheid in het voortgezet onderwijs is gestegen, maar blijft net als in 2013 kleiner dan in het basisonderwijs: in 2013 was 20% van de docenten in het voortgezet onderwijs tevreden over de ondersteuning, in 2015 is dat met 23 procentpunten toegenomen tot 43%. 60% van de schoolleiders in het voortgezet onderwijs geeft aan aan dat ze hun docenten voldoende faciliteiten en ondersteuning bieden, terwijl 57% van de docenten aangeeft onvoldoende ondersteund te worden. Hoewel dit bij de vorige meting anders ge-
8 6 vraagd is, kwam ook in 2013 dit verschil aan inzicht tussen schoolleiders en docenten naar voren. Docenten in het basisonderwijs die niet tevreden zijn over de ondersteuning vanuit de school, geven het vaakst aan dat de school extra tijd zou moeten bieden om te besteden aan toptalenten (85%) en ze willen extra ondersteuning door de inzet van een assistent of begeleider (82%). Ontevreden docenten in het voortgezet onderwijs geven het vaakst aan dat ze betere mogelijkheden willen hebben om kennis met collega s te delen (55%) of betere mogelijkheden willen hebben om hiervoor speciale cursussen of scholing te volgen (47%).
9 7 4 Wat zijn toptalenten? 4.1 Wat verstaat men onder de term toptalent? Met een open vraag is in kaart gebracht wat men onder de term toptalenten verstaat. Van de in totaal ondervraagde ouders, docenten, schoolleiders en bestuurders gaven 212 ondervraagden aan de term toptalenten niet te kunnen omschrijven (14%). 1 Het woord goed wordt door 303 ondervraagden genoemd, dat is 25% van iedereen die deze vraag kon beantwoorden. Andere associaties die de term toptalenten vaak oproept zijn intelligent, talent, slim, uitblinken en bovengemiddeld. 1 In het onderwijs wordt wel gesproken over toptalenten. Kunt u in vijf steekwoorden omschrijven wat u onder toptalenten verstaat? Basis: ouders, docenten, schoolleiders en bestuurders in het basis- en voortgezet onderwijs (n=1.528) 1 In de vragenlijst van 2013 werd gevraagd om de primaire associatie met het woord toptalent te beschrijven. In 2015 is gevraagd om in vijf steekwoorden te omschrijven wat men onder toptalenten verstaat.
10 8 4.2 Hoeveel leerlingen zien zichzelf als een toptalent? Het ministerie OCW rekent de 20% best presterende leerlingen van de klas of groep tot de zogenaamde toptalenten. Dit kan in één of meerdere vakken zijn, variërend van rekenen en taal tot aan creatieve vakken, zoals handvaardigheid of muziek. In het onderzoek is aan de leerlingen in het voortgezet onderwijs gevraagd om zelf een inschatting te maken of zij wel of niet tot de beste 20% van de groep of klas horen. Het blijkt dat 16% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs zich tot de toptalenten rekent. Dat is minder dan in 2013 toen 23% van de leerlingen zich tot de toptalenten rekende. 2 VO-leerlingen die zich tot de beste 20% van de klas of groep vinden behoren. Basis: alle leerlingen voortgezet onderwijs (n=469) en uitgesplitst naar de leerrichtingen vmbo (n=126) havo (n=191) en vwo (n=152). leerlingen voortgezet onderwijs totaal leerlingen voortgezet onderwijs naar leerrichting 23% 23% 16% 16% 16% 22% 11% 13% 30% 24% vmbo havo vwo Vooral havisten zijn zich het afgelopen jaar minder vaak tot de 20% besten van de klas gaan rekenen (van 22% in 2013 naar 13% in 2015). Hoeveel toptalenten zijn er volgens de ouders? Ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs is dezelfde vraag voorgelegd. Ouders zitten met hun schatting dichter bij de definitie van toptalent dan de kinderen zelf: volgens ouders is 19% van de kinderen in het voortgezet onderwijs een toptalent (behorend tot de beste 20% van de klas). Ouders met kinderen op het vwo beschouwen hun kind vaker als een toptalent dan ouders met kinderen op de havo of vmbo (respectievelijk 28% versus 17% en 21%). Als we de ruime definitie hanteren (beste 10% in één of meer vakken) dan beschouwt 43% van de ouders hun kind als een toptalent. Hierbij zijn geen significante verschillen tussen ouders met kinderen op vmbo, havo of vwo. Van de kinderen op de basisschool geeft 37% aan dat hun schoolprestaties beter zijn dan die van de andere kinderen in de klas. 2 2 Omdat voor leerlingen in het basisonderwijs moeilijk is om percentages in te schatten, is aan deze groep gevraagd of hun schoolprestaties minder goed, hetzelfde of beter zijn dan de rest. Deze laatste groep worden tot de toptalenten gerekend.
11 9 5 Draagvlak: welk belang hecht men aan extra inzet en aanbod? Een ruime meerderheid van alle ondervraagde groepen vindt extra inzet voor toptalenten in het onderwijs (zeer) belangrijk. Als we kijken naar de verschillen tussen 2013 en 2015, zijn alleen ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs minder belang gaan hechten aan extra inzet voor toptalenten in het onderwijs. Bij de andere doelgroepen zijn geen significante verschillen tussen beide metingen. 3 In hoeverre vindt u het belangrijk dat scholen zich meer inzetten voor toptalenten in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs, zodat deze leerlingen hun talenten zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen? Basis: schoolleiders, docenten, ouders basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Alleen de percentages (zeer) belangrijk zijn weergegeven. basisonderwijs: percentages (zeer) belangrijk voortgezet onderwijs: percentages (zeer) belangrijk 99% 95% 93% 88% 95% 89% 90% 92% 89% 87% 91% 82% schoolleiders PO (n=43) docenten PO (n=407) ouders PO (n=396) schoolleiders VO (n=122) docenten VO (n=269) ouders VO (n=488) Vinden bestuurders extra inzet voor toptalenten belangrijk? Van de 26 ondervraagde bestuurders in het basisonderwijs en 17 bestuurders in het voortgezet onderwijs, vindt vrijwel iedereen het (zeer) belangrijk dat scholen zich meer inzetten voor toptalenten zodat deze leerlingen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Slechts één bestuurslid in het basisonderwijs en één in het voortgezet onderwijs noemt de extra inzet niet zo belangrijk. Net als in 2013 vinden docenten in het basisonderwijs extra inzet voor toptalenten vaker (zeer) belangrijk dan docenten in het voortgezet onderwijs (95% versus 87%). Er zijn net als bij de eerste meting geen verschillen tussen docenten die lesgeven aan het vmbo of havo en/of vwo of tussen schoolleiders in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. 5.1 Verdienen toptalenten extra aandacht? Een ruime meerderheid van ouders, docenten en schoolleiders in zowel het basis- als het voortgezet onderwijs vindt dat toptalenten extra aandacht en uitdaging verdienen, net zoals leerlingen die moeite hebben om mee te komen (figuur 4). Ten opzichte van 2013 is dit ongewijzigd.
