PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 205-206 NIVEAU BASIS VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x uten per week P periode C code van de toets B Bron KENNEN wat moet ik kennen? KUNNEN wat moet ik kunnen? K Kern doelen eind termen V vorm van de toets D Duur van de toets W weging H herkans baar SE 8 Aug t/m 3 Okt T ma Organismen Organen, cellen en weefsels Werken met de microscoop Cellen van planten Cellen van dieren Celdeling Biologisch onderzoek specifieke hulpmiddelen gebruiken zoals loep, microscoop, delen waaruit een weefsel, orgaan of orgaanstelsel is opgebouwd benoemen en in afbeeldingen of modellen aanwijzen en functie(s) van deze delen beschrijven: - de aanwezigheid van weefsels en organen bij meercellige organismen - weefsel: een aantal aaneengesloten cellen met gelijke vorm en functie; in veel gevallen is er tussencelstof - orgaan: een uit een aantal typen weefsel opgebouwd deel van een organisme met één of meer functies - orgaanstelsel: een uit een aantal organen opgebouwd deel van een organisme met één of meer functies spijsverteringsstelsel, bloedvatenstelsel, geraamte/bottenstelsel, zenuwstelsel, zintuigstelsel, voortplantingsstelsel, ademhalingsstelsel, spierstelsel, hormoonstelsel) 2,4 ST 2
T2 Biologisch onderzoek Een praktisch onderzoek voorbereiden, uitvoeren en de resultaten vastleggen en evalueren: - bij een biologisch schoolpracticum en/ of veldpracticum - een biologische probleemstelling erkennen en specificeren - een biologisch probleem herleiden tot een onderzoeksvraag - verwachtingen formuleren relevante waarnegen verrichten en gegevens verzamelen - conclusies trekken op grond van verzamelde gegevens - oplossing, onderzoek en conclusies evalueren 2,4 00 T3 ma 2 Organismen ordenen Het rijk van de bacteriën. Het rijk van de schimmels. Het rijk van de planten. Het rijk van de dieren. Geleedpotigen Gewervelde dieren. Het indelen van organismen. delen waaruit een cel is opgebouwd en delen waardoor een cel kan zijn omgeven, benoemen en in afbeeldingen of in modellen aanwijzen en van deze delen de functie(s) beschrijven: celkern, cytoplasma, celmembraan, vacuole, bladgroenkorrel, celwand kenmerkende eigenschappen van cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën noemen: - verschillen in bouw als je kijkt naar. de aanwezigheid van een kern. de aanwezigheid van bladgroenkorrels. de aanwezigheid van een celwand /2/3/ 5 ST 2
T4 Tekening organismen specifieke hulpmiddelen gebruiken zoals loep, microscoop 2/3/5 T5 Deteratie organismen met behulp van detereertabellen de Nederlandse naam opzoeken van planten- en diersoorten die veel in Nederland voorkomen /2/3/ 5 SE2 03 Nov t/m 23 Jan T6 ma 3 Het voortplantingsstelsel van een man. Het voortplantingsstelsel van een vrouw. Hormonen en voortplanting De menstruatiecyclus Zwangerschap. Een kindje in de baarmoeder De geboorte. De levenscyclus van de mens Geboorteregeling Soa s Seksualiteit fasen in de lichamelijke en geestelijke groei en ontwikkeling van mensen noemen 2 delen van de voortplantingsstelsels noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven 3 functies van seksualiteit verwoorden en verschillen in opvattingen, normen en waarden daarover formuleren 4 beschrijven hoe de voortplanting van mensen verloopt: - primaire en secundaire geslachtskenmerken bij de vrouw en de man - verloop van de menstruatiecyclus, met name:. ontwikkeling van eicel in eierstok. ovulatie. opbouw baarmoederslijmvlies. menstruatie (verval baarmoederslijmvlies) - bouw en functie van een eicel en een zaadcel - processen tijdens de zwangerschap, /2/ 2 ST 2
met name:. bevruchting in de eileider. delingen in de eileider. innesteling in baarmoederslijmvlies. ontwikkeling embryo/ foetus - ligging en functies van vruchtvliezen, vruchtwater, navelstreng en placenta (moederkoek) - het verloop van zwangerschap en geboorte met indalen, ontsluiting met weeën, uitdrijving met persweeën en nageboorte - vormen en functie van prenataal onderzoek met name vruchtwaterpunctie en vlokkentest T7 Poster Voorbehoedsmiddelen Een poster maken over de werking van voorbehoedmiddelen beschrijven 2/3/7 HO/
