PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR NIVEAU BASIS

Transcriptie

1 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSAR 06-0 NIVEAU BASIS VAK: ECONOMIE METHODE: Pincode 5 e Editie Leerwerkboek A& B KLAS: 4 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x minuten per week P periode C code B Bron KENNEN wat moet ik kennen? KUNNEN wat moet ik kunnen? K Kern doelen eind termen V vorm D Duur W weging H herkans baar T CONSUMPTIE. CONSUMPTIE 8 9 aug 5 nov T 8 De leerling heeft inzicht in consumenten gedrag. De leering kan de voor en nadelen benoemen van sparen en lenen. Tevens kan de leerling onderscheid maken tussen de verschillende soorten behoeften. Onderwerpen: Sparen, Lenen, Behoeften, Consumeren. ARBEID EN PRODUCTIE De leerling weet de verschillen te benoemen tussen bruto en netto winst. De leerling weet de verschillen tussen de verschillende sectoren en kan benoemen wat geschoold en ongeschoold werk is De leerling weet de verschillen tussen werknemer en werkgever. De leerling kan vragen over consumptie en consumptiegedrag interpreteren en de beantwoorden. De leerling kan vraagstukken over sparen maken. Tevens kan de leerling verschillende berekeningen uitvoeren die te maken hebben met sparen en lenen. De leerling kan het veschil uitrekenen tussen bruto en netto salaris. Tevens kan de leerling vragen over wet en regelgeving mbt. Arbeid en productie beantwoorden. De leerling kan de relatie leggen tussen werk en opleiding en kan vragen hierover beantwoorden. 3/4A/ 4B

2 T3 9 EC/K //3/ Nov De leerling weet wat de verschillen tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De leerling heeft kennis verschillende soorten uitkeringen. De leerling weet wat de verschillen zijn in de tussen geregistreerde werkloosheid en niet geregistreerde werklozen. De leerling kan vragen beantwoorden werkloosgheidsvraagstukken. Tevens kan de leerling uitleggen wat de verschillende soorten uitkeringen zijn er wie voor deze uitkeringen in aanmerking komen. De leerling kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen stucturele werkloosheid en conjucturele werkloosheid. T4 9-0 EC/K 5A/5 B Jan 0 Leerlingen moeten weten waar producten vandaan komen, en waarom er handel er wordt gehandeld met verschillende landen. De leerling moet weet wat wisselkoersen zijn en de verschillen in valuta. De leerling heeft kennis van verschillende subsidie maatregelen die kunnen worden genomen bij in en export. De leerling weet wat de Europese Unie en welke voordelen dit heeft. De leerling kan vragen over de herkomst van producten beantwoorden. Tevens kan de leerling verschillende wisselkoersen omrekenen. De leerlingen kan vragen over export stimuleerdende regelingen beantwoorden. Tevens kan de leerling door middel van voorbeelden benoemen welke maatregelen kunnen worden genomen om de eigen binnenlandse markt te beschermen. Daarnaast kan een leerling de voordelen benoemen Europese Unie en welke effecten deze heeft op voor de in en export.

3 3 T5 EXAMENHEID EN EXAMEN EENHEID EN 3 Jan De leerling weet wat ontwikkelingslanden zijn en kent de begrippen die hierbij horen. Onderwerpen: ontwikkelingssamenwerking, structurele hulp, Noodhulp en mono cultuur De leerling kan vraagstukken over internationale ontwikkeling beantwoorden. Tevens kan de leerling beknopt uit leggen wat de begrippen ontwikkelingssamenwerking en monocultuur betekenen. Daarnaast kan de leerling de verschillen benoemen tussen structurele hulp en of noodhulp. 03 apr T6 EXAMEHEID CONSUMPTIE, ARBEID, OVERHEID, EXAMENHEID CONSUMPTIE, ARBEID, OVERHEID,. 4A/4 B/5A/ 5B/6/ /8 Dit hoofdstuk is een herhaling van alle behandelde lesstof van het afgelopen jaar. De leerling moet de begrippen die hierbij horen kennen, tevens weet de leerling welke formules er zijn en welke berekening de leerling kan toepassen. De leerling kan vragen over de behandelde onderwerpen beantwoorden. Tevens kan de leerlingen berekeningen over de verschillende onderwerpen uitvoeren. De leerling kan zowel theoretische vragen al

4 4 T 8- LANDELIJK SCHRIFELIJK EXAMEN LANDELIJK SCHRIFTELIJK EXAMEN 3/4A/ CE apr De leerling heeft kennis van alle onderwerpen die in de hoofdstukken van Pincode staan. De leerling kan de vraagstukken die over de stof van hoofdstuk van Pincode staan beantwoorden. 5A 5 Jul

5 Toelichting Programma van Toetsing en Afsluiting: Periode: Code : Bronnen Kennen: Kunnen Kerndoelen/Eindtermen Vorm Duur Weging Herkansbaar Derde leerjaar heeft vier kwartielen. Het vierde leerjaar in drie kwartielen en als vierde kwartiel toewerken naar het C. Keuze docent. Hoofdstuk aanduiding. Wat de leerling moet kennen in deze periode. Wat de leerling moet kunnen in deze periode. Exameneenheden zoals geformuleerd in het examenprogramma. ST = Schriftelijke, PO = Praktische opdracht. Hoelang de schriftelijke duurt. Hoeveel keer de meetelt in de berekening van het gemiddelde -cijfer. Hier wordt aangegeven of de herkansbaar is. Berekening -cijfer en Eindcijfer: Berekening eindcijfer = T0 is het eind cijfer klas 3 en telt maal T0+T+T+T+T3+T4+T4+T5+T6+T6/= + CE/ = Eindcijfer