12 10 Ouders en docenten in het basisonderwijs vinden vaker dan in 2013 dat uitblinken gestimuleerd moet worden. Schoolleiders in het basisonderwijs vinden dit minder vaak. Zowel in 2013 als 2015 vinden ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs het minder vaak belangrijk dat uitblinken op school wordt gestimuleerd. Weinig ondervraagden vinden extra aanbod en uitdaging voor toptalenten onnodig omdat deze leerlingen er toch wel komen. De opvattingen hierover zijn onveranderd ten opzichte van Er zijn geen verschillen tussen de verschillende doelgroepen. Wel vinden docenten (13%) en schoolleiders (12%) in het voortgezet onderwijs vaker dan docenten (6%) en schoolleiders (12%) in het basisonderwijs dat extra aanbod en uitdaging voor toptalenten niet nodig is. 4 Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stellingen. Basis: alle ouders (n=288), docenten n=155) en schoolleiders (n=43) in het basisonderwijs en alle ouders (n=494), docenten (n=269) en schoolleiders (n=122) in het voortgezet onderwijs. Percentages (helemaal) eens zijn weergegeven. Stelling: toptalenten verdienen, net zoals kinderen die moeite hebben om mee te komen, extra aandacht en uitdaging basisonderwijs: percentages (helemaal) eens voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) eens 92% 92% 97% 96% 97% 93% 89% 87% 88% 94% 97% 95% ouders docenten schoolleiders ouders docenten schoolleiders Stelling: het is belangrijk dat uitblinken op school wordt gestimuleerd basisonderwijs: percentages (helemaal) eens voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) eens 77% 54% 58% 62% 72% 63% 56% 54% 80% 79% 92% 90% ouders docenten schoolleiders ouders docenten schoolleiders Stelling: extra aanbod en uitdaging voor toptalenten is niet nodig, want deze leerlingen komen er zo ook wel 99% 88% 95% 95% 93% 89% basisonderwijs: percentages (helemaal) eens voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) eens 9% 10% 3% 6% 3% 2% schoolleiders PO ouders docenten docentenpo schoolleiders ouders PO (n=43) (n=407) (n=396) % 13% 16% 11% 13% 11% 16% 12% ouders docenten schoolleiders 5.2 Heeft extra aandacht voor toptalenten gevolgen voor andere leerlingen? Iets minder dan de helft tot ruim de helft van alle ondervraagde groepen denkt dat meer uitdagend onderwijs aan toptalenten de prestaties van andere leerlingen ook naar een hoger niveau zullen tillen (figuur 5). Onder ouders (zowel in het basis- als voortgezet onderwijs) is dat minder vaak het geval dan onder docenten en schoolleiders (zowel in het basis- als voortgezet onderwijs). 44% van de ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs is van mening dat andere kinderen er nadeel van ondervinden als de beste leerlingen van de klas extra aandacht krijgen. Onder ouders met kinderen in het basisonderwijs is dat minder vaak het geval (31%).
13 11 Ook docenten in het voortgezet onderwijs denken vaker dan docenten in het basisonderwijs dat sommige leerlingen er nadeel van zullen ondervinden (35% versus 27%). Wel is het aantal docenten in het basisonderwijs dat denkt dat leerlingen er nadeel van zullen ondervinden gestegen met 13 procentenpunten ten opzichte van Dit blijft een relatief kleine groep Weinig ouders, docenten en schoolleiders in het basisonderwijs zijn het eens met de stelling dat meer aanbod en uitdagend onderwijs voor toptalenten leerlingen te veel onder druk zou zetten. Binnen het voortgezet onderwijs zijn ouders, docenten en schoolleiders vaker van mening dat meer aanbod en uitdagend onderwijs leerlingen teveel onder druk zet. 5 Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stellingen. Basis: alle ouders (n=288), docenten n=155) en schoolleiders (n=43) in het basisonderwijs en alle ouders (n=494), docenten (n=269) en schoolleiders (n=122) in het voortgezet onderwijs. Percentages (helemaal) eens zijn weergegeven. Stelling: Meer uitdagend onderwijs voor toptalenten zal de prestaties van andere leerlingen ook naar een hoger niveau tillen basisonderwijs: percentages (helemaal) eens voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) eens 47% 59% 69% 39% 51% 65% ouders docenten schoolleiders 42% 47% 55% 37% 51% 55% ouders docenten schoolleiders Stelling: Ik verwacht dat als de beste leerlingen extra aandacht krijgen in de klas, andere kinderen daarvan nadeel ondervinden basisonderwijs: percentages (helemaal) eens voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) eens 29% 31% 9% 14% 27% 14% ouders docenten schoolleiders 39% 44% 41% 35% 22% 16% ouders docenten schoolleiders 99% Stelling: 95% Meer aanbod en meer uitdagend 93% onderwijs voor toptalenten op scholen zet leerlingen teveel onder druk 88% 95% 89% basisonderwijs: percentages (helemaal) eens 14% schoolleiders PO (n=43) 19% 8% 18% 5% 5% ouders docenten PO schoolleiders (n=407) ouders PO (n=396) voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) eens 23% 16% 25% 15% 20% 10% 14% 16% ouders docenten schoolleiders
14 12 6 Aanbod: wat doen scholen voor hun toptalenten? In 2013 gaf 85% van de docenten in het basisonderwijs iets speciaals te doen voor toptalenten besteden, in 2015 is dat 98%. Voor docenten in het voortgezet onderwijs geldt hetzelfde (stijging van 52% in 2013 naar 76% in 2015). Er zijn hierbij geen verschillen tussen vmbo-, havoen/of vwo-docenten. Voor 2013 en 2015 geldt dat docenten in het basisonderwijs vaker iets speciaals doen voor hun toptalenten dan docenten in het voortgezet onderwijs. 6 Docenten die iets speciaals doen in hun lessen voor toptalenten. Basis: docenten basisonderwijs (n=168) en voortgezet onderwijs (n=269) 3 docenten basisonderwijs docenten voortgezet onderwijs 85% 98% 52% 76% Aan de leerlingen die zichzelf tot de toptalenten rekenen is gevraagd of zij extra lessen, aanbod of uitdagingen krijgen. Van de toptalenten op de basisschool geeft 80% aan inderdaad extra lessen, aanbod of uitdagingen te krijgen. Als we kijken naar de groep toptalenten in het voortgezet onderwijs (beste 20%) geeft 23% van hen aan extra lessen, aanbod of uitdagingen te krijgen (versus 28% in 2013). Net als in 2013 is er een discrepantie tussen het aantal docenten in het voortgezet onderwijs dat zegt iets speciaals te doen voor hun toptalenten en het aantal toptalenten dat zelf aangeeft extra lessen, aanbod of uitdagingen te krijgen. 4 3 In 2013 werd de vraag gesteld: doet u iets speciaals in uw lessen voor de toptalenten?. Docenten konden de vraag toen beantwoorden met ja of nee. In 2015 is met een gesloten vraag gevraagd wat docenten specifiek voor toptalenten in hun lessen doen. Hierbij konden ze ook aangeven niets extra s voor toptalenten te doen. Deze andere manier van vragen kan tot gevolg hebben dat in 2015 meer docenten aangeven iets voor hun toptalenten in de lessen te doen. 4 Om een goede vergelijking met 2013 te kunnen maken is aan docenten is gevraagd of ze iets speciaals doen voor hun toptalenten, terwijl aan leerlingen gevraagd is of zij extra lessen, aanbod of uitdaging krijgen. Deze verschillende manieren van vragen kan het verschil tussen docenten en toptalenten mogelijk verklaren. Iets speciaals doen is immers minder specifiek dan vragen of iemand extra lessen, aanbod of uitdaging krijgt.