SE3 26 Jan t/m 02 Apr T8 ma 4 Het zenuwstelsel Zenuwcellen en zenuwen Het centrale zenuwstelsel Beïnvloeding van het zenuwstelsel Bewuste reacties en reflexen Het hormoonstelsel Delen van het zenuwstelsel noemen, in afb aanwijzen, en functie(s) en werking beschrijven: - ligging en functie van delen van het centrale zenuwstelsel, met name:. grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke waarneg en bewuste beweging. kleine hersenen: coördinatie van bewegingen. hersenstam: verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg en een rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied. ruggenmerg: verbinding van organen met hersenen en een rol bij reflexen van romp en ledematen - bouw van een zenuwcel met cellichaam en uitlopers - reflex is een vaste, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel:. functie van een reflex: snel reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam - hormoonklieren noemen, in afb. aanwijzen en functies beschrijven, met name van: - eilandjes van Langerhans: productie van hormonen die het suikergehalte in het bloed regelen - bijnieren: productie van hormoon dat de activiteit van spieren, de ademhaling en de bloedsomloop versnelt - schildklier: stimulering verbranding in cellen Bi/k 2/3 ST 2
- eierstokken en teelballen: naast productie van geslachtscellen ook productie van geslachtshormoon/ het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken T9 Alcohol Drug Een werkstuk maken over de werking van drugs of alcohol 2/3 HO/ T0 ma 5 Het zintuigenstelsel Ruiken en proeven De bouw en werking van de oren De bouw van de ogen De werking van de ogen ervaringen/waarnegen van zintuigpracticumproeven in biologische termen weergeven delen van de gehoororganen, van de ogen en zintuigelementen in huid, neus en tong in afbeeldingen aanwijzen en functie en werking ervan beschrijven: - van de ogen, met name: wenkbrauw, wimper, traanklier, traanbuis, oogspier,. harde oogvlies hoornvlies, vaatvlies, iris, pupil, lens glasachtig lichaam, netvlies, oogzenuw - van het gehoororgaan, met name:. oorschelp, gehoorgang, trommelvlies gehoorbeentjes, slakkenhuis met zintuigcellen, gehoorzenuw,evenwichtsorgaan - van de ogen, met name: wenkbrauw, wimper, traanklier, traanbuis, oogspier,. harde oogvlies hoornvlies, vaatvlies, iris, pupil, lens glasachtig lichaam, netvlies, oogzenuw T Zintuigen Werkstuk maken over de zintuigen 2/3 HO/
SE4 T2 ma 4/5 Zie omschrijving thema 4 en 5 Zie omschrijving thema 4 en 5 2/3 ST 3 Ja 07 Apr t/m 05 Jul T3 ma 6 Het skelet Kraakbeenweefsel en beenweefsel Beenverbindingen Spieren Houding en beweging Blessures delen waaruit een weefsel, orgaan of orgaanstelsel is opgebouwd benoemen en in afbeeldingen of modellen aanwijzen en functie(s) van deze delen beschrijven: - de aanwezigheid van weefsels en organen bij meercellige organismen - weefsel: een aantal aaneengesloten cellen met gelijke vorm en functie; in veel gevallen is er tussencelstof - orgaan: een uit een aantal typen weefsel opgebouwd deel van een organisme met één of meer functies - orgaanstelsel: een uit een aantal organen opgebouwd deel van een organisme met één of meer functies Bi/k6 ST Min 2 Ja T4 Tekening been en kraakbeen Specifieke hulpmiddelen gebruiken zoals loep, microscoop 2/3/5
Toelichting Programma van Toetsing en afsluiting Periode Code van de toets Kennen Kunnen Bronnen Kerndoelen/Eindtermen Vorm van de toets Duur van de toets Weging Herkansbaar Derde leerjaar in 4 kwartielen Eigen keuze van de docent De leerstof die de leerling moet kennen Wat de leerling moet kunnen in dit hoofdstuk ma aanduiding van Biologie voor jou 3BK Exameneenheden zoals geformuleerd in het examenprogramma ST = Schriftelijke toets, = Praktische opdracht HO = Handelingsopdracht Hoe lang de schriftelijke toets, praktische opdracht of handelingsopdracht duurt Hoeveel keer de toets meetelt in de berekening van het gemiddelde SE-cijfer. Hier wordt aangegeven of de toets herkansbaar is. Berekening SE-cijfer Alle toetsen (inclusief de s) worden beoordeeld met een cijfer (afgerond op decimaal). Bij het eindcijfer voor klas 3 wordt er gerekend met het voortschrijdend gemiddelde (afgerond op decimaal). Het jaarcijfer uit de derde klas heeft een weging van 3 keer PTA opgesteld door D. Koster op 5 juni 204