Een atlas van Gelderse qemeenten. Een vere1ijkinj van maatschappelijke indicatoren

Vergelijkbare documenten
382,40 per inwoner 2/5 WMO ,00 382,40 per inwoner 2/5 werk ,00

Wijziging Uitvoeringsregeling Belastingdienst FI

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vrijdag. Doesburg. Duiven Westervoort

Heerenmaten Deventer Maandag

Maandag. Hoevelaken Nijkerk. Deventer

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Regeling spreiding zomervakanties

Opmerking bij driejaarsgemiddelden Continu Vakantie Onderzoek (CVO)

Welke partijen heeft u betrokken bij het beantwoorden van de vragen in deze vragenlijst?

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2004 Gelderland

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek Gelderland

Zicht op de Gelderse koopmarkt

Regeling spreiding zomervakantie

Woonplaats Woonplaats Per huishouden Aalst Gld Aalst Gld ,38 Aalten Aalten ,86 Achterveld Gem Barneveld

Gelderse Aanval op de Uitval Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, juni 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, november 2017

Pagina 3 Klanttevredenheid Werkgeversdiensten

Het secretariaat is op donderdag 5 mei a.s. (Hemelvaartsdag)

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, november 2015

Plaats: Jaar: Vindplaats Aalst 1964 Regionaal Archief Rivierenland Aalten 1958 Aalten 1967 ECAL Aerdt 1956 Almen 1949 Gelders Archief Alphen 1968

Rapportage MKB-vriendelijkste gemeente 2018 gemeente Nunspeet 1

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, maart 2017

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2015 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, mei 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, april 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, februari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, januari 2018

Gelderse Aanval op de Uitval. Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s

De Gelderse Werkgelegenheio d

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, december 2016

Catalogus Opleidingen CAO voor het Bouwbedrijf, versie april 2011

AANBIEDINGSBRIEF PAMFLET

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, december 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, april 2016

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2016 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Aanwezigheid onderwijszorgstructuren

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, augustus 2016

Oudste kaarten: alfabetische plaatsnamenlijst van alle meldingen t/m 2013

VleermuizenNIEUWS. Uitgave van: Netwerk afhandeling vleermuismeldingen Gelderland

Plaats en betekenis van de Stadsregio Arnhem Nijmegen voor de Gelderse economie. jaartal Veluwe Achterhoek Arnhem Nijmegen

Prijzen en vervoerzones Stadsregiotaxi

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Spoorboekje. Samenwerkende Bonden van Ouderen in Gelderland. Deken Dr. Mulderstraat 6d 6681 AB Bemmel. Tel.: Fax:

Prijzen en vervoerzones Stadsregiotaxi

Regeling spreiding zomervakantie 2011

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Seminar jonge senioren. Ovezande 8 maart 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelderse Monitor Veiligheidshuizen en Centra voor Jeugd en Gezin

Kampen 104 ( 2,3% ) Epe 84 ( 3,1% ) Apeldoorn 474 ( 3,8% ) Rozendaal. Westervoort 62 ( 3,8% ) 65 ( 2,6. Lingewaard 87 ( 2,3% ) Ubbergen 24 ( 3,4% )

Prijzen en vervoerzones Stadsregiotaxi

Op maandag 31 mei a.s. is het secretariaat gesloten i.v.m. 2 e Pinksterdag

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

Factsheet. Gelderland. 1. Algemeen 2. Arbeidsmarkt 3. Economie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Gelders Energieakkoord (GEA) OPWEKKING VAN HERNIEUWBARE ENERGIE HET POTENTIEEL IN KAART

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, maart 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, september 2016

De Gehl e.rçe 3.JTOT2O2O

Nadere analyse vrijkomende agrarische bebouwing Gelderland

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, februari 2018

Overzicht Gelderse Gemeenschappelijke Regelingen per oktober 2015

Datum 19 juni 2019 Betreft Wmo-toezicht - Openbaarmaken van toezichtsrapporten Wmo 2015

AANBIEDINGSBRIEF 1>A1vijF.LET i ~ _ " _ a ff *» ~ /' Genemuiden, 26 april _ L. W 'J Geachte leden van de Raad, leden van het

AANBIEDINGSBRIEF MMFLEli^iS^iiïi^

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

no. 245, d.d. 10 juni 2004

MEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Kaartenbijlage Beheerplan Veluwe

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Gelderse Monitor. Overzicht van Veiligheidshuizen en Centra voor Jeugd en Gezin. Meting februari 2010

Bevolkingsprognose Gelderland Verwachte bevolkingsontwikkeling tot 2050

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Allochtonen op de arbeidsmarkt

B Baarle Nassau mhz 6875 kbd QAM-64

Apeldoorn VVD-aanspreekpunt: Anja Prins, Corrie-Christine van der Woude * Arnhem VVD-aanspreekpunt: René Westra, Mike Waltmans, Frederik Peters

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, januari 2017

Trendrapportage Economie Arnhem

Hattem. Oldebroek. Elburg. Nunspeet. Harderwijk Epe. Rozendaal. Rheden ARNHEM. Renkum. Westervoort. Overbetuwe Lingewaard. Millingen a.d.

PENDEL REGIO NOORD-VELUWE 2010

Bijlage F Demografische ontwikkelingen

Luchtkwaliteit in de Vallei. Gemeenten Barneveld, Ede en Scherpenzeel Omgevingsdienst de Vallei

VOORSTEL aan KAN-RAAD

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Transcriptie:

Een atlas van Gelderse qemeenten Een vere1ijkinj van maatschappelijke indicatoren

EEN ATLAS VAN GELDERSE GEMEENTEN EEN VERGELIJKING VAN MAATSCHAPPELIJKE INDICATOREN April 1999 Alfons Bloemberg en Menno Waisweer Bureau Economisch Onderzoek, Afdeling Economische Zaken Dienst Ruimte, Economie en Welzijn provincie GELDERLAND

VOORWOORD In 1995 maakte het kabinet afspraken om grootstedelijke problemen te lijf te gaan. Het grotestedenbeleid (GSB) stelt zich ten doel de positie van de steden te versterken en te voorkomen dat een tweedeling langs sociaal-economische, maatschappelijke en etnische lijnen binnen de Nederlandse steden realiteit wordt. Sinds 1997 is het aantal deelnemende steden op 25 gekomen (G25), waaronder de Gelderse steden Arnhem en Nijmegen. In het regeerakkoord 1998-2002 is overeengekomen dat ook andere steden dan de G25 op specifieke deelterreinen of voor specifieke probleemwijken met een vergelijkbare (deel) problematiek partieel gebruik kunnen maken van instrumenten van het GSB. In dit onderzoek is voor een achttal Gelderse steden nagegaan in hoeverre deze situatie van toepassing is op andere Gelderse steden op basis van de door de minister van Grote Steden- en Integratiebeleid opgestelde criteria. Ook gaf dit aanleiding tot het samenstellen van een sociale atlas. Naast bovengenoemde vergelijking van Gelderse steden, vindt een vergelijking van alle Gelderse gemeenten plaats. Deze vergelijking, die op het gemeentelijk schaalniveau plaatsvindt, geeft een indicatie, zij het op een ander schaalniveau dan dat van de G 25 gemeenten, in hoeverre soortgelijke problemen van de stadsproblematiek zich in Gelderland voordoen. Problematiek van afzonderlijke wijken blijft in dit onderzoek buiten beschouwing. Deze monitor geeft voor Gelderland hoofdzakelijk inzicht in de structuurverschillen tussen Gelderse gemeenten en steden. Indien dit onderzoek periodiek herhaald wordt, ontstaat tevens inzicht in de ontwikkeling van de leefbaarheid, veiligheid en economische vitaliteit van Gelderse steden en gemeenten. Dit onderzoek bevat veel informatie over de Gelderse steden en gemeenten. Een breed scala van statistische gegevens is gerangschikt. Naast bovengenoemd doel, vormt deze publicatie een naslagwerk voor diegenen die op zoek zijn naar statistische gegevens van Gelderland en Gelderse gemeenten. Een selectie van deze gegevens zal aan het digitaal statistisch zakboek Gelderland ("Zakgeld") worden toegevoegd. Zakgeld vindt u onder de rubrieken actueel, algemeen, info en beleid van de provinciale internetsite (www.gelderland.nl ).

INHOUD Pagina VOORWOORD SAMENVATTING 7 INLEIDING 9 2 GEHANTEERDE INDICATOREN 2.1 Inleiding II 2.2 De onderscheiden indicatoren 11 2.2.1 Lage inkomens 11 2.2.2 Uitkeringsafhankelijkheid 13 2.2.3 Minderheden 14 2.2.4 Geregistreerde misdrijven 17 2.2.5 Werkloosheid en onderwijs 18 2.2.5.1 Inleiding 18 2.2.5.2 Werkloosheid 18 Werkloosheidspercentage 18 Werkloosheid minderheden 19 Langdurig werklozen 20 Werklozen jonger dan 27jaar 21 Opleidingsniveau werklozen 21 2.2.5.3 Onderwijs 21 Opleidingsniveau bevolking 21 Sociaal economische score basisonderwijs 22 Belangstelling beroeps- versus algemeen voortzet onderwijs 23 2.2.6 Centrumfunctie 24 3 OVERIGE INDICATOREN 27 3.1 Inleiding 27 3.2 De overige indicatoren 27 3.2.1 Bevolking 27 Jongeren/Ouderen 27 Eénoudergezinnen 28 3.2.2 Wonen 30 Sociale huur 30 Woningvoorraad naar eigendomstype en bouwjaar 31.2.3 Economie en arbeidsmarkt 31 Inleiding 31 Gemiddelde arbeidsparticipatie 32 Groei beroepsbevolking (aanbod van arbeid) 33 Groei werkgelegenheid (vraag naar arbeid) 34 Confrontatie van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt 35 4 CONCLUSIES 37

BIJLAGEN 1 Gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner, 1996 2 Thuiswonenden jonger dan 65 jaar met periodieke algemene bijstand naar leeftijd en geslacht, 31 december 1997 3 Aantal WAO-ers in % van de bevolking 15-64 jaar, 1996 4 Aantal geweldsmisdrijven en aantal geweldsmisdrijven per 1000 inwoners, 1996 5 Aantal misdrijven van vernieling en openbare orde, totaal en per 1000 inwoners, 1996 6 Niet werkende werkzoekenden, totaal en langer dan 1 jaar ingeschreven, situatie per 1-1-1999 7 Niet werkende werkzoekenden, totaal en jonger dan 27 jaar, situatie per 1-1-1999 8 Niet werkende werkzoekenden, totaal en maximaal genoten opleidingsniveau basisonderwijs, situatie per 1-1-1999 9 Niet werkende werkzoekenden, totaal en maximaal genoten opleidingsniveau vbo/mavo, situatie per 1-1-1999 10 Aandeel lager-, middelbaar- en hoger opgeleiden in % van de bevolking, 1995 11 Aandeel 1,25 leerlingen in het totaal aantal basisschoolleerlingen, 1 oktober 1998 12 Aandeel 1,90 leerlingen in het totaal aantal basisschoolleerlingen, 1 oktober 1998 13 Aandeel leerlingen mavo, vbo en havo/vwo leerjaar 3 voortgezet onderwijs, 1997/1998 14 Woningvoorraad naar eigendomstype, 1997 15 Woningvoorraad naar bouwjaar, 1997 Kaart 1 Overzicht Gelderse gemeenten, situatie 1998 Staat 1 Staat 2 Overzicht rangorde gemeenten o.b.v de belangrijkste indicatoren Overzicht rangorde gemeenten o.b.v. alle indicatoren

SAMENVATTING In 1995 maakte het kabinet afspraken om grootstedelijke problemen te lijf te gaan. Het grotestedenbeleid (GSB) stelt zich ten doel de positie van de steden te versterken en te voorkomen dat een tweedeling langs sociaal-economische, maatschappelijke en etnische lijnen binnen de Nederlandse steden realiteit wordt. Sinds 1997 is het aantal deelnemende steden op 25 gekomen (G25), waaronder de Gelderse steden Arnhem en Nijmegen. In het regeerakkoord 1998-2002 is overeengekomen dat ook andere steden dan de G25 op specifieke deelterreinen of voor specifieke probleemwijken partieel gebruik kunnen maken van het GSB-instrumentarium. Daarvoor zijn een aantal criteria opgesteld. In dit onderzoek is voor een achttal Gelderse steden nagegaan in hoeverre zij voldoen aan deze criteria. Voorwaarde is dat gemeenten met problemen 60.000 inwoners dienen te hebben en op vier van de zes indicatoren in negatieve zin zich onderscheiden van andere steden. De 8 Gelderse steden en de gehanteerde criteria zijn onderstaand weergegeven. Matrix 6 indicatoren; criteria van Boxtel Apel- Arn- Doe- Ede Harder- Nij- Tiel Zutdoorn hem tin- wijk me- phen chem gen inwonertal >60.000 ± - + - + - - lage inkomens - + - - - + - + uitkeringsafhankelijkheid - + - - - + - + minderheden - + - - - - + - geregistreerde misdrijven - + - - - + - - centrumfunctie ± + + + - + + + werkloosheid en onderwijs 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) In dit onderzoek zijn gegevens uitsluitend op gemeentelijk niveau gepresenteerd; de zesde indicator, "slechte wijken", is OP wijkniveau bepaald met name op basis van de indicatoren werkloosheid en onderwijs. In dit onderzoek is hieromtrent geen informatie opgenomen. + voldoet aan criterium - voldoet niet aan criterium Naast de steden Arnhem en Nijmegen komen er in Gelderland geen steden in aanmerking voor aanvullend beleid zoals dat door de minister wordt beoogd. Ede en Apeldoorn voldoen wel aan het gewenste minimum inwonertal maar scoren niet op de minimaal vereiste vier criteria. Ook vindt in dit onderzoek een vergelijking plaats van alle Gelderse gemeenten. Deze vergelijking, die op het gemeentelijk schaalniveau plaatsvindt, geeft een indicatie in hoeverre elementen van de stadsproblematiek zich in de Gelderse gemeenten manifesteert. Voor een groot aantal indicatoren zijn hiertoe gegevens gerangschikt. Problematiek van afzonderlijke wijken blijft in dit onderzoek buiten beschouwing. Indien alle Gelderse gemeenten in beschouwing worden genomen en worden gerangschikt op basis van de vijf criteria ontstaat het onderstaande beeld. Er is hierbij niet gekeken of er voldaan is aan de gewenste streefwaarde door het Ministerie. -7-

Top vijftien gemeenten op basis van geformuleerde criteria % lage inkomens % bijstands- % allochtonen % misdrijven centrumfuctie gerechtigden 1 ARNHEM NIJMEGEN ARNHEM NIJMEGEN NIJMEGEN 2 ZUTPHEN ARNHEM TIEL ARNHEM ARNHEM 3 NIJMEGEN ZUTPHEN CULEMBORG TIEL APELDOORN 4 MILLINGEN A/D R. WAGENINGEN NIJMEGEN ZUTPHEN ZUTPHEN 5 HEERE WAARDEN DOESBURG DOESBURG APELDOORN DOETINCHEM 6 WINTERS WIJK TIEL WAGENINGEN WAGENINGEN EDE 7 DOESBURG DOETINCHEM HARDERWIJK ZALTBOMMEL TIEL 8 TIEL WESTERVOORT D[NXPERLO CULEMBORG WINTERS WIJK 9 AALTEN UBBERGEN ZUTPHEN ROZENDAAL WAGENINGEN 10 GROENLO APELDOORN ZALTBOMMEL HARDERWIJK HARDER WIJK II RHEDEN RHEDEN EDE WIJCHEN ZEVENAAR 12 APELDOORN CULEMBORG APELDOORN EDE WIJCHEN 13 WISCH ZEVENAAR ZEVENAAR NIJKERK GENDRINGEN 14 DOETINCHEM GROESBEEK WESTERVOORT ZEVENAAR AALTEN 15 GROESBEEK ELST DOETINCHEM DOETINCHEM ERMELO De steden Arnhem en Nijmegen komen steeds in de top vier voor en voeren in drie gevallen zelfs de lijst van Gelderse gemeenten aan. Ede en Harderwijk zijn bij drie van de vijf criteria vertegenwoordigd bij de top vijftien van Gelderland. De beide gemeenten ontbreken bij het overzicht van lage inkomens en bij het aandeel bijstandsgerechtigden. De overige zes onderscheiden steden vallen bij ieder criterium onder de top vijftien. Naast de 8 steden komen Culemborg. Doesburg en Wageningen driemaal voor op de top vijftien ranglijst. Voor Zevenaar is dat zelfs viermaal het geval. Zevenaar ontbreekt echter in het top tien overzicht, terwijl de gemeenten Doesburg en Wageningen veelal tot de eerste zeven gemeenten van de lijst behoren. Ook blijkt dat Doesburg, Wageningen en Culemborg veelal hoger scoren dan de steden Ede en Harderwijk, die eveneens driemaal scoren op basis van de gehanteerde criteria. In staat 1 (zie bijlage) zijn naast de vijf eerdergenoemde indicatoren, alle voor deze studie belangrijkste indicatoren samengevat weergegeven. Het hieruit resulterende totaalbeeld is herkenbaar, ondanks de toevoeging van indicatoren. Overigens dient hierbij te worden opgemerkt dat de indicatoren onderling niet zijn gewogen. Een andere selectie of een weging kan leiden tot een andere rangorde van gemeenten. Alle 8 Gelderse steden komen in de top vijftien lijst voor en worden vergezeld met de plaatsen Doesburg, Culemborg, Zaltbommel, Wageningen en Zevenaar. Doesburg neemt op basis van deze rangordening een zeer hoge notering in die vrijwel vergelijkbaar is met die van de steden Arnhem en Nijmegen. Zaitbommel's positie is duidelijk hoger in vergelijking tot de positie die werd ingenomen op basis van de beperktere indicatorenset. IRE

1. INLEIDING In 1995 maakte het kabinet met de steden Amsterdam, Den Haag. Rotterdam en Utrecht (de G4) en vijftien middelgrote steden (G15), waaronder de Gelderse steden Arnhem en Nijmegen, afspraken om grootstedelijke problemen te lijf te gaan. Inmiddels is in 1997 het aantal deelnemende steden op 25 gekomen (G25). Het grotestedenbeleid stelt zich ten doel de positie van de steden te versterken en te voorkomen dat een tweedeling langs sociaaleconomische, maatschappelijke en etnische lijnen binnen de Nederlandse steden realiteit wordt. Deze algemene beleidsdoelstelling vindt zijn uitwerking in een aantal concrete doelen en streefcijfers die onder de beleidsthema's arbeid, onderwijs, veiligheid, leefbaarheid en zorg vallen. In het regeerakkoord 1998-2002 is overeengekomen dat ook andere steden dan de G25 op deelterreinen of voor specifieke probleemwijken met een vergelijkbare (deel)problematiek partieel gebruik kunnen maken van de instrumenten van het GSB. Ook neemt in het regeerakkoord het thema "kwaliteit van de samenleving"een belangrijke plaats in. Sociale, economische en ruimtelijke infrastructuur worden essentiële elementen voor de ontwikkeling van een kwalitatief goede en duurzame samenleving genoemd. In een overleg van 14 januari jl. heeft minister van Boxtel (Grote Steden- en Integratiebeleid) overleg gevoerd met steden die niet tot de 25 GSB gemeenten behoren en die wel in de afgelopen periode te kennen hadden gegeven betrokken te willen worden bij het grotestedenbeleid'. Overleg met andere partijen volgt. Voorwaarde hierbij is dat gemeenten met problemen 60.000 inwoners dienen te hebben en op vier van de zes door de minister beoordeelde indicatoren in negatieve zin zich onderscheiden van andere gemeenten. De minister wil inzetten op een probleem- en wij kgerichte aanpak. De gehanteerde indicatoren zijn: lage inkomens uitkeringsafhankelijkheid minderheden geregistreerde misdrijven "centrumfunctie" aanwezigheid "slechte"wijken Binnen de Dienst Ruimte, Economie en Welzijn bestaat behoefte aan een "sociale kaart" van Gelderland om nader zicht te krijgen in de aard en omvang van de sociale problematiek. Voor de beide grote gemeenten Arnhem en Nijmegen bestaat dit inzicht al in het kader van het grotestedenbeleid. Een totaalbeeld van Gelderland en inzicht in de ruimtelijke concentratie ontbreekt echter vooralsnog. In deze verkenning vindt, in het kader van de hiervoor geschetste ontwikkeling, een vergelijking van de onderscheiden Gelderse steden plaats. Deze vergelijking vindt ook met de overige Gelderse gemeenten plaats 2 zodat hiermee een totaalbeeld van Gelderland ontstaat Zo is onlangs besloten dat de gemeenten Alkmaar, Amersfoort, Emmen, Lelystad en Zaanstad op onderdelen meedoen met het grotestedenbeleid Eris uitgegaan van de gemeentelijke indeling van 1 januari 1998; zie ook het kaartoverzicht in de bijlage En

voor die beleidsterreinen (arbeid, onderwijs, leefbaarheid, veiligheid en zorg) die in het kader van de stedelijke samenleving van belang zijn. De gehanteerde bronnen waarborgen hierbij de uniformiteit van het statistisch materiaal. Ook is steeds het Gelderse referentiegegeven in de situatieschets vermeld. Uitdrukkelijk wordt hierbij vastgesteld dat de analyse vooralsnog niet op wijk- of buurtniveau heeft plaatsgevonden maar zich beperkt heeft tot het gemeentelijke niveau. De vergelijking met de Gelderse gemeenten geeft een indicatie, zij het op een ander schaalniveau dan dat van de G 25 gemeenten, in hoeverre soortgelijke problemen van de grote stadsproblematiek zich in Gelderland voordoen. Een intragemeentelijke vergelijking ontbreekt vooralsnog. Verschillen tussen heterogene wijken binnen een stad worden bij een dergelijke vergelijking zichtbaar. De acht steden zijn: Apeldoorn Arnhem Doetinchem Ede Hard erwij k Nijmegen Tiel Zutphen -10-

2. GEHANTEERDE INDICATOREN 2.1 Inleiding Zoals in het vorige hoofdstuk al is opgemerkt worden door de minister een zestal indicatoren gehanteerd bij beoordeling van grootstedelijke problematiek. Hierbij zijn grenswaarden vastgelegd waaraan de score dient te voldoen. Aangezien deze analyse niet op buurtniveau plaatsvindt, worden in eerste instantie een vijftal indicatoren vergeleken. Voor de wijkscore worden de variabelen werkloosheid en opleiding in kaart gebracht en toegevoegd, maar dan eveneens op gemeentelijk niveau. De volgende indicatoren resulteren: lage inkomens uitkeringsafhankelijkheid minderheden geregistreerde misdrijven centrumfunctie werkloosheid en onderwijs Waar mogelijk worden dwarsverbanden gelegd naar indicatoren en achtergrondinformatie die in dit verband van belang zijn. Hierover treft u in hoofdstuk 3 een analyse aan. De achterliggende informatie is in een aantal gevallen in de bijlagen weergegeven. Het begrip centrumfunctie behoeft tenslotte enige toelichting. Het gaat hier om een maat berekend op basis van het regionaal klantenpotentieel (het regionaal klantenpotentieel in verhouding tot het inwonertal). Het regionaal klantenpotentieel van een woonkern is gedefinieerd als het aantal klanten dat een woonkern van een gemeente aantrekt uit alle woonkernen binnen een straal van 60 kilometer rondom de eigen woonkern met inbegrip van de eigen woonkern zelf. 2.2. De onderscheiden indicatoren 2.2.1 Lage inkomens Verondersteld mag worden dat de inkomenssituatie een indruk geeft van de leefbaarheid in een gebied. Verdeling van de inkomens, en dan met name de lage inkomens, is hierbij van belang. Als indicator voor lage inkomens wordt uitgegaan van het percentage huishoudens met een besteedbaar huishoudinkomen tussen de 18.130 en 36.850 gulden in 1996. In Nederland had 30% van de huishoudens een inkomen in deze inkomensklasse. De steden Arnhem, Zutphen, Nijmegen en Tiel zitten boven het landelijke percentage. Van deze steden voldoen Arnhem, Zutphen en Nijmegen aan de door het ministerie gehanteerde grenswaarde van 32% van het aantal huishoudens. Dit is ook het geval in de gemeente Millingen a/d Rijn. Tiel en Apeldoorn hebben ook een hoger aandeel huishoudens in deze lage inkomensklasse ten opzichte van het nationale gemiddelde, maar voldoen niet aan de streefwaarde van 32%. Het verhoudingsgetal van Doetinchem bevindt zich net onder dat van Nederland, terwijl in de gemeenten Harderwijk en Ede het aandeel huishoudens met lage inkomens minder groot is dan gemiddeld in de provincie. De gemeente Doesburg komt, zoals later ook bij een aantal andere indicatoren zal blijken, eveneens in het top tien overzicht voor. -11-

