Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Transcriptie

1 Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven Wat voor tekst ga je schrijven en waarom? Op 31 oktober is het Halloween en op 11 november is het Sint-Maarten. Veel mensen weten niet zo goed wat voor feesten dat precies zijn. Daarom ga je een beschrijving maken van deze feesten. Jouw beschrijving kun je geven aan mensen die meer over Sint-Maarten en Halloween willen weten. We gebruiken de BEVERS-strategie bij het schrijven. Weet je nog wat de letters betekenen? BE VER S Bekijk en vergelijk: filmpjes kijken + aantekeningen maken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal. Wat hoort er allemaal bij Halloween? Wanneer wordt dit gevierd? Waar komt het vandaan? Hoe is het begonnen? Maak aantekeningen. 2. Bekijk het filmpje over Sint-Maarten. Wat hoort er allemaal bij Sint-Maarten? Wanneer is dit feest? Waar komt het vandaan? Wanneer wordt het gevierd? Wie was Sint-Maarten?

2 Schema invullen Nu ga je de twee feesten met elkaar vergelijken. Dat helpt je om straks het verschil tussen de twee feesten goed kunt uitleggen in je tekst. Vul het schema hieronder in. Kijk eerst wat je bij opdracht 2 hebt opgeschreven. Schrijf dat allemaal in het schema. Dit is hetzelfde bij Halloween en Sint-Maarten Dit zijn de verschillen tussen Halloween en Sint-Maarten Halloween Sint Maarten

3 1. Lees de uitleg. Schrijven Als een tekst een duidelijk begin, midden en einde heeft, is hij beter te begrijpen. Zorg er daarom voor dat jouw tekst dit ook heeft. Begin Boven je tekst staat een duidelijke titel over het onderwerp van je tekst. Daaronder schrijf je in een paar zinnen waar de tekst over gaat. Midden In het midden van de tekst staat alle informatie over de twee feesten. Je schrijft daar ook op wat hetzelfde is aan de twee feesten en wat de verschillen zijn. Daarvoor kun je deze zinnen gebruiken: De feesten lijken erg op elkaar, want Bij allebei Ook is bijna hetzelfde. Maar er zijn ook verschillen, bijvoorbeeld Bij het ene feest en bij het andere feest Het grootste verschil is Slot Bedenk een leuke afsluiting. Wens de lezer bijvoorbeeld veel plezier bij het vieren van Halloween of Sint-Maarten. 2. Schrijf je tekst op een apart blaadje. Gebruik bij het schrijven van je tekst het schema van opdracht 3. En denk aan de uitleg hierboven! Als je op de computer gewerkt hebt: sla je stukje op. In les 2 ga je verder met je beschrijving.

4 Les 2: Halloween en Sint-Maarten beschrijven Met je schrijfmaatje bespreken wat er beter kan 1. Lees de tekst van je schrijfmaatje en kijk of de tekst duidelijk is. Zet daarna in de checklist op de volgende bladzijde een krul achter de vragen als het antwoord ja is. Je schrijfmaatje doet dit ook bij jouw tekst. 2. Bespreek de checklists met elkaar. Bedenk bij elke vraag hoe je de tekst nog beter kunt maken. Schrijf dit op in de checklist. Verbeteren van je beschrijving Gebruik de checklist uit opdracht 5 uit om je beschrijving te verbeteren. Maak je tekst helemaal af en zoek er plaatjes bij. Denk na en schrijf op. Terugkijken: het schrijven bespreken 1. Dit vond ik handig bij het schrijven: 2. Dit vond ik lastig bij het schrijven: 3. Dit is het belangrijkste dat ik heb geleerd:

5 Checklist voor het verbeteren van de tekst Zet een krul in het schema als het antwoord ja is. Hoe kan het beter? Schrijf het hier op. Begin Heeft de tekst een goede titel? Staat in het begin waar de tekst over gaat? Midden Staat duidelijk in de tekst wat hetzelfde is aan Halloween en Sint Maarten? Staat duidelijk in de tekst wat anders is aan Halloween en Sint Maarten? Slot Heeft de tekst een leuke afsluiting? Taal Zijn er goede zinnen gebruikt? Zijn alle woorden goed geschreven?