Hoe weet je wat er van je verwacht wordt?

Vergelijkbare documenten
8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Amsterdam, november Aan de ouders/verzorgers van de vierde klas-leerlingen. Geachte ouders/verzorgers,

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

STAGEBOEKJE 2016 / 2017

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Sectorwerkstuk klas 10 Vmbo-t

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Sectorwerkstuk

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Beoordeling power-point groep 5

2017/18. Algemene gegevens. Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent:

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

De beoordeling van je werkstuk

Let op! Alles graag getypt in lettergrootte 12, lettertype mag je zelf kiezen.

Nucleair materiaal uit ziekenhuis verdwenen

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Profielwerkstuk klas 10 Vmbo-t

Sectorwerkstuk

Onderwerp. Plaatje. Uitleg over plaatje. Gemaakt door naam Groep Inleverdatum

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Gebarentaal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

Stap 4: Indeling maken

Handleiding voor de leerling

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

Cosis Begeleid Leren

Bijlage W2 groep 7 1

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Wat is een sectorwerkstuk?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie?

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Wat is een sectorwerkstuk?

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

Observeren en interpreteren

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL:

Spreekbeurt, en werkstuk

Banger voor spinnen dan voor terreur.

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

PROFIELWERKSTUK VWO

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

Het maken van een werkstuk

het begin van dit boek

Inhoudsopgave. Bijlage 20. Inleiding 3. Nuttige websites 27. Lesmateriaal 3 Leerdoelen 3 Lesopzet 4 Uitgangspunten 5 Voorbereiding 5

De beoordeling van je werkstuk

What s up Zuiderzeeland?

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Lesbrief: Zorg verlenen in een woonvorm Thema: Wat is er?

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

INHOUD LET OP: STOP? GO!

Een oorzaak-gevolg-schema maken met je schrijfmaatje

Onderzoek doen 1. Algemene start

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie: een brief aan de minister

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Mentor!Wat nu? Danique Voorthuijzen Jaar 4

Vergaderen. Wat is dat? Waarom moet dat? Dit is het boekje van..

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Talentmeting in korte trajecten

SECTORWERKSTUK

Profielwerkstuk 4 MAVO

Inhoudsopgave 1. Waarom maak je een werkstuk? 2. Zo begin ik met mijn werkstuk 2. De onderdelen van het werkstuk 3

Bijlage interview meisje

INTRODUCTIE. Elke leerling VMBO TL moet als onderdeel van zijn Schoolexamen (SE) een profielwerkstuk maken.

- Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes. - Tijdschriften/kranten. - Kopieerblad. - Kopieerblad

20% van je eindcijfer! SET (school examen toets) Herkansbaar:

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Handleiding sectorwerkstuk

De Romeinen in nederland

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Lesbrief: Zo verkoop je een boek Thema: Wat is er?

maakboek In dit Klooikoffer Maakboek vertel je over je werkstuk. Zo leren anderen van jouw werk. Dat is toch gaaf?

Hoe maak je een werkstuk?

Verdiepingsopdracht A Het literatuuronderzoek NIVEAU 4

Mijn doelen voor dit jaar

Subtopic: Natuur. Met wie? Je gaat deze opdracht in een groepje van twee óf drie leerlingen uitvoeren.

Leerlingen moeten leren meerdere informatiebronnen naast elkaar te gebruiken.

Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst

Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 2016

kinderrechten Aardrijkskunde kinderrechten gehoord? Met welke kinderrechten hebben zij te

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

TIPS VOOR BELANGRIJKE GESPREKKEN ( BV OP HET WERK)

Vragenlijst: Wat vind jij van je

HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR

Praktische Opdracht (p.o.) brugklassen De Romeinen! NAAM: KLAS: ONDERWERP: p.o. inleveren!

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Help, ik moet een werkstuk maken!

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Transcriptie:

Het Sectorwerkstuk

Hoe weet je wat er van je verwacht wordt? Je krijgt een online SWS-boekje. Daarin staat: waarom je een SWS moet maken, wat de eisen zijn waaraan je moet voldoen, wat de planning is. Hoe weet je hoe je het SWS moet maken? *Je krijgt voorlichting: daar ben je nu mee bezig: dus let op! *Kijk in Nieuw Nederlands. Daarin staan tips over hoe je een SWS kunt maken. *Je hebt een begeleider. Die kan je helpen bij elk onderdeel van het maken.

Het onderwerp: de keuze Wat zeiden leerlingen : Het kon beter als we voordat we aan het sws begonnen ons eerst nog beter hadden georiënteerd en nog beter hadden gekeken naar andere en misschien betere onderwerpen. Een onderwerp kiezen waar meer informatie over te vinden is. We moesten een onderwerp bedenken, maar die dag was ik bij de tandarts. Dus toen bedacht Kewin infrastructuur, wat ik ook wel goed vond. Beter is meer communiceren met elkaar.