Tabel 1 1) Lage inkomens (aantal huishoudens in het tweede t/m vierde deciel, gerelateerd aan het totaal aantal huishoudens), 1996 Aantal Aantal % huis- Aantal Aantal % huishuis- huis- hou- huis- huis- houhou- hou- dens hou- hou- dens dens dens met dens dens met met lage met lage lage inko- lage inkoinko- mens inko- mens mens mens 1 ARNHEM 67000 24250 36.2 44 UBBERGEN 4100 1070 26 2 ZUTPHEN 15100 5390 35.7 45 WAGENINGEN 16300 4210 25.8 3 NIJMEGEN 74700 26590 35.6 46 BORCULO 3900 1000 25.7 4 MILLINGEN AJD RIJN 2300 780 33.7 47 MAURIK 2500 630 25.3 5 HEEREWAARDEN 500 160 31.5 48 MAASDRIEL 3400 860 25.2 6 WJNTERSWIJK 11900 3730 31.3 49 NEERIJNEN 4000 1010 25.2 7 DOESBURG 4400 1370 31.2 50 EDE 39400 9850 25 8 TIEL 14800 4560 30.8 51 HATTEM 4500 1130 25 9 AALTEN 7200 2200 30.6 52 PUTTEN 8100 2030 25 10 GROENLO 3700 1120 30.3 53 ZELHEM 4300 1070 24.9 11 RHEDEN 20400 6160 30.2 54 NUNSPEET 9500 2360 24.8 12 APELDOORN 65500 19720 30.1 55 WEST MAAS EN WAAL6800 1690 24.8 13 WISCH 7900 2350 29.8 56 GELDERMALSEN 8900 2200 24.7 14 DOETINCHEM 18500 5500 29.7 57 HUISSEN 6000 1480 24.7 15 GROESBEEK 8000 2380 29.7 58 LOCHEM 7500 1840 24.5 16 GENDRINGEN 7800 2290 29.4 59 WESTERVOORT 6000 1470 24.5 17 RIJNWAARDEN 4200 1230 29.2 60 BEMMEL 6200 1510 244 18 DRUTEN 6300 1830 29.1 61 1-lEERDE 6900 1680 24.3 19 ZALTBOMMEL 4500 1310 29 62 LIENDEN 2800 680 24.3 20 D[NXPERLO 3300 950 28.8 63 HEDEL 1500 360 24.1 21 NEEDE 4200 1200 28.6 64 WARNSVELD 3600 860 24 22 ERMELO 11400 3240 28.4 65 BEUNINGEN 9300 2220 23.9 23 BRAKEL 2500 700 28 66 DODE WAARD 1500 360 23 7 24 GENDT 2700 750 27.6 67 KERKWIJK 2200 520 23.7 25 VOORST 9200 2540 27.6 68 ELST 7800 1830 23 5 26 HENGELO 3200 880 27.5 69 HUMMELO EN KEPPEL 1800 420 23.5 27 ROSSUM 1200 330 27.5 70 ANGERLO 1700 400 23.3 28 EIBERGEN 6100 1670 27.4 71 GORSSEL 5600 1300 23.2 29 HARDERWIJK 15100 4140 27.4 72 BARNEVELD 15900 3660 23 30 RENKUM 15000 4100 27.3 73 LICHTENVOOR.DE 6800 1560 22.9 31 WIJCHEN 14300 3900 27.3 74 ELBURG 7700 1760 22 S 32 WEHL 2600 710 27.2 75 RUURLO 3000 680 218 33 ZEVENAAR 11100 3020 27.2 76 DIDAM 6100 1370 22.5 34 NIJKERK 10000 2690 26.9 77 STEENDEREN 1800 410 22.5 35 VORDEN 3400 910 26.8 78 BUREN 3800 850 22 3 36 CULEMBORG 9700 2590 26.7 79 LINGEWAAL 3900 840 21.6 37 EPE 13100 3500 26.7 80 OLDEBROEK 7300 1540 21.1 38 VALBURG 5100 1360 26.6 81 HETEREN 3200 670 20.9 39 BRUMMEN 8500 2250 26.5 82 DUIVEN 9200 1910 20 8 40 ECHTELD 2500 660 26.5 83 HEUMEN 5600 1150 20,6 41 AMMERZODEN 1700 450 26.3 84 SCHERPENZEEL 3200 660 20.6 42 BERGH 7000 1840 26.3 85 HOEVELAKEN 3200 580 18.2 43 KESTEREN 3400 890 26.1 86 ROZENDAAL 500 50 10.2 GELDERLAND 778200 221790 28.5 1) Aandeel huishoudens met een laag inkomen, dat wil zeggen met een besteedbaar huishoudinkomen van 18.130 tot 36.850 gulden, samenvallend met de inkomensgrenzen van hel tweede tot en met vierde deciel. Deze inkomensgegesens zijn afgeleid uit de (landelijke) inkomensverdeling van huishoudens naar hoogte van het besteedbaar inkomen. Dele zijn in tien gelijke groepen verdeeld en daarvan is het hoogste inkomen per groep bepaald. Deze inkomensklassen word, decielen genoemd. Het tweede tot en met vierde deciel representeert dus 30% van de huishoudens in geheel Nederi. Een gemeentelijk percentage van dertig geeft aan dat in de betreffende gemeente relatief evenveel huishoudens in betreffende inkomensklassen voorkomen als landelijk. Bij een hoger percentage dan dertig wil dit zeggen dat er eej' dan gemiddeld aantal huishoudens in deze klassen voorkomen; bij een lager percentage is het omgekeerde het ge), ai Bron: CBS Regionale Inkomensverdeling 1996 Tenslotte treft u in bijlage 1 de verdeling aan van het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in 1996. De gemiddelde inkomens op het platteland zijn lager dan in de steden. In -12-

combinatie met het hoge aandeel lage inkomens in de steden, kan hieruit worden afgeleid dat de inkomensongelijkheid in de steden derhalve groter is. Van de 8 Gelderse steden heeft Apeldoorn het hoogste inkomen, gevolgd door Arnhem, Nijmegen en Doetinchem. In de gemeente Ede bevindt zich, evenals in de hiervoor genoemde steden, het gemiddeld inkomen per inwoner zich op of boven de 20.000 gulden in 1996. Zutphen en Tiel kennen het laagste inkomen per inwoner in vergelijking tot de overige steden. Het gemiddeld besteedbaar inkomen bevindt zich in de plaatsen Doetinchem en Nijmegen op het Gelderse niveau terwijl in Apeldoorn en Arnhem sprake is van een hoger gemiddelde. 2.2.2 Uitkeringsafhankelijkheid Tabel 2 Thuiswonenden jonger dan 65 jaar met periodieke algemene bijstand naar gemeente, 31 december 1997. 1) Totaal Aantal % 15-64 jarigen 1) Totaal Aantal % 15-64 jarigen 15-64 met periodieke 15-64 met periodieke jarigen algemene jarigen algemene bijstand bijstand 1 NIJMEGEN 10325 107080 9.6 44 BORCULO 105 6883 1.5 2 ARNHEM 8515 95653 8.9 45 WEST MAAS EN WAAL 185 12204 1.5 3 ZUTPHEN 1355 23134 5.9 46 GENDT 75 5019 1.5 4 WAGENINGEN 1255 23727 5.3 47 NIJK.ERK 260 18613 1.4 5 DOESBURG 290 7667 3.8 48 MAASDRIEL 90 6480 1.4 6 T1EL 870 24866 3.5 49 ERMELO 245 17939 1.4 7 DOETINCHEM 990 30351 3.3 50 AALTEN 165 12211 1.4 8 WESTERVOORT 360 11043 3.3 51 HETEREN 80 6026 1.3 9 UBBERGEN 195 6292 3.1 52 MAURIK 60 4632 1.3 10 APELDOORN 3165 102339 3.1 53 GORSSEL 100 8378 1.2 II RHEDEN 835 28557 2.9 54 GELDERMALSEN 190 16082 1.2 12 CULEMBORG 485 16598 2.9 55 HEDEL 35 2985 1.2 13 ZEVENAAR 545 18918 2.9 56 LENGEWAAL 85 7254 1.2 14 GROESBEEK 360 13032 2.8 57 HATTEM 90 7709 1.2 15 ELST 285 11468 2.5 58 EIBERGEN 130 11160 1.2 16 WINTERSWIJK 455 18481 2.5 59 NUNSPEET 190 16651 1.1 17 RENKUM 490 19936 2.5 60 ECHTELD 50 4460 1.1 18 HARDERWIJK 615 25925 2.4 61 LIENDEN 60 5368 1.1 19 MILLINGENA/DRIJN 95 4023 2.4 62 VOORST 175 15663 1.1 20 EDE 1555 66481 2.3 63 BARNEVELD 335 30200 1.1 21 ZALTBOMMEL 175 7666 2.3 64 HEEREWAARDEN 10 917 1.1 22 HEUMEN 230 10598 2.2 65 HEERDE 130 12071 1.1 23 HUISSEN 230 11054 2.1 66 ELBURG 155 14570 1.1 24 RIJNWAARDEN 160 7712 2.1 67 WEHL 50 4731 1.1 25 DIDAM 240 11705 2.1 68 PUTTEN 150 14675 1.0 26 DRUTEN 230 11399 2.0 69 BUREN 70 7079 1.0 27 BEUNINGEN 340 16916 2.0 70 LICHTENVOORDE 125 12811 1.0 28 WIJCHEN 515 26227 2.0 71 VORDEN 50 5416 0.9 29 BERGH 245 12691 1.9 72 ROSSUM 20 2202 0.9 30 GENDRINGEN 265 14138 1.9 73 ANGERLO 30 3375 0.9 31 BRUMMEN 270 14576 1.9 74 OLDEBROEK 130 14663 0.9 32 DUIVEN 305 16508 1.8 75 NEERIJNEN 65 7332 0.9 33 EPE 395 22021 1.8 76 ZELHEM 65 7630 0.9 34 GROENLO 110 6223 1.8 77 HENGELO 45 5570 0.8 35 LOCHEM 215 12223 1.8 78 STEENDEREN 25 3255 0.8 36 WISCH 225 13154 1.7 79 SCHERPENZEEL 45 6139 0.7 37 KESTEREN 115 6745 1.7 80 ROZENDAAL 5 683 0.7 38 WARNSVELD 100 5958 1.7 81 RUURLO 35 5237 0.7 39 DINXPERLO 95 5851 1.6 82 AMMERZODEN 20 2999 0.7 40 NEEDE 120 7585 1.6 83 HUMMELOENKEPPEL2O 3021 0.7 41 VALBURG 140 8946 1.6 84 HOEVELAKEN 35 5931 0.6 42 DODEWAARD 45 2891 1.6 85 BRAKEL 20 4614 0.4 43 BEMMEL 180 11729 1.5 86 KERKWIJK 15 4341 0.3 1) Inclusief onbekend. GELDERLAND 42005 12852663.3 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek 1-,

Mensen die onvoldoende in hun inkomenssituatie kunnen voorzien en geen beroep kunnen doen op andere sociale voorzieningen, kunnen terugvallen op de bijstand (ABW). In Gelderland heeft 3,3% van de 15-64 jarige bevolking een uitkering in het kader van de Algemene Bijstandswet. De concentratie van bijstandsgerechtigden doet zich met name voor in de steden Nijmegen Arnhem en Zutphen. De problematiek valt in de overige Gelderse steden relatief gezien mee. Iie!, Doetinchem en Apeldoorn hebben een gemiddelde dat vergelijkbaar is met dat van Gelderland, terwijl Harderwijk en Ede zich hier duidelijk onder bevinden. Door het ministerie is een grenswaarde voor de steden onderscheiden van 15% (1 procentpunt boven het nationale gemiddelde) van een aantal categorieën uitkeringsontvangers. Al deze categorieën zijn hier niet in kaart gebracht, zodat we de vergelijking opstellen op basis van uitkeringsgerechtigden ABW. Het landelijk percentage ABW uitkeringsgerechtigden, uitgedrukt ten opzichte van de 15-64 jarige bevolking, bedraagt 4,1%. Indien we uitgaan van een identiek verschil, maar dan voor de categorie ABW ontvangers, blijkt dat de steden Nijmegen, Arnhem en Zutphen aan deze grenswaarde voldoen (aandeel >= 5,1%). Wageningen bevindt zich net boven de grenswaarde. In bijlage 2 staat tenslotte de verdeling van ABW uitkeringsgerechtigden naar leeftijd vermeldt. Ca 45% van de ABW ontvangers in Gelderland is jonger dan 35 jaar. Het aandeel van de steden loopt hierbij uiteen. De steden Doetinchem (34,9%), Tiel (35,1%), Harderwijk (39%), Ede (40,6%), Apeldoorn (41,5%) en Zutphen (42,8%) bevinden zich in meerdere of mindere mate onder dit niveau. De stad Arnhem zit met 44,8% net onder het Gelderse gemiddelde terwijl het verhoudingsgetal van Nijmegen met 48,6% duidelijk hoger ligt. Hieruit kan voorzichtig worden afgeleid dat de gemiddelde leeftijd van het aantal bijstandsgerechtigden in de steden gemiddeld gezien hoger ligt dan in de rest van Gelderland. Indien we tenslotte kijken naar het aantal WAO-ers in verhouding tot de 15-64 jarige bevolking (bijlage 3), blijkt dat de spreiding over de Gelderse gemeenten ruimer is. Nijmegen, Harderwijk en Tiel bevinden zich met 8% op het Gelderse gemiddelde. Ede zit hier met 7% juist onder. In Apeldoorn, Arnhem en Doetinchem bedraagt het percentage WAO-ers 9% terwijl Zutphen met 10% het hoogste scoort van de Gelderse steden. Opvallend is voorts het hoge percentage WAO-ers in de gemeente Wehi (14%). 2.2.3 Minderheden In Gelderland is 7,5% van de bevolking allochtoon. Het aandeel in de steden ligt hier duidelijk boven. De gemeente Arnhem neemt de toppositie in met ruim 17%. Het aandeel allochtonen ligt in Nijmegen substantieel lager dan in de Gelderse hoofdstad. Ook in het Rivierenland is er in de plaatsen hel, Culemborg en Zaltbommel sprake van een hoger aandeel allochtonen in vergelijking tot Gelderland. In alle Gelderse steden, met uitzondering van Doetinchem, is het aandeel allochtonen hoger dan het provinciale gemiddelde. Ook valt de hoge notering van Doesburg en Wageningen op. Door het ministerie is een grenswaarde voor de steden onderscheiden van 9% (2 procentpunten boven het nationale gemiddelde), maar dan voor de categorie minderheden waarvan de definitie enigszins afwijkt van de categorie allochtonen volgens de zogenaamde beperkte definitie. Het landelijk percentage allochtonen in de totale bevolking bedraagt 11,6%. Indien we uitgaan van een identiek verschil als bij de minderheden, blijkt dat de steden Arnhem en hel aan deze grenswaarde voldoen (aandeel >= 13,6%). Nijmegen bevindt zich omstreeks deze grenswaarde, alsmede de plaatsen Doesburg en Culemborg. -14-

Tabel 3 1) Bevolking, waaronder allochtonen, per 1 januari 1998 Bevol- Waarv. % Alloch- Bevol- Waan'. % AllIochking alloch- tonen king alloch- tonen tonen tonen 1 ARNHEM 136174 23730 17.4 44 BORCULO 10259 415 4.0 2 TIEL 36413 5195 14.3 45 HUISSEN 15596 625 4.0 3 CULEMBORG 24375 3350 13.7 46 NEEDE 11069 410 3.7 4 NIJMEGEN 150495 20325 13.5 47 EIBERGEN 16491 605 3.7 5 DOESBURG 11092 1490 13.4 48 LENGEWAAL 10667 380 3.6 6 WAGENINGEN 32852 3720 11.3 49 LICHTENVOORDE 18823 665 3.5 7 HARDERWIJK 38441 3955 10.3 50 GELDERMALSEN 23610 800 3.4 8 D[NXPERLO 8667 865 10.0 51 WARNSVELD 9056 300 3.3 9 ZUTPHEN 34024 3360 9.9 52 HOEVELAKEN 8508 275 3.2 10 ZALTBOMMEL 11086 1000 9.0 53 l-jedel 4375 140 3.2 11 EDE 101319 8915 8.8 54 ANGERLO 4680 145 3.1 12 APELDOORN 152354 12720 8.3 55 VALBURG 12962 395 3.0 13 ZEVENAAR 26781 2195 8.2 56 BEMMEL 16741 505 3.0 14 WESTERVOORT 16037 1215 7.6 57 HETEREN 8573 255 3.0 15 DOETINCHEM 45310 3345 7.4 58 GORSSEL 13248 390 2.9 16 EPE 33244 2440 7.3 59 NUNSPEET 26025 765 2.9 17 GENDRINGEN 20638 1495 7.2 60 HATTEM 11725 330 2.8 18 WINTERSWIJK 28516 1995 7.0 61 SCHER.PENZEEL 9123 255 2.8 19 RENKUM 32070 2190 6.8 62 DIDAM 16584 455 2.7 20 RHEDEN 44311 3005 6.8 63 HUMMELOENKEPPEL45I4 120 2.7 21 ELST 16613 1100 6.6 64 BUREN 10114 265 2.6 22 WISCH 19868 1295 6.5 65 PUTTEN 22340 585 2.6 23 MILLINGEN AJD RIJN 5889 380 6.5 66 NEERIJNEN 10895 285 2.6 24 BRUMMEN 21503 1375 6.4 67 MAASDRJEL 9405 240 2.6 25 HEEREWAARDEN 1335 85 6.4 68 ROSSUM 3186 80 2.5 26 DRUTEN 16222 1025 6.3 69 ECHTELD 6689 165 2.5 27 BERGH 18362 1130 6.2 70 RUURLO 7989 195 2.4 28 AALTEN 18782 1125 6.0 71 DODE WAARD 4306 105 2.4 29 GROENLO 9121 545 6.0 72 ELBURG 21621 525 2.4 30 ROZENDAAL 1181 70 5.9 73 VORDEN 8407 200 2.4 31 NIJKER.K 27164 1610 5.9 74 GENDT 7217 170 2.4 32 GROESBEEK 19208 1035 5.4 75 ZELHEM 11319 255 2.3 33 KESTEREN 20698 565 5.3 76 1-lEERDE 18146 400 2.2 34 LOCHEM 18872 990 5.2 77 MAURIK 6642 145 2.2 35 BEUNINGEN 24502 1285 5.2 78 LIENDEN 7897 170 2.2 36 RIJNWAARDEN 10976 570 5.2 79 AMMERZODEN 4466 95 2,1 37 DUIVEN 24504 1260 5.1 80 WEST MAAS EN WAAL 17918 360 2.0 38 BARNEVELD 46868 2355 5.0 81 KERKWIJK 6801 120 1.8 39 WIJCHEN 37437 1860 5.0 82 OLDEBROEK 22135 370 1.7 40 UBBERGEN 9257 445 4.8 83 WEHL 6689 100 1.5 41 HEUMEN 15361 710 4.6 84 STEENDEREN 4855 70 1.4 42 VOORST 23601 1015 4.3 85 HENGELO 8425 120 1.4 43 ERMELO 27008 1160 4.3 86 BRAKEL 7034 95 1.4 GELDERLAND 1895656142840 7.5 1) De aantallen allochtonen hebben betrekking op het totaal volgens de zgn. beperkte definitie. Tot allochtonen van de eerste generatie worden volgens deze definitie die personen gerekend die zelf en van wie tenminste een van de ouders in het buitenland zijn geboren. Tot allochtonen van de tweede generatie worden personen gerekend die zelf in Nederland zijn geboren en van wie beide ouders in het buitenland zijn geboren. Bron: CBS In 1998 is 44,4% van de Gelderse allochtonen jonger dan 30 jaar. Nationaal is dit aandeel twee procentpunten hoger. Het aandeel allochtone jongeren in vergelijking met de overeenkomstige leeftijdscategorie van de totale Gelderse bevolking bedraagt bijna een vijfde (19,3%). Dit is duidelijk lager dan de nationale verhouding. Drie van tien jongeren onder de dertig jaar is allochtoon in Nederland. Recent inzicht in het aantal allochtonen naar leeftijd ontbreekt op gemeentelijk niveau. Wel is voor 1996 informatie beschikbaar van het aantal allochtonen van 0-24 jaar, exclusief de Molukkers en exclusief allochtonen uit EG landen. In tabel 4 is het totaalcijfer gerelateerd aan de totale bevolking. -15-

1) Tabel 4 Allochtone jongeren (0-24 jaar) in % van de bevolking 1-1-1996 Alloch- Totale In % Alloch- Totale In % tonen bevol- tonen bevol- 0-24 king 0-24 king jaar jaar 1 CULEMBORG 1310 24034 5.5 44 BERGH 140 18016 0.8 2 ARNHEM 7350 135026 5.4 45 HATTEM 80 11674 0.7 3 DOESBURG 505 10857 4.7 46 LIENDEN 45 7427 0.6 4 NIJMEGEN 5860 147600 4.0 47 NEERJJNEN 65 10748 0.6 5 HARDERWIJK 1470 37484 3.9 48 HEUMEN 85 14157 0.6 6 ZALTBOMMEL 375 10804 3.5 49 HUMMELO EN KEPPEL25 4436 0.6 7 ZUTPHEN 975 32636 3.0 50 NEEDE 60 11002 0.5 8 WISCH 505 19795 2.6 51 ELBURG 115 21115 0.5 9 TIEL 890 34944 2.5 52 GROESBEEK 100 18881 0.5 10 EDE 2525 99927 2.5 53 NUNSPEET 135 25957 0.5 II N1JKERK 625 26957 2.3 54 DENXPERLO 45 8683 0.5 12 APELDOORN 3400 150915 2.3 55 WARNSVELD 45 9141 0.5 13 DRUTEN 340 15847 2.1 56 GENDT 35 7131 0.5 14 BRUMMEN 440 21061 2.1 57 HUISSEN 75 15449 0.5 15 WAGENINGEN 675 32780 2.1 58 VALBURG 60 12886 0.5 16 GENDRENGEN 425 20741 2.0 59 MILLINGEN AJD RIJN 25 5671 0.4 17 HEERE WAARDEN 25 1258 2.0 60 RUURLO 35 7948 0.4 18 GROENLO 175 9033 1.9 61 SCHERPENZEEL 40 9140 0.4 19 DOETINCHENI 845 44050 1.9 62 HEERDE 80 18291 0.4 20 LOCHEM 350 18608 1.9 63 PUTTEN 95 22055 0.4 21 EPE 625 33403 1.9 64 WEST MAAS EN WAAL75 17729 0.4 22 WESTERVOORT 285 15979 1.8 65 HETEREN 35 8626 0.4 23 WINTERSWIJK 480 28192 1.7 66 ECHTELD 25 6688 0.4 24 RHEDEN 695 44975 1.5 67 ZELHEM 40 11228 0.4 25 ZEVENAAR 415 26976 1.5 68 HEDEL 15 4220 0.4 26 BORCULO 155 10204 1.5 69 HOEVELAKEN 30 8780 0.3 27 EIBERGEN 225 16430 1.4 70 OLDEBROEK 70 21984 0.3 28 BARNEVELD 620 45874 1.4 71 STEENDEREN 15 4771 0.3 29 AALTEN 250 18546 1.3 72 DIDAM 40 16564 0.2 30 WIJCHEN 450 36571 1.2 73 DODEWAARD 10 4163 0.2 31 RENKUM 330 32453 1.0 74 VORDEN 20 8426 0.2 32 KESTEREN 105 10563 1.0 75 ANGERLO 10 4652 0.2 33 BEUNINGEN 240 24291 1.0 76 BEMMEL 35 16551 0.2 34 LICHTENVOORDE 175 18774 0.9 77 ROSSUM 5 3178 0.2 35 VOORST 220 23777 0.9 78 MAURIK 10 6523 0.2 36 GELDERMALSEN 210 23223 0.9 79 KERKWIJK 10 6623 0.2 37 L1NGEWAAL 95 10611 0.9 80 BRAKEL 10 6915 0.1 38 RIJNWAARDEN 95 10797 0.9 81 HENGELO 10 8364 0.1 39 MAASDRIEL 80 9205 0.9 82 AMMERZODEN 5 4439 0.1 40 ERMELO 230 26719 0.9 83 UBBERGEN 10 9391 0.1 41 ELST 165 19347 0.9 84 BUREN 5 10085 0.0 42 DUIVEN 190 23954 0.8 85 ROZENDAAL - 1162 0.0 43 GORSSEL 105 13470 0.8 86 WEHL - 6738 0.0 1) Exclusief 'Molukkers en e'clusief allochtouen uit F(i landen GELDERLAND 37375 18762992.0 Bron: Osmose Het aandeel allochtone jongeren ligt in de steden duidelijk boven het Gelderse gemiddelde. de gemeenten Arnhem, Nijmegen en Harderwijk is het verhoudingscijfer (ruim) tweemaal hoog als in Gelderland gemiddeld. In het Rivierenland is er met name in Culemborg, maar in Zaltbommel en Tiel sprake van een hoger aandeel jonge allochtonen. In alle Gelderse steden, met uitzondering van Doetinchem, is ook hier het aandeel, maar dan van de jonge allochtonen. hoger dan het provinciale gemiddelde. Ook valt de hoge notering van Doeshurg op. -16-

2.2.4 Geregistreerde misdrijven Een van de aspecten van leefbaarheid wordt gevormd door veiligheid. Indien we het aantal misdrijven hanteren als maatstaf voor criminaliteit kan geconstateerd worden dat deze zich met name concentreert in de Gelderse steden, en dan vooral in de steden Arnhem en Nijmegen. Tabel 5 Aantal misdrijven en aantal misdrijven per 1000 inwoners, 1996 Totaal Aantal Aantal Totaal Aantal Aantal aantal inwonersmisdrijven aantal inwonersmisdrijven misdrij- 1-1-1996per 1000 misdrij- 1-1-1996per 1000 ven 1996 inwoners ven 1996 inwoners 1 NIJMEGEN 21554 147600 146.0 44 GROESBEEK 827 18881 43.8 2 ARNHEM 17682 135026 131.0 45 ELBURG 921 21115 43.6 3 TIEL 3507 34944 100.4 46 BEMMEL 714 16551 43.1 3 ZUTPHEN 3262 32636 100.0 47 BRUMMEN 904 21061 42.9 5 APELDOORN 14243 150915 94.4 48 AALTEN 792 18546 42.7 6 WAGENINGEN 2975 32780 90.8 49 HEEREWAARDEN 53 1258 42.1 7 ZALTBOMMEL 978 10804 90.5 50 BORCULO 424 10204 41.6 8 CULEMBORG 1886 24034 78.5 51 SCHERPENZEEL 370 9140 40.5 9 ROZENDAAL 91 1162 78.3 52 WEST MAAS ENWAAL7I3 17729 40.2 10 HARDERWIJK 2746 37484 73.3 53 DIDAM 650 16564 39.2 II WIJCI-1EN 2679 36571 73.3 54 ANGERLO 181 4652 38.9 12 EDE 7217 99927 72.2 55 WISCH 764 19795 38.6 13 NIJKERK 1900 26957 70.5 56 DODEWAARD 153 4163 36.8 14 ZEVENAAR 1819 26976 67.4 57 MAURIK 225 6523 34.5 IS DOETINCHEM 2969 44050 67.4 58 KESTEREN 356 10563 33.7 16 GROENLO 598 9033 66.2 59 WARNSVELD 308 9141 33.7 17 DOESBURG 680 10857 62.6 60 BERGH 601 18016 33.4 IS HEUMEN 860 14157 60.7 61 EIBERGEN 547 16430 33.3 19 RHEDEN 2669 44975 59.3 62 HEERDE 605 18291 33.1 20 HUISSEN 910 15449 58.9 63 GOR5SEL 438 13470 32.5 21 WINTERSWIJK 1630 28192 57.8 64 STEENDEREN 152 4771 31.9 22 LOCHEM 1063 18608 57.1 65 WEHL 214 6738 31.8 23 BARNEVELD 2620 45874 57.1 66 HETEREN 272 8626 31.5 24 NUNSPEET 1401 25957 54.0 67 BUREN 318 10085 31.5 25 GELDERMALSEN 1250 23223 53.8 68 BRAKEL 218 6915 31.5 26 BEUNINGEN 1296 24291 53.4 69 HA17EM 365 11674 31.3 27 ERMELO 1424 26719 53.3 70 LINGEWAAL 324 10611 30.5 28 MAASDRIEL 489 9205 53.1 71 ROSSUM 96 3178 30.2 29 HOEVELAKEN 466 8780 53.1 72 AMMERZODEN 132 4439 29.7 30 ECHTELD 351 6688 52.5 73 RUURLO 235 7948 29.6 31 LICHTENVOORDE 981 18774 52.3 74 GENDRINGEN 605 20741 29.2 32 RENKUM 1695 32453 512 75 OLDEBROEK 624 21984 28.4 33 EPE 1706 33403 51.1 76 ZELHEM 313 11228 27.9 34 ELST 958 19347 49.5 77 NEEDE 304 11002 27.6 35 DUIVEN 1138 23954 47.5 78 VORDEN 230 8426 27.3 36 PUTTEN 1035 22055 46.9 79 KERKWIJK 174 6623 26.3 37 WESTERVOORT 726 15979 45.4 80 HUMMELOENKEPPELII3 4436 25.5 38 HEDEL 190 4220 45.0 81 NEERIJNEN 269 10748 25.0 39 VOORST 1068 23777 44.9 82 RIJNWAARDEN 269 10797 24.9 40 VALBURG 574 12886 44.5 83 DINXPERLO 215 8683 24.8 41 GENDT 317 7131 44.5 84 HENGELO 206 8364 24.6 42 UBBERGEN 416 9391 44.3 85 MILLINGEN A/D RIJN 138 5671 24.3 43 DRUTEN 700 15847 44.2 86 LIENDEN 178 7427 24.0 GELDERLAND 131229 187629969.9 Deze tabel bevat cijfers over aantallen misdrijven welke ter kennis gekomen zijn van de politie en die door de politie schriftelijk zijn vastgelegd in een proces-verbaal, respectievelijk dagrapport of aangifteformulier. Bij de cijfers zijn niet inbegrepen de ter kennis gekomen misdrijven van de Marechaussee en van de landelijke politiediensten Een misdrijf is een strafbaar feit van de zware soort; in eerste aanleg geschiedt berechting ervan in de meeste gevallen door de (arrondissements) rechtbank. Bron: CBS -17-

In deze steden bevindt het aantal misdrijven per 1000 inwoners zich ruimschoots boven de vastgestelde grenswaarde van 106. Opvallend is ook de relatief hoge criminaliteit in de plaatsen Tiel en Zutphen. Deze ligt hier hoger dan de, qua inwonertal, grotere gemeenten Apeldoorn en Ede. De 8 onderscheiden Gelderse steden zitten in de top vijftien van Gelderse gemeenten met de hoogste criminaliteit. De gemeente Doetinchem zit net onder het Gelderse gemiddelde van 70 misdrijven per 1000 inwoners, de overige 7 Gelderse steden zitten hierboven. Ook als we kijken naar het aantal geweldsmisdrijven ( bijlage 4) blijkt dat deze zich concentreert in de Gelderse steden. Nijmegen voert hier de lijst aan. Nam Zaltbommel bij het totaal aantal misdrijven per 1000 inwoners nog de zevende plaats in, bij de geweldsmisdrijven is dit de op een na hoogste gemeente van Gelderland! Wat betreft de gemeenten Arnhem, Tiel en Zutphen zien we een zelfde rangorde als bij het totaal aantal misdrijven. Opvallend is wederom de hoge notering van de gemeente Doesburg. Deze gemeente neemt bij het totaal aantal misdrijven de zeventiende stek in terwijl bij de geweldsmisdrijven een vijfde plaats resulteert. De gemeente Wageningen neemt respectievelijk een zesde en zevende plaats in. Bij het relatieve aantal gevallen van vernieling en openbare orde, valt een grotere spreiding van de Gelderse steden ten opzichte van de overige Gelderse gemeenten waar te nemen (bijlage 5). Doetinchem, Harderwijk en Ede zitten ruimschoots onder het Gelderse gemiddelde. Opvallend is hier de lagere notering van Arnhem (13e). Tiel en Nijmegen nemen hier een 2e en 3e plaats in voorafgegaan door Barneveld. Vijf van de acht Gelderse steden komen in de top vijftien voor. 2.2.5 Werkloosheid en onderwijs 2.2.5.1 Inleiding Vanwege de relatie met eerder genoemde indicatoren zal in deze paragraaf uitgebreider worden ingegaan op beide verschijnselen. Hiertoe is een onderverdeling gemaakt in werkloosheid naar niveau en naar samenstelling (paragraaf 2.2.52). Dezelfde onderverdeling treft u aan bij de indicator onderwijs (paragraaf 2.2.5.3). 2.2.5.2 Werkloosheid Werkloosheidspercentage Hoge werkloosheidspercentages is een kenmerk van (grote) steden. Dit is voor een deel ook van toepassing op de Gelderse situatie. De werkloosheid concentreert zich in Gelderland met name in de stedelijke regio Arnhem-Nijmegen. Dit komt ook tot uitdrukking in de cijfers van de beide afzonderlijke steden. De relatieve werkloosheid is hier (meer dan) twee keer zo hoog als in Gelderland gemiddeld. Ook in Zutphen en Tiel is de werkloosheid hoger dan het provinciale gemiddelde. In de gemeente Wageningen is eveneens sprake van een hoog werkloosheidspercentage. Opgemerkt dient te worden dat, evenals in de gemeente Nijmegen het geval is, hier veel studenten wonen als gevolg van de aanwezigheid van een universiteit. Ook als zij na hun afstuderen niet direct werk kunnen vinden. am