15 13 7 Je behoort tot de toptalenten op jouw school of klas. Krijg je om deze reden ook extra lessen, aanbod of uitdagingen van jouw school? Basis: toptalenten basisonderwijs 20% (n=133), toptalenten die tot de beste 20% behoren (n=76). Toptalenten basisonderwijs toptalenten voortgezet onderwijs (beste 20%) 20% 80% 80% 1% 76% 23% krijgt wel extra les, aanbod of uitdagingen krijgt geen extra les, aanbod of uitdagingen weet niet Wat zeggen de ouders over het extra lessen, aanbod en uitdaging aan hun kinderen? Van de ondervraagde ouders die hun kinderen als toptalent beschouwen is ook gevraagd of hun kind extra lessen, aanbod of uitdaging krijgen op school. Ouders met kinderen op de basisschool (die hun kind als toptalent beschouwen) geeft 62% aan dat hun kinderen extra lessen, aanbod of uitdaging krijgen (versus 72% in 2013). Dat is minder dan de toptalenten op de basisschool zelf zeggen te krijgen (80%). Van de ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs (alleen de groep die hun kind tot de beste 20% rekent) geeft 25% aan dat hun kinderen extra lessen, uitdaging of aanbod krijgen (versus 30% in 2013). Dat is ongeveer hetzelfde dan de toptalenten in het voortgezet onderwijs zelf aangeven (23%). 6.1 Welke vormen van aanbod worden op scholen gegeven? Via een vraag aan de schoolleiders is in kaart gebracht hoeveel scholen hun leraren stimuleren om uitdagend onderwijs aan hun toptalenten te geven. Zo stimuleert 84% van de scholen in het basisonderwijs hun leraren en 82% van de scholen in het voortgezet onderwijs. 5 Dit is niet significant toe- of afgenomen sinds Stimuleert uw school leraren om uitdagend onderwijs te bieden aan toptalenten. Basis: schoolleiders basisonderwijs (n=43) en voortgezet onderwijs (n=122). Percentages ja. scholen in het basisonderwijs die docenten stimuleren om uitdagend onderwijs te bieden aan toptalenten (in %) 99% 95% 93% 88% 95% 89% scholen in het voortgezet onderwijs die docenten stimuleren om uitdagend onderwijs te bieden aan toptalenten (in %) 93% schoolleiders PO (n=43) docenten PO (n=407) 84% ouders PO (n=396) 23% 80% 82% 16% 2013 Investeringen in scholing aan toptalenten door bestuurders Van de 26 ondervraagde bestuurders in het basisonderwijs geven 22 bestuurders aan dat zij de afgelopen twee jaar meer hebben geïnvesteerd in de scholing van leraren zodat ze beter kunnen inspelen op de leerbehoeften van toptalenten. Van de 17 bestuurders in het voortgezet onderwijs geven 11 bestuurders aan dat ze hierin meer hebben geïnvesteerd. 5 Alle ondervraagde schoolleiders spreken namens een andere onderwijsinstelling. Er zit geen overlap in de respons.
16 14 De twee meest aangeboden vormen van extra onderwijskundig aanbod voor toptalenten op de basisschool zijn verrijken (meer uitdagend werk bieden binnen één of meer vakken) en compacting (schrappen van herhalings- en oefenstof binnen één of meer vakken). Ook is gevraagd aan welke soort toptalenten in het basisonderwijs extra inzet wordt aangeboden. Een ruime meerderheid van zowel schoolleiders als docenten noemt de cognitieve toptalenten (respectievelijk 89% en 93%). Creatieve, ondernemende, sportieve, praktische of sociale toptalenten worden veel minder vaak genoemd. 9 Wat doet u specifiek voor toptalenten? Basis: docenten basisonderwijs (n=168) En: wat doet uw school voor toptalenten? Basis: schoolleiders in het basisonderwijs (n=43). Meer antwoorden mogelijk. wat doet het basisonderwijs voor hun toptalenten? verrijken: meer uitdagend werk bieden binnen 1 of meer vakken compacting: schrappen van herhalings- en oefenstof binnen 1 of meer vakken 69% 86% 83% 89% veel voorkomende vormen van extra aanbod toptalenten aanmelden voor een plusgroep op de eigen school voor 1 dagdeel per week 53% 47% verbreden: een vak aanbieden naast het reguliere onderwijsprogramma 53% 42% toptalenten een groep laten overslaan toptalenten laten deelnemen aan wedstrijden, zoals LEGO League en W4kangoeroe versnellen: aanbieden van leerstof van het volgende leerjaar 39% 26% 31% 31% 36% 21% redelijk veel voorkomende vormen van extra aanbod toptalenten versneld de kleuterperiode laten doorlopen 20% 33% toptalenten volgen een (geheel) eigen programma/leerlijn 25% 16% toptalenten aanmelden voor een plusgroep verbonden aan het havo en/of vwo toptalenten twee groepen in één schooljaar laten doorlopen toptalenten aanmelden voor een plusgroep op de eigen school voor meer dagdelen per week 17% 15% 17% 10% 6% 15% weinig voorkomende vormen van extra aanbod toptalenten projecten laten doen samen met bedrijven 11% 4% schoolleiders PO docenten PO Ook aan schoolleiders en docenten in het voortgezet onderwijs is gevraagd wat zij aan extra s aanbieden aan hun toptalenten. Meer uitdagende opdrachten in de les geven en extra taken, programma s of lesstof geven als het gewone werk in de les af is, worden door zowel schoolleiders (64% en 58%) als docenten (38% en 34%) veruit het vaakst genoemd. Lessen of vakken volgen op een hoger niveau en extra opdrachten buiten de les om worden relatief vaak door schoolleiders genoemd (respectievelijk 51% en 50%).