De instructies in het SWS boekje en van de begeleider: wat doe je ermee? Wat zeiden leerlingen: De instructies hebben wij vrijwel niet gebruikt omdat iedereen daar een ander idee over had. Beter is eerst de instructies met iedereen doornemen en daar ook weer afspraken over maken. Naar onze begeleiders gaan en niet zelf oplossingen bedenken als we dingen totaal niet snapten. De instructies op het papier vond ik niet altijd duidelijk genoeg. In het begin had ik het idee dat je zelf maar moest uitzoeken wat je moest doen. Beter is in het begin beter informeren zodat je precies weet waar je aan toe bent.

De planning: hoe doe je dat? Wat zeiden leerlingen: De planning was wel een beetje bagger. Eerder beginnen en een schema maken, wanneer, wie, wat doet. En strenger zijn voor je zelf en niet telkens uit te stellen. Meteen beginnen met het sws, nu hadden we het toch wel uitgesteld tot het laatste moment. We deden er in het begin erg makkelijk over. Beter ons best doen en in elke tussenuur er mee bezig zijn. Strenger en beter controleren of iedereen zich wel aan de planning houdt.

De samenwerking: hoe doe je dat? Wat zeiden leerlingen: Het was onduidelijk wie wat ging doen uiteindelijk. Beter afspreken wie wat precies doet. We hebben allemaal ongeveer even veel gedaan aan het werkstuk.daar hebben we ons allemaal goed aan gehouden. Toch beter samen aan het sws werken en niet dat de een iets doet en de ander er niet bij is, en andersom. We werkten altijd samen, en we hadden onze eigen onderwerpen waar we individueel mee bezig waren en hielpen elkaar als het nodig was.

Wat zijn moeilijke dingen? Wat zeiden leerlingen: Deelvragen maken en grote stukken tekst samenvatten. De belangrijkste punten uit een tekst halen en daar een goed verhaal van maken. Goede informatie vinden. Beter is meteen vragen hoe we het beste konden zoeken. De planning en het communiceren tussen de mensen in ons groepje. Het kan beter door meer met elkaar te praten en om te tafel te gaan zitten en plannen wat we gaan doen; wanneer we het gaan sturen. Dat alles op 2 computers stond en je de hele tijd bij elkaar moest voegen.

Wat kun je er van leren? Wat zeiden leerlingen: Het belangrijkste wat ik heb geleerd is dat het toch erg moeilijk is om in een groep te werken. Want als je niet goed communiceert en niet goed dingen afspreekt dan loopt alles echt in de soep. Een werkstuk samen te stellen en de juiste informatie te vinden. Ik heb redelijk geleerd hoe ik een werkstuk moet maken en in elkaar moet zetten. Zelfstandig leren werken en met z n tweeën en geleerd om een filmpje te maken. Het samenwerken en oplossen van problemen. Jongeren hebben veel schulden. Dat komt vooral door de verkeerde uitgavenpatroon. Plannen, dat ik niet altijd alles tot het laatste moment uit moet stellen. Een goed begin maken met een goede planning, dan gaat de rest ook makkelijker. Dat ik nooit meer een sectorwerkstuk wil doen!

Het zoeken van informatie. Zoeken begint met het maken van goede vragen.

Vragen maken: Het lijkt gemakkelijker om 1 vraag te beantwoorden dan 20. Toch is bij het maken van het SWS het omgekeerde vaak waar. Heb je maar 1 vraag dan kun je heel veel kanten op en dus kun je eindeloos zoeken en vinden! Een voorbeeld: H2 Wat wordt er in een evenementenvergunning geregeld? Natuurlijk kun je met deze vraag gaan zoeken. Maar wanneer ben je klaar? Het wordt een stuk gemakkelijker als je meer vragen hebt die over een kleiner deel gaan. H2.1 Wanneer is een evenementen vergunning nodig? H2.2 Welke onderdelen heeft een evenementen vergunning? H2.3 Wat zijn de maatregelen die een organisator moet nemen? H2.4 Hoelang kan het duren om een evenementenvergunning te krijgen?

Vragen maken: Er zijn verschillende soorten vragen b.v.: beschrijvende : Hoe maak ik een werkstuk? verklarende : Waarom moet ik een werkstuk maken? meninggevende: Moeten er meer werkstukken gemaakt worden? De beschrijvende vraag is meestal gemakkelijker te beantwoorden. Hoofdvraag en deelvragen. De hoofdvraag wordt beantwoord door middel van deelvragen. De deelvragen samen beantwoorden dus de hoofdvraag. Elke deelvraag bestaat weer uit kleinere vragen die een deel van de deelvraag beantwoorden. In het SWS ziet dat er als volgt uit: Hoofdvraag = hele SWS Deelvragen = hoofdstukken Kleinere vragen = paragrafen en alinea s

Vragen maken: Bedenk zo veel mogelijk vragen met: wat, waarom, hoe, wie, welke, hoelang, wanneer, waar, hoeveel. Het helpt door op internet al vast wat te zoeken over je onderwerp. Je komt dan vaak al informatie tegen waar je een vraag bij kunt maken. Als je genoeg vragen hebt sorteer je die bij per deelvraag. Het maken van een goede lijst vragen is misschien wel het belangrijkste deel van het maken van het SWS.