1) 2) Tabel 6 Niet werkende werkzoekenden in % van de beroepsbevolking, 1998 1 NIJMEGEN 21.3 44 ELST 5.5 2 ARNHEM 18.4 45 VOORST 5.5 3 ZUTPHEN 15.0 46 HATTEM 5.2 4. WAGENINGEN 12.2 47 BERGH 5.2 5 GROESBEEK 10.6 48 WISCH 5.1 6 TIEL 10.6 49 GROENLO 5.1 7 DOESBURG 9.7 50 ZELHEM 5.0 8 UBBERGEN 9.6 51 HETEREN 4.9 9 MILLINGENA!D/RIJN 9.1 52 ECHTELD 4.8 10 WESTERVOORT 8.8 53 HEERWAARDEN 4.8 11 APELDOORN 8.4 54 DINXPERLO 4.8 12 CULEMBORG 8.3 55 VORDEN 4.8 13 RHEDEN 8.3 56 AALTEN 4.7 14 BEUNINGEN 8.2 57 ELBURG 4.7 15 ZEVENAAR 8.2 58 OLDEBROEK 4.6 16 DOETINCHEM 8.1 59 ANGERLO 4.6 17 WIJCHEN 8.1 60 EIBERGEN 4.6 18 RIJNWAARDEN 7.8 61 ROZENDAAL 4.6 19 DRVTEN 7.7 62 MAASDRIEL 4.6 20 EDE 75 63 HEERDE 4.4 21 GENDT 7.4 64 GELDERMALSEN 4.3 22 HEUMEN 7.4 65 GORSSEL 4.2 23 RENKUM 7.2 66 ROSSUM 4.2 24 WINTERS WIJK 7.0 67 STEENDEREN 4.2 25 DODEWAARD 7.0 68 NUNSPEET 4.1 26 BRUMMEN 7.0 69 BUREN 4.1 27 EPE 6.9 70 WEHL 4.0 28 HUISSEN 6.9 71 BARNEVELD 3.9 29 DIDAM 6.9 72 NEERIJNEN 3.9 30 WEST MAAS EN WAAL 6.7 73 LICHTEN VOORDE 3.9 31 LOCHEM 6.5 74 ERMELO 3.8 32 MAURIK 6.4 75 HENGELO 3.8 33 HARDERWIJK 6.4 76 HEDEL 3.7 34 ZALTBOMMEL 6.4 77 NIJKERK 3.6 35 KESTEREN 6.1 78 LINGEWAAL 3.4 36 BORCULO 6.0 79 BRAKEL 3.4 37 VALBURG 6.0 80 RUURLO 3.4 38 NEEDE 5.9 81 KERKWIJK 3.3 39 LIENDEN 5.9 82 HUMMELO EN KEPPEL 3.2 40 BEMMEL 5.8 83 PUTTEN 3.1 41 WARNSVELD 5.8 84 AMMERZODEN 2.4 42 GENDRINGEN 5.8 85 SCHERPENZEEL 2.2 43 DUIVEN 5.6 86 HOEVELAKEN 1.7 GELDERLAND 8.7 Alle nnen an 16-6 4 jaar zonder \erk Int met \verl van minder dan 12 uur per week), die bij een arbeidsbureau staan ingeschreven en die bij inschrijving aan hebben gegeven een baan te zoeken van tenminste 12 uur per week. 2) Met een gemiddelde werkweek van 12 uur of meer Bron: Rba's Gelderland / Bureau Economisch Onderzoek Provincie Gelderland Werkloosheid minderheden Bij het grotestedenbeleid wordt vermindering van de werkloosheid nagestreefd, met name onder langdurig werklozen en onder kansarme groepen. Wat is nu de positie van werklozen in Gelderland met een allochtone achtergrond? Bijna 17% van het aantal ingeschreven werklozen in Gelderland bestaat begin van dit jaar uit bevolkingsgroepen die tot de minderheden gerekend worden zoals ook blijkt uit tabel 7. In de steden Arnhem, Harderwijk en Ede bestaat zelfs meer dan een kwart van het totaal aantal werklozen uit minderheden. Deze steden voeren dan ook de Gelderse ranglijst aan. Ook Doesburg en Culemborg scoren met ca een kwart van het totaal fors. Tiel, Apeldoorn en Nijmegen behoren met een aandeel van omstreeks 20% tot de top tien van Gelderland. Zutphen en Doetinchem volgen met ca 15% op ruime afstand en bevinden zich daarmee onder het Gelderse gemiddelde.

Tabel 7 Niet werkende werkzoekenden, totaal en minderheden, situatie per 1-1-1999 Totaal Waarv, Minder- Totaal Waarv. Minderminder- heden minder- heden heden in % heden in % totaal totaal 1 ARNHEM 10336 2882 27.9 44 SCHERPENZEEL 93 7 7.5 2 HARDER%VIJK 1033 288 27.9 45 LICHTENVOORDE 335 25 7.5 3 EDE 2915 763 26.2 46 GENDT 204 IS 74 4 DOESBURG 552 135 24.5 47 BORCULO 259 19 7.3 5 CULEMBORG 805 190 23.6 48 AMMERZODEN 70 5 7.1 6 TIEL 1719 375 21.8 49 HEDEL 84 6 7.1 7 NIJKERK 422 89 21.1 50 EIBERGEN 353 25 7,1 8 BARNEVELD 665 134 20.2 51 ANGERLO 114 8 7.0 9 APELDOORN 5351 1035 19.3 52 WIJCHEN 1370 96 7.0 10 NIJMEGEN 13219 2431 18.4 53 MAASDRIEL 244 17 7.0 11 LOCHEM 488 82 16.8 54 DIDAM 619 43 69 12 WISCH 506 83 16.4 55 RIJNWAARDEN 413 27 6.5 13 EPE 943 151 16.0 56 LINGEWAAL 173 11 6.4 14 GROENLO 220 35 15.9 57 DODEWAARD 79 5 6.3 15 ZALTBOMMEL 305 48 15.7 58 KERKWIJK 96 6 6.2 16 ZUTPHEN 2070 324 15.7 59 GELDERMALSEN 478 29 6.1 17 BRUMMEN 599 91 15.2 60 MILL1NGENA/DRIJN 232 14 6.0 18 GENDRINGEN 605 91 15.0 61 GROESBEEK 903 54 60 19 DRUTEN 615 91 14.8 62 VORDEN 169 10 5.9 20 WINTERS WIJK 774 114 14.7 63 HEUMEN 511 29 5, 7 21 PUTTEN 287 42 14.6 64 NEERIJNEN 232 13 5.6 22 DOETINCHEM 1752 255 14.6 65 RUURLO 166 9 5.4 23 WAGENINGEN 1687 241 14.3 66 BUREN 209 II 5.3 24 HEEREWAARDEN 45 6 13.3 67 BERGH 522 27 5.2 25 ERMELO 410 52 12.7 68 WEHL 137 7 5.1 26 RENKUM 874 108 12.4 69 HETEREN 187 9 4.8 27 WESTERVOORT 697 82 11.8 70 HENGELO 189 9 48 28 AALTEN 337 39 11.6 71 GORSSEL 242 11 4.5 29 RHEDEN 1526 172 11.3 72 UBBERGEN 427 19 4.4 30 KESTEREN 215 24 11.2 73 BEMMEL 434 18 4.1 31 VOORST 488 51 10.5 74 LIENDEN 174 7 40 32 HUISSEN 460 48 10.4 75 ROSSUM 78 3 3.8 33 NUNSPEET 425 44 10.4 76 VALBURG 312 12 3.8 34 ZEVENAAR 1118 114 10.2 77 DINXPERLO 186 7 3.8 35 OLDEBROEK 382 38 9.9 78 HEERDE 347 13 3.7 36 ZELHEM 264 23 8.7 79 ECHTELD 109 4 3.7 37 ELST 463 40 8.6 80 WEST MAAS EN WAALSIO 17 3.3 38 ELBURG 406 35 8.6 81 WARNSVELD 235 7 3.0 39 BEUNINGEN 943 79 8.4 82 STEENDEREN 71 2 2.8 40 NEEDE 263 21 8.0 83 HUMMELOENKEPPEL8O 2 2.5 41 HOEVELAKEN 64 5 7.8 84 MAURIK 160 4 2.5 42 HATTEM 233 18 7.7 85 BRAKEL 144 0 0,0 43 DUIVEN 709 54 7.6 86 ROZENDAAL 17 0 0.0 (i[1.d[ri..and 70157 11685 16.7 Bron Rha Gelderland Langc/ui-ig i'erklozci In bijlage 6 is een overzicht vermeld van de werkloosheid naar inschrijvingsduur. Hierbij is onderscheid gemaakt in werklozen die langer dan een jaar staan ingeschreven bij een arbeidsbureau, de categorie langdurig werklozen. Van de ingeschreven werklozen in Gelderland staat gemiddeld ca zes van de tien werklozen langer dan een jaar ingeschreven. In Nijmegen is dit zelfs bij 2 van de 3 werklozen het geval. Ook in Zutphen is het aandeel hoger dan in Gelderland gemiddeld. In Arnhem en Apeldoorn is dit in mindere mate het geval. Tiel en Ede zitten op het Gelderse gemiddelde, terwijl Doetinchem en Harderwijk zich hier duidelijk onder begeven. -20-

Werklozen jonger dan 27 jaar Indien we de werkloosheid bezien van de leeftijdscategorie jonger dan 27 jaar, blijkt dat de Gelderse steden ontbreken in het top vijftien overzicht (zie bijlage 7). Wel zitten alle steden, met uitzondering van Nijmegen, boven het Gelderse gemiddelde van 20%. Dit is met name het geval in de steden op plattelandsregio's. Ede, Zutphen en Doetinchem kennen een aandeel van om en nabij de 23%. Opleidingsniveau werklozen Hoe is nu het opleidingsniveau van de werkloze werkzoekende en met name de categorie laag opgeleiden? Het aandeel van de Gelderse werklozen met maximaal genoten opleidingsniveau basisonderwijs bedraagt een kwart (bijlage 8). In de Gelderse steden is dit aandeel veelal hoger. Alleen in de steden Nijmegen (23,6%) en Doetinchem (22,1%) is het laagste opleidingsniveau relatief minder vertegenwoordigd onder de werklozen. In Nijmegen kan dit worden verklaard door de aanwezigheid van de universiteit (zie ook hiervoor). In Harderwijk hebben bijna vier van de tien werklozen een laag opleidingsniveau (38%!), terwijl in Zutphen, Ede en Tiel dit het geval is bij ruim drie van de tien werklozen. Als wordt uitgegaan van een maximaal genoten opleidingsniveau van mavo/vbo (bijlage 9), blijkt dat alleen Tiel zich in de top vijftien van Gelderse gemeenten bevindt. Zes van de tien werklozen in Gelderland hebben een mavo/vbo niveau. Nijmegen zit hier wederom onder. Het verschil met de overige Gelderse steden is hier overigens minder dan bij het maximale genoten onderwijsniveau basisonderwijs. Wel is het beeld overeenkomstig het voorgaande. Tiel, Harderwijk, Zutphen en Ede voeren de lijst van Gelderse steden aan. 2.2.5.3 Onderwijs Opleidingsniveau bevolking In Nederland doen zich verschillen voor in onderwijspositie en arbeidsmarktpositie. Deze verschillen vormen een graadmeter voor het bestaan van maatschappelijke ongelijkheid. Het opleidingsniveau van de Gelderse bevolking wijkt in 1997 licht af ten opzichte van dat van Nederland. Het aandeel basisniveau (12,4%) is iets lager en het aandeel mavo/vbo (27,4%) iets hoger dan dat van Nederland. Bij de hogere opleidingsniveaus zien we dat het niveau havo/vwo/mbo (41,1%) oververtegenwoordigd is in vergelijking tot Nederland terwijl het hbo/wo (19,1%) niveau licht achterblijft. Het opleidingsniveau van de bevolking is per gemeente bekend voor die gemeenten die meer dan 20.000 inwoners hebben. De cijfers hebben betrekking op 1995 en zijn vergeleken met die van Nederland (bijlage 10). Het aandeel lager opgeleiden in de bevolking is oververtegenwoordigd bij de gemeenten Iie!, Ede en Harderwijk. Dit constateerden wij ook al bij het opleidingsniveau van de werklozen. Zutphen vormt in dit geval een positieve uitzondering. Ook steekt het opleidingsniveau in de beide steden Arnhem en Nijmegen gunstig af bij dat van Nederland. Het aandeel hoger opgeleiden bedraagt in Nederland 19%. De beide universiteitssteden Wageningen en Nijmegen steken hier gunstig bij af (respectievelijk 45% en 36%). Ook in Arnhem en Zutphen is sprake van een hoger aandeel hoger opgeleiden (respectievelijk 26% en 22%). De steden Apeldoorn, Doetinchem, Ede en Harderwijk bevinden zich onder het nationale gemiddelde. -21-

Sociaal economische score basisonderwijs Hoe ziet nu de instroom van leerlingen eruit aan het begin van het leerproces? Hiertoe wordt de samenstelling van het aantal basisschoolleerlingen weergegeven naar een aantal achterstandscategorieën met een daarbij behorend gewicht namelijk: 1.25 leerlingen: Nederlandse leerlingen van ouders met een laag opleidings- en beroepsniveau 1.40 leerlingen: schipperskinderen 70 leerlingen: woonwagen- en zigeunerkinderen 90 leerlingen: allochtone leerlingen van ouders met een laag opleidings- en beroepsniveau 00 leerlingen: alle overige leerlingen Op basis van de afzonderlijke leerlingenaantallen per categorie is een gemiddelde score berekend van alle basisschoolleerlingen per gemeente. Hoe hoger de score des te groter is het gewicht in dit cijfer van de categorieën met een grotere achterstand. De achterstandsproblematiek is het grootst in de steden Arnhem. Tiel, Nijmegen en Harderwijk. Ook in Culemborg en Doesburg is er sprake van een relatieve achterstandssituatie in vergelijking tot Gelderland in zijn geheel. De achterstandssituatie is minder ernstig in Ede en Zutphen. Apeldoorn en Doetinchem bevinden zich onder het Gelderse gemiddelde. In respectievelijk bijlage 11 en bijlage 12 is het aantal en aandeel van de 1.25 en 1.90 leerlingen vermeld. Voor wat betreft Nederlandse leerlingen van ouders met een laag opleidings- en beroepsniveau (1.25 leerlingen), scoren de steden alle onder het Gelderse gemiddelde. Het aandeel leerlingen van deze categorie is in de acht steden lager. Dit geldt zeker niet voor de categorie 1.9 leerlingen. Deze allochtone leerlingen met een laag opleidings- en beroepsniveau zijn ruim vertegenwoordigt in de Gelderse steden. In Arnhem zelfs met bijna een kwart! Ook Tiel en Nijmegen scoren hoog evenals Culemborg en Doesburg. Alleen de gemeente Doetinchem bevindt zich met een aandeel van 7% onder het Gelderse gemiddelde van 7.7%.

Tabel 8 Gemiddelde score basisschoolleerlingen op basis van indeling naar achterstandscategorie 1) 1 oktober 1998 Totaal aantal Gemiddelde Totaal aantal Gemiddelde leerlingen score leerlingen score 1 ARNHEM 11243 1.26 44 RUURLO 787 109 2 TIEL 3958 1.21 45 NEEDE 996 1.09 3 HEEREWAARDEN 131 1.20 46 BORCULO 937 1.09 4 NIJMEGEN 12178 1.19 47 NUNSPEET 3013 1.09 5 CULEMBORG 2668 1.18 48 DIDAM 1645 1.09 6 DOESBURG 1171 1.17 49 ZELHEM 1021 1.09 7 HARDERWIJK 4332 1.16 50 ECHTELD 567 1.09 8 GROENLO 888 1.15 51 EIBERGEN 1738 1.09 9 MILLINGEN A/D RIJN 624 1.14 52 LOCHEM 1818 1.09 10 RIJNWAARDEN 1083 1.14 53 MAASDRIEL 1023 1.09 11 KESTEREN 1732 1.14 54 WEST MAAS EN WAAL 1764 1.09 12 ZALTBOMMEL 1101 1.14 55 STEENDEREN 523 1.08 13 EPE 3012 1.14 56 LICHTENVOORDE 2142 1.08 14 BRUMMEN 2060 1.14 57 VOORST 2830 1.08 IS GENDR1NGEN 2005 1.14 58 WIJCHEN 4023 1.08 16 EDE 11396 1.14 59 RENKUM 2609 1.08 17 NIJKERK 2801 1.14 60 AMMERZODEN 435 1.08 18 DODEWAARD 390 1.13 61 ROSSUM 312 1.08 19 ZUTPHEN 3168 1.13 62 LIENDEN 839 1.08 20 OLDEBROEK 2636 1.12 63 GELDERMALSEN 2669 1.08 21 WISCH 1908 1.12 64 WESTERVOORT 2087 1.07 22 DRUTEN 1686 1.12 65 SCHERPENZEEL 1168 1,07 23 AALTEN 1987 1.12 66 HUISSEN 1661 1.07 24 NEERIJNEN 1240 1.12 67 HETEREN 868 1.07 25 WINTERSWIJK 2667 1.12 68 GENDT 710 1.07 26 BERGI-! 1676 1.11 69 HENGELO 899 1.07 27 APELDOORN 13897 1.11 70 BUREN 987 1.06 28 BARNEVELD 6354 III 71 HATTEM 1220 1.06 29 RHEDEN 3556 1.11 72 ANGERLO 473 1.06 30 DOETINCHEM 4599 1.10 73 ERMELO 2689 1.06 31 ELST 1756 1.10 74 GORSSEL 1068 1.05 32 LINGEWAAL 1118 1.10 75 BEMMEL 1586 1.05 33 GROESBEEK 1698 1.10 76 DUIVEN 3015 1.05 34 ZEVENAAR 2381 1.10 77 BEUNINGEN 2962 1.05 35 PUTTEN 2485 1.10 78 UBBERGEN 708 1.04 36 ELBURG 2327 1.10 79 HUMMELO EN KEPPEL437 1.04 37 WAGENINGEN 2580 1.10 80 WEHL 651 1.04 38 HEDEL 501 1.10 81 VALBURG 1395 1.04 39 HEERDE 1773 1.10 82 HEUMEN 1867 1.04 40 BRAKEL 686 1.10 83 WARNSVELD 1233 1.03 41 MAURIK 609 1.10 84 VORDEN 760 1.03 42 KERKWIJK 803 1.09 85 HOEVELAKEN 1003 101 43 DINXPERLO 918 1.09 86 ROZENDAAL 162 1.00 GELDERLAND 189082 1.12 1) 1.25 leerlingen: Nederlandse leerlingen van ouders met een laag opleidings- en beroepsniveau 1.40 leerlingen: schipperskinderen 1.70 leerlingen: woonwagen- en zigeunerkinderen 1.90 leerlingen: allochtone leerlingen van ouders met een laag opleidings- en beroepsniveau 1.00 leerlingen: alle overige leerlingen De gegevens zijn gerangschikt naar de woongemeente van de leerling Bron: CFI tellingen Belangstelling beroeps- versus algemeen voortzet onderwijs De belangstelling voor de verschillende onderwijsvormen komt tot uitdrukking in de deelname van leerjaar 3. De verdeling van leerlingen in het derde leerjaar is een goede graadmeter voor de deelnameverhouding tussen de schoolsoorten van het voortgezet onderwijs. Afgemeten aan het percentage derde klassers op havo en vwo beschikken de Gelderse steden Ede, Apeldoorn, Doetinchem en vooral Nijmegen over een leerlingenpopulatie met een hoger opleidingsniveau dan in Gelderland gemiddeld. Het -23-

opleidingsniveau in de steden Tiel en Arnhem blijft duidelijk achter bij dat van Gelderland. Harderwijk en Zutphen zitten net onder het Gelderse gemiddelde. De verdeling van het aantal leerlingen naar de onderwijssoorten mavo, vbo en havo/vwo treft u aan in bijlage 13. Deelname aan het mavo scoort met name hoog in Tiel. De deelname aan het mavo is zeer laag in de steden Arnhem en Nijmegen. Bij het vbo is het aandeel in Arnhem het hoogst van alle steden (45%). Tiel blijft hier juist wat achter. Tabel 9 Aandeel havo/vwo leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs, 1997/1998 t HEEREWAARDEN 21.4 44 HARDERWIJK 37.1 2 RUURLO 22.2 45 NUNSPEET 37.1 3 GENDRJNGEN 22.8 46 STEENDEREN 37.3 4. HENGELO 26.8 47 KERKWIJK 37.4 5 KESTEREN 27.1 48 ZUTPHEN 37.4 6 NIJKERK 27.2 49 DRUTEN 37.8 7 WISCH 27.5 50 AMMERZODEN 38.1 8 MAURIK 28.8 51 EIBERGEN 38.3 9 NEERIJNEN 29.2 52 AALTEN 38.4 10 GELDERMALSEN 29.3 53 WEHL 38.7 II WINTERSWIJK 29.6 54 EDE 38.7 12 RJJNWAARDEN 29.9 55 HETEREN 38,8 13 BORCULO 30.0 56 CULEMBORG 38.9 14 WESTERVOORT 30.5 57 GROESBEEK 39.4 15 ZELI-IEM 31.3 58 LOCHEM 39.6 16 PUTTEN 31.8 59 APELDOORN 39.7 17 DODEWAARD 31.8 60 DOETINCHENI 40.4 18 TIEL 32.1 61 HUISSEN 40.5 19 BRAKEL 32.3 62 WIJCI-IEN 40.8 20 DINXPERLO 32.4 63 MAASDRJEL 4l.() 21 DOESBURG 32.7 64 RHEDEN 41.5 22 ECHTELD 33.0 65 DUIVEN 42.1 23 LICHTENVOORDE 33.0 66 BEUNINGEN 43.0 24 GROENLO 33.3 67 HOEVELAKEN 43.4 25 HUMMELO EN KEPPEL 33.3 68 VALBURG 419 26 OLDEBROEK 33.3 69 RENKUM 44.2 27 EPE 33.5 70 SCHERPENZEEL 45.0 28 ELBURG 34.3 71 WAGENINGEN 451 29 ARNHEM 34.3 72 ZEVENAAR 45.4 30 LIENDEN 34.5 73 MILLINGEN AJD RIJN 45.5 31 HEDEL 34.8 74 BEMMEL 46.3 32 BRUMMEN 34.9 75 HATTEM 46.3 33 LINGEWAAL 34.9 76 NIJMEGEN 46.3 34 BARNEVELD 35.4 77 WARNSVELD 47.5 35 BUREN 35.6 78 ANGERLO 48.3 36 NEEDE 35.7 79 ROSSUM 50.0 37 VOORST 35.8 80 ELST 50.2 38 ZALTBOMMEL. 35.9 81 GENDT 51.3 39 BERGH 36.0 82 GORSSEL 51.4 40 DIDAM 36.1 83 ROZENDAAL 53.8 41 ERMELO 36.1 84 VORDEN 54.5 42 WEST MAAS EN WAAL 36.2 85 UBBERGEN 58.0 43 HEERDE 36.7 86 HEUMEN 63 GELDERLAND 38 1 Bron: Regionaal Onderzoek Voortgezet Onderwijs 1997/Ministerie van Onderwijs. Cultuur en Wetenschapperi 2.2.6 Centrumfunctie Zoals in paragraaf 2.1 al is aangegeven wordt de centrumfunctie van een gemeente uitgedrukt door het regionaal klantenpotentieel (het aantal klanten dat een woonkern van een gemeente aantrekt uit alle woonkernen binnen een straal van 60 kilometer rondom de eigen woonkern met inbegrip van de eigen woonkern zelf) van een gemeente te relateren aan het inwonertal. -24-

Hoe hoger de score des te hoger is de regionale aantrekkingskracht van een kern. Als grenswaarde wordt door de minister 1 gehanteerd. Gemeenten die zich boven deze waarde bevinden voldoen aan de door de minister opgestelde norm. Indien de grenswaarde zich hieronder bevindt is dit niet het geval. Uit tabel 10 blijkt dat alle 8 onderscheiden gemeenten zich in de top tien bevinden van Gelderse gemeenten. De drie grootste gemeenten van Gelderland voeren zoals verwacht de lijst aan. De gemeenten Zutphen en Doetinchem zitten 25% boven de gehanteerde norm, terwijl in de gemeenten Ede en Tiel het verschil minder dan 10% bedraagt. Alleen de gemeente Harderwijk zit met een score van 0.98 net onder de grenswaarde van 1 en bevindt zich op een vergelijkbaar niveau met dat van de gemeenten Wageningen en Winterswijk. Tabel 10 Centrumfunctie; score per gemeente, 1-1-1998 Regio- Bevol- Score Regio- Bevol- Score naal king naal king klanten- 1-1-1998 klanten-1-1-1998 poten- potentieel tieel 1 NIJMEGEN 327270 150495 2.17 44 VORDEN 2710 8407 0.32 2 ARNHEM 290620 136174 2.13 45 HUISSEN 4990 15596 0.32 3 APELDOORN 255530 152354 1.68 46 VOORST 7420 23601 0.31 4 ZUTPHEN 43040 34024 1.26 47 WARNS VELD 2770 9056 0.31 5 DOETINCHEM 56460 45310 1.25 48 ZALTBOMMEL 3370 11086 0.30 6 EDE 110140 101319 1.09 49 DRUTEN 4920 16222 0.30 7 TIEL 37540 36413 1.03 50 HATTEM 3440 11725 0.29 8 WINTERSWIJK 28740 28516 1.01 51 GELDERMALSEN 6520 23610 0.28 9 WAGENINGEN 32410 32852 0.99 52 BEUNINGEN 6650 24502 0.27 10 HARDERWIJK 37820 38441 0.98 53 RENKUM 8170 32070 0.25 11 ZEVENAAR 24790 26781 0.93 54 HENGELO 2040 8425 0.24 12 WIJCHEN 31890 37437 0.85 55 BEMMEL 3370 16741 0.20 13 GENDRJNGEN 17020 20638 0.82 56 WEHL 1340 6689 0.20 14 AALTEN 15080 18782 0.80 57 SCHERPENZEEL 1660 9123 0.18 15 ERMELO 20680 27008 0.77 58 GENDT 1280 7217 0.18 16 DUIVEN 18750 24504 0.77 59 MILLINGEN A/D RIJN 1000 5889 0.17 17 NUNSPEET 19600 26025 0.75 60 HEUMEN 2570 15361 0.17 18 LICHTENVOORDE 13590 18823 0.72 61 MAASDRIEL 1430 9405 0.15 19 DIDAM 11780 16584 0.71 62 WEST MAAS ENWAAL27IO 17918 0.15 20 LOCHEM 13010 18872 0.69 63 RIJNWAARDEN 1610 10976 0.15 21 EIBERGEN 10710 16491 0.65 64 KESTEREN 1420 10698 0.13 22 PUTTEN 13210 22340 0.59 65 HOEVELAKEN 960 8508 0.11 23 CULEMBORG 14080 24375 0.58 66 ECHTELD 590 6689 0.09 24 WISCH 11460 19868 0.58 67 GORSSEL 1160 13248 0.09 25 BARNEVELD 25780 46868 0.55 68 DODEWAARD 340 4306 0.08 26 DENXPERLO 4710 8667 0.54 69 LIENDEN 620 7897 0.08 27 GROENLO 4880 9121 0.54 70 HETEREN 600 8573 0.07 28 EPE 17710 33244 0.53 71 VALBURG 880 12962 0.07 29 NIJKERK 14280 27164 0.53 72 AMMER.ZODEN 250 4466 0.06 30 NEEDE 5470 11069 0.49 73 STEENDEKEN 270 4855 0.06 31 ELBURG 10520 21621 0.49 74 HEDEL 230 4375 0.05 32 DOESBURG 5340 11092 0.48 75 ANGERLO 240 4680 0.05 33 RHEDEN 20600 44311 0.46 76 UBBERGEN 470 9257 0.05 34 OLDEBROEK 10240 22135 0.46 77 MAURIK 320 6642 0.05 35 ELST 7130 16613 0.43 78 LENGEWAAL 350 10667 0.03 36 BORCULO 4370 10259 0.43 79 HUMMELOENKEPPELI4O 4514 0.03 37 ZELHEM 4700 11319 0.42 80 BUREN 290 10114 0.03 38 WESTERVOORT 6350 16037 0.40 81 ROSSUM 90 3186 0.03 39 RUURLO 3070 7989 0.38 82 BRAKEL 190 7034 0.03 40 BERGH 7020 18362 0.38 83 ROZENDAAL 30 1181 0.03 41 GROESBEEK 7290 19208 0.38 84 NEERJJNEN 260 10895 0.02 42 HEERDE 6880 18146 0.38 85 KERKWIJK 150 6801 0.02 43 BRUMMEN 7380 21503 0.34 86 HEEREWAARDEN 20 1335 0.01 Bron: CBS -25-