17 15 10 Wat doet uw school voor toptalenten? Basis: schoolleiders in het voortgezet onderwijs (n=122). En: Wat doet u of uw school specifiek voor toptalenten? Basis: docenten voortgezet onderwijs (n=269) Meer antwoorden mogelijk. wat doet het voortgezet onderwijs voor hun toptalenten? schoolleiders voortgezet onderwijs Docenten voortgezet onderwijs meer uitdagende opdrachten in de les 64% meer uitdagende opdrachten in de les 38% extra taken, programma s of lesstof als het gewone werk in de les af is 58% extra taken, programma s of lesstof als het gewone werk in de les af is 34% de mogelijkheid lessen of vakken op een hoger niveau te volgen 51% de mogelijkheid lessen of vakken op een hoger niveau te volgen 26% extra uitdagende opdrachten buiten de reguliere les om 50% extra uitdagende opdrachten buiten de reguliere les om 23% de mogelijkheid lessen of vakken in een hogere klas te volgen 32% de mogelijkheid lessen of vakken in een hogere klas te volgen 13% de mogelijkheid om met andere toptalenten uitdagende lessen in een (plus)klas te volgen 19% de mogelijkheid om met andere toptalenten uitdagende lessen in een (plus)klas te volgen 17% de mogelijkheid bieden onderwijs op hoger niveau te volgen, door een klas over te slaan 16% de mogelijkheid bieden onderwijs op hoger niveau te volgen, door een klas over te slaan 6% in de klas of les wordt een apart groepje van toptalenten gemaakt 12% in de klas of les wordt een apart groepje van toptalenten gemaakt 9% diversen 38% diversen 13% geen van deze 1% geen van deze 23% Tussen docenten in het vmbo en havo/vwo zijn enkele verschillen. Zo biedt 12% van de vmbodocenten hun toptalenten de kans om lessen of vakken op een hoger niveau te volgen, bij de havo/vwo-docenten is dat 34%. Ook geeft 14% van de vmbo-docenten hun toptalenten extra uitdagende opdrachten buiten de reguliere les om, bij de havo/vwo-docenten is dat 27%. Wat bieden scholen nog meer aan extra aanbod? Van de ondervraagde schoolleiders heeft 38% (n=46) een vorm van extra aanbod bij de antwoordcategorie diversen ingevuld. Er wordt door de schoolleiders een breed scala aan verschillende programma s bij naam genoemd, zoals U-talent, Honours Programma Gymnasia, Olympiades, MVTaalonderwijs, Academia en éénmalige wedstrijden. Omdat deze programma s vaak niet inhoudelijk worden toegelicht, is het niet duidelijk of deze programma s kunnen worden ingedeeld bij de andere antwoordcategorieën. Net als in het basisonderwijs wordt extra aanbod aan de cognitieve toptalenten het vaakst genoemd (genoemd door 84% van de schoolleiders en 77% van de docenten). Hier is echter wel een verschil tussen vmbo-docenten en havo/vwo-docenten zichtbaar. Zo wordt op het vmbo minder vaak extra inzet aangeboden aan cognitieve toptalenten (68% versus 83% op havo/vwo) en relatief vaak aan praktische toptalenten (27% versus 10% op havo/vwo). 6.2 Wat vinden toptalenten van het extra aanbod? Wat zeggen de toptalenten zelf over het extra aanbod? Te zien is dat het basisonderwijs een breder repertoire aan extra inzet voor toptalenten kent dan het voortgezet onderwijs (figuur 11). Extra opdrachten in de normale lessen worden door de toptalenten in het basis- én voortgezet onderwijs het vaakst genoemd (respectievelijk door 61% en 40%). Daarna worden in het basisonderwijs vaak extra opdrachten gegeven als het gewone werk in de les af is (56%). Deze twee vormen van extra inzet worden ook door de docenten in het voortgezet onderwijs het vaakst genoemd. In het voortgezet onderwijs worden toptalenten relatief vaak op andere manieren gestimuleerd (diversen; 27%). Deze dertien toptalenten (n=13) noemen drie keer Spaanse les en tweemaal schaakles.
18 16 11 Wat doen ze extra voor jou op school? Basis: toptalenten in het basisonderwijs (n=106) en voortgezet onderwijs (alleen de beste 20%; n=42) die aangeven extra lessen en aanbod te krijgen. Meer antwoorden mogelijk. extra opdrachten in de normale lessen 40% 61% extra opdrachten als het gewone werk in de les af is 20% 56% in de les in een apart groepje werken met andere toptalenten een of meerdere dagen per week samen met andere toptalenten les in een aparte (plus)klas extra opdrachten buiten de normale lessen om lessen of vakken op een hoger niveau (of VO-school) volgen door een klas over te slaan lessen of vakken volgen in een hogere groep of klas 9% 14% 19% 8% 12% 6% 2% 3% 2% 34% 40% 39% diversen 12% 27% PO-leerlingen VO-leerlingen Weten de ouders van toptalenten wat hun kinderen aan extra aanbod krijgen? Aan de ouders van de toptalenten is eveneens gevraagd welk extra aanbod, lessen of uitdagingen hun kinderen krijgen. Hieruit blijkt dat ouders met kinderen op de basisschool een goed beeld hebben van het extra aanbod dat aan hun kinderen wordt gegeven. Zo noemt 71% de extra opdrachten tijdens de normale lessen, 58% de extra opdrachten als het gewone werk in de klas af is, 36% één of meerdere dag per week in een aparte plusklas en 35% in de les apart werken met andere toptalenten. Ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs noemen vaak de extra opdrachten buiten de les om (29%) en diversen (39%). Onder diversen verwijzen de meeste ouders naar extra taallessen die hun kinderen op school krijgen. Een ruime meerderheid van de toptalenten die extra aanbod krijgen, vindt dat het extra aanbod goed aansluit op hun behoeften. Ten opzichte van 2013 is dat onder de toptalenten in het voortgezet onderwijs niet significant veranderd. 12 Sluit het extra aanbod of de extra uitdaging aan op wat jij wil? Basis: toptalenten in het basisonderwijs (n=106) en voortgezet onderwijs (n=42) die extra aanbod krijgen. toptalenten basisonderwijs (alleen in 2015 gevraagd) 28% 11% 12% toptalenten voortgezet onderwijs 12% 28% 88% 72% 87% 72% 87% 2015 sluit goed of voldoende aan sluit goed of voldoende aan sluit onvoldoende of helemaal niet aan sluit onvoldoende of helemaal niet aan
19 17 7 Beleving: hoe wordt extra inzet en aanbod in de praktijk ervaren? De meeste voorgelegde vormen van extra aanbod voor toptalenten wordt door een meerderheid van docenten en schoolleiders in het basisonderwijs (zeer) goed gevonden. Over het algemeen zijn docenten hierbij positiever dan schoolleiders. Zo vindt een ruime meerderheid van docenten extra taken, programma s en lesstof voor toptalenten een (zeer) goed idee (85%). Dat geldt ook voor het idee om toptalenten één of meer dagen les te geven in een aparte plusklas (82%). Hoewel een meerderheid van schoolleiders beide vormen van extra aanbod eveneens (zeer) goed vindt, zijn ze minder vaak positief over deze vormen van extra inzet dan docenten in het basisonderwijs. Hetzelfde is te zien bij de vormen van extra aanbod waarbij toptalenten lessen of vakken op een hoger niveau volgen (79% van de docenten vindt dit een goede vorm versus 65% van de schoolleiders) en waarbij toptalenten in een aparte groep samenwerken tijdens de normale lessen (72% vindt dit een goed idee versus 47% van de schoolleiders). 