Zoeken én vinden Zoeken is gemakkelijk. Maar echt vinden wat je nodig hebt niet. Het begint bij een goede vraag, maar dan.. -Zoek bij officiële sites b.v. van de overheid.

Zoeken én vinden -Zoek bij een organisatie die zich bezig houdt met jouw onderwerp.

Zoeken én vinden -Kijk in de bronnenlijst van een document dat je al hebt gevonden.

Zoeken én vinden -Kijk naar links op sites die je tegenkomt.

Zoeken én vinden -Zoek met verschillende zoektermen.

-Zoek met Davindi. Zoeken én vinden

Zoeken én vinden -bezoek een bedrijf of organisatie dat zich met je onderwerp bezig houdt, bijvoorbeeld een gemeente.

Zijn alle bronnen goed? Nee! Hoe weet je of een bron goed is? Kijk wie er schuil gaan achter een website met info. De meeste sites hebben wel een kopje: wie zijn wij, of over ons. Bij twijfel vraag je begeleider.

Zijn alle bronnen goed? Nee! Uit werkstukken van andere leerlingen mag je geen tekst gebruiken. Je kunt ze wel gebruiken voor ideeën of in de bronnenopgave te kijken.

Bronvermelding In het SWS moeten de gebruikte bronnen in een bronnenlijst worden vermeld. Noteer de bronnen per deelvraag. Bronnen: Bronnen Deelvraag 1: http://media.leidenuniv.nl/legacy/controlelijstevenementenunivleiden.pdf http://www.haarlemmermeer.nl/digitale_balie/alle_producten_alfabetisch/u_t_m_z/vergu nning_evenementen http://www.voorst.nl/internet/bis/raadsstukken/2007/09_september_03/bijlage_i_beleids nota_2007.pdf http://www.kiossk.nl/phocadownload/brochure_evenementen.pdf http://www.haren.nl/live/inwoners/u_en_de_gemeente/evenementenvergunning/evenementenvergunning.pag Evenementenvergunning gemeente het Bildt. Bronnen Deelvraag 2: http://www.ehbocastricum.nl/page3.php http://www.rodekruis-wmz.nl/default.aspx?pid=37 http://www.ehbo-overasselt.nl/index.php/ehboaanvraag http://www.ehbo-midden.nl/?menu=category&categoryid=190331 http://www.politie.nl/politieabc/evenementen/

Bronnen beheren met een bronnen.docx. Vraag: Wanneer is een evenementenvergunning nodig? Je vindt het onderstaande. In een bronnen.doc zet je de vraag, onder de vraag plak je de tekst uit de bron, daaronder plak je het adres van de bron.

Bronnen beheren met een bronnen.docx. Het bronnen.doc komt er dus zo uit te zien:

Het schrijven van de tekst. *Schrijven is antwoord geven op vragen; *Schrijven doe je op basis van je bronnen; *Schrijven doe je in je eigen woorden; *Je mag best citeren maar gebruik dan aanhalingstekens; *Je mag ook hier en daar wel iets letterlijk uit een bron gebruiken als het b.v. een rijtje is; *Schrijven doe je voor een lezer die je iets wilt vertellen; *Schrijven is niet gemakkelijk: help en corrigeer elkaar; *Volg de instructies van de begeleider op; *Herschrijven hoort er bij: soms meer dan één keer; *Spelling is een belangrijke bijzaak: de spellingscorrectie haalt niet alle fouten uit de tekst.

Werken: wanneer, waar en hoe? *Je hebt 5 dagen de tijd van 8.20 tot 15.55 uur. Je hebt normale pauzes en 5 minuten bij elke leswisseling. *De mediatheek is de belangrijkste werkruimte. Als er lokalen vrij zijn kunnen die ook gebruikt worden. *De mediatheek is werkruimte. Wie dat niet begrijpt wordt verwijderd en niet meer begeleidt. Dat geldt voor de hele groep. Dat betekent dat je het SWS in je eigen tijd zult moeten maken. Er wordt je gezegd wat je dan de rest van de week moet doen. *Maak goede afspraken met elkaar en houd elkaar daar aan; *Bespreek problemen eerst in de groep en dan pas met de begeleider; *Gaat de samenwerking niet naar wens overleg dan met je begeleider. *De mediatheek en lokalen worden netjes achtergelaten.