3. OVERIGE INDICATOREN 3.1 Inleiding In hoofdstuk 2 is ingegaan op de indicatoren die door de minister gehanteerd worden bij beoordeling van grootstedelijke problematiek bij gemeenten die niet tot de G 25 behoren. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal indicatoren die nog niet aan de orde zijn geweest, maar het totaalbeeld omtrent een vergelijking van Gelderse steden wel completeert. Inzicht in deze indicatoren geeft de context weer waarbinnen het beleid zich afspeelt. Achtereenvolgens komen een drietal terreinen aan de orde namelijk: bevolking - aandeel jongeren (0-19 jarigen) - aandeel ouderen (65+) - % éénoudergezinnen IWSJS1iJ11 - woningvoorraad, sociale huur in verhouding tot de totale woningvoorraad - woningvoorraad naar eigendomstype en bouwjaar economie en arbeidsmarkt - arbeidsparticipatie - werkgelegenheidsgroei - groei beroepsbevolking - confrontatie van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt In de volgende paragraaf passeren deze onderdelen in het kort de revue. 3.2 De overige indicatoren 3.2.1 Bevolking Jongeren/Ouderen In paragraaf 2.2.3 is inzicht verstrekt op één onderdeel van de bevolkingsstructuur, namelijk etniciteit. In het grotestedenbeleid worden onder andere middelen ingezet op het terrein van zorg. Inzicht in een tweetal bevolkingscategorieën is hierbij van belang, namelijk de ouderen 'n de jongeren. Onderstaand is hiertoe een zeer globale indeling naar leeftijdscategorie emaakt. Zo wordt het aandeel van de bevolking onder de 20 jaar in kaart gebracht evenals Jat van de 65 plussers. In de Gelderse steden Tiel, Harderwijk en Ede behoort 26 â 28% tot de jongeren. In de overige steden is dit aandeel lager dan het Gelderse gemiddelde. In Arnhem en Nijmegen is deze bevolkingscategorie duidelijk ondervertegenwoordigd. Het aandeel ouderen bevindt zich in de steden Ede en Nijmegen rond het Gelders gemiddelde. Tiel en Harderwijk blijven duidelijk achter terwijl de overige steden een aandeel hebben van ca 14 â 15%. De spreiding over de Gelderse steden is minder groot dan bij de categorie jongeren. -27-

Tabel 11 Aandeel jongeren en aandeel ouderen in % van de bevolking, 1-1-1998 Aandeel 0-I9jarigen in % van de bevolking. 1-1-3998 Aandeel 65 plussers in % van de bevolking, 1-1-1998 t KESTEREN 35.2 44 ROSSUM 25.5 1 ROZENDAAL 27.8 44 GENDRINGEN 12.4 2 BARNEVELD 32.0 45 ELST 25.3 2 RENKUM 22.3 45 ZEVENAAR 12.3 3 KERKWIJK 30.7 46 HEERDE 25.3 3 GORSSEL 21.3 46 BRAKEL 12.2 4 WESTERVOORT 30.7 47 GENDT 25.0 4 RHEDEN 20.2 47 MILLINGEN A/D R. 12.2 5 OLDEBROEK 30.4 48 BEMMEL 25.0 5 VORDEN 18.9 48 NEERIJNEN 12.1 6 NIJNSPEET 29.3 49 DINXPERLO 25.0 6 LOCHEM 18.1 49 MAURIK 12.0 7 SCHERPENZEEL 28.9 50 DOESBURG 25.0 7 WINTERSWIJK 17.1 50 TIEL 11.9 8 BRAKEL 28.8 51 GENDRINGEN 24.9 8 HUMMELOENK. 16.5 51 HARDERWIJK 31.9 9 ELBURG 28.7 52 RIJNWAARDEN 24.9 9 EPE 16.4 52 GENDT 11.9 10 DUIVEN 28.6 53 DIDAM 24.8 10 RUURLO 16.3 53 GELDERMALSEN 11.7 11 DODEWAARD 28.4 54 MILLINGENAJDR. 24.7 11 UBBERGEN 16.2 54 DOESBURG 11.6 12 PUTTEN 28.4 55 BORCULO 24.7 12 WISCH 16.2 55 BEMMEL 11.5 13 BEUNINGEN 28.1 56 DOETINCHEM 24.6 13 HENGELO(GLD) 15.3 56 ELBURG 11.5 I4WARNSVELD 28.1 57 WEST MAAS EN W.24.4 14 ZELHEM 15.3 57 OLDEBROEK 11.4 I5HEDEL 28.0 58 BRUMMEN 24.4 15 GROESBEEK 15.2 58 ELST 11.3 36 HOEVELAKEN 27.9 59 MAURIK 24.1 16 HEERDE 15.2 59 SCHERPENZEEL 11.3 17 EDE 27.9 60 APELDOORN 24.0 17 BORCULO 15.1 60 LINGEWAAL 13.3 18 LICHTENVOORDE 27.9 61 HENGELO 23.9 18 AALTEN 15.1 61 VALBURG 11.3 19 NIJKERK 27.8 62 ANGERLO 23.8 19 APELDOORN 14.8 62 WEHL 11.3 20 HARDERWIJK 27.5 63 WINTERSWIJK 23.8 20 HATTEM 14.8 63 ZALTBOMMEL 11.3 21 LIENDEN 27.5 64 WEHL 23.7 21 VOORST 14.8 64 RIJNWAARDEN 11.1 22 CULEMBORG 27.2 65 ZEVENAAR 23.5 22 ERMELO 14.6 65 ROSSUM 11.0 23 HEUMEN 27.2 66 EPE 23.5 23 GROENLO 14.5 66 MAASDRIEL 11.0 24 LINGEWAÂL 27.1 67 ZUTPHEN 23.4 24 ZUTPHEN 14.4 67 CULEMBORG 11.0 25 NEERIJNEN 26.8 68 NEEDE 23.3 25 NEEDE 14.3 68 BARNEVELD 11.0 26 MAASDRIEL 26.5 69 LOCHEM 23.2 26 DOETINCHEM 14.2 69 DODEWAARD 11.0 27 VALBURG 26.4 70 WISCH 23.2 27 NUNSPEET 14.0 70 LICHTENVOORDE 10.9 28 GELDERMALSEN 26.2 71 HEEREWAARDEN 23.1 28 ARNHEM 13.9 71 NIJKERK 10.8 29 ECHTELD 26.2 72 RUURLO 23.1 29 AMMERZODEN 13.7 72 HEDEL 10.8 30 AALTEN 26.1 73 GROENLO 23.1 30 BRUMMEN 13.7 73 LIENDEN 10.8 31 ZALTBOMMEL 26.1 74 ZELHEM 22.9 31 DINXPERLO 13.6 74 DIDAM 10.7 32 HUISSEN 26.1 75 VORDEN 22.7 32 WARNSVELD 13.6 75 BUREN 10.6 33 WIJCHEN 26.1 76 GROESBEEK 22.6 33 WEST MAAS EN W.13.5 76 ANGERLO 103 34 ERMELO 26.0 77 BERGH 22.5 34 NIJMEGEN 13.4 77 HEUMEN 10.2 35 HETEREN 26.0 78 WAGENINGEN 21.6 35 BERGH 13.4 78 DRUTEN 30.1 36 TIEL 25.9 79 HUMMELOENK. 21.5 36 WAGENINGEN 13.3 79 WIJCHEN 10.0 37 STEENDEREN 25.8 80 UBBERGEN 21.2 37 ECHTELD 13.3 80 HETEREN 10.0 38 AMMERZODEN 25.8 81 ARNHEM 21.2 38 EDE 13.3 81 HUISSEN 9.8 39 VOORST 25.8 82 RENKUM 20.9 39 EIBERGEN 13.3 82 KESTEREN 9.6 40 BUREN 25.7 83 NIJMEGEN 20.8 40 PUTTEN 13.3 83 HOEVELAKEN 9.4 41 EIBERGEN 25.7 84 RHEDEN 20.6 41 STEENDEREN 12.9 84 DUIVEN 9.2 42 HATTEM 25.6 85 GORSSEL 20.4 42 KERKWIJK 12.7 85 BEUNINGEN 8.6 43 DRUTEN 25.6 86 ROZENDAAL 19.5 43 HEEREWAARDEN 12.7 86 WESTERVOORT 7.3 GFI.DERI.AND 24.9 GELDERLAND 13.4 Bron: Cft Eénoudergezinnen In tabel 12 is het aandeel éénoudergezinnen per gemeente van Gelderland vermeld. Van deze categorie huishoudens kan worden aangenomen dat (beperkte) deelname aan het arbeidsproces moeilijker te realiseren valt en dat achterblijvende maatschappelijke participatie dreigt. Eénoudergezinnen doen zich relatief veel voor in de Gelderse steden. Zeven van de acht steden komen in de top vijftien lijst voor. De problematiek concentreert zich daarbij met name in de steden Nijmegen, Arnhem en Zutphen. In Ede komen éénoudergezinnen relatief minder voor dan gemiddeld in de provincie. Ook nemen Wageningen, Doesburg, Zevenaar en Culemborg een plaats in de top tien in. Geen opvallende overigens, zoals ook zal blijken uit hoofdstuk 4. -28-

Tabel 12 Gezinnen naar samenstelling, 1998 1) 2) 1) 2) Totaal Een- In % Totaal Een- In % ouder- oudergezin- gezinnen nen NIJMEGEN 32450 5246 16.2 44 ANGERLO 1318 95 7.2 ARNHEM 30278 4693 15.5 45 EIBERGEN 4320 310 7.2 ZUTPHEN 8251 1023 12.4 46 GENDT 1973 141 7.1 WAGENINGEN 6798 796 11.7 47 DUIVEN 6700 478 7.1 WESTERVOORT 4284 438 10.2 48 VALBURG 3482 247 7.1 TIEL 9500 923 9.7 49 GENDRINGEN 5705 403 7.1 DOESBURG 2987 284 9.5 50 LINGEWAAL 2945 206 7.0 ZEVENAAR 7241 686 9.5 51 NEERIJNEN 2911 202 6.9 CULEMBORG 6344 598 9.4 52 ERMELO 6752 468 6.9 HUISSEN 4208 392 9.3 53 BRUMMEN 5979 414 6.9 APELDOORN 39041 3621 9.3 54 BRAKEL 1905 131 6.9 DOETINCHEM 11934 1104 9.3 55 LICHTENVOORDE 4900 336 6.9 HARDERWIJK 9983 904 9.1 56 DODE WAARD 1168 80 6.8 HEUMEN 4199 380 9.0 57 NEEDE 3018 206 6,8 RENKUM 8408 738 8.8 58 VOORST 6271 427 6.8 DRUTEN 4234 368 8.7 59 EPE 9204 624 6.8 UBBERGEN 2443 211 8.6 60 AALTEN 4894 330 6.7 BERGH 5134 433 8.4 61 SCHERPENZEEL 2413 162 6.7 WIJCI-IEN 9938 833 8.4 62 VORDEN 2302 154 6.7 GROESBEEK 5140 428 8.3 63 MAURIK 1902 127 6.7 WINTERS WIJK 7561 626 8.3 64 NUNSPEET 6796 453 6.7 GROENLO 2366 195 8.2 65 NIJKERK 7196 479 6.7 BEUNINGEN 6488 533 8.2 66 BEMMEL 4565 303 6.6 HEEREWAARDEN 368 30 8.2 67 WEST MAAS EN WAAL4877 323 6.6 MAASDRJEL 2566 207 8.1 68 LOCHEM 5146 339 6.6 ELST 4579 366 8.0 69 GELDERMALSEN 6377 413 6.5 RIJNWAARDEN 3053 241 7.9 70 BARNEVELD 11979 767 6.4 STEENDEREN 1318 104 7.9 71 BUREN 2795 175 6.3 AMMERZODEN 1180 93 7.9 72 ECHTELD 1842 115 6.2 ROSSUM 865 68 7.9 73 HUMMELO EN KEPPEL 1269 79 6.2 RHEDEN 11797 926 7.8 74 BORCULO 2766 172 6.2 MILLINGENAJDRIJN 1574 123 7.8 75 PUTTEN 5984 368 6.1 ZALTBOMMEL 2922 228 7.8 76 ELBURG 5852 356 6.1 HEDEL 1206 94 7.8 77 HEERDE 5049 302 6.0 EDE 26021 2019 7.8 78 HOEVELAKEN 2367 141 6.0 HETEREN 2418 186 7.7 79 OLDEBROEK 5927 351 5.9 WARNSVELD 2452 187 7.6 80 GORSSEL 3818 226 5.9 DINXPERLO 2361 180 7.6 81 1-IATTEM 3220 188 5.8 DIDAM 4645 353 7.6 82 LIENDEN 2195 128 5.8 HENGELO 2286 169 7.4 83 WEHL 1754 102 5.8 WISCH 5317 386 7.3 84 RUURLO 2221 127 5.7 ROZENDAAL 386 28 7.3 85 ZELHEM 3187 182 5.7 KESTEREN 2645 191 7.2 86 KERKWIJK 1759 94 5.3 GELDERLAND 488172 43356 8.9 Totaal. Dit betreft gezinnen met een echtpaar, samenwoners met gemeenschappelijke kinderen en éénoudergezinnen. Eénoudergezin. Hieronder wordt verstaan een man of vrouw die samenwoont met een of meer kinderen. Deze kinderen zijn zelf nooit gehuwd (geweest) en hebben geen inwonende kinderen. Bron: CBS -29-

3.2.2 Wonen Sociale huur De samenstelling van de woningvoorraad geeft een eerste indruk van de kwaliteit van de woonomgeving. In de fysieke kwaliteit van de woonomgeving komt een aspect van leefbaarheid tot uitdrukking. Hiertoe is een overzicht gemaakt van de woningvoorraad naar eigendomstype en naar bouwjaar. Tabel 13 Woningvoorraad, totaal en sociale huur, 1997 Sociale Totale Soc. huur Sociale Totale Soc. huur huur woning-in % huur woning-in % voor- woning- voor- woningraad voorraad raad voorraad 1 NIJMEGEN 30465 62368 48.8 44 EPE 3592 12511 28.7 2 ARNHEM 28418 59819 47.5 45 WISCH 2148 7492 28.7 3 DOESBURG 2038 4303 47.4 46 DUIVEN 2592 9091 28.5 4 WAGENINGEN 5319 12065 44.1 47 BORCULO 1078 3817 28.2 S TIEL 5833 13776 42.3 48 ELBURG 2110 7504 28.1 6 DOETINCHEM 7447 18068 41.2 49 DIDAM 1638 5909 27.7 7 ZUTPHEN 5912 14413 41.0 50 EIBERGEN 1624 5895 27.5 8 DODEWAARD 593 1463 40.5 51 HEDEL 415 1507 27.5 9 KESTEREN 1253 3259 38.4 52 ERMELO 2368 8744 27.1 10 MILLINGEN A/D RIJN 824 2181 37.8 53 MAURIK 626 2343 26.7 11 ZALTBOMMEL 1600 4272 37.5 54 BEMMEL 1617 6077 26.6 12 GROENLO 1242 3458 35.9 55 NUNSPEET 2354 8851 26.6 13 BRVMMEN 2853 8062 35.4 56 HUISSEN 1545 5814 26.6 14 HARDERWIJK 4910 13944 35.2 57 EDE 9813 37063 26.5 15 ZEVENAAR 3699 10646 34.7 58 VOORST 2137 8183 26.1 16 RJJNWAARDEN 1391 4006 34.7 59 WARNSVELD 832 3226 25.8 17 WESTERVOORT 2049 5916 34.6 60 VORDEN 797 3104 25.7 18 APELDOORN 20650 59908 34.5 61 HEERDE 1687 6717 25.1 19 GROESBEEK 2405 6995 34.4 62 ROSSUM 292 1187 24.6 20 CULEMBORG 3152 9171 34.4 63 WEST MAAS & WAAL 1608 6537 24.6 21 DRUTEN 1973 5797 34.0 64 GELDERMALSEN 2038 8509 24.0 22 NEEDE 1407 4163 33.8 65 RUURLO 678 2843 23.8 23 UBBERGEN 1184 3662 32.3 66 BARNEVELD 3566 15015 23.7 24 RHEDEN 6102 18895 32.3 67 RENKUM 3214 13648 23.5 25 ELST 2023 6323 32.0 68 BUREN 875 3746 23.4 26 WINTERSWIJK 3555 11167 31.8 69 BRAKEL 563 2421 23.3 27 DENXPERLO 1043 3303 31.6 70 HENGELO 719 3104 23.2 28 HEEREWAARDEN 160 515 31.1 71 LICHTENVOORDE 1498 6521 23.0 29 LINGE WAAL 1197 3872 30.9 72 BERGH 1585 6924 22.9 30 AALTEN 2108 6839 30.8 73 LIENDEN 592 2594 22.8 31 OLDEBROEK 2130 6971 30.6 74 PUTTEN 1658 7360 22.5 32 HETEREN 925 3043 30.4 75 ZELHEM 886 4086 21 33 WIJCI-IEN 4138 13726 30.1 76 HEUMEN 1178 5472 21.5 34 BEUNINGEN 2660 8888 29.9 77 KERKWIJK 455 2192 20 35 NIJKERK 2830 9472 29.9 78 VALBURG 952 4606 20. 36 GENDT 786 2640 29.8 79 STEENDER.EN 349 1749 20.0 37 NEERIJNEN 1174 3949 29.7 80 ANGERLO 327 1680 19.5 38 MAASDRIEL 977 3291 29.7 81 GORSSEL 1004 5274 19.0 39 AMMERZODEN 453 1543 29.4 82 SCHERPENZEEL 589 3138 18.8 40 ECHTELD 700 2412 29.0 83 WEHL 394 2234 17.6 41 HATTEM 1314 4541 28.9 84 HOEVELAKEN 523 3144 16.6 42 GENDRINGEN 2218 7695 28.8 85 HUMMELO EN KEPPEL242 1734 14.0 43 LOCHEM 2050 7116 28.8 86 ROZENDAAL 3 501 0.6 GELDERLAND 239921 717983 33.4 Bron. Ministerie van VROM/DVGH De totale Gelderse woningvoorraad bestaat voor 55% uit koopwoningen en voor 45% uit huurwoningen. Het aandeel koopwoningen is hoog in Ede (63%). Apeldoorn (52%) en Harderwijk (54%) bevinden zich rond het Gelderse gemiddelde. Arnhem (32%) en Nijmegen -30-

(36%) blijven hierbij sterk achter. De afzonderlijke verdeling per gemeente is in bijlage 14 weergegeven. Het grootste deel van de huurwoningen bestaat uit sociale huurwoningen. Sociale huurwoningen vertegenwoordigen eenderde van de totale woningvoorraad. In tabel 13 is vanwege dit hoge aandeel, het aandeel sociale huurwoningen ten opzichte van de totale woningvoorraad uitgedrukt. De steden Nijmegen en Arnhem voeren de lijst aan van Gelderse gemeenten met het hoogste aandeel sociale huurwoningen. Ook in Tiel, Doetinchem en Zutphen valt een hoge concentratie sociale huurwoningen waar te nemen. Harderwijk en Apeldoorn bevinden zich iets boven het Gelderse gemiddelde terwijl in Ede het percentage sociale huurwoningen laag is. Naast de Gelderse steden is het aandeel sociale huurwoningen hoog in Doesburg (47%) en Wageningen (44%). Woningvoorraad naar eigendomstype en bouwjaar Van het totale Gelderse woningbestand is 20% gebouwd voor 1945 (bijlage 15). Eenderde deel is in de periode 1945-1970 gebouwd, terwijl bijna de helft (47%) na 1970 tot stand is gekomen. In Doetinchem (56%), Harderwijk 54%) en Tiel (53%) vond een groter aandeel van de bouwproduktie plaats na 1970. In Arnhem (39%), Nijmegen (38%) en Zutphen 43%) was het tegenovergestelde het geval. Van de sociale huurwoningen is bijna de helft (49%) na 1970 gebouwd in Gelderland. Het vergelijkbare aandeel van het woningen bestand in Arnhem (44%), Ede (46%), Nijmegen (43%) en Zutphen (46%) wijkt hiervan af. De sociale huurwoningen zijn in deze steden iets ouder. In Harderwijk (57%) is dit juist tegenovergesteld. 3.2.3 Economie en arbeidsmarkt Inleiding 1)c stedelijke economische ontwikkeling en de specifieke stadsproblematiek staan sterk in de belangstelling. Veel maatschappelijke verschijnselen komen in de steden in verhevigde mate tot uiting. Anderzijds bestaan over de groeipotentie van stedelijke economieën hooggespannen verwachtingen. Steden spelen een vooraanstaande rol in de provinciale economie. Een derde deel van de beroepsbevolking is woonachtig in de zes belangrijkste steden van de vier Gelderse regio 1S3. Meer dan veertig procent van de totale Gelderse werkgelegenheid is daar gelokaliseerd en biedt werk aan een stroom van pendelaars. De werkgelegenheidsstructuur van vooral Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn wordt gekenmerkt door een hoog aandeel dienstverlening. Met name in Arnhem is de dienstenoriëntatie ver voortgeschreden. Hier heeft nog maar 13% van de werkgelegenheid betrekking op andersoortige activiteiten. De economische groei van het bedrijfsleven in de steden is in de jaren negentig in grote lijnen conform het Gelderse gemiddelde verlopen. De investeringsneiging en de animo voor uitbreidingen is niet kleiner of groter dan in de rest van Gelderland. De winst en Apeldoorn en Ede (Veluwe), Arnhem en Nijmegen (regio ArnhemiNijmegen), Doetinche (Achterhoek) en Tic] (Zuidwest-Gelderland). Zie voor een economische analyse van de economie van deze steden: Provinciale Economische Verkenning '97 en '981'99. Bureau Economisch Onderzoek. afdeling Economische Zaken. Provincie Gelderland n -

rendementspositie wordt door het grootste deel van de stedelijke bedrijven niet anders beoordeeld dan door het totale Gelderse bedrijfsleven. Ook de gezamenlijke werkgelegenheidsontwikkeling ligt om en nabij de provinciale groei. Geconcludeerd moet worden dat -over meerdere jaren bezien- de economische ontwikkeling in de Gelderse steden niet eenduidig anders verloopt dan in de rest van Gelderland. Per gemeente doen zich op onderdelen wel verschillen voor. Tiel scoorde op alle economische indicatoren gemiddeld of beter dan Gelderland. Ook ten opzichte van de andere stedelijke economieën heeft Tiel de meest dynamische ontwikkeling door gemaakt. Daarna komen Ede, Arnhem en Doetinchem. In deze drie steden volgt de economische ontwikkeling op hoofdlijnen het Gelderse spoor. Nijmegen en Apeldoorn ten slotte presteerden wat onder het Gelderse gemiddelde. Op basis van cijfers over de stedelijke ontwikkeling kan overigens geen eindoordeel worden gegeven over de kwaliteit van de lokale economie. Vanuit het economische proces gezien is een gemeentegrens een abstractie. De gemeentelijke ontwikkelingen kunnen en mogen niet los worden beoordeeld van de regionale context en samenhang. Zo zal soms de behoefte aan woon- en werklokaties (ten dele) worden opgevangen in de buurgemeenten. Hetzelfde geldt voor de behoefte aan arbeidsplaatsen voor de plaatselijke bevolking. Met name de arbeidsmarkt is geen lokaal gebeuren maar een regionaal fenomeen bij uitstek. Het is tegen deze achtergrond dat de navolgende cijfers over de stedelijke economische ontwikkeling geïnterpreteerd moeten worden. Gemiddelde arbeidsparticipatie De mate van arbeidsparticipatie is sterk afhankelijk van de leeftijd. In de categorie 15 tot 25 jaar is de arbeidsparticipatie laag omdat een groot deel van de populatie dagonderwijs volgt. Tussen 25 en 55 jaar is de deelname het hoogst. Naarmate de pensioenleeftijd dichter bij komt daalt de participatie als gevolg van o.a. de toenemende kans op arbeidsongeschikt en de wens op vervroegd uittreden. De leeftijdsopbouw van de bevolking is dan ook de belangrijkste determinant voor de gemiddelde participatiegraad. De gemeentelijke participatieverschillen zijn groot, met Dodewaard (53%) en Rossum (72%) als uitersten. De stedelijke gemeenten bevinden zich allen in de grote middengroep. De verschillen zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op verschillen in bevolkingsopbouw'. Daarnaast spelen maatschappelijke en sociaal-culturele factoren een rol zoals traditie, kerkelijke denominatie en etnische afkomst. Een typisch stedelijke component lijkt op gemeentelijk analyseniveau niet aanwezig. Mogelijk is dit op wijk en buurtniveau wel het geval door een concentraties van bepaalde bevolkingsgroepen. Zie De Gelderse beroepsbevolking per gemeente, 1994. Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland -32-

1) Tabel 14 Arbeidsparticipatie, 1998 DODEWAARD 53 44 ANGERLO 65 STEENDEREN 53 45 ARNHEM 65 ROZENDAAL 55 46 BORCULO 65 KESTEREN 56 47 DIDAM 65 OLDEBROEK 57 48 DINXPERLO 65 LIENDEN 58 49 ECHTELD 65 WEHL 58 50 GENDRINGEN 65 EPE 59 51 HARDERWIJK 65 KERKWIJK 59 52 HEDEL 65 VORDEN 59 53 NIJKERK 65 NIJMEGEN 60 54 NUNSPEET 65 VOORST 60 55 WARNSVELD 65 WAGENINGEN 60 56 WISCH 65 GENDT 61 57 ZEVENAAR 65 HUISSEN 61 58 GROENLO 66 LENGE WAAL 61 59 HEUMEN 66 MAURJK 61 60 RHEDEN 66 MILLENGEN A/D RIJN 61 61 UBBERGEN 66 RIJN WAARDEN 61 62 WINTERS WIJK 66 ELBURG 62 63 AMMERZODEN 67 ERMELO 62 64 BEUNINGEN 67 PUTTEN 62 65 DOETINCHEM 67 VALBURG 62 66 ELST 67 ZELHEM 62 67 GELDERMALSEN 67 BARNE VELD 63 68 HETEREN 67 EDE 63 69 LOCI-JEM 67 HÂTTEM 63 70 SCHERPENZEEL 67 HEERDE 63 71 TIEL 67 RENKUM 63 72 GORSSEL 68 AALTEN 64 73 NEERIJNEN 68 APELDOORN 64 74 BERGH 69 BEMMEL 64 75 DRUTEN 69 BRAKEL 64 76 HENGELO 69 BRUMMEN 64 77 HOE VELAKEN 69 CULEMBORG 64 78 HUMMELO EN KEPPEL 69 GROESBEEK 64 79 RUURLO 69 LICHTENVOORDE 64 80 DOESBURG 70 MAASDRIEL 64 81 EIBERGEN 70 WEST MAAS & WAAL 64 82 NEEDE 70 WESTERVOORT 64 83 DUIVEN 71 WIJCHEN 64 84 BUREN 72 ZALTBOMMEL 64 85 HEEREWAARDEN 72 ZUTPHEN 64 86 ROSSUM 72 1) Beroepsbevolking in % van de 15-64 jarige bevolking Bron: Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland GELDERLAND 64 Groei beroepsbevolking (aanbod van arbeid) De groei van het arbeidsaanbod is geheel gerelateerd aan de bevolkingsgroei. Gemeenten met een planologische groeitaak (woningbouw) kennen een relatief sterke stijging van de beroepsbevolking en omgekeerd. Een tekort aan uitbreidingsmogelijkheden binnen de eigen gemeentegrenzen wordt veelal opgevangen door een buurgemeente. Zo heeft bijvoorbeeld Duiven een belangrijke opvangfunctie voor Arnhem. De groeiverschillen tussen de gemeenten zijn dan ook meer de resultante van planologische visie en fysieke uitbreidingsmogelijkheden dan dat er sprake is van een specifieke stedelijke component. Tegen deze achtergrond moet ook de positie van de Gelderse steden worden bezien. Zutphen en Tiel bevinden in de top van de snelst groeiende gemeenten, Ede, Arnhem, Harderwijk, Doetinchem en Apeldoorn zijn gemiddeld en Nijmegen ten slotte behoorde tot de traagste groeiers. nn --3-)-