13 Welke vormen van extra aanbod en uitdaging zijn volgens u een goede manier om toptalenten optimaal te laten presteren? Basis: docenten (n=168) en schoolleiders (n=43) in het basisonderwijs. Percentages (zeer) goed. percentage docenten en schoolleiders dat deze vormen van extra aanbod aan toptalenten (zeer) goed vinden extra taken, programma s of lesstof een of meerdere dagen in de week uitdagende les voor toptalenten in een aparte (plus)klas extra uitdagende opdrachten van de leraar buiten de normale les om meertalig onderwijs geven lessen of vakken volgen en afronden op een hoger niveau toptalenten in een aparte groep samen laten werken tijdens de normale lessen toptalenten een klas laten overslaan lessen of vakken volgen in een hogere klas 47% 28% 35% 39% 23% 85% 72% 82% 67% 75% 74% 73% 74% 79% 65% 72% meerderheid vindt dit een goede vorm minderheid vindt dit een goede vorm docenten schoolleiders Ook in het voortgezet onderwijs vindt een ruime meerderheid van docenten en schoolleiders de meeste voorgelegde vormen van extra aanbod aan toptalenten (zeer) goed (figuur 14). Bovendien zijn de verschillen in zienswijze tussen docenten en schoolleiders kleiner dan in het basisonderwijs. Een ruime meerderheid van zowel docenten als schoolleiders vindt het een (zeer) goed idee dat toptalenten extra taken, programma s of lesstof krijgen (respectievelijk 75% en 82%). Lessen of vakken op een hoger niveau volgen en afronden (bijvoorbeeld vmbo-leerlingen vakken op havoniveau laten volgen en afronden) vindt 78% van de docenten en 82% van de schoolleiders
20 18 in het voortgezet onderwijs een goed idee. Een of meerdere dagen uitdagende les volgen in een aparte (plus)klas voor toptalenten wordt vaker door docenten dan schoolleiders als een goede manier gezien (77% versus 61%). 14 Welke vormen van extra aanbod en uitdaging zijn volgens u een goede manier om toptalenten optimaal te laten presteren? Basis: docenten (n=269) en schoolleiders (n=122) in het voortgezet onderwijs. Percentages (zeer) goed. percentage docenten en schoolleiders dat deze vormen van extra aanbod aan toptalenten (zeer) goed vindt lessen of vakken volgen en afronden op een hoger niveau extra taken, programma s of lesstof extra uitdagende opdrachten van de leraar buiten de normale les om meertalig onderwijs geven een of meerdere dagen in de week uitdagende les voor toptalenten in een aparte (plus)klas lessen of vakken volgen in een hogere klas toptalenten in een aparte groep samen laten werken tijdens de normale lessen toptalenten een klas laten overslaan 78% 82% 75% 82% 73% 76% 72% 66% 77% 61% 54% 57% 59% 44% 28% 32% meerderheid vindt dit een goed idee minderheid vindt dit een goed idee docenten schoolleiders Als we kijken naar de verschillende onderwijsrichtingen, is er één significant verschil: vmbodocenten vinden het lessen of vakken volgen en afronden op een hoger niveau vaker een (zeer) goed idee dan havo/vwo-docenten (86% versus 72%). Wat vinden de ouders van de verschillende vormen van extra inzet? Een ruime meerderheid van ouders met kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs vinden de meeste vormen van extra inzet en aanbod (zeer) goed. Behalve als het gaat om toptalenten een klas over te laten slaan. Dit vindt 64% van de ouders met kinderen op de basisschool een (zeer) slechte vorm. Onder ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs is dat 56%. Als het gaat om toptalenten lessen geven of vakken laten volgen in een hogere klas vindt 51% van de ouders in het basisonderwijs dit een (zeer) slecht idee (versus 44% van de ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs). Aan ouders van de toptalenten in basis- en voortgezet onderwijs die extra aanbod krijgen is gevraagd of zij vinden dat hun kinderen baat hebben bij dit extra aanbod. Bijna alle ouders - zowel in het basis- als voortgezet onderwijs - vinden dat hun kinderen hierbij gebaat zijn.
21 19 15 Is uw kind volgens u gebaat bij deze extra lessen, aanbod of uitdagingen? Basis: ouders met toptalenten in het basis onderwijs (n=149) en voortgezet onderwijs (n=60) die extra aanbod krijgen op school. 1% 1% ouders van toptalenten in het basis onderwijs ouders van toptalenten in het voortgezet onderwijs 30% 1% 1% 30% 67% 1% 1% 46% 51% 67% zeer bij gebaat enigszins bij gebaat nauwelijks bij gebaat niet bij gebaat weet niet Waarom vinden ouders dat hun toptalenten gebaat zijn bij extra aanbod? Middels een open vraag is in kaart gebracht of ouders vinden dat hun kinderen (allen toptalenten) gebaat zijn bij extra aanbod op school. Bijna alle ouders vinden van wel (figuur 18 ) en geven daar uiteenlopende redenen voor. Het voorkomen van verveling is een rode draad die door veel antwoorden heen loopt. Zo geeft een ouder met een toptalent op de basisschool aan: Zonder extra uitdaging verveelt mijn kind zich in de klas. Op den duur mond dit uit in slordig werken en ongeïnteresseerdheid. Het plezier in school verdwijnt. Extra uitdaging houdt het voor mijn kind leuk op school en geeft haar het idee iets te leren, want dat is wat ze wil. Een andere ouder zegt: Hij verveelt zich minder, heeft iets uitdagends te doen, raakt meer zelfbewust en leert beter omgaan met anderen. Daarnaast wijzen veel ouders erop dat het extra aanbod hun kinderen in staat stelt zich beter te ontplooien of te ontwikkelen: Onze dochter blonk nooit ergens in uit, pas sinds ze op het voortgezet onderwijs zit en ziet en merkt wat ze kan, zijn haar talenten wel ontdekt en worden ze gestimuleerd, en zij vindt dat ontzettend leuk en doet nog meer dan vroeger haar best. Een andere ouders zegt: Hij krijgt een opdracht en daarmee moet hij het doen. Zijn zelfstandigheid, creativiteit en flexibiliteit wordt hiermee gestimuleerd. 7.1 Prestatiecultuur op school Net als in 2013 is aan alle doelgroepen gevraagd of men vindt dat als iemand voor een vak een acht kan halen die persoon geen genoegen moet nemen met een zes. Een (ruime) meerderheid van ouders, kinderen, docenten en schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs is het hier net zoals in 2013 mee eens. 16 Geef aan in welke mate u het eens bent met de volgende stelling: als je voor een vak een 8 kan halen moet je geen genoegen nemen met een 6. Basis: alle doelgroepen (de aantallen zijn onder de grafiek weergegeven). basisonderwijs: percentages (helemaal) mee eens voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) mee eens 99% 95% 93% 88% 95% 89% 61% 71% 80% 85% 87% 88% 86% niet schoolleiders PO gevraagd docenten PO ouders PO (n=43) (n=407) (n=396) leerlingen (n=470) ouders (n=391) docenten (n=168) schoolleiders (n=43) 59% 52% 23% 73% 77% 84% 83% 90% 16% 67% leerlingen (n=469) ouders (n=494) docenten (n=269) schoolleiders (n=122)
22 20 Leerlingen van het vmbo zijn het vaker oneens met de stelling dan havo- en vwo-leerlingen (respectievelijk 24% versus 16% en 13%. Ouders met kinderen op het vwo zijn het vaker eens met de stelling dan ouders met kinderen op het vmbo en havo (respectievelijk 84% versus 76% en 74%). Vinden docenten en schoolleiders dat er sprake is van een zesjescultuur op hun school? Bijna vier op de tien docenten in het voortgezet onderwijs is van mening dat er sprake is van een zesjescultuur in de klassen waar ze lesgeven (38%). Docenten op het vmbo zijn het vaker helemaal eens met de uitspraak in mijn klas(sen) is er sprake van een zesjescultuur (11% versus 1% van de havo- en vwo-docenten). Schoolleiders binnen het voortgezet onderwijs zijn positiever: volgens 25% van de schoolleiders is er sprake van een zesjescultuur. De zesjescultuur is binnen het basisonderwijs nauwelijks een probleem. Volgens 7% van de docenten in het basisonderwijs en 9% van de schoolleiders is er in hun klas of op hun school sprake van een zesjescultuur. Zowel leerlingen in het basisonderwijs als leerlingen in het voortgezet onderwijs geven aan voldoende uitgedaagd te worden om zo goed mogelijk te presteren. Binnen beide onderwijscategorieën geeft een zeer ruime meerderheid aan het heel erg of een beetje eens te zijn met de stelling Vind je dat je op jouw school voldoende wordt uitgedaagd om zo goed mogelijk te presteren?. Leerlingen in het voortgezet geven wel vaker aan dan leerlingen in het basisonderwijs niet echt of helemaal niet uitgedaagd te worden (16% versus 9%). 17 Vind je dat je op jouw school voldoende wordt uitgedaagd om zo goed mogelijk te presteren? Basis: alle leerlingen in basisonderwijs (n=342) en voortgezet onderwijs (n=457). leerlingen basisonderwijs 2% 9% 32% 2% 2% 14% 21% leerlingen voortgezet onderwijs 2% 2% 14% 21% 57% 61% 61% ja, heel erg ja, een beetje nee, niet echt nee, helemaal niet weet niet ja, heel erg ja, een beetje nee, niet echt nee, helemaal niet weet ja, niet heel erg ja, een beetje nee, niet echt nee, helemaal niet weet niet Leerlingen van het vwo vinden vaker dat ze heel erg worden uitgedaagd dan vmbo- en havoleerlingen (respectievelijk 31% versus 10% en 20%). Leerlingen in het basisonderwijs vinden het in meerderheid belangrijk dat school ze uitdaagt om uit te blinken (61%). Leerlingen in het voortgezet onderwijs vinden dat minder vaak belangrijk (46%). Ten opzichte van 2013 zijn leerlingen in het voortgezet onderwijs minder vaak belangrijk gaan vinden (60% versus 46%). Als we kijken naar de toptalenten in het voortgezet onderwijs (beste 20%) geeft 81% aan dat ze op school heel erg of een beetje worden uitgedaagd om zo goed mogelijk te presteren, 18% geeft aan niet echt of helemaal niet te worden uitgedaagd. Dat is fors minder dan in 2013 toen 50% nog aangaf onvoldoende of helemaal niet te worden uitgedaagd. 6 6 Deze vraag is niet gesteld aan de toptalenten in het basisonderwijs.
23 21 18 Hieronder staat een aantal stellingen geef aan of je het hiermee eens of oneens bent? Basis: leerlingen in het basisonderwijs (n=355) en voortgezet onderwijs (n=470). Stelling: het is belangrijk dat school je uitdaagt om uit te blinken 99% Leerlingen 88% basisonderwijs: 95% percentages 95% (helemaal) 93% eens 89% Leerlingen voortgezet onderwijs: percentages (helemaal) eens schoolleiders PO (n=43) 23% 61% docenten PO ouders PO 60% (n=407) (n=396) 16% 46% Leerlingen in het vmbo vinden het minder vaak belangrijk dat de school ze uitdaagt om uit te blinken dan leerlingen op de havo en het vwo (respectievelijk 36% versus 46% en 54%). 7.2 Hoe vaak vervelen leerlingen zich? Van de leerlingen in het basisonderwijs geeft 16% aan zich bijna altijd of vaak te vervelen, terwijl de helft aangeeft zich soms te vervelen (50%). Er zijn geen verschillen tussen leerlingen die zich wel tot de toptalenten rekenen en leerlingen die dit niet doen. 19 Verveel je je weleens tijdens de les, omdat de lessen voor jou te gemakkelijk zijn of omdat je bijvoorbeeld eerder klaar bent dan de rest? Basis: leerlingen PO (n=342). leerlingen basisonderwijs (niet 33% gevraagd in 2013) 51% 50% 16% 34% 16% bijna altijd of vaak soms zelden of nooit weet niet bijna altijd of vaak soms zelden of nooit weet niet Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs dat zich bijna altijd of vaak verveelt is afgenomen ten opzichte van 2013 (van 24% naar 14%). De grootste groep leerlingen blijft echter aangeven zich soms te vervelen (46% in 2013 versus 55% in 2015). Er zijn geen verschillen tussen leerlingen op het vmbo, havo of vwo. Het aantal toptalenten in het voortgezet onderwijs (leerlingen die van zichzelf inschatten dat ze tot de beste 20% van de klas horen) dat zich bijna altijd of vaak verveelt, is het afgelopen jaar fors afgenomen. In 2013 gaf 56% van de toptalenten in het voortgezet onderwijs nog aan zich bijna altijd of vaak te vervelen, in 2015 is dan 24%. 20 Verveel je je weleens tijdens de les, omdat de lessen voor jou te gemakkelijk zijn of omdat je bijvoorbeeld eerder klaar bent dan de rest? Basis: leerlingen voorgezet onderwijs (n=457) en toptalenten voortgezet onderwijs (n=76).
24 22 leerlingen voorgezet onderwijs trend: toptalenten voortgezet onderwijs die zich altijd of vaak vervelen 6% 1% 24% 30% 51% 33% 46% 55% 16% 24% 14% 56% 24% bijna altijd of vaak soms zelden of nooit weet niet bijna altijd of vaak soms zelden of nooit weet niet Hoe vaak denken docenten en schoolleiders dat kinderen zich op school vervelen? Aan de docenten en schoolleiders is een stelling voorgelegd waarin zij op een vijfpuntschaal (helemaal eens helemaal oneens) aan konden geven of zij het eens of oneens waren met de stelling: in mijn klas(sen) of op mijn school vervelen sommige kinderen zich regelmatig omdat het niveau te gemakkelijk is. 23% van de docenten en 51% van de schoolleiders in het basisonderwijs zijn het met de stelling eens. In het voortgezet onderwijs is dat 38% van de docenten en 39% van de schoolleiders. We zien dat de antwoorden van docenten en schoolleiders in het voortgezet onderwijs meer op één lijn liggen dan in het basisonderwijs het geval is. 7.3 Mag je uitblinken op school? Aan de leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs zijn bij de tweede meting in 2015 enkele nieuwe stellingen voorgelegd over de prestatiecultuur in hun klas of groep. De meerderheid van de leerlingen op zowel de basisschool als het voortgezet onderwijs vindt dat ze op een school zitten waar uitblinken kan en mag (59% en 69%). Ook geeft een ruime meerderheid van de leerlingen in het basisonderwijs aan dat ze worden gestimuleerd om meer uit zichzelf te halen, al staan ze een voldoende (61%). Onder leerlingen in het voortgezet onderwijs is dat minder vaak het geval (41%). Iets meer dan de helft van de leerlingen in het basisonderwijs vindt het leuk om één van de besten van de klas te zijn (51%). Onder leerlingen in het voortgezet onderwijs is dat minder vaak het geval (40%). Ongeveer een derde van de leerlingen in het voortgezet onderwijs vindt het niet belangrijk om zo hoog mogelijke cijfers te halen. Bij leerlingen van de basisschool is dat 23%. Een minderheid van beide groepen vindt het niet stoer om hoge cijfers te halen of maakt het niets uit of ze wel of geen hoge cijfers halen.