Tabel 15 Groei beroepsbevolking 1993-1997; periodemutatie in % 1 DUIVEN 21.5 44 DOETINCHEM 5.6 2 MAURIK 18.2 45 ERMELO 5.5 3 LIENDEN 14.1 46 DRUTEN 54 4 ZALTBOMMEL 13.8 47 NIJKERK 5.4 5 ZUTPHEN 13.1 48 ANGERLO 5.4 6 TIEL 12.2 49 HATTEM 5.3 7 KESTEREN 12.0 50 APELDOORN 5.2 8 STEENDEREN 10.9 51 AALTEN 5.1 9 KERKWIJK 10.9 52 BRUMMEN 5.() 10 HEUMEN 10.9 53 VORDEN 4.9 11 RIJNWAARDEN 10.1 54 BERGH 4.9 12 DODEWAARD 9.8 55 GROENLO 4.8 13 ELST 9.8 56 HUISSEN 4.7 14 RUURLO 9.1 57 NEEDE 4.7 15 AMMERZODEN 9.0 58 WESTERVOORT 4.5 16 CULEMBORG 8.8 59 VOORST 4.5 17 DINXPERLO 8.0 60 NUNSPEET 4.5 18 OLDEBROEK 8.0 61 HEERDE 4.3 19 HEDEL 7.9 62 WISCH 4.2 20 BARNEVELD 7.9 63 NEERIJNEN 4.2 21 MILLINGEN A/D RIJN 7.7 64 ZEVENAAR 3.9 22 WEST MAAS & WAAL 7.5 65 HENGELO 3.9 23 WIJCHEN 7.4 66 ZELHEM 3.7 24 ELBURG 7.3 67 LICHTENVOORDE 3.7 25 BRAKEL 7.2 68 DIDAM 3.6 26 VALBURG 7.2 69 WARNSVELD 3.6 27 EDE 7.1 70 DOESBURG 3.5 28 BORCULO 6.7 71 HUMMELO EN KEPPEL 3.4 29 GELDERMALSEN 6.6 72 WAGENINGEN 3.3 30 MAASDRIEL 6.6 73 EIBERGEN 3.2 31 BEUNINGEN 6.4 74 EPE 3.2 32 GENDT 6.3 75 GORSSEL 3.2 33 BEMMEL 6.3 76 NIJMEGEN 3.0 34 GROESBEEK 6.2 77 HOE VELAKEN 3.0 35 SCHERPENZEEL 6.2 78 GENDRINGEN 2.6 36 WINTERS WIJK 6.1 79 BUREN 2,5 37 PUTTEN 6.0 80 ROSSUM 2.4 38 HEEREWAARDEN 6.0 81 UBBERGEN 2.4 39 ARNHEM 5.9 82 ECHTELD 2.3 40 LOCHEM 5.9 83 RENKUM 2.0 41 UNGEWAAL 5.7 84 RHEDEN 1.9 42 IIARDERWIJK 5.7 85 HETEREN 1.9 43 WEHL 5.6 86 ROZENDAAL 1.6 GELDERLAND S9 Bron: Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland Groei werkgelegenheid (vraag naar arbeid) Arbeid (werk) is een van de centrale thema's van het grotestedenbeleid. Daling van de werkloosheid en stedelijke werkgelegenheidsgroei staan hierbij centraal. De werkgelegenheidsgroei per gemeente kent grote verschillen. In Duiven is tussen 1993 en 1997 c groei opgetreden van 28%. In dezelfde periode is in Heerewaarden de werkgelegenheiu afgenomen met 15%. De werkgelegenheidsgroei is het resultaat van de ontwikkeling bij het bestaande bedrijfsleven en het saldo van vestiging en vertrek. Dit laatste is erg afhankelijk van de beschikbaarheid van bedrijventerreinen. De hoge klassering van Duiven kan geheel verklaard worden uit het feit dat de Arnhemse behoefte aan nieuw bedrijventerrein vrijwel geheel gerealiseerd is op Duivens grondgebied. Voor de ontwikkeling van het bestaande bedrijfsleven is de locale productiestructuur een bepalende factor (bijvoorbeeld veel of weinig landbouw). Van de stedelijke gemeenten heeft Ede de hoogste werkgelegenheidsgroei gerealiseerd (bijna het dubbele van het provinciale gemiddelde). Arnhem en vooral Zutphen liggen ver onder het -34-

gemiddelde. Tussen de totale banengroei en de mate van verstedelijking van gemeenten lijkt geen rechtstreeks verband te bestaan. Tabel 16 Groei werkgelegenheid 1993-1997; periodemutatie in % DUIVEN 28.4 44 DRUTEN 6.8 HEDEL 24.2 45 EPE 6.7 WESTERVOORT 23.6 46 UBBERGEN 6.6 GORSSEL 22.8 47 WEST MAAS & WAAL 6.5 BEUNINGEN 22.4 48 HETEREN 6.3 ROZENDAAL 20.8 49 KERKWIJK 6.2 NIJKERK 16.3 50 WISCH 6.0 MILL[NGENAJDRIJN 15.3 51 HENGELO 5.9 BRAKEL 15.0 52 CULEMBORG 5.8 LOCHEM 14.7 53 GROENLO 5.4 WIJCHEN 14.3 54 DINXPERLO 5.2 ELBURG 14.2 55 ZEVENAAR 5.2 EIBERGEN 14.1 56 KESTEREN 4.9 MAASDRIEL 13.9 57 RHEDEN 4.9 GROESBEEK 13.8 58 APELDOORN 4.7 ERMELO 13.6 59 DOETINCHEM 4.5 NUNSPEET 13.1 60 HEERDE 4.5 EDE 12.6 61 WAGENINGEN 4.4 ECHTELD 12.4 62 NEERIJNEN 4.3 MAURIK 11.8 63 WARNSVELD 4.2 BERGH 11.0 64 DOESBURG 4.2 ROSSUM 11.0 65 DODEWAARD 3.9 RIJNWAARDEN 10.7 66 ZELHEM 3.6 SCHERPENZEEL 10.6 67 AALTEN 3.5 VALBURG 10.5 68 RUURLO 3.4 OLDEBROEK 10.4 69 ARNHEM 3.3 HATTEM 10.0 70 HUMMELO EN KEPPEL 3.1 GELDERMALSEN 9.9 71 LINGE WAAL 2.9 BEMMEL 8.8 72 WINTERSWIJK 2.6 ZALTBOMMEL 8.8 73 BRUMMEN 2.4 BUREN 8.8 74 HUISSEN 1.8 DIDAM 8.7 75 NEEDE 1.2 NIJMEGEN. 8.3 76 PUTTEN 1.2 TIEL 8.0 77 ZUTPHEN 0.9 LICHTENVOORDE 7.6 78 STEENDEREN 0.0 HARDERWIJK 7.6 79 VOORST -0.5 HOEVELAKEN 7.5 80 RENKUM -0.5 GENDRINGEN 7.4 81 VORDEN -0.7 LIENDEN 7.3 82 GENDT -1.1 BARNEVELD 7.1 83 WEHL -1.9 ELST 6.9 84 HEUMEN -3.5 ANGERLO 6.9 85 BORCULO -5.7 AMMERZODEN 6.9 86 HEEREWAARDEN -14.8 GELDERLAND 7.0 Bron: Provinciale WerkgeIegenheidsenqute 1997/ Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland Confrontatie van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt 11 iervoor is gebleken dat de werkloosheid sterk geconcentreerd is binnen de stedelijke cmeenten (zie paragraaf 2.2.5.2). De steden Arnhem en Nijmegen nemen binnen Gelderland ccn dominante en geheel eigen plaats in. Eén op de drie Gelderse werklozen woont in Arnhem of Nijmegen. Zoals in vrijwel alle (middel)grote steden in Nederland, ontstond in Arnhem en Nijmegen in het begin van de jaren tachtig een explosieve stijging van de werkloosheid. Sindsdien is de werkloosheid hoog gebleven. In bepaalde opzichten vertoont de werkloosheidsstructuur de typische kenmerken van de grote stadsproblematiek. Meer dan een kwart van de werklozen in de steden is niet of nauwelijks geschoold. In de rest van Gelderland is het aandeel ongeschoolden bijna de helft lager. Gemiddeld heeft één op de vijf werklozen een allochtone achtergrond. Daarnaast is de langdurige werkloosheid een veel groter en hardnekkiger probleem. Meer dan zestig procent van de werklozen zit al een jaar of langer 0

zonder baan. In de rest van Gelderland is dat 32%. Ondanks de dalende werkloosheid in de regio als geheel, is de werkloosheid in de steden nog steeds erg hoog. Van alle grote- en middelgrote steden in Nederland heeft Nijmegen de op twee na hoogste werkloosheid, op de voet gevolgd door Arnhem (stand 1997). -36-

4. CONCLUSIES In tabel 17 is het totaaloverzicht gepresenteerd voor de acht Gelderse steden, op basis van de criteria (streefwaarden) die door de minister zijn vastgesteld om op onderdelen in aanmerking te komen voor instrumenten uit het grotestedenbeleid. Voorwaarde hierbij is dat gemeenten met problemen 60.000 inwoners dienen te hebben en op vier van de zes door de minister beoordeelde indicatoren in negatieve zin zich onderscheiden van andere steden. Tabel 17 Matrix 6 indicatoren; criteria van Boxtel: Apel- Arn- Doe- Ede Harder- Nij- hel Zutdoom hem tin- wijk me- phen chem gen inwonertal >60000 lage inkomens - + - - - + - + uitkeringsafhankelijkheid - + - - - + - + minderheden - + - - - - + - geregistreerde misdrijven - + - - - + - - centrumfunctie + + + + - + + + werkloosheid en onderwijs 1) l) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) In dit onderzoek zijn gegevens uitsluitend op gemeentelijk niveau gepresenteerd; de zesde indicator. "slechte wijken' is op wijkniveau bepaald met name op basis van de indicatoren werkloosheid en onderwijs. In dit onderzoek is hieromtrent geen informatie opgenomen. + voldoet aan criterium - voldoet niet aan criterium Uit tabel 17 blijkt dat naast de steden Arnhem en Nijmegen er in Gelderland geen steden zijn die in aanmerking komen voor aanvullend beleid zoals dat door de minister wordt beoogd. Ede en Apeldoorn voldoen wel aan het gewenste minimum inwonertal maar scoren niet op de minimaal vereiste vier criteria. Hoe ziet nu de verdeling eruit indien we alle Gelderse gemeenten in beschouwing betrekken? Hiertoe is in tabel 18 de top vijftien lijst van gemeenten weergegeven, wederom op basis van de vijf criteria, waarbij niet is gekeken of er voldaan is aan de gewenste streefwaarde. Tabel 18 Top vijftien gemeenten op basis van geformuleerde criteria %bijstands- %allochtonen %misdrijven centrumfuctie gerechtigden \.IH NIJMEGEN ARNHEM NIJMEGEN NIJMEGEN 2 ZUTPHLN ARNHEM TIEL ARNHEM ARNHEM 3 NIJMEGEN ZUTPHEN CULEMBORG TIEI. APELDOORN 4 MILLINGEN AA) R. WAGENINGEN NIJMEGEN ZUTPHEN ZUTPHEN 5 HEERE WAARDEN DOESBURG DOESBURG APELDOORN DOETINCHEM 6 WINTERSWIJK TIEL WAGENINGEN WAGENINGEN EDE 7 DOESBURG DOETINCHEM HARDERWIJK ZALTBOMMEL TIEL 8 TIEL WESTERVOORT DINXPERLO CULEMBORG WINTERSWIJK 9 AALTEN UBBERGEN ZUTPHEN ROZENDAAL WAGENINGEN 10 GROENLO APELDOORN ZALTBOMMEL HARDER WIJK HARDER WIJK II RHEDEN RHEDEN EDE WIJCHEN ZEVENAAR 12 APELDOORN CULEMBORG APELDOORN EDE WIJCHEN 13 WISCH ZEVENAAR ZEVENAAR NIJKERK GENDRINGEN 14 DOETINCHEM GROESBEEK WESTERVOORT ZEVENAAR AALTEN 15 GROESBEEK ELST DOETINCHEM DOETENCIIEM ERMELO -

Uit deze opsomming blijkt dat de steden Arnhem en Nijmegen steeds in de top vier voorkomen en in drie gevallen zelfs de lijst van Gelderse gemeenten aanvoeren. Ede en Harderwijk zijn bij drie van de vijf criteria vertegenwoordigd bij de top vijftien van Gelderland. De beide gemeenten ontbreken bij het overzicht van lage inkomens en bij het aandeel bijstandsgerechtigden. De overige zes onderscheiden steden komen in alle gevallen in de top vijftien voor. Naast de 8 steden komen Culemborg, Doesburg en Wageningen driemaal voor op de top vijftien ranglijst. In Zevenaar is dat zelfs viermaal het geval. Zevenaar ontbreekt echter in het top tien overzicht, terwijl de gemeenten Doesburg en Wageningen veelal tot de eerste zeven gemeenten van de lijst behoren. Ook blijkt uit tabel 18 dat Doesburg, Wageningen en Culemborg veelal hoger scoren dan de steden Ede en Harderwijk, die eveneens driemaal scoren op de gehanteerde criteria. In staat 2 is van alle indicatoren een rangorde van gemeenten opgesteld naar de mate waarin bepaalde omstandigheden, kenmerken en verschijnselen zich voordoen. In staat 1 zijn de voor deze studie belangrijkste indicatoren samengevat weergegeven. Het hieruit resulterende beeld is herkenbaar, ondanks de toevoeging van indicatoren. Overigens dient hierbij te worden opgemerkt dat de indicatoren onderling niet zijn gewogen. Een andere selectie of een weging kan leiden tot een andere rangorde van gemeenten. Alle 8 Gelderse steden komen in de top vijftien lijst voor en worden vergezeld met de plaatsen Doesburg, Culemborg, Zaltbommel, Wageningen en Zevenaar. Doesburg neemt op basis van deze rangordening een zeer hoge notering in die vrijwel vergelijkbaar is met die van de steden Arnhem en Nijmegen. Zaltbommel's positie is duidelijk hoger in vergelijking tot de positie die werd ingenomen op basis van de beperktere indicatorenset zoals we die in tabel 18 tegenkwamen.

EEN ATLAS VAN GELDERSE GEMEENTEN EEN VERGELIJKING VAN MAATSCHAPPELIJKE INDICATOREN BIJLAGEN

BIJLAGE 1 GEMIDDELD BESTEEDBAAR INKOMEN PER INWONER 1996x 1000 GULDEN EN INDEX 1989=100 Gemiddeld besteedbaar Index 1989=100 Gemiddeld besteedbaar Index 1989=100 inkomen per inwoner 1996 inkomen per inwoner 1996 xl000gid xl000gid 1 Kesteren 17,2 130,8 44 Ammerzoden 19,9 140,1 2 Oldebroek 17,8 130,5 45 Angerlo 19,9 134,5 3 Brakel 17,9 130,3 46 Beuningen 19,9 124 4 Kerkwijk 18,5 125 47 Groenlo 19,9 126,4 5 Rijnwaarden 18,5 128,3 48 Putten 19,9 133,8 6 Elburg 18,6 133,9 49 Steenderen 19,9 124,7 7 Bameveld 18,7 128,9 50 Valburg 19,9 127 8 Dodewaard 18,7 130,6 51 Vorden 19,9 120,2 9 Gendt 18,7 120,5 52 Wageningen 19,9 127,1 10 Miiiingen a/d Rijn 18,7 128,1 53 West Maas en Waal 19,9 129,7 11 Aalten 18,8 125,7 54 Bergh 20 126,4 12 Doesburg 18,8 123,1 55 Ede 20 127,6 13 Westervoort 18,8 124,2 56 Groesbeek 20 127,5 14 Borculo 18,9 120,6 57 Hedel 20 126,9 15 Gendringen 18.9 129 58 Maunk 20 127 16 Neede 18,9 123,8 59 Scherpenzeei 20 132,8 17 Nunspeet 19 131 60 Wijchen 20 133,8 18 Eibergen 19,1 118,5 61 Doetinchem 20,1 128,3 19 Bemmel 19,2 128,5 62 Nijmegen 20,1 127,6 20 Heerewaarden 19,2 121,7 63 Duiven 20,2 128,3 21 Lichtenvoorde 19,2 125,3 64 Culemborg 20,3 132,4 22 Maasdriel 19,2 135,6 65 Epe 20,3 128,6 23 Lienden 19,3 131,4 66 Hattem 20,3 131,6 24 Wisch 19,3 127,1 67 Rossum 20,3 129 25 Hengelo 19,4 122,9 68 Huissen 20,4 133,5 26 Zelhen, 19,4 121,5 69 Arnhem 20,5 125,2 27 Zutphen 19,4 121 70 Ermelo 20,6 130,7 28 Echteld 19,5 132,4 71 Zaltbommel 20,6 134,6 29 Heteren 19,5 126,3 72 Zevenaar 20,6 126,2 30 Voorst 19,5 128,8 73 Brummer, 20,7 134,1 31 Dinxperlo 19,6 136 74 Geidermalsen 20,7 129,9 32 Druten 19,6 130,7 75 Lochen, 20,7 127 33 Harderwijk 19,6 131,3 76 Apeldoorn 20,8 126,8 34 Neenjnen 19,6 129,1 77 Eist 21 129,2 35 Nijkerk 19,6 145,8 78 Ubbergen 21,1 126,5 36 Wehi 19,6 123,4 79 Buren 21,2 131,7 37 Winterswijk 19,6 125,3 80 Heumen 21,4 129,4 38 Didam 19,7 128,6 81 Rheden 22,1 130,9 39 Lingewaal 19,7 126,7 82 Hoevelaken 22,3 133,7 40 Tiel 19,7 131,8 83 Hummeloen Keppel 22,3 124,3 41 Heerde 19,8 130,2 84 Renkum 23,5 126,6 42 Ruurlo 19,8 121,3 85 Gorssel 23,6 134,4 43 Wamsveld 19,8 123,5 86 Rozendaal 30,6 140,1 Gelderland 20,1 128,1 1) Het besteedbaar inkomen is het bruto inkomen verminderd met de premies sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting. Het bruto inkomen omvat winst uit onderneming, bruto inkomsten uit arbeid, inkomsten uit vermogen en bruto ontvangen overdrachten (zoals RWW, AOW, AWW en WAO). Bron: CBS.; Personele Inkomensverdeling 1996

BIJLAGE 2 THUISWONENDEN JONGER DAN 65 JAARMET PERIODIEKE MET PERIODIEKE ALGEMENE BIJSTAND NAAR LEEFTIJD EN GESLACHT, 31 DECEMBER 1997 Totaal 1) 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar Aantal 1564 jarigen % 15-64 jarigen met man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw 1-1-1998 periodieke algemene bijstand 1 Nijmegen 10325 520 675 1875 1945 1290 1300 815 905 490 510 107080 9,6 2 Arnhem 8515 380 435 1555 1445 1075 1105 775 805 465 480 95653 8,9 3 Zutphen 1355 55 90 205 230 150 200 105 170 45 95 23134 5,9 4 Wageningen 1255 95 110 290 250 130 120 55 95 45 55 23727 5,3 5 Doesburg 290 10 10 35 45 20 40 35 30 30 30 7667 3,8 6 Tiei 870 30 30 105 140 105 125 95 95 80 65 24866 3,5 7 Doetinchem 990 45 45 135 120 100 145 85 155 60 100 30351 3,3 8 Westervoort 360 15 15 35 80 40 70 25 50 15 20 11043 3,3 9 Ubbergen 195 15 10 40 25 20 25 20 25 10 5 6292 3,1 10 Apeldoorn 3165 185 190 480 460 355 465 220 365 170 255 102339 3,1 11 Rheden 835 35 40 115 110 100 105 85 115 45 85 28557 2,9 12 Culemborg 485 25 30 70 80 60 50 45 50 40 35 16598 2,9 13 Zevenaar 545 30 35 70 80 45 80 40 90 25 50 18918 2,9 14Groesbeek 360 20 15 3545 45 40 40 45 4530 13032 2,8 15 Eist 285 5 15 40 50 35 35 25 40 20 25 11468 2,5 16 Winterswijk 455 25 25 45 75 45 95 45 55 20 30 18481 2,5 17 Renkum 490 25 40 60 55 55 60 45 60 45 40 19936 2,5 18 liarderwijk 615 20 35 95 90 60 105 50 65 25 70 25925 2,4 19 Milbngen aan derijn 95 5 0 15 10 10 15 15 10 10 0 4023 2,4 20 Ede 1555 80 120 205 225 165 235 115 175 90 145 66481 2,3 21 Zattbommel 175 15 10 25 15 15 25 15 20 20 15 7666 2,3 22 Heumen 230 10 15 30 25 20 45 25 25 15 20 10598 2,2 23 Huissen 230 10 10 30 30 25 40 15 45 10 10 11054 2,1 24 R,jnwaarden 160 5 10 25 25 15 35 15 20 10 5 7712 2.1 25 Didam 240 10 5 25 20 25 45 35 35 20 20 11705 2,1 26 Druten 230 5 10 30 40 30 45 15 15 25 15 11399 2,0 27 Beuningen 340 20 15 45 55 35 60 30 30 20 30 16916 2,0 28 Wijchen 515 20 25 45 85 45 105 40 55 35 60 26227 2.0 29 Bergh 245 10 20 35 30 15 30 30 45 20 20 12691 1,9 30 Gendnngen 265 5 15 35 30 30 30 25 35 35 20 14138 1,9 31 Brummen 270 5 10 35 50 25 55 20 25 15 20 14576 1,9 32 Duiven 305 10 15 25 55 30 70 15 45 15 25 16508 1,8 33Epe 395 25 25 60 45 40 65 30 45 2535 22021 1,8 34 Groenlo 110 5 5 10 10 10 10 5 20 10 15 6223 1,8 35 Locttem 215 10 15 30 20 20 30 15 40 20 25 12223 1,8 36 Wisch 225 10 10 25 25 25 35 30 20 15 30 13154 1,7 37Kesteren 115 5 10 15 15 10 15 15 15 10 10 6745 1,7 38 Warnsveld 100 0 0 5 20 10 20 10 15 10 10 5958 1,7 39 Oinxperlo 95 0 15 5 15 5 25 5 10 5 10 5851 1,6 40Neede 120 10 5 15 15 15 20 5 15 10 10 7585 1,6 41 Valburg 140 5 5 10 20 15 20 15 25 10 20 8946 1,6 42Dcdewaard 45 5 5 10 0 5 5 5 5 0 5 2891 1,6 43 Bemmel 180 5 10 30 15 20 25 20 25 10 15 11729 1,5 44 Borculo 105 5 5 5 20 15 15 15 5 5 5 6883 1,5 45 West Maas en Waal 185 0 10 20 20 20 25 25 20 25 20 12204 1,5 46 Gendt 75 0 0 5 5 15 10 10 15 5 5 5019 1,5 47 Nijkerk 260 10 10 20 40 25 45 20 40 25 25 18613 1,4 48 Maasdnel 90 5 5 10 15 10 15 10 5 10 5 6480 1,4 49 Ermelo 245 10 10 25 56 25 45 25 25 5 25 17939 1,4 50 Aalten 165 5 10 15 30 10 35 15 25 10 15 12211 1,4 51 Heteren 80 5 5 5 15 10 5 10 10 10 10 6026 1,3 52 Maunk 60 0 5 5 10 5 15 10 5 5 5 4632 1,3 53 Gorssel 100 5 5 15 10 15 10 5 15 5 10 8378 1.2 54 Geldermalsen 190 10 5 30 25 20 20 15 25 20 20 16082 1,2 55HedeI 35 5 0 5 5 5 5 5 5 0 5 2985 1,2 56 Lingewaal 85 5 5 10 15 10 15 5 15 5 10 7254 1.2 57 Hattem 90 5 5 10 15 5 15 10 15 5 5 7709 1,2 58 Eibergen 130 5 5 20 15 10 20 10 25 10 10 11160 1,2 59 Nunspeet 190 15 10 25 20 15 35 15 25 10 25 16651 1,1 60Echteld 50 0 0 5 5 5 5 5 5 5 S 4460 1,1 61Lienden 60 0 0 15 S 5 5 5 10 5 5 5368 1,1 62 Voorst 175 10 10 25 25 20 20 15 20 15 20 15663 1,1 63Bameveld 335 15 15 45 45 45 55 20 40 2530 30200 1,1 64Heerewaarcien 10 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 917 1,1 65 Heerde 130 5 5 10 20 15 30 5 15 10 15 12071 11 66 Elburg 155 5 5 20 25 10 30 10 25 10 20 14570 11 67Wehl 50 5 10 5 5 5 5 5 5 5 0 4731 11 68 Putten 150 5 10 15 10 20 20 15 25 15 15 14675 1 69 Buren 70 5 0 10 10 5 10 10 10 10 5 7079 ic 70 Lichtenvoorde 125 0 10 15 10 15 25 10 20 10 10 12811 1 71Vorden 50 5 5 5 5 0 10 0 10 5 5 5416 72Rossum 20 0 0 5 0 0 5 0 5 0 5 2202 0,9 73Angerlo 30 0 5 0 5 0 5 0 5 5 0 3375 0,9 74 Oldebroek 130 5 10 10 20 15 20 15 15 15 10 14663 0,9 75 Neenjnen 65 5 0 10 10 5 10 10 10 5 5 7332 0,9 76 Zelhem 65 5 10 10 5 10 10 5 5 5 5 7630 0,9 77 Hengelo 45 0 0 0 5 5 5 5 10 5 0 5570 0,8 78 Steenderen 25 0 0 0 0 0 5 0 5 0 0 3255 0,8 79 Scherperizeel 45 5 0 5 5 5 5 5 10 0 10 6139 0,7 80 Rozendaal 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 683 0,7 81Ruurlo 35 0 5 0 5 5 5 0 5 0 0 5237 0,7 82Ammerzoden 20 0 0 0 5 0 5 0 5 5 0 2999 0,7 83 HummeloenKeppel 20 0 0 0 5 0 5 0 5 0 0 3021 0,7 84Hoevelaken 35 0 0 5 5 5 5 5 0 0 5 5931 0,6 85BrakeI 20 0 0 0 5 0 0 0 5 0 0 4614 0,4 86 Kerkwijk 15 0 0 0 0 0 5 5 0 0 0 4341 0,3 Gelderland 42005 1990 2425 6550 6775 4800 5905 3525 4575 2450 2945 1285266 3,3 1) Inclusief onbekend Bron Centraal Bureau voor de Statistiek

BIJLAGE 3 AANTAL WAO'ERS IN %VAN DE BEVOLKING VAN 15-64 JAAR, 31 DECEMBER 1996 % WAO-ers % WAO-ers 1 Wehi 14,3 44 Maurik 7,5 2 Errnelo 11,7 45 Rossum 7,5 3 Groesbeek 11,5 46 Tiel 7,5 4 Bergh 10,3 47 Ubbergen 7,5 5 Zutphen 10,3 48 Lichtenvoorde 7,4 6 Druten 10,0 49 Steenderen 7,4 7 Didam 9,9 50 West Maas & Waal 7,4 8 Groenlo 9,8 51 ZaItbornmel 7,4 9 Heerewaarden 9,6 52 Hattem 7,2 10 Wamsveld 9,5 53 Wijchen 7,2 11 Doesburg 9,1 54 Nijkerk 7,1 12 Doetinchem 9,1 55 Ammerzoden 7,0 13 Maasdnel 9,0 58 Ede 7,0 14 Rheden 9,0 57 Eiburg 7,0 15 Arnhem 8,9 58 Geldermalsen 7,0 16 Renkum 8,9 59 Bemmel 6,9 17 Hummelo en Keppel 8,8 60 Huissen 6,9 18 Voorst 8,8 61 Millingen ald Rijn 6,9 19 Gorssel 8,7 62 Heumen 6,7 20 Aalten 8,6 63 Neerijnen 6,7 21 Apeldoorn 8,6 64 Oldebroek 6,7 22 Lochem 8,5 65 Putten 6,7 23 Rijnwaarden 8,5 66 Westervoort 6,7 24 Brummen 8,4 67 Culemborg 6,5 25 Vorden 8,4 68 Echteld 6,5 26 Epe 8,3 69 Eist 6,5 27 Gendnngen 8,3 70 I-iedel 6,5 28 Zelhem 8,3 71 Lienden 6,5 29 F4eerde 8,2 72 Duiven 6,4 30 Winterswijk 8,2 73 Dinxperlo 6,2 31 Wisch 8,1 74 Valburg 6,2 32 Borculo 8,0 75 Brakel 6,1 33 Neede 8,0 76 Beuningen 6,0 34 Ruurto 7,9 77 Buren 6,0 35 Eibergen 7,8 78 Kesteren 6,0 36 Ileteren 7,8 79 Hoevelaken 5,9 37 Gendt 7,7 80 Bameveld 5,7 38 Nijmegen 7,7 81 Wageningen 5,7 39 Zevenaar 7,7 82 Dodewaard 5,6 40 Angerto 7,6 83 Kerkwijk 5,5 41 Harderwijk 7,6 84 Rozendaal 5,5 42 Nunspeet 7,6 85 Scherpenzeel 5,1 43 Hengelo 7,5 86 Lingewaal 4,9 Bron: LISV, Amsterdam Gelderland 7,9

1) BIJLAGE 4 AANTAL GEWELDSMISDRIJVEN EN AANTAL GEWELDSMISDRIJVEN PER 1000 INWONERS 1996 Totaal gewelds- aantal inwoners geweldsmisdrijven Totaal gewelds- aantal inwoners geweldsmisdrijven misdrijven 1-1-1996 per 1000 inwoners misdrijven 1-1-1996 per 1000 inwoners 1 Nijmegen 1431 147600 9,7 44 Epe 74 33403 2,2 2 Zaltbommel 85 10804 7,9 45 Eibergen 36 16430 2,2 3 Arnhem 1014 135026 7,5 46 Brakel 15 6915 2.2 4 TIel 222 34944 6,4 47 Angerlo 10 4652 2,1 5 Doesburg 66 10857 6,1 48 Druten 34 15847 2,1 6 Zutphen 194 32636 5,9 49 Groesbeek 40 18881 2,1 7 Wageningen 171 32780 5,2 50 Buren 21 10085 2,1 8 Heerewaarden 6 1258 4,8 51 Wamsveld 19 9141 2,1 9 Apeldoorn 697 150915 4,6 52 Duiven 45 23954 1.9 10 Ede 423 99927 4,2 53 Bemmel 31 16551 1,9 11 Nijkerk 107 26957 4,0 54 Wisch 37 19795 1,9 12 Maasdrtel 35 9205 3,8 55 Hoevelaken 16 8780 1,8 13 Cutemborg 91 24034 3,8 56 Geldermalsen 42 23223 1,8 14 Harderwijk 141 37484 3,8 57 Lingewaal 19 10611 1,8 15 Doetinchem 155 44050 3,5 58 Beuningen 43 24291 1,8 16 Zevenaar 92 26976 3,4 59 Lienden 13 7427 1,8 17 Errnelo 87 26719 3,3 60 Gendt 12 7131 1,7 18 Eist 61 19347 3,2 61 Gendnngen 32 20741 1,5 19 Rossum 10 3178 3,1 62 Westervoort 24 15979 1.5 20 Lichtenvoorde 58 18774 3,1 63 Echteld 10 6688 1,5 21 Bameveld 139 45874 3,0 64 WehI 10 6738 1,5 22 Wijchen 110 36571 3,0 65 Dodewaard 6 4163 1,4 23 Winterswijk 83 28192 2,9 66 Scherpenzeel 13 9140 1,4 24 Groenlo 26 9033 2,9 67 Heerde 26 18291 1,4 25 Kerkwijk 19 6623 2,9 68 Millingen aan de Rijn 8 5671 1,4 26 Huissen 42 15449 2,7 69 Didam 23 16564 1,4 27 Ammerzoden 12 4439 2,7 70 Oldebroek 30 21984 1,4 28 Valburg 34 12886 2,6 71 Zelhem 15 11228 1,3 29 Rozendaal 3 1162 2.6 72 Dinxperlo 11 8683 1,3 30 Renkum 82 32453 2,5 73 Rijnwaarden 13 10797 1,2 31 Rheden 113 44975 2,5 74 Hengelo 10 8364 1,2 32 Bergh 45 18016 2,5 75 Aalten 22 18546 1.2 33 West Maas en Waal 44 17729 2.5 76 Putten 26 22055 1,2 34 Borculo 25 10204 2,5 77 Ubbergen 11 9391 1,2 35 Hedel 10 4220 2,4 78 Brummen 24 21061 1,1 36 Heteren 20 8626 2,3 79 Kesteren 12 10563 1,1 37 Nunspeet 60 25957 2,3 80 Steenderen 5 4771 1.0 38 Gorssel 31 13470 2,3 81 Ruurlo 8 7948 1,0 39 Maurik 15 6523 2,3 82 Neerijnen 10 10748 0,9 40 Heumen 32 14157 2,3 83 Vorden 7 8426 0,8 41 Lochem 42 18608 2,3 84 Neede 9 11002 0,8 42 Voorst 53 23777 2,2 85 Hattem 8 11674 0,7 43 Elburg 47 21115 2,2 86 Hummeloen Keppel 3 4436 0,7 1) Totaal aantal door de politie geregistreerde geweldsmisdrijven ex (=strafbaar gesteld in het) Wetboek van Strafrecht Bron CBS Gelderland 7116 1876299 3,8

1) BIJLAGE 5 AANTAL MISDRIJVEN VAN VERNIELING EN EN OPENBARE ORDE,TOTAAL EN PER 1000 INWONERS, 1996 misdrijf vernieling aantal inwoners misdrijf vernieling en misdrijf vernieling aantal inwoners misdrijf vernieling en en openbare orde 1-1-1996 openbare orde per en openbare orde 1-1-1996 openbare orde per 1000 inwoners 1000 inwoners 1 Barneveld 1784 45874 38,9 44 Borculo 82 10204 8,0 2 Tiel 943 34944 27,0 45 Oldebroek 175 21984 8,0 3 Nijmegen 3417 147600 23,2 46 Buren 80 10085 7,9 4 Zaltbommel 224 10804 20,7 47 Didam 131 16564 7,9 5 Culemborg 477 24034 19,8 48 Ammerzoden 35 4439 7,9 6 Zevenaar 433 26976 16,1 49 Wisch 153 19795 7,7 7 l-leumen 227 14157 18,0 50 West Maas en Waal 136 17729 7,7 8 Zutphen 494 32636 18,1 51 Rheden 332 44975 7,4 9 Wijchen 546 36571 14,9 52 Rossum 23 3178 7,2 10 Huissen 228 15449 14,8 53 Millingen aan de Rijr 41 5671 7,2 11 Echteld 96 6688 14,4 54 Ermelo 193 26719 7,2 12 Apeldoorn 2093 150915 13,9 55 Eist 136 19347 7,0 13 Arnhem 1835 135026 13,6 56 Valburg 90 12886 7,0 14 Lichtenvoorde 252 18774 13,4 57 Bernmel 114 16551 6,9 15 ljbbergen 125 9391 13.3 58 Angerlo 32 4652 6,9 16 Wageningen 431 32780 13,1 59 Maurik 4.4 6523 6,7 17 Maasdnel 117 9205 12,7 80 Steenderen 31 4771 6,5 18 Beuningen 307 24291 12,6 61 Aalten 120 18548 8,5 19 Lochem 235 18608 12,6 62 keerewaardes, 8 1258 6,4 20 Nijkerk 323 26967 12,0 63 Wamsveld 57 9141 6,2 21 Groesbeeli 226 18881 12.0 64 Brakel 43 6915 6,2 22 Groenlo 107 9033 11,8 68 Bergh 110 18016 6,1 23 Doesburg 123 10857 11,3 66 Wehl 41 6738 6,1 24 Rozendaal 13 1162 11,2 67 Lingewaal 64 10611 6,0 25 Hoevelaken 92 8780 10,5 68 keerde 108 18291 5,9 28 Westervoort 186 15979 10,4 89 Gondt 42 7131 5,9 27 Druten 164 15847 10,3 70 Putten 129 22055 5,8 28 Scherpenzeel 93 9140 10,2 71 keteren 47 8826 5,4 29 Doetinchem 438 44050 9,9 72 Hengelo 45 8384 5,4 30 Elburg 206 21115 9,8 73 Dodewaard 21 4183 5,0 31 Winterswijk 274 28192 9,7 74 Vrxden 42 8426 5,0 32 liedel 40 4220 9,5 75 Gendringen 103 20741 5,0 33 Kesteren 98 10563 9,3 76 Eibergen 78 16430 4,7 34 l'larderwljk 343 37484 9.2 77 Lienden 35 7427 4,7 35 Gelderrnalsen 212 23223 9,1 78 Gorssel 63 13470 4,7 36 Duiven 216 23954 9,0 79 Dinxperlo 40 8883 4,6 37 Epe 300 33403 9,0 80 Hatem 53 11674 4,5 38 Nunspeet 231 25957 8,9 81 Neenjnen 48 10748 4,5 39 Brummen 185 21061 8,8 82 Neede 48 11002 4,4 40 Renkum 284 32453 8,8 83 Kerkwijk 27 6623 4,1 41 Ede 850 99927 8,5 84 Zelhem 44 11228 3,9 42 Voorst 198 23777 8,3 85 Ruurlo 20 7948 2,5 43 Rijnwaarden 87 10797 8,1 86 Hummeloen Koppel 10 4436 2,3 1) Misdrijven ex (= strafbaar gesteld in het) Wetboek van Strafrecht Bron CBS Gelderland 22807 1876299 12,2

BIJLAGE 6 NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN, TOTAAL EN LANGER DAN 1 JAAR INGESCHREVEN, SITUATIE PER 1-1-1999 Totaal W.V. NWW>ljr Totaal W.V. NWW>lj >1 jr in % totaal >1 jr in % tota' 1 Nijmegen 13219 8944 67,7 44 Gorssel 242 130 53,7 2 Ubbergen 427 286 67,0 45 Hedel 84 45 53,6 3 Rozendaal 17 11 64,7 46 Druten 615 327 53,2 4 Zutphen 2070 1320 63,8 47 Buren 209 111 53,1 5 Westervoort 697 443 63,6 48 Gendnngen 605 320 52,9 6 Millingen a/d Rijn 232 146 62,9 49 Voorst 488 258 52,9 7 Doesburg 552 345 62,5 50 Vorden 169 89 52,7 8 Groesbeek 903 561 62,1 51 Maunk 160 84 52,5 9 Heumen 511 316 61,8 52 Huissen 460 241 52,4 10 Zevenaar 1118 691 61,8 53 Ermelo 410 213 52,0 11 Beuningen 943 578 61,3 54 Dodewaard 79 41 51,9 12 Arnhem 10336 6303 61,0 55 Bemmel 434 221 50,9 13 Epe 943 575 61,0 56 Brummen 599 305 50,9 14 Apeldoorn 5351 3259 60,9 57 Wageningen 1687 853 50, 15 Eist 463 281 60,7 58 Heerde 347 175 50, 16 Culemborg 805 488 60,6 59 Zelhem 264 133 50, 17 Rheden 1526 917 60,1 60 Bergh 522 261 50, 18 West Maas en Waal 510 306 60,0 61 Hoevelaken 64 32 50, 19 Tiel 1719 1023 59,5 62 Wisch 506 252 49, 20 Ede 2915 1734 59,5 63 Lichtenvoorde 335 166 49, 21 Winterswijk 774 460 59,4 64 Scherpenzeel 93 46 49, 22 Kesteren 215 127 59,1 65 Wehi 137 67 48, 23 Renkum 874 514 58,8 66 Nijkerk 422 202 47, 24 Aalten 337 197 58,5 67 Heteren 187 89 47, 25 Rijnwaarden 413 241 58,4 68 Neede 263 124 47, 26 Duiven 709 411 58,0 69 Ruurlo 166 78 47, 27 Angerlo 114 66 57,9 70 Bameveld 665 312 46, 28 Groenlo 220 127 57,7 71 Putten 287 134 46, 29 Wijchen 1370 787 57,4 72 Hummeloen Keppel 80 37 46, 30 Zaitbommel 305 174 57,0 73 Lienden 174 80 46, 31 Didam 619 353 57,0 74 Maasdriel 244 108 44, 32 Doettnchem 1752 999 57,0 75 Dinxperlo 186 82 44 33 Eibergen 353 201 56,9 76 Kerkwijk 96 42 43 34 Hattem 233 132 56,7 77 Rossum 78 34 43 35 Echteld 109 61 56,0 78 Geldermalsen 478 206 43 36 Valburg 312 174 55.8 79 Nunspeet 425 180 42 37 Harderwijk 1033 673 55,5 80 Hengelo Gid 189 79 41 38 Borculo 259 143 55,2 81 Oldebroek 382 158 41 39 Lochem 488 269 55,1 82 Neerijnen 232 94 40 Steenderen 71 39 54,9 83 Elburg 406 161 3 41 Gendt 204 112 54,9 84 Brakel 144 54 3 42 Wamsveld 235 128 54,5 85 Heerewaarden 45 15 3 43 Lingewaal 173 94 54,3 86 Ammerzoden 70 18 2 Bron: Rba's Gelderland Gelderland 70157 41566 5

BIJLAGE 7 NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN, TOTAAL EN JONGER DAN 27 JAAR, SITUATIE PER 1-1-1999 NWW <27jr NWW <27 Totaal <27 in % totaal Totaal <27 in % totaal 1 Elburg 406 112 27,6 44 Eibergen 353 69 19,5 2 Zelhem 264 72 27,3 45 Kesteren 215 41 19,1 3 Lochem 488 128 26,2 46 Valburg 312 59 18,9 4 Hengelo Gld 189 47 24,9 47 Nijmegen 13219 2495 18,9 5 Vorden 169 42 24,9 48 Gendringen 605 113 18,7 6 t-leerde 347 86 24,8 49 Eist 463 86 18,6 7 Haltem 233 57 24,5 50 Ammerzoden 70 13 18,6 8 Ermelo 410 99 24,1 51 Winterswijk 774 143 18.5 9 Oldebroek 382 92 24,1 52 Rijnwaarden 413 76 18,4 10 Dodewaard 79 19 24,1 53 Huissen 460 83 18.0 11 Wageningen 1887 404 23,9 54 Ubbergen 427 77 18,0 12 Bameveld 665 158 23.8 55 Rozendaal 17 3 17,6 13 Dinxperlo 186 44 23.7 56 Hummelo en Keppel 80 14 17,5 14 Wisch 506 119 23,5 57 Groesbeek 903 157 17,4 15 Brummen 599 139 23,2 58 Gelderrnalsen 478 83 17,4 16 Nunspeet 425 98 23,1 59 Lingewaal 173 30 17,3 17 Ede 2915 672 23,1 60 Didam 619 107 17,3 18 Zutphen 2070 477 23,0 61 Groenlo 220 38 17,3 19 WehI 137 31 22,6 62 Druten 615 106 17,2 20 Doebnchem 1752 393 22,4 63 Hoevelaken 64 11 17,2 21 Voorst 488 109 22,3 64 Duiven 709 121 17,1 22 Zaltbornmel 305 67 22,0 65 Bemrnel 434 74 17,1 23 Doesburg 552 121 21,9 66 Wijchen 1370 229 16,7 24 Lichtenvoorde 335 72 21,5 67 Anger$o 114 19 16,7 25 Aalten 337 72 21,4 68 Kerkwijk 96 16 16,7 26 Tiet 1719 367 21,3 69 Lienden 174 29 16,7 27 Wamsveld 235 50 21,3 70 Borculo 259 43 16,6 28 Putten 287 61 21,3 71 Beuningen 943 155 16,4 29 Mauflk 160 34 21,3 72 Maasdriel 244 40 16,4 30 Rheden 1526 320 21,0 73 Neede 263 43 16,3 31 Apeldoorn 5351 1118 20,9 74 Renkum 874 138 15,8 32 Heteren 187 39 20,9 75 Westetvoort 697 110 15,8 33 Zevenaar 1118 231 20,7 76 Gorssel 242 38 15,7 34 Harderwijk 1033 213 20,6 77 Heumen 511 80 15,7 35 Nijkerk 422 87 20,6 78 Millingen a/d Rijn 232 36 15.5 36 Rossum 78 16 20,5 79 Neenjnen 232 35 15,1 37 Bergh 522 107 20,5 80 Scherpenzeel 93 14 15,1 38 Epe 943 192 20,4 81 Culeniborg 805 118 14,7 39 Echteld 109 22 20,2 82 Hedel 84 12 14,3 40 Brakel 144 29 20,1 83 West Maas en Waal 510 69 13,5 41 Buren 209 42 20,1 84 Heerewaarden 45 6 13,3 42 Arnhem 10336 2077 20,1 85 Steenderen 71 9 12,7 43 Ruurlo 166 33 19,9 86 Gendt 204 23 11,3 Bron Rbas Gelderland Gelderland 70157 14029 20,0

BIJLAGE 8 NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN, TOTAAL EN MAXIMAAL GENOTEN OPLEIDINGSNIVEAU BASISONDERWIJS, SITUATIE PER 1-1-1999 Totaal Waarvan max. NWW met max. Totaal Waarvan max. NWW met max. basisschool basisschool in basisschool basisschool in %totaal %totaal 1 Harderwijk 1040 395 38,0 44 Echteld 109 22 20,2 2 Nijkerk 425 151 35,5 45 Hengelo 189 38 20,1 3 Zutphen 2088 716 34,3 46 Voorst 521 104 20,0 4 Winterwijk 774 260 33,6 47 Neerijnen 232 46 19,8 5 Ede 2970 965 32,5 48 Wageningen 1702 335 19,7 6 Lochem 492 157 31,9 49 West Maas en Wa 510 99 194 7 Tiel 1719 548 31,9 50 Maunk 160 31 19,4 8 Oldebroek 389 123 31,6 51 Hedel 84 16 19,0 9 1-lattem 233 73 31,3 52 Eibergen 353 67 19,0 10 Maasdriel 244 75 30,7 53 adam 619 115 18,6 11 Bameveld 670 204 30,4 54 Rheden 1526 277 18,2 12 Zaltbommel 305 90 29,5 55 Brakel 144 26 18,1 13 Groesbeek 903 261 28,9 56 Beuningen 943 168 17,8 14 Apeldoorn 6418 1564 28,9 57 Renkum 874 153 17,5 15 Groenlo 220 63 28,6 58 Ungewaal 173 30 17,3 16 1-leerde 347 99 28,5 59 Lichtenvoorde 335 58 17,3 17 Doesburg 552 155 28,1 60 Dinxperto 186 32 17.2 18 Arnhem 10336 2826 27,3 61 Hoevelaken 64 11 17,2 19 Aalten 337 92 27,3 62 Ammerzoden 70 12 17,1 20 Culemborg 805 219 272 63 Wamsveld 237 40 16,9 21 Epe 977 262 26,8 64 Ruurlo 166 28 16,9 22 Brummen 612 163 26,6 65 Ebt 463 78 16,8 23 Dodewaard 79 21 26,6 66 WehI 137 23 16,8 24 Millingen ald Rijn 232 59 25,4 67 Buren 209 35 16,7 25 Putten 290 73 25.2 68 Kerkwijk 96 16 16.7 26 Kesteren 215 53 24,7 69 Rossum 78 13 16,7 27 WISCPI 506 123 24,3 70 Ubbergen 427 71 16,6 28 Scherpenzeel 93 22 23,7 71 Heumen 511 84 16,4 29 Nijmegen 13219 3126 23,6 72 Zelhem 264 43 16,3 30 Huissen 460 107 23,3 73 Gendt 204 33 16,2 31 Ermelo 414 96 23,2 74 Heteren 187 30 16,0 32 Nunspeet 434 98 22,6 75 Valburg 312 50 16.0 33 Druten 615 138 22,4 76 Gorssel 245 39 15,9 34 Elburg 411 92 22,4 77 Wijchen 1370 214 15,6 35 Geldermalsen 478 106 22.2 78 l-leerewaarden 45 7 15,6 36 Doetinchem 1752 388 22,1 79 Bemmel 434 66 15,2 37 Borculo 259 57 22,0 80 Zevenaar 1118 159 14,2 38 Bergh 522 114 21,8 81 Hummeloen Kepp 80 11 13,8 39 Gendflngen 605 131 21,7 82 Steenderen 71 9 12,7 40 Lienden 174 37 21,3 83 Westervoort 697 87 12,5 41 Rijnwaarden 413 87 21,1 84 Duiven 709 78 11,0 42 Neede 263 55 20,9 85 Angerlo 114 12 10,5 43 Vorden 172 35 20,3 86 Rozendaal 17 0 0,0 Gelderland 70447 17345 24,6 Bron: Rbas Gelderland

BIJLAGE 9 NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN, TOTAAL EN MAXIMAAL GENOTEN OPLEIDINGSNIVEAU VBO/MAVO, SITUATIE PER 1-1-1999 Totaal Waarvan max. NW'N met max. Totaal Waarvan may NWW met max vbo/mavo vbolmavo vt)o/mavo vboimao in % totaal in % totaal 1 Maasdriel 244 193 79,1 44 Huissen 460 291 63,3 2 Echteld 109 64 77,1 45 Arnhem 10336 6509 63,0 3 Brakel 144 110 76,4 46 Doetinchem 1752 1095 62,5 4 Neerijnen 232 174 75,0 47 Heteren 187 116 62,0 5 Groesbeek 903 664 73,5 48 Eist 463 285 61,6 6 Lienden 174 127 73,0 49 Rossum 78 48 61,5 7 Tiel 1719 1250 72,7 50 Buren 209 128 61,2 8 Doesburg 552 398 72,1 51 Wijchen 1370 839 61,2 9 Lingewaal 173 124 71,7 52 Beuningen 943 575 61,0 10 Kesteren 215 154 71,6 53 Lichtenvoorde 335 204 60,9 11 Dinxpeilo 186 133 71,5 54 Brummen 612 372 60,8 12 Mitlingen a/d Rijn 232 165 71,1 55 Eibergen 353 214 60,6 13 Maurik 160 113 70,6 56 Rheden 1526 925 60,6 14 Rijrraarden 413 291 70,5 57 Elburg 411 249 60,6 15 West Maas en Waal 510 356 69,8 58 Putten 290 175 60,3 16 Dodewaard 79 55 69,6 59 Apeldoorn 5418 3256 60,1 17 Winterswijk 774 536 69,3 60 Hattem 233 140 60,1 18 Oldebroek 389 269 69,2 61 Kerkwijk 96 57 59,4 19 Druten 615 425 69,1 62 WehI 137 80 58,4 20 Gendnngen 605 413 68,3 63 Lochem 492 287 58,3 21 Zaltbommel 305 206 67,5 64 Borculo 259 151 58,3 22 Bameveld 670 452 67,5 65 Zevenaar 1118 650 58,1 23 Harderwijk 1040 697 67,0 66 Westervoort 697 403 57,8 24 Groenlo 220 147 66,8 67 Valburg 312 178 57,1 25 Geldermalsen 478 319 66,7 68 Nunspeet 434 246 56,7 26 Heerewaarden 45 30 66,7 69 Voorst 521 292 56,0 27 Wisch 506 335 66,2 70 Nijmegen 13219 7267 55,0 28 Gendt 204 135 66,2 71 Scherperizeel 93 51 54,8 29 Nijkerk 425 281 66,1 72 -ledel 84 45 53,6 30 Ammerzoden 70 46 65,7 73 Ermelo 414 221 53,4 31 Hengelo GId 189 124 65,6 74 Renkum 874 460 52.6 32 Didam 619 406 65,6 75 Vorden 172 90 52.3 33 Aalten 337 221 65,6 76 Gorssel 245 125 51.0 34 Culemborg 805 525 65,2 77 Heumen 511 257 50,3 35 Zelhem 264 172 65,2 78 Ubbergen 427 214 50,1 36 Heerde 347 225 64,8 79 Duiven 709 349 49,2 37 Neede 263 170 64,6 80 Angerlo 114 56 49,1 38 Ruurlo 166 107 64,5 81 Hoevelaken 64 31 48,4 39 Zutphen 2088 1345 64,4 82 Wamsveld 237 113 47,7 40 Bergh 522 335 64,2 83 Hummelo en Keppel 80 36 45,0 41 Epe 977 625 64,0 84 Steenderen 71 31 43,7 42 Ede 2970 1896 63,8 85 Wageningen 1702 617 36,3 43 Bemmel 434 275 63,4 86 Rozendaal 17 2 11,8 Bron Rba's Gelderland Gelderland 70447 42838 60,8

BIJLAGE 10 AANDEEL LAGER-, MIDDELBAAR- EN HOGER OPGELEIDEN IN % VAN DE BEVOLKING, 1995 1) % lager % middelbaar % h opgeleiden opgeleiden opgele 1 Oldebroek 53,6 1 Duiven 46,6 1 Wageningen 2 Putten 52,5 2 Doetinchem 44,0 2 Nijmegen 3 Tiel 51,3 3 Zevenaar 43,5 3 Arnhem 4 Epe 50,9 4 Geldernialsen 42,4 4 Renkum 5 Barneveld 50,0 5 Wijchen 42,1 5 Zutphen 6 Winterswijk 47,5 6 Harderwijk 41,6 6 Culemborg 7 Nunspeet 47,3 7 Rheden 41,6 7 Rheden 8 Ede 45,4 8 Gendringen 41,3 8 Wijchen 9 Brummen 43,9 9 Apeldoorn 41,1 9 Zevenaar 10 Beuningen 43,4 10 Ermelo 41,0 10 Ermelo 11 Harderwijk 43,2 11 Zutphen 39,9 11 Apeldoorn 12 Voorst 43,2 12 Beuningen 39,2 12 Beuningen 13 Nijkerk 43,1 13 Ede 38,9 13 Geldermaisen 14 Culemborg 42,6 14 Putten 38,8 14 Doetinchem 15 Gendringen 42,6 15 Nunspeet 38,8 15 Ede 16 Geldermalsen 41,8 16 Nijkerk 38,7 16 Epe 17 Apeldoorn 40,8 17 Winterswijk 38,7 17 Harderwijk 18 Doetinchem 40,3 18 Voorst 38,5 18 Duiven 19 Ermelo 39,9 19 Brummen 37,4 19 Nunspeet 20 Renkum 38,9 20 Bameveld 36,6 20 Winterswijk 21 Arnhem 38,8 21 Culemborg 36,4 21 Bameveld 22 Duiven 38,7 22 Renkum 36,0 22 Tiel 23 Zutphen 38,5 23 Tiel 35,9 23 Voorst 24 Rheden 37,5 24 Arnhem 35,4 24 Brummen 25 Wijchen 37,3 25 Epe 33,8 25 Putten 26 Zevenaar 37,2 26 Oldebroek 32,0 26 Elburg 27 Nijmegen 33,0 27 Nijmegen 30,8 27 Gendringen 28 Elburg 29,8 28 Wageningen 30,0 28 Nijkerk 29 Wageningen 24,9 29 Elburg 25,0 29 Oldebroek Nederland 42,0 Nederland 38,9 Nederland 1) Gemeenten met meer dan 20.000 inwoners Bron: Enquête Beroepsbevolking CBS