Toptalenten in het onderwijs
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 e-mail info@kantarpublic.com www.kantarpublic.com Toptalenten in het onderwijs Een monitoronderzoek naar het (waargenomen)
Nadere informatieOnderzoek Passend Onderwijs
Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva
Nadere informatieTerugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016
Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober
Nadere informatieOpvattingen over de figuur Zwarte Piet
Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Een opinieonderzoek onder het Nederlandse publiek, met uitsplitsingen naar autochtone Nederlanders en Surinaamse- en Antilliaanse-Nederlanders meting 4 November 2017
Nadere informatieDe Dag van de Leraar. Onderzoek naar het bereik en de waardering van de campagne Nooit uitgeleerd. Bart Koenen. December projectnummer: H3186
Grote Bickersstraat 7 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 00 5 59 99 fax 00 15 44 e-mail info@kantarpublic.com www.kantarpublic.com De Dag van de Leraar Onderzoek naar het bereik en de
Nadere informatieFlitspeiling begeleid wonen
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira
Nadere informatieEFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009
EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315
Nadere informatieRapportage Onderzoek buitenles
Rapportage Onderzoek buitenles In opdracht van: Contactpersoon: Jantje Beton en IVN Natuureducatie Wilma Nugteren Utrecht, maart 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl
Nadere informatieTerugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016
Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september
Nadere informatieOnderzoek Passend Onderwijs
Rapportage Onderzoek passend onderwijs Utrecht, juni 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl
Nadere informatieRapport Onderzoek Lerarentekort
Rapport Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl
Nadere informatieDe kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht
De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieOnderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8
Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8 februari/maart 2015 Bewaren van geld Hoe bewaar jij je geld? (meerdere antwoorden mogelijk) In mijn spaarpot Op de bank In mijn portemonnee Op een speciale plek,
Nadere informatieHiv en stigmatisering in Nederland
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv en stigmatisering in Nederland
Nadere informatieMuziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils.
Grote Bickersstraat 7 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 22 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs
Nadere informatieDe Politieke Barometer Onderwijs
De Politieke Barometer Onderwijs (meting januari 2012) Utrecht, januari 2012 DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven Cécile Mutgeert MEd Postbus 6813 500 AR Utrecht telefoon: 030 263 1080 e-mail:
Nadere informatieHuiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin?
Huiswerkbegeleiding Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin? 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Conclusies 8 Resultaten 1. Zetten ouders huiswerkbegeleiding
Nadere informatieFlitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie
Flitspeiling NAVO Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek Inleiding en onderzoeksverantwoording Op verzoek van het ministerie van Defensie heeft Veldkamp een flitspeiling
Nadere informatieADHD-kinderen op de basisschool
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport ADHD-kinderen op de basisschool Henk Foekema B8133 december
Nadere informatieMaatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij
Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid
Nadere informatieKennismeting rekentoets Onderzoek naar de bekendheid en kennis van de rekentoets
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Kennismeting rekentoets Onderzoek naar de bekendheid
Nadere informatieWerkdruk in het onderwijs
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:
Nadere informatieSIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007
Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 AE Amsterdam t 2 522 54 44 f 2 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Rapport SIRE "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins C52b 29 oktober 27
Nadere informatieGrafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%
26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde
Nadere informatieJongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk
Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?
Nadere informatie3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Nadere informatieWater uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit
Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Index 1. Oasen en de campagne 3 2. Samenvatting en conclusie 6 3. Resultaten onderzoek 10 4. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatiePolitieke Barometer Onderwijs Meting september 2013
Politieke Barometer Onderwijs Meting september 2013 Nationaal Onderwijsakkoord Vertrouwen in kabinet en bewindslieden en politieke voorkeur Van 23 tot en met 25 september 2013 hebben we onder directeuren
Nadere informatieRapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Meer materiaal en meer kennis over
Nadere informatieDe Politieke Barometer Onderwijs 2011
De Politieke Barometer Onderwijs (meting september 2011) Utrecht, september 2011 DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven drs. Marjan den Ouden Cécile Mutgeert MEd Postbus 6813 500 AR Utrecht telefoon:
Nadere informatieENQUÊTE: toetsing op maat
ENQUÊTE: toetsing op maat Bezoekers van de website van de PO-Raad konden hun mening geven over toetsing op maat. Tussen 22 januari en 6 februari 2013 hebben 201 mensen de enquête volledig ingevuld. De
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatieRapportage Onderzoek Stakingsbereidheid in het PO
Rapportage Onderzoek Stakingsbereidheid in het PO DUO Onderwijsonderzoek & Advies Utrecht, maart 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:
Nadere informatieRapport. F4371 oktober 2009 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Positiever beeld ict inzet in primair
Nadere informatieNederlanders aan het woord
Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht
Nadere informatieWijzer in geldzaken Junior Monitor Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan
Wijzer in geldzaken Junior Monitor 2018 Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 6 Resultaten Inkomsten 8 Kennis
Nadere informatieRapportage Onderzoek Lerarentekort
Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:
Nadere informatieIs jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg
Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting
Nadere informatieMexicaanse griep. Rapport. Geen nationale paniek, maar wel bereidheid tot vaccineren. Danielle van Wensveen. C6957J4 30 oktober 2009
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Mexicaanse griep Geen nationale paniek,
Nadere informatieOnderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013
Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden
Nadere informatieOnderzoek voor de KNOV
Onderzoek voor de KNOV Inhoud 1 Samenvatting 3 Onderzoeksverantwoording 6 3 Behandeling en begeleiding tijdens de 10 zwangerschap 4 Beoordeling 17 1 Samenvatting Samenvatting - 1 Behandeling en begeleiding
Nadere informatieStijgend ICT-gebruik volgens docenten
Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Social & Polling Rapport Stijgend ICT-gebruik volgens docenten Onderzoek
Nadere informatieDe Dag van de Leraar. Onderzoek naar het bereik en de waardering van de minicampagne Mede mogelijk gemaakt door leraren zoals jij.