BIJLAGE ii AANDEEL NEDERLANDSE LEERLINGEN VAN OUDERS MET EEN LAAG OPLEIDINGS- EN BEROEPSNIVEAU (1,25 LEERLINGEN) IN HET TOTAAL AANTAL BASISSCHOOLLEERLINGEN, 1 OKTOBER 1998 Totaal 1.2511 1.2511in%tot. Totaal 1.2511 1.2511in%tot 1 MILLINGENNDRIJN 624 292 46,8 44 1-IETEREN 888 166 19,1 2 OLDEBROEK 2636 1088 41,3 45 AALTEN 1987 372 18,7 3 RIJNWAARDEN 1083 416 38,4 46 HARDERWIJK 4332 806 18,6 4 KESTEREN 1732 629 36,3 47 GELDERMALSEN 2669 496 18,6 5 DODEWAARD 390 135 34,6 48 ELST 1756 317 18,1 6 NEERIJNEN 1240 423 34,1 49 WIJCI-IEN 4023 713 17,7 7 MAURIK 609 205 33,7 50 BORCULO 937 162 17,3 8 KERKWIJK 803 266 33,1 51 ARNHEM 11243 1942 17,3 9 BRAKEL 686 224 32,7 52 EDE 11396 1915 16,8 10 GROENLO 888 281 31,6 53 WINTERSWIJK 2667 446 16,7 Ii ELBURG 2327 723 31,1 54 GENDT 710 117 16,5 12 BERGH 1676 495 29,5 55 WISCH 1908 312 16,4 13 NUNSPEET 3013 885 29,4 56 TIEL 3958 637 16,1 14 BARNEVELD 6354 1861 29,3 57 NIJMEGEN 12178 1943 16,0 15 EIBERGEN 1738 507 29,2 58 DOESBURG 1171 186 15,9 16 STEENDEREN 523 152 29,1 59 DOETINCHEM 4599 729 15,9 17 MAASORIEL 1023 297 29,0 60 WESTERVOORT 2087 316 15,1 18 NIJKERK 2801 805 28.7 61 BEMMEL 1586 238 15,0 19 ROSSUM 312 89 28,5 62 HATTEM 1220 177 14,5 20 PUTTEN 2485 703 28,3 63 APELDOORN 13897 2000 14,4 21 OIDAM 1645 456 27,7 64 ZUTPHEN 3168 454 14,3 22 DINXPERLO 918 253 27,6 66 RHEDEN 3556 500 14,1 23 ECHTELD 567 153 27,0 66 VALBURG 1395 195 14,0 24 HEDEL 501 135 26,9 67 WEHL 651 88 13,5 25 HEEREWMRDEN 131 35 26,7 68 ZALTBOMMEL 1101 145 13,2 26 RUURLO 787 210 26,7 69 WAGENINGEN 2580 337 13,1 27 GENDRINGEN 2005 506 25,2 70 ANGERLO 473 61 12,9 28 ZELHEM 1021 257 25,2 71 LOCHEM 1818 233 12,8 29 WEST MAAS EN WAAL 1764 438 24.8 72 UBBERGEN 708 90 12,7 30 NEEDE 996 233 23,4 73 ZEVENAAR 2381 299 12,6 31 GROESBEEK 1698 388 22,9 74 DUIVEN 3015 360 11,9 32 EPE 3012 685 22,7 75 HEERDE 1773 561 11,8 33 SCHERPENZEEL 1168 261 22,3 76 GORSSEL 1068 124 11,6 34 BRUMMEN 2060 460 22,3 77 HUMMELO EN KEPPEL 437 50 11,4 35 DRUTEN 1686 374 22,2 78 HEUMEN 1867 206 11,0 36 LINGEWAAL 1118 247 22,1 79 ERMELO 2689 293 10.9 37 LIENDEN 839 184 21.9 80 CULEMBORG 2668 288 10.8 38 HENGELO 899 189 21,0 81 BEUNINGEN 2962 315 10.6 39 VOORST 2830 586 20,7 82 RENKUM 2609 273 10,5 40 AMMERZODEN 435 88 20,2 83 WARNSVELD 1233 70 5,7 41 LICHTENVOORDE 2142 420 19,6 84 VORDEN 760 40 5,3 42 BUREN 987 191 19,4 85 I-IOEVELAKEN 1003 19 1,9 43 HUISSEN 1661 318 19,1 86 ROZENDAAL 162 - - Bron 0Fl tellingen GELDERLAND 189082 36534 19,3

BIJLAGE 12 AANDEEL ALLOCHTONE LEERLINGEN VAN OUDERS MET EEN LAAG OPLEIDINGS- EN BEROEPSNIVEAU (1.90 LEERLINGEN) IN HET TOTAAL AANTAL BASISSCHOOLLEERLINGEN, 1 OKTOBER 1998 Totaal 1,911 1.9 11 in % tot. Totaal 1.911 1.911 in % tot. 1 ARNHEM 11243 2661 23,7 44 MILLINGEN AAN DE RIJN 624 19 3,0 2 TIEL 3958 736 18,6 45 HEDEL 501 15 3,0 3 CULEMBORG 2668 437 16,4 46 AMMERZODEN 435 13 3,0 4 NIJMEGEN 12178 1969 16,2 47 RUURLO 767 23 2,9 5 DOESBURG 1171 173 14,8 48 GELDERMALSEN 2669 77 2,9 6 HEEREWAARDEN 131 14,5 49 PUTTEN 2485 71 2,9 7 HARDERWIJK 4332 531 12,3 50 DINXPERLO 916 26 2,8 8 ZALTBOMMEL 1101 127 11,5 51 ANGERLO 473 13 2,7 9 EDE 11396 1205 10,6 52 NEERIJNEN 1240 34 2,7 10 ZUTPHEN 3168 318 10,0 53 HETEREN 868 21 2,4 11 WISCH 1908 177 9,3 54 OLDEBROEK 2636 62 2,4 12 BRUMMEN 2060 190 9,2 55 HUISSEN 1661 39 2.3 13 EPE 3012 265 8,8 56 GORSSEL 1068 25 2,3 14 GENDRINGEN 2005 166 8,3 57 ECHTELD 567 13 2,3 15 AALTEN 1987 164 8,3 58 WEST MAAS EN WAAL 1764 39 2,2 16 APELDOORN 13897 1118 8,0 59 DIDAM 1645 36 2,2 17 ZEVENAAR 2381 186 7,8 60 ELBURG 2327 49 2,1 18 GROENLO 888 67 7,5 61 HATTEM 1220 25 2,0 19 RHEDEN 3556 266 7,5 62 WARNSVELD 1233 25 2,0 20 DRUTEN 1686 123 7,3 63 NUNSPEET 3013 61 2,0 21 NIJKERK 2801 196 7,0 64 DUIVEN 3015 61 2,0 22 WAGENINGEN 2580 180 7.0 65 SCHERPENZEEL 1168 22 1,9 23 DOETINCHEM 4599 320 7,0 66 HEERDE 1773 33 1,9 24 WINTERSWIJK 2667 182 6,8 67 BEUNINGEN 2962 54 1,8 25 ELST 1756 111 6,3 68 LIENDEN 839 15 1,8 26 LOCHEM 1818 112 6,2 69 HENGELO 899 16 1,8 27 RENKUM 2609 146 5,6 70 VORDEN 760 13 1,7 28 KESTEREN 1732 96 5,5 71 EIBERGEN 1738 28 1,6 29 BORCULO 937 50 5,3 72 BRAKEL 686 11 1,6 30 GROESBEEK 1698 83 4,9 73 BEMMEL 1586 22 1,4 31 LINGEWAAL 1118 54 4.8 74 MAURIK 609 8 1,3 32 RIJNWAARDEN 1083 51 4,7 75 UBBERGEN 708 9 1,3 33 DODEWAARD 390 17 4,4 76 MAASDRIEL 1023 13 1,3 34 BERGH 1676 72 4,3 77 KERKWIJK 803 10 1,2 35 WESTERVOORT 2087 86 4.1 78 STEENDEREN 523 6 1,1 36 BARNEVELD 6354 250 3,9 79 HUMMELO EN KEPPEL 437 5 1,1 37 WIJCHEN 4023 158 3,9 80 BUREN 987 11 1,1 38 NEEDE 996 38 3,8 81 HEUMEN 1867 20 1,1 39 LICI-1TENVOORDE 2142 74 3,5 82 HOEVELAKEN 1003 10 1.0 40 VOORST 2830 92 3,3 83 ROSSUM 312 2 0.6 41 ZELHEM 1021 33 3,2 84 WEHL 651 3 0,5 42 GENDT 710 22 3,1 85 VALBURG 1395 3 0,2 43 ERMELO 2689 83 3,1 86 ROZENDAAL 162 - - Bron CFI tellingen GELDERLAND 189082 14465 7,7

BIJLAGE 13 VERDELING LEERLINGEN LEERJAAR 3 VOORTGEZET ONDERWIJS IN %, HAVO/VWO, MAVO EN VBO, SCHOOLJAAR 1997/19981) % HAVO/VWO MAVO VBO HAVO/VWO MAVO VBO 1 Heerewaarden 21,4 21,4 57,1 44 Harderwijk 37,1 28,9 34,0 2 Ruurlo 22,2 33,3 44,4 45 Nunspeet 37,1 30,0 32,9 3 Gendringen 22,8 41,1 36,1 46 Steenderen 37,3 25,4 37,3 4 Hengelo 26,8 36,1 37,1 47 Kerkwijk 37,4 21,5 41,1 5 Kesteren 27,1 32,8 40,1 48 Zutphen 37,4 28,5 34,1 6 Nijkerk 27,2 30,8 42,0 49 Druten 37,8 28,7 33,5 7 Wisch 27,5 36,7 35,8 50 Ammerzoden 38,1 27,0 34,9 8 Maurik 28,8 37,9 33,3 51 Eibergen 38,3 19,4 42,3 9 Neenjnen 29,2 27,8 43,1 52 Aalten 38,4 21,9 39,7 10 Geldermalsen 29,3 33,3 37,3 53 Wehi 38,7 20,0 41,3 11 Winterswijk 29,6 30,9 39,5 54 Ede 38,7 26,9 34,4 12 Rijnwaarden 29,9 23,8 46,3 55 Heteren 38,8 25,5 35,7 13 Borculo 30,0 28,3 41,7 56 Culemborg 38,9 28,5 32,6 14 Westervoort 30,5 33,5 36,1 57 Groesbeek 39,4 20,4 40,3 15 Zelhem 31,3 23,4 45,3 58 Lochem 39,6 30,8 29,5 16 Putten 31,8 34,6 33,6 59 Apeldoorn 39,7 26,9 33,4 17 Dodewaard 31,8 34,1 34,1 60 Doetinchem 40,4 24,9 34,7 18 Tiel 32,1 36,2 31,7 61 Huissen 40,5 24,9 34,6 19 Brakel 32,3 28,3 39,4 62 Wijchen 40,8 30,4 28,8 20 Dinxperto 32,4 25,5 42,1 63 Maasdnel 41,0 23,8 36,2 21 Doesburg 32,7 34,7 32,7 64 Rheden 41,5 29,4 29,1 22 Echteld 33,0 27,7 39,4 65 Duiven 42,1 30,1 27,8 23 Lichtenvoorde 33,0 26,8 40,2 66 Beuningen 43,0 25,4 31,6 24 Groenlo 33,3 28,9 37,8 67 Hoevelaken 43,4 35,2 21,3 25 Hummelo en Keppel 33,3 33,3 33,3 68 Valburg 43,9 23,0 33,1 26 Oldebroek 33,3 33,7 32,9 69 Renkum 44,2 27,4 28,4 27 Epe 33,5 23,3 43,2 70 Scherpenzeel 45,0 21,7 33,3 28 Elburg 34,3 30,4 35,3 71 Wageningen 45,1 21,4 33,6 29 Arnhem 34,3 21,1 44,5 72 Zevenaar 45,4 26,9 27,7 30 Lienden 34,5 36,1 29,4 73 Millingen a/d Rijn 45,5 34,8 19,7 31 Hedel 34,8 23,2 42,0 74 Bemmel 46,3 27,1 26,6 32 Brummen 34,9 31,8 33,3 75 Hattem 46,3 39,5 14,2 33 Lingewaal 34,9 18,3 46,8 76 Nijmegen 46,3 19,2 34,5 34 Bameveld 35,4 22,2 42,5 77 Warnsveld 47,5 24,1 28,4 35 Buren 35,6 35,6 28,8 78 Angerlo 48,3 31,0 20,7 36 Neede 35,7 27,8 36,5 79 Rossum 50,0 31,0 19,0 37 Voorst 35,8 29,2 35,1 80 Eist 50,2 18,1 31,7 38 Zaltbommel 35,9 27,6 36,5 81 Gendt 51,3 20,0 28,8 39 Bergh 36,0 28,6 35,4 82 Gorssel 51,4 30,4 18,1 40 Didam 36,1 25,1 38,8 83 Rozendaal 53,8 38,5 7,7 41 Ermelo 36,1 28,0 35,8 84 Vorden 54,5 13,6 31,8 42 West Maas & Waal 36,2 25,3 38,5 85 tibbergen 58,0 21,0 21,0 43 Heerde 36,7 27,8 35,5 86 Heumen 63,3 20,7 16,0 Gelderland 38,1 26.9 35,0 1) Rangorde van gemeenten is bepaald op basis van aandeel havo/vwo Bron: Regionaal Onderzoek Voortgezet Onderwijs 1997/Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

BIJLAGE 14 WONINGVOORRAAD NAAR EIGENDOMSTYPE, 1997 In % In % Totaal particulier sociale koop Totaal particulier sociale koop huur huur woningen totaal huur huur woningen Aalten 6839 10,0 30,8 59,1 100 Huissen 5814 8,1 26,6 Ammerzoden 1543 8,0 29,4 62,7 100 Hummeloen Keppel 1734 22,1 14,0 Angerlo 1680 9,9 19,5 70,6 100 Kerkwijk 2192 6,7 20,8 Apeldoorn 59908 13,2 34,5 52,3 100 Kesteren 3259 2,6 38,4 Arnhem 59819 20,6 47,5 31,9 100 Lichtenvoorde 6521 6,0 23,0 Bameveld 15015 8,3 23,7 67,9 100 Lienden 2594 5,9 22,8 Bemmel 6077 7,2 26,6 66,2 100 Lingewaal 3872 8,4 30,9 Bergh 6924 10,3 22,9 66,8 100 Lochem 7116 10,9 28,8 Beuningen 8888 8,5 29,9 61,6 100 Maasdriel 3291 3,6 29,7 Borculo 3817 8,8 28,2 63,0 100 Maunk 2343 5,6 26,7 Brakel 2421 6,2 23,3 70,5 100 Millingen a/d Rijn 2181 7,5 37,8 Brummen 8062 11,2 35,4 53,4 100 Neede 4163 6,6 33,8 Buren 3746 9,3 23,4 67,3 100 Neenjnen 3949 4,8 29,7 Culemborg 9171 12,3 34,4 53,3 100 Nijkerk 9472 8,8 29,9 Didam 5909 4,2 27,7 68,1 100 Nijmegen 62368 15,2 48,8 Dinxperto 3303 9,2 31,6 59,2 100 Nunspeet 8851 9,0 26,6 Dodewaard 1463 2,5 40,5 56,9 100 Oldebroek 6971 6,5 30,6 Doesburg 4303 8,9 47,4 43,7 100 Putten 7360 7,3 22,5 Doetinchem 18068 11,9 41,2 46,9 100 Renkum 13648 18,3 23,5 Druten 5797 9,2 34,0 56,7 100 Rheden 18895 17,4 32,3 Duiven 9091 7,7 28,5 63,8 100 Rijnwaarden 4006 8,5 34,7 Echteld 2412 8,0 29,0 62,9 100 Rossum 1187 8,3 24,6 Ede 37063 10,7 26,5 62,9 100 Rozendaal 501 27,3 0,6 Eibergen 5895 10,0 27,5 62,5 100 Ruurlo 2843 4,0 23,8 Elburg 7504 9,9 28,1 61,9 100 Scherpenzeel 3138 10,1 18,8 Eist 6323 7,1 32,0 60,9 100 Steenderen 1749 5,6 20,0 Epe 12511 6,3 28,7 64,9 100 Tiel 13776 9,3 42,3 Ermelo 8744 12,0 27,1 60,9 100 Ubbergen 3662 14,3 32,3 Geldermalsen 8509 6,7 24,0 69,4 100 Valburg 4606 10,4 20,7 Gendringen 7695 7,5 28,8 63,6 100 Voorst 8183 6,4 26,1 Gendt 2640 2,8 29,8 67,5 100 Vorden 3104 10,2 25,7 Gorssel 5274 9,5 19,0 71,4 100 Wageningen 12065 13,8 44,1 Groenlo 3458 8,1 35,9 56,0 100 Wamsveld 3226 10,5 25,8 Groesbeek 6995 7,5 34,4 58,1 100 Wehi 2234 8,3 17,6 Harderwijk 13944 10,3 35,2 54,4 100 West Maas & Waal 6537 4,1 24,6 Hattern 4541 10,6 28,9 60,5 100 Westervoort 5916 13,6 34,6 1-tedel 1507 9,9 27,5 62,6 100 Wijchen 13726 6,4 30,1 Heerde 6717 4,0 25,1 70,9 100 Winterswijk 11167 15,5 31,8 Heerewaarden 515 11,7 31,1 57,3 100 Wisch 7492 6,3 28,7 Hengelo 3104 5,4 23,2 71,4 100 Zaltbommel 4272 4,5 37,5 Heteren 3043 4,4 30,4 65,2 100 Zelhem 4086 5,4 21,7 Heumen 5472 6,6 21,5 71,8 100 Zevenaar 10646 13,1 34,7 Hoevelaken 3144 11,7 16,6 71,7 100 Zutphen 14413 15,4 41,0 Bron: Ministerie van VROM/DVGH Gelderland 717983 11,3 33,4 55,2

BIJLAGE 15 WONINGVOORRAAD NAAR BOUWJAAR, 1997 Totaal In % Totaal In % 19451 19451 '1944 1970 >1970 totaal '1944 1970 >1970 totaal Aalten 6839 28,1 29,0 42,9 100 Huissen 5814 7,1 26,0 66,9 100 Ammerzoden 1543 12,8 40,8 46,5 100 Hummelo en Keppel 1734 30,3 25,5 44,2 100 Angerlo 1680 20,2 25,9 53,9 100 Kerkwijk 2192 30,0 29,2 40,8 100 Apeldoorn 59908 21,2 31,6 47,2 100 Kesteren 3259 15,3 39,0 45,7 100 Arnhem 59819 26,9 34,5 38,6 100 Uchtenvoorde 6521 13,9 30,0 56,1 100 Bameveld 15015 17,5 31,1 51,4 100 Lienden 2594 29,9 28,4 41,8 100 Bemmel 6077 12,6 35,7 51,7 100 Lingewaal 3872 25.7 32,7 41,6 100 Bergh 6924 20,5 37,3 42.2 100 Lochem 7116 29.0 27,3 43,7 100 Beuningen 8888 8,7 19,1 72,2 100 Maasdriel 3291 18,0 32,0 50,0 100 Borculo 3817 26,1 29,6 44,3 100 Maunk 2343 30,3 30,7 39,0 100 Brakel 2421 25,8 28,1 46,1 100 Millingen a/d Rijn 2181 17,3 29,5 53,1 100 Brurnmen 8062 22,0 34,8 43,2 100 Neede 4163 24,5 34,5 41,1 100 Buren 3746 26,8 29.5 43,6 100 Neerijnen 3949 29,5 33,5 37,1 100 Culernborg 9171 15,3 29,4 55,3 100 Nijkerk 9472 17.5 28,6 53,9 100 Didam 5909 12,9 35,1 52,1 100 Nijmegen 62368 24,3 37,4 38,4 100 Dinxperto 3303 17,0 30,6 52,3 100 Nunspeet 8851 16,0 38,8 45,2 100 Dodewaard 1463 19,6 37,7 42,7 100 Oldebroek 6971 19,2 34,7 46,1 100 Doesburg 4303 16,1 38,5 45,4 100 Putten 7360 19,2 32,4 48,5 100 Doetinchem 15068 13,3 30,8 56,0 100 Renkum 13648 25,9 40,7 33,4 100 Druten 5797 13,7 27,6 58,7 100 Rheden 18895 26.3 45,4 28,3 100 Duiven 9091 4,4 13,5 82,1 100 Rijnwaarden 4006 21,3 29,9 48,8 100 Echteld 2412 15,4 37,8 46,8 100 Rossum 1187 30,7 28,1 41,3 100 Ede 37063 15,4 34,8 49,8 100 Rozendaal 501 16,6 64,9 18,6 100 Eibergen 5895 23,7 30,9 45,3 100 Ruurlo 2843 25,7 28,8 45,5 100 Elburg 7504 17,4 36,2 46,4 100 Scherpenzeel 3138 17.5 34,5 48,0 100 Eist 6323 10,1 35.8 54,1 100 Steenderen 1749 31,7 22,8 45,6 100 Epe 12511 23,4 34,8 41,8 100 TIeI 13776 20.1 27,1 52.9 100 Ermelo 8744 14,2 33,1 52,7 100 Ubbergen 3662 17,6 43,3 39,0 100 Geldernialsen 8509 23,9 32,0 44,0 100 Valburg 4606 22,2 30,0 47,8 100 Gendnngen 7695 17,5 35,1 47,4 100 Voorst 8183 30,9 27,1 42,0 100 Gendt 2640 12,8 38,4 48,8 100 Vorden 3104 29,3 29,0 41,7 100 Gorssel 5274 31,3 41.3 27,4 100 Wageningen 12065 16,8 38,5 44,7 100 Groenlo 3458 15,8 32,5 51,7 100 Wamsveld 3226 20,6 23,4 56,0 100 Groesbeek 6995 12,4 42,2 45,4 100 WehI 2234 15,8 34,6 49,7 100 Harderwijk 13944 10.5 36,0 53,6 100 West klaas &Waal 6537 26.4 30,6 43,1 100 Hattem 4541 22.8 40,3 36,9 100 Westervoort 5916 5,4 12,1 82,5 100 1-tedel 1507 8,2 43,6 48,2 100 Wijchen 13726 8.3 23,8 68,0 100 Heerde 6717 26.2 36,6 372 100 Winterswijk 11167 32,0 28,3 39,8 100 Heerewaarden 515 32,6 35,9 31,5 100 Wisch 7492 23,7 34,1 42,3 100 Hengelo 3104 27,2 31,0 41,8 100 Zaftbornmel 4272 17,6 31,8 50,6 100 Heteren 3043 13,0 36,7 50,2 100 Zelhem 4086 25,9 34,7 39.4 100 Heumen 5472 11,1 22,8 66,1 100 Zevenaar 10646 7,4 39,5 53,1 100 1-toevelaken 3144 9,4 36,6 54,0 100 Zutphen 14413 25,7 31,0 43,3 100 Bron Ministene van VROM/DVGH Gelderland 717983 20,1 33,1 46.8 100

z

Staten 1 en 2 Totaal overzicht per gemeente In deze bijlage zijn twee matrices opgenomen. In de eerste plaats is een rangorde van gemeenten opgesteld naar de mate waarin bepaalde omstandigheden, kenmerken en verschijnselen zich voordoen. De matrix bevat informatie over 43 onderwerpen. De gegevens zijn ondergebracht in 8 categorieën. Niet de kenmerken zelf maar de rangnummers van de gemeenten zijn opgenomen. In de categorie 'algemene indicatoren' bijvoorbeeld gaat de eerste kolom over de centrumfunctie van de gemeenten. Daaruit blijkt dat Nijmegen van alle Gelderse gemeenten de grootste centrumfunctie heeft, gevolgd door Arnhem, Apeldoorn en Zutphen. Heerewaarden scoort op dit kenmerk het laagste van allemaal. Op deze wijze kan van alle kenmerken de rangorde van de gemeenten worden opgezocht. Per kenmerk is de top 15 gearceerd weergegeven zodat in één oogopslag kan worden nagegaan om welke gemeenten het daarbij gaat. Bij de interpretatie van de overzichten moet steeds in het oog worden gehouden dat het gaat om een rangorde van hoog naar laag. Bij het ene kenmerk is een hoge score positief (inkomen), bij het andere negatief (werkloosheid) en bij weer een andere neutraal (bevolkingsgroei). Soms ook is het oordeel afhankelijk van de gezichtshoek waarmee er naar wordt gekeken. Zo kan de werkgelegenheidsstructuur beoordeeld worden op economische groeipotentie maar ook op de mate waarin ongeschoold werk wordt gevraagd. De eerste matrix is gebaseerd op de resultaten van de tweede. Per categorie is opgeteld hoe vaak een gemeente voorkomt in de top 15. Vervolgens is van de totaalscore opnieuw een rangorde samengesteld. Daarbij moet worden bedacht dat voor het bepalen van deze rangorde de behaalde scores op de verschillende kenmerken niet nader zijn gewogen. Een eerste plaats telt even zwaar als de vijftiende plaats. Slechts het aantal malen dat een gemeente in de top 15 voorkomt is bepalend geweest. Beide matrices staan in staat 2 vermeld. In staat 1 is een selectie van de voor dit onderzoek meest relevante indicatoren opgenomen. Ook hier is een overeenkomstige tweedeling gemaakt.