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net De Dag van de Leraar Onderzoek naar het bereik en de waardering
Nadere informatieOnderwijs en vluchtelingenkinderen
Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor
Nadere informatieDocenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik
Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik
Nadere informatieDraagvlak voor het regeerakkoord: woningmarkt. Flitspeiling in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Draagvlak voor het regeerakkoord: woningmarkt Flitspeiling in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Resultaten Flitspeiling Draagvlak
Nadere informatieRapportage Onderzoek Werkdruk
Rapportage Onderzoek Werkdruk Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl INHOUDSOPGAVE 1 ACHTERGROND
Nadere informatieEFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014
EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl
Nadere informatieRookverbod in de horeca dringt meeroken flink terug
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Rookverbod in de horeca dringt meeroken
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieOp eigen benen Onderzoek onder ouders over de financiën van kinderen die uit huis gaan
Op eigen benen Onderzoek onder ouders over de financiën van kinderen die uit huis gaan Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 6 Resultaten 8 1. Omgaan met geld 9 2. Opvoeding en gedrag ouders 14 3. Financiële
Nadere informatieHiv op de werkvloer 2011
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv op de werkvloer 20 Natascha
Nadere informatieMeting stoppers-met-roken juli 2008
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008
Nadere informatieOnderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol
1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst
Nadere informatieResultaten enquête. Schriftelijke en mondelinge communicatie van Basisschool de Gansbeek naar ouders
Resultaten enquête Schriftelijke en mondelinge communicatie van Basisschool de Gansbeek naar ouders 1. Inleiding Naar aanleiding van de enquête die is gehouden onder de ouders van Basisschool de Gansbeek
Nadere informatieONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V
ONDERZOEK Heterogene en homogene klassen 3 H/V In opdracht van: Montessori Lyceum Amsterdam Joram Levison Jeroen Röttgering Lisanne Steemers Wendelin van Overmeir Esther Lap Inhoudsopgave Inhoudsopgave
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)
Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) In het voorjaar van 2015 is een tevredenheidsonderzoek onder de particuliere klanten van Warmtenet Hengelo gehouden. Aan alle particuliere klanten van Warmtenet
Nadere informatieRapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success
Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de
Nadere informatieHouding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Houding van ouders ten aanzien van het
Nadere informatieRapportage Onderzoek Effecten Werkdrukakkoord
Rapportage DUO Onderwijsonderzoek & Advies Irene van Bokhoven Liesbeth van der Woud Vincent van Grinsven Utrecht, maart 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl
Nadere informatieVier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012
Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten Contents 1 Inleiding 3 2 ict-gebruik 8 3 Opbrengsten ict 42 4 Samenwerking en leiderschap 53 5 Digitaal leermateriaal 58 6 Ambitie en deskundigheid 66 7 Mediawijsheid
Nadere informatieCommunicatie tussen OCW en leraren Onderzoek onder leraren po, so, vo en mbo
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Communicatie tussen OCW en leraren Onderzoek onder
Nadere informatieAFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers
AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers
Nadere informatieMarktwerking in de energiesector
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Marktwerking in de energiesector Remy Bleijendaal F3175
Nadere informatieOnderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015
Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers Rapportage november 2015 Inhoudsopgave pagina Samenvatting 3 Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers Achtergrond en onderzoeksverantwoording
Nadere informatieScholen tevreden over rendement ICTinvesteringen
Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Scholen tevreden over rendement ICTinvesteringen Onderzoek
Nadere informatieTEVREDENHEIDSONDERZOEK ZAANLANDS LYCEUM 2014
TEVREDENHEIDSONDERZOEK ZAANLANDS LYCEUM 2014 Inleiding In maart van dit jaar heeft adviesbureau Van Beekveld en Terpstra in opdracht van het College van Bestuur van OVO Zaanstad op de scholen van OVO een
Nadere informatieSchoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium)
Schoolportret samenwerkingsverband Roermond vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium) Schoolportret samenwerkingsverband Roermond vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en
Nadere informatieVoorbeeldcase RAB RADAR
Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial
Nadere informatieOnderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland
Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar
Nadere informatieHoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving
Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed
Nadere informatieLelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007
LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,
Nadere informatieSociale veiligheid op school
Rapportage Sociale veiligheid op school Utrecht, juli 2016 DUO Onderwijsonderzoek, drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud Postbus 681 3500 AR Utrecht 030 263 1080 (t) e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl
Nadere informatieFORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform
Nadere informatieOudertevredenheidsonderzoek mei 2013
Basisschool Bocholtz Wijngracht 11 6351 HJ Bocholtz 045 5443614 045 5445952 info.rkbsbocholtz@movare.nl Oudersonderzoek mei 2013 Doelstellingen van het onderzoek De onderzoeksdoelstellingen van het Landelijk
Nadere informatieWERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieOnderzoek Passend Onderwijs
Rapportage Onderzoek passend onderwijs 2017 Utrecht, september 2017 DUO Onderwijsonderzoek & Advies drs. Liesbeth van der Woud drs. Vincent van Grinsven Maaike Hootsen, MSc Postbus 681 3500 AR Utrecht
Nadere informatieBuitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt
Buitenspelen Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt Index 1. Opzet onderzoek p. 3 2. Buitenspelen p. 5 3. Favoriete speelplekken en spellen p. 10 4. Buitenspelen in de buurt p. 15 5. Wat maakt
Nadere informatieWat willen Nederlanders in de laatste fase van hun leven?
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Wat willen Nederlanders in de laatste fase van hun leven? Een onderzoek
Nadere informatieBeleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek
Beleid (hoog)begaafdheid Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek Uitgangspunt missie en visie n Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken
Nadere informatieManagement summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming.
Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming. Tussen 16 december 2013 en 1 januari 2014 heeft GfK voor het ministerie van OCW een flitspeiling uitgevoerd gericht
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Groepsontwikkeling Conclusie Op een aantal punten zijn de effecten van Groepsontwikkeling duidelijk zichtbaar: Kaderleden zijn door de Groepsontwikkeling de kwaliteit van de
Nadere informatie19 maart Onderzoek: Leraren onder druk om schooladvies
19 maart 2018 Onderzoek: Leraren onder druk om schooladvies Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online
Nadere informatieRapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.
Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting
Nadere informatieHoe denken scholieren over hun studie, studie-inzet en carrière tussen 2009 en 2017?
Qompas is specialist op het gebied van studiekeuze, carrièrekeuze en loopbaanbegeleiding. Aan middelbare scholen (vwo, havo, vmbo) levert Qompas lesmethodes voor de begeleiding van scholieren bij profiel-
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent
Nadere informatieOnderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas
Onderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Onderzoeksverantwoording 3. Samenvatting 4. Resultaten 5. Bijlagen (open antwoorden,
Nadere informatieNOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015
NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.
Nadere informatieJaarrapport Cenzo totaal 2013
Jaarrapport Cenzo totaal 2013 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van de informatie
Nadere informatieLoopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel
Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort
Nadere informatiePrioritering maatschappelijke vraagstukken
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording
Nadere informatieToezeggingen. en Pork) en de gemeente Vlagtwedde/O2SV (De Clockeslach, De Klimop, De Vlinder, Op d Esch, Plaggenborg en Willem Lodewijck).
Toezeggingen Aan: Raadsleden CC: Leden van het college, DT, Manager afdeling Samenleving Van: College van burgemeester en wethouders Opsteller: Marion Prins, beleidsmedewerker Onderwijs Datum: 17 september
Nadere informatieDe gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.
Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.
Nadere informatiekoopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER
koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie
Nadere informatieMate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender
Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding
Nadere informatieOverall rapportage Vensters voor verantwoording Leerlingen
Overall rapportage Vensters voor verantwoording Leerlingen In opdracht van: Contactpersoon: COLLEGE HAGEVELD De heer K. Annema Utrecht, mei 2012 DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven drs. Madelon
Nadere informatieOnderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)
1 (13) Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS) Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 31 mei kregen de panelleden van 12 tot en met 16 jaar (89 personen) een e-mail met de vraag of zij
Nadere informatieCultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein
Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke
Nadere informatieSamenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015
2015 Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten Juni 2015 Alle doelstellingen behaald Kinderen en ouders: Doelstelling: 40% van de ouders van kinderen tussen de 8 en 12 jaar is bereikt met
Nadere informatieRapportage Peiling nieuwkomers
Rapportage Peiling nieuwkomers In opdracht van: Contactpersonen: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, april 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven Henk Westerik Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon:
Nadere informatie