Staat 1. Rangorde van gemeenten naar de mate waarin bepaalde omstandigheden zich voordoen. 1 = hoogste plaats 86 = laagste plaats onder de Gelderse gemeenten (top 15 Is gearceerd weergegeven) Bevolkingskenmerken Algemene Indicatoren Kenmerken werkloosheid Uitkeringsafhankelijkheid Achterstand ho aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel totaal aandeel aandeel aandeel aandeel Bijstand Werk WAO gemiddelde 11 eenouder altoch alloch Sociale leer kuishou misdnjoen met langdurige jeugd minder loos non alle categor gezinnen tonen tonen buur hingen derrs laag per 1000 alleen werkloos werkloos heden bed catego jongeren woningen 500/mavo inkomen inwoners ho held bed n/etn Aalten Ammerzoden Angerlo 60 28 28 30 52Ei1 29 79 83 39 50 41 44 54 74 80 78 70 11 iio 18 59 P ii 48 19 24 25 28 50 56 20 23 72 62 86 50 48 82 84 55 60 4 54 85 27 67 51 73 59 40 72 5 31 rïr 101ii 21 27 li Bommel 66 56 76 54 74 60 46 79 55 65 73 43 40 59 75 Bergh 18 27 39 72 39 42 60 38 60 37 67 29 47 26 Beuningen 23 35 34 34 66 65 26 56 jij 71 39 27114j 76 77 6 Borculo 74 44 24 47 Liiii]1 46 50 37 38 70 47 44 36 32 46 2 Brakel 54 86 80 69 19 23 68 55 84 40 85 85 79 75 40 7 Brummen 53 24 - i1 32 39 47 22 56F 15 17 31 26 24 LlIi_j4Ji1 Buren 71 6484 68 35 78 67 67 47 41 66 69 69 77 70 8 - Didam 3962 73 49 40 76 53 53 31 60 54 25 297l 48 Dinxperlo 38 81 52 27 20 20 83 60 75 13 77 39 54 73 43 Dodewaard 56 71 75. 17 66 56 23 5410 57 4225 82 18 Doesburg.._ r 3! 3 21 717 [ 17[ 71 23! 4! 5:-7111! Doetinchem 121 15 19 6 601 141 Wi 36 32 20 22 1 7 16 12 30 Druten 16 26 14 21 49 18 43 33 46 62 19 26 196 22 Duiven 47 37 44 46 65 82 35 84 26 64 43 32 43 72 76 Echteld 72 69 67 40 22 40 30 44 35 39 79 60 52 68 50 Ede 35Pfl 11 57 54 50[ 121 TF 20 17! 31 20 20 56 161 Eibergen 45 47 27 50 51 28 61 52 33 44 50 58 60 35 51 Elburg 76 72 57 48 28 74 45 34 83Jji 38 66 57 57 36 Eist 26 21 36 25 80 68 34 65 F - j5 49 37 15 44 69 31 - Epe 59 16 20 44 27 37 33 211. --13, 381 13 33 27 261 131 Ermelo 52 43 42 52 41 22 27 31 53 8 25 49 741 2j 73 Geldermalsen 69 50 38 64 r 10 56 25 35 78 58 59 54 64 58 63 Gendringen 49 17 isj 42 16 74 39 48 48 18 30 42 27 L 15f Gendt 46 74 53 36 81 24 41 73 41 86 46 46 21 37 68 Gorssel 80 58 32 81 82 71 63 76 44 76 71 53 65 19 74 Groenlo 22 29 18 J 24j_ij] 28 611 14! 34 49 8j 5j Groesbeek _20 32 47 19 57j l5]._..j!.j... _I!J 14f 33 Harderwijk T IT 71 5! 141 44 2i1 10! 1 37 34 2 1 18 33 41 Hattem 81 60 45 41 75 51 691 9 34j 11 42 57 46 52 71 Hedel 34 53 68 51 31 63 38 51 45 62 49 55 76 70 38 Heerde 77 76 62 61 43 61 62 16 58 78 65 63 29 39 Heerewaarden 24 25 13 28 11 51 49 78 85 84 24 64 53! 9! 3 L Hengelo 40 85 81 701 4! 26 84 45 80 L 4j 70 77 75 43 69 Heteren 36 57 63 32 55 81 66 74 67 32 69 51 51 36 67. Heumen L14J 41 48 76 86 83 18 71 L9J 77 63 22 22 62 82 Hoevelaken 78 52 70 84 67 85 29 61 61 63 41 84 86 79 85 Huissen 45 56 56 61 57 20 30 52 53 32 23 28 60 66 Hummelo en Keppel 73 63 46 85 25 69 80 81 72 56 83 83 82 17 79 Kerkwijk 86 81 79 77 47 67 79 68 76 68 58 86 81 83 42 Kesteren 43 33 43 1 91 51 43 58 26 22 45 30 37 35 78E11! Lichtenvoorde 55 49 35 71 23 73 31 59 63 24 45 70 73 48 56 Lienden 82 78 51 73 30 62 86 40 73 69 74 61 39 71 62 Llngewaal 50 48 40 29 33 79 70 58 43 59 56 56 78 86 32 Lochem 68 34 16 43 58 58 22 39 L_ 3-! Ïi] 35 31 22 52 Maasdriel 25 67 41 38 63 48 281 10 74 72 53 48 62 Eii.13 53 Maurik 63 77 78 53 8 47 57 50 51 29 84 52 32 44 41 Mllllngen aan de Rijn 32 23 58 73 85 24 [_ sj 78 60 19 Eil 61 9 Neede 57 46 49 22 36 21 77 42 68 73 40 40 38 33 45 Neerijnen 51 66 50 37 r' ii 49 81 47 82 79 64 75 72 63 24 Nijkerk 65 31 17 35! 8! 34 :1 i 66 35-7 47 77 54 17 Nijmegen ij 4T 4! II 7ë1 3r 1 291 II 47 i0iltti 38F Nunspeet 64 59 59 55 45 54 24 32 79 16 33 59 68 42 47 Oldebroek 79 82 71 31 26 80 75 j1j 81 L5 35 74 58 64 20 Putten 75 65 65 74 16 52 36 25 71 28 21 68 83 65 35 Renkum TT51 19 29 67 69 30 32 57 23 74 26 17. 23 16 59 Rheden 31 20 22 24 64 1f 19 54 17 30 291 1fl 13) 14! 29 Rljnwaarden 27 36 37 16[ 12 17 82 41 25 52 55 24 18 23.l_iqJ Rossum 30 68 77 62 79 27 71 69 77 36 75 72 66 45 61 Rozendaal 42 30 86 86 83 86 L_! 86 [j1 55 86 80 61 84 86 Ruurlo 84 70 54 651 TTT2 75 73 64 69 43 65 81 80 34 44 Scherpenzeel 61 61 66 82 70 84 51 28 64 80 44 79 85 85 65 Steenderen 28 84 69 79 46 77 64 82 40 85 82 78 67 49 55 hel r --el 21 g1tf 181 81 31 71 19 26T1- t 6 46 1f Ubbergen 17 40 82 23 85 44 42 70 2j 54 72 9-8 47 78 - - - - 1 - Valburg 48 55 60 78 68 38 40 75 36 46 76 41 37 74 81 Voorst 58 42 33 58 37 25 39 46 49 21 31 62 45 18 57 Vorden 62 73 72 60 84 35 78 43 50 62 71 55 25 84 Wageningen 41 1 21! 4 71 45[ Ï1 48 57i 11 231 4) 4 81 37 Wamsveld 37 51 55 59 77 64 59 63 42 27 81 38 41 10 83 WehI 83 63 85 83 53 32 65 66 65 19 68 67 70i:iI 80 West Maas en Waal 67 80 61 63 42 55 52 49 18 83 80 45 30 50 54 Westervoort [ 51!i:41 25 17L_14 59 37 75 27F --- --$1, 1D 66 64 WljChefl 19 39 30 33 62 31 11 1 77 29 66 52 28 17 53 58 Wnnterswijk 21 18 23 26 [ii 8 21 [L 41 21 51 20 16 24 30 25 tmsch 41 22 8 45 13 55 27 62 L 14 121 36 48 31 21 Zaltbommel 33 jjji 11 38 19 30 227-15 21 34 51 12 1 Zelhern 85 75 64 75 i5 53 76 72 591-36 76 50 28 49 Zevenaar 8fl1 26 is --...14 72 33 34 _j3 W 39 34 Zutphen 3T 7 7 48 21 4: 3! 4 18 16! 3! 3 5 19 Bron: Bureau Economisch Onderzoek, afdeling Economische Zaken, Provincie Gelderland

Staat 1. Aantal malen dat een gemeente voorkomt in de top 15 (hierbij Is geen rekening gehouden met de hoogte score: een eerste plaats telt net zo zwaar mee als een vijftiende. Bovendien zijn de Indicatoren onderling niet gewogen, een ander selectie of het toekennen van gewichten kan leiden tot een andere rangorde van gemeenten) bevolkings algemene kenmerken uitkenngs achter totaal rangorde van de totaal score kenmerken indicatoren werkloos afhanke Stands meest voorkomende aantal malen heid lijkheid categorie gemeenten in de top 15 Do inde top l5 erzoden rio doorn - - - 1 - - - - - - - - 1 - - 2 0 0 10 1 Arnhem 2 Doesburg 2 Nijmegen 2 Tiel 3 2 3 2 - em 3 3 2 3 2 13 2 Zutphen 12 eveld - - 3 - - 6 Apeldoorn 10 mei - - - - - Culemborg 9 h - - - 1-1 7 1-tarderwijk ungen - - 1 1-9 Zaltbommel kilo - 1 - - - 1 10 Doetinchem ei - - - - - 10 Wageningen men 1 1 1-2 5 10 Zevenaar n - - - - - 13 Ede mnborg 3 1 1 2 2 9 13 Groenlo -n - - - 1-1 13Groesbeek 6 Derlo 1-1 - - 2 13 Heerewaarden 6 twaard - 1 1 - - 2 13 Westervoort 6 burg 3 2 2 3 2 12 13 Wisch 6 inchem 2 3-2 - 7 19 Brummen 5 to 1 - - 1-2 19 Millingen aan de 5 to - - - - - 0 21Epe 4 rid - - - - - 0 21 Gendnngen 4 2 1 2-1 6 21Nijkerk 4 gen - - - - - 0 21 Rheden 4-1 - - 1 25 Bameveld 3 - - - 1 1-2 25 Kesteren 3 - - 2-2 4 25 Lochem 3 lo - - 1 1-2 25 Ubbergen 3 errnalsen - 1 - - - 1 25 Winterswijk 3 longen 1 1 - - 2 4 30 Aalten 2 It - - - - 0 30 Beuningen 2 sel - - - - - 0 30 Dinxperlo 2 nio - 2 2 1 1 6 30 Dodewaard 2 sbeek - 1 2 3-6 30 Druten 2 erwijk 3 2 2-2 9 30 Eist 2 ~rh - - 2 - - 2 30 Ermelo 2 fl - - - - - 0 30 Hattem 2 de - - 1 - - 1 30 Hengelo 2 ewaarden 1 2-1 2 6 30 Heumen 2 eb - 1 1 - - 2 30 Maasdriel 2 ren - - - - - 0 30 Oldebroek 2 neri 1-1 - - 2 30 Rijnwaarden 2 eakefl - - - - - 0 30 Rozendaal 2 ten 1 - - - 1 30 Zelhem 2 melo en Keppel - - - - - 0 45 Bergh 1 jk - - - - - 0 45 Borcubo 1 nen - 2 - - 1 3 45 Didam 1 ertvoorde - - - - - 0 45 Elburg 1 en - - - - - 0 45 Geldermalsen 1 waal - - - - - 0 45 Heerde 1 em - - 3 - - 3 45 Huissen 1 tdriel - - 1 1-2 45 Maurik 1 ik - 1 - - - 1 45 Neenjnen 1 gen aan de Rijn - 2 1 1 1 5 45 Renkum 1 Ie - - - - - 0 45 Ruurbo 1 ijnen - 1 - - - 1 45 Vorden 1 rk - 2 2 - - 4 45 Warnsveld 1 egen 3 3 2 2 2 12 45 Wehi 1 peet - - - - - 0 45 Wijchen 1 broek - - 2 - - 2 60 Ammerzoden 0 - - - - - 0 60 Angerlo 0 um 1 - - - - 1 60 Bemmel 0 ten - 1 3-4 60 Brakel 0 iaarden - 1 - - 1 2 60 Buren 0 urn - - - - - 0 60 Duiven 0 ndaal - 1 1 - - 2 60 Echteld 0 0-1 - - - 1 60 Eibergen 0 penzeel - - - - - 0 60 Gendt 0 deren - - - - - 0 60 Gorssel 0 3 3 2 2 2 12 60Hedel 0 rgen - - 1 2-3 60 Heteren 0 rg - - - - - 0 60 Hoevelaken 0 t - - - - - 0 60 Hummelo en Ke 0 n - - 1 - - 1 60 Kerkwijk 0 ringen 2 2 1 2-7 60 Lichtenvoorde 0 veld - - - 1-1 60 Ltenden 0 - - - 1-1 60 Lingewaal 0 [aas en Waal - - - - 0 60 Neede 0 oort 2 1 1 2-6 60 Nunspeet 0-1 - - - 1 60Putten 0 wijk - 2 1 - - 3 60 Rossum 0 1 2 2-1 6 60 Scherpenzeel 0 mel 2 2 2-2 8 60 Steenderen 0 1 1 - - 2 60 Valburg 0 ar 2 2 1 2-7 60 Voorst 0 3 3 2 3 1 12 60 West Maas en 0 Bureau Economisch Onderzoek, afdeling Economische Zaken, Provincie Gelderland 13 12 12 12

Staat 2. Rangorde van gemeenten naar de mate waarin bepaalde omstandigheden zich voordoen. 1 hoogste plaats 86 = laagste plaats onder de Gelderse gemeenten (top 15 is gearceerd weergegeven) Algemene indicatoren Woningvoorraad Bevolkingskenmerken centrum beoolkings artreidsparti aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel aal functie groei Cipat,e bouwjaar bouwjaar bouwjaar sociale particuliere koop Jongeren ouderen eenouder allochtonen aliocht noor 1944 1945-1910 na 1970 huur huur woningen gezinnen JOng woningen woningen, Aallen 47, l4 66 60 30 29 60 30 18 60 28 Animerzoden 72 10 17 73 7 40 39 52 47 38 29 29 79 Angerlo 75 56 41 41 71ff4 8 80 32 16 62 76 44 54 Apeldoorn 3 58 48 38 48 38 18 12 76 60 19 lii 12F Arnhem 2 45 43 16 37 77 21 3 86 81 28 2 1F Barrieveld 25 17 59 49 49 25 66 46 22 L_..' 68 70 38 Bemmel 55 33 49 74 27 24 54 58 30 48 55 66 56 Bergh 40 49 ïj 40 19 63 72 26 28 77 35 18 27 Beuningen 52L j51 18 80 84 [T1 3f 34 44 51'Ïï1 85 23 35 i Borculo 36 24 31 21 60 52 47 41 44 55 17 74 44 Brakel 82 23 45 24 71 43 69 69 17 81 46 54 86 Brummen 43 55 50 36 31 58L.j 19 72 58 30 53 24 Buren 80 69 21 17 62 56 68 36 26 40 75 71 64 Culemborg 231 11 46 64 63 III 20 [ 141 74 22 67 [ 9 3j Didam 19 63 32 71 29 22 49 79 21 53 74 39 62 Dlnxperlo 26 28 33 55 55 21 27 38 59 49 31 38 Dodewaard 68 39 86 43 17 617-8 86 66 Ï1 69 56 71 Doesburg 32 62 L Yj 58 13 47 3 40 82 50 54 r Doetinchem 13F11fl1FF15I 48 19 69 531 1L 16 81 56 26V 121 15 Druten 4 42. 10 68 731 7 21 37 68 43 78 16 26 Duiven 16 86 851 2 46 53 39 84 47 37 Ecritold - 66 80 34 63 16-39 40 51 45 29 37 72 69 Elburg 31 21 53 23 41 48 31 50 [111111111!] 56 76 72 Eist 35E i 20 78 26f 12F 25 59 54 45 58 26 21 Epe 28 83 79 33 32 66 44 67 35 66f 91 59 16 Ermelo L 15J 46 63 66 41 20 52 L_11 53 34 22 52 43 Geidermaisen 51 36 16 30 45 54 64 61 19 28 53 69 50 Gendringen t_13 81 35 50 28 37 42 54 41 51 44 49 17 Gendt 58 37 73 72 31 36 84 25 47 52 46 74 Gorssel 67 82 [_ 15 _4 _6 85 81 34 fl Ï1 85 t 3J 80 58 Groenio 27 57 26 60 43 23[_ IiII 50 69 73 23 22 29 Groesbeek 41 54 52 75f.. 51 48 19 55 63 76Lj5j 20 32 Harderwujk lol 32 30 77 24 16 II 25 71 20 51 if 71 Hedel 74 18 37 82 3 1 34 51 33 48[ ï51 72 34 Haarde 42 71 62 20 21 79 61 82F... 1 1 46 16 77 Heerewaarden 86 22 1 25 83 28 18 65 71 43 24 Hengelo 54 74iT 1IÎTTI1T"W 51 65 70 74j. _101 61 L_.i!J 40 Heteren 70 78 21 70 20 27 32 78 33 35 80 36 Heumen 60 [_ 6 25 76 82 fl 4 76 62 _ 7 23 77 i4 ' Hoevelaken 65 53 12 79 22 13 84 171.8 16 83 78 Huissen 45 47 72 84 77 6 56 49 32 32 81 ï 10 Hummelo en Keppel 79 79 79 53 85L21 38 79f 8: 73 Kerkwijk 85, 14 78L L64 72 77 601 1 3 42 86 Kesteren! 83 65, i1 44f,. '81 85 61 JJ 82 43 Lichtenvoorde 18 60 53 67 57f 71 70. 14 18 70 55 Lienden 69f 5 81 if 69 67 73 71 fij 21 73 82 Lingewaal 78 44 71 26 42 69 29 45 55 24 60 50 Lochem 20 26 22p 1 74 55 43 20 57 69[,iff"T1, 68 Maasdriel 61 34 57 46 46 28 38 83 29 26 66 25 Maurik 77 ] 70 7 54 76 53 73 23 59 49 63 Mlllingen aan de Rijn 59 38 69 54 61 17 10 56 70 54 47 32 Neede 30 52 E7 28 38 71 22 63 58 68 25 57 Neenjnen 84 50 L_14 11F 40 80 37 76 31 25 48 51 Nijkerk 29 41 38 51 68L151 35 42 52 19 71 65 Nijmeaen -' 17 77 74 29 18 i1 17 81 85 83 3411 Oldebroek 34 20 82 44 34 42 31 64 43 57 79 8 Putten 22 35 67 45 44 33 74 57 18 i, 12 1 40 75 63 Renkum 53 85 60 231 8F 82 67F 4 62 82f 21 15F 19 Rheden 33 84 27 19 21 84 24[,5F 79 841 41 31 20 Rijnwaarden 63. 121 68 37 59 32 16 43 67 52 64 27 36 Rossum 81 73 1. 6F 72 70 62 48 27 44 65 30 68 Rozendaal 83 86 84 57 ''1 86 86 86 jj 42 30 Ruurio 39,13f13j 25 67 46 65 81 5 72f 10] 84 70 Scherpenzeet 57 30 23 52 36 35 82 28 L 3 - - - J 59 61 61 Steenderen 73 16 85 Î 83 45 79 72 1 37 41 28 84 -- -. Valburg 71 27 65 35 58 36 78 24 20 27 1 48 55 Voorst 46 61 76f 5 75 64 58 66 24 39 21 58 42 Vorden 44 68 77 fj _ S 68 60 27 37 75 Li 62 73 Wageningen 91 72 75 56, 14 4f rtoi 51?! 36[, 47 61 Warnsveld 47 43 40 39 81 L!j 59 23 40 141 32 37 51 Wehi 56 51 80 61 35 30 83 47 1~ 2 64 62 83 83 West Maas en Waal 62 29 54 18 56 59 63 80....:121 57 33 67 80 Westervoort 38 25 55 85 86[ 171 11 781 141 86 [j.iiiii 5 ]I"" 14 Wijchen 12] 19 56 81 80 33 65 42 33 79 19 39 Wlnterswijk 8 40 29 2 70 73 26L i 75 63f 7 21 18 Wisch 24 64 36 32 39 62 45 '8 34 70 [_ 12 41 22 Zattbommel 481 51 47 47 26 77 54 31 33 'I01 Zeihem 37 76 66 22 33 74 5 75 3 74f 14 85 75 Zevenaar [ 11 66 42 831 10 18 15 13 77 65 45J 81 13. Zutphen P' 4] 71 44 27 50 57'. "T 83 67 24. Bron: Bureau Economisch Onderzoek, afdeling Economische Zaken, Provincie Gelderland

Staat 2. Rangorde van gemeenten naar de mate waarin bepaalde omstandigheden zich voordoen. 1 = hoogste plaats 86 = laagste plaats onder de Gelderse gemeenten )top 15 Is gearceerd weergegeven) Kenmerken werkloosheid Economie aandeel aandeel aandeel aandeel aandeel besteed entrinkhebng aandeel ln,toflsnhn histonsche werkgete beroeps we,kgelegendeooctraw met nnel langdurige jeugd minder baar besteed ho,shoo groei groei genhmde Dooinbng alleen maximaal werkloos werkloos heden Inkomen baar dans laag beroeps werkgete prognose prognose ho ode/mavo herd bed per inwoner mkomen inkomen bevolking genheid 2020 2020 landbouw nijverheid densten Aalten 19 33 24 25 28 76 65 51 67 34 72 23! 33 56 Ammerzodert 62 30 86 50 48 401 2 41 15] 43 51 53 31 69 31 Angerlo 85 80 27 67 51 41 7, 70 48 42 80 41 24 53 48 Apeldoorn 14 591 14 31-11 57 rt21 50 58 22 28 77 62 11 Arnhem 18 451 12! 42 1: 18 68 1 36 59 8 38 84 82 3 Bameveld 0 L_12..._ 7 39 72 20 40 41 54 35 Bemmel 79 43 55 65 73 65 43 60 33 29 14 57 26 73 25 Bergh 38 40 60 37 67 30 62 42 54 21 60 24 43 41 42 Beuningen.1.'. 56 52,r 1I! 71 39 42 73 65 31 L._... 5 49 L 3, 54 43 30 37 64 38 70 47 72 83 46 28 85 65 85 18 21 70 rake! 3 551 84 40 85 84 30 23 251 9T 24 311 II 61 79 rummen 22 54 56! 15! 17 i4ttj1 39 52 73 69 81 521 al 63 uren 67 50 47 41 eefl -... 8. 19 78 79 31 83 50 L_- 1 1 27 76 ulemborg 20 34 16 81 _5J 2Ô 17 36 16 521 25 75 39 20, dam 53 32 31 60 54 49 41 76 68 32 82 48 51 F11 61 inxperlo sorif' 75[1i 77 50fl.TTt 20 17 54 27 42 61 fi 1 80 odewaard 23 16 54! 10! 57 78 28 66! - 121 65 17 73 27, _1 86 oesburg 171. BI.. 1! 23fi 4! 75 771 7! 70 64 40 19 76 31 21 J uiven 84 79 26 64 43 24 1 68 [fl_.. chield 44. 2 66 63! :15] 2! 35 39 79 59 19 48 58 28 36 53 de l 5! 42 20 17! 3! 33 18 12 12 56 67 16 ff~b 52 33 44 0 69 86 2 73 79 76 J 57 54 lst 45 82 E1 16 40 82 49 50 27 34 57 83 38 74 24 12 1 57 48 24 65 48 41 36 35 49, elo 31 73 53 25 17 27 22 45 16 81 60 68 78 eidermalsen 35 25 78 58 591 1 32 56 29 28 29 16 46 42 37 ndnngen 39 20 48 48 18 73 37 16 78 38 66 47 40 78 ndt 73 28 41 86 46 80 B4 24 32 82 47 40 29 16 69 rssel 76 76 44 76 71 1 71 75 41 77 17 80 23 oenlo is 24 28 61 55 53 21 20 72 e8 83 is oesbeek 57 61 31 501 is 34[----157 85 27 58.. 1 del 51 72 45 49 32 56 63 19 26 L 10! 47 iï 51 erde 16 36 58L...1] 78 44 31 61 61 60 72 64 53 17 52 rewaarden 78 26 85 84 24 67 79!.. 6f 38 86 64 66 16 84 lo 45 31 80 1 4j 70 62 78 26 65 51 77 83 13 40 66 n 74 47 67 32 69 58 63 81 85 48 16 [ffi5 30 44 47 en 71 77!.5j 77 63f 7 34 83f t0 84 46 46 39 60 27 je~e laken 61 81 61 63 41 85 77 37 78 45 69 71 en 30 44 52 53 32 19' 14 57 56 74 44 61 25 22 60 eloenkeppel 81 83 72 56 83P Ï 69 71 70 74 84 2 78 68 ijk 68 61 76 68 58 69 67[ 9! 49 35 63 4 79 59 ren 26f 22 45 30 86 25 43 L 56! 13! 62 9 18 75 nvoorde 59 53 63 24 45 66 66 73 67 35 71 30 37flffffffi9] 74 en 40 73 69 74 63 21 62I3! 39 32 65! 12 34 71 waal 581 9 43 59 56 48 58 79 41 71 37 74 38J 81 f - 6 63 39! 3J 11! 12( 53 58 4O l5 45 22 33 46 45 dnel 10! T 74 72 53 68 1 51 48 30 1. 14! 57 55LÏ 47 77 k 50 1 13 51 29 84 29 54 47 2' 20 63 56 T1: 84 26 enaanderijn 24[i 2Lfi5] 78 60 79 47 4 21 8f 15Li1 55 42 37 68 73 40 71 74 21 57 75 86 78 35j ] ' nen 47' 4 82 79 64 55 36 49 63 62 52 671 8: 56 65 k L 29 66 35! 7! 51) II 34 47!- 1! 201 14! 60 24 41 broek ] 18 81r:. 9! 35 85 29 80 18 26 39 52 44 51 34 25 58 71 28 21 f i1 52 37 76 28 36 34 66 29 om 57 74 23 74 26[T3! 59 30 83 80 38 49 83 70[ 6! 011 54 56 17 30 29f _ 6 24f!... 11, 84 57 75 69 81 25 28 aarden 41! 14! 25 52 55 83 44 17f 11f 23 53 54 50f fl] 64 urn 69 49 77 36 75 21 38 27 80 22 58 26fl 3 52 82 ndaal 86 86_Sj 55 861 1) 3f 86 86 8] 5) 3! 85 86 1! o 64 38 6 43 65 45 81 14 68 56 7l 6 59 72 rpenzeet 28 71 64 80 44 27 [I5j 84 35 24 61 33 f3 deren 82 8.4 40 85 82 38 70 7? --S 78 54 86 85 1 71 7! 19 26r'I1 47 18! 8l_ 6 34flOTIJ 50 17 75 67 36 46 76 36 55 38 26 25 18 37 21 77 32 46 69 49 21 31 57 40 25 59 79 55 71 32 64 36 43 75 50. S 62 35 85 35 53 81 31 82!.15] 58 50 [hingen 48 85 57 fi 23 43 52 45 72 61 42 35 80 ejd 63 82 42 27 81 46 75 64 69 63 76 80 63 81 4 66 62 65 19 68 53 76 32 43 83 73 70 20 74 33 aasenwaal EflII1' 18 83 80 37 33 55 22 47 50 68 22 29 voort 83 75 27 74 72 59 58 3 84! 4] 73 72 58 77 51 29 66 52 28!_I]_31 23 11 59 1 1! 62 28 39 wijk 4! 17 21 51 20 52 671 6 36 72 25 51 45 30 46 27 27 62 P]4]fi: 64 51 13 62 50 36 34 49 L11f151 62 met 2J 21 30 22 15 16 S 30f T 18 71 49 18 72 35 59 2! 36 60 80 53 66 66 67 79 1_ 9 1 45 67 aar 80 65 rio, 34 Ï5i 64 33 54 55 62 29 70 37 22 n 39'... 4 18 16 61 82Tïf'Si 77! 3! 43 82 55r 141 Bureau Economisch Onderzoek, afdeling Economische Zaken, Provincie Gelderland

Staat 2. Rangorde van gemeenten naar de mate waarin bepaalde omstandigheden zich voordoen. 1 = hoogste plaats 86 = laagste plaats onder de Gelderse gemeenten (top 15 is gearceerd weergegeven) Uitkeringsafhankelijkheid Opleiding Achterstandscategorieën bo Misdaad Bijstand Weridoos WAO benolkings benolkings benolkings aandeel aandeel aandeel gendddel 1.25 1.90 totaal ida. heid aandeel aandeel aandeel tee, leer leer de alle catego catego rnssdnnen vernieling/ ge lager rnrddelbaat hoger hngen liegen lingen catego lie ne per 1,000 oppenbare enen opgeleiden opgeleiden opgele.den obo eraso honohwc nelin inwoners Ofde Aatten 50 56 20 20 71 35 23 46] IS 48 61 Ammerzoden 82 84 55-42 50 37 60 40 46 72 48 Angerlo 73 59 40 - - 80 22E91 72 70 51 54-58 Apeldoorn 10] 11 21 17 9 11 53 51 28 27 63 16, 5' 12' Arnhem 2 2 15. 21 24 3 5 76 58 1 2 13 ûarneveld 63 71 80 5' 20 21 9 70 53 1. 261 21 14: 36 23, Bemmel 43 40 59 77 49 13 75 61 73 46 57 Bergh 29 47 4 - - - 38 37 48 26,' ' 12, 34 60 55 Beuningen 27[j4, 76 10 12 12 66 58 21 77 81 67 26 18 Borculo 44 36 32 - -11 40 74 46 50 29 50 44 Brakel 85 79 75. - - 22 41 68 40 "T]E ii 72 68 64 Brummen 31 26 24 9 19 24 56 21 55 EI'I'4! 3-4 12] 47 39 Buren 69 69 77 - - - 70 E""9j] 52 70 42 80 67 46 Culemborg E"if']167 14 21] '6] 62 39 31), ''5] 801 31. Dldam 25 29 71-24 60 47 48 21 59 53 47 Dinxperlo 39 54 73 L 11 55 67 43 22 50 83 79 Dodewaard 42 25 82 - - - 48] 14' 70 18 1 5] 33 56 Doesburg ISF Yrjilf 61 L_ 12 66 L6[J Doetinchem 1 16 12 18! 2] 14 43 61 27 30 59 23'T 16 29! Druten 25 19i 6. - 52 38 38 22 35 20 43 27 Duiven 32 43 72 22 r Tl 18 75 30 22 76 74 64 35 36 Echteld 60 52 68 - - 23 46 65 50 23 57 30] _ 11 Ede 20 20 56 8 13-15 46 52 33 16 52: 9 12i 41 Eibergen 58 60 35 - L.,,...iJ 82 36 511 _IS 71 61 76 Elburg 66 57 57 28 29 26 39 27 59 36] 11 60 45 30 Eist 1_151 44 69 - - - 64 85 []]]]]"_ 7 ] 31 48 25 34 55 Epe 33 27 26 4 25 16!_ E'ET.., 67 60 I, 32 L.._.iJ 33 37 Ermelo 49 74 2J 19 10 10 34 42 46 73 79 43 27 54 Geldermalsen 54 64 58 16 13 27 18 77 63 47 48 25 35 Gendnngeri 30 42 27 15 8 27 32 [ IL u E-15-. 27 L.4' 74 75 Gendt 46 21 37. 72 80: 6 ] 54 42 41 69 Gorssel 53 65 19 - - - 83 28 L... _ 5 _ 74 76 56 63 78 Groendo 34 49'jl.. 26 35 63 al lo 18 16 22 Groesbeek i- i'4j S! 3: - - - 17 79 30 33 31 30 44 21 Hedel 55 76 70 - [ 12' 1 68 56 38 24 45 38 32 Heerde 65 63 29-37 45 44 39 75 66 62 68 Heerewaarden 64 53 9] -!.1] 74 86] 3' 25! 6! 49 62_,_, Hengelo 77 75 43-29]' 'l 83 69 38 69 84 72 Heteren 51 51 36. 36 56 32 67 44 53 66, 71 Heumen 22 22 62-84 78 i 82 78 81 18 1] Hoevelaken 84 56 79 -. - 78 [':" :' 10,] _ 20 85 85 82 29 25 Huissen 23 28 60 - - - 44 62 26 66 43 55 20 L!i Hummeloenkeppel 83 82 17.. - 54 17 61 79 77 79 80 86 Kerkwijk 86 81 83 -. - 16 73 40 42 _8 77 79 83 Kesteren 37 35 78 - - 19 20 82)', II 4 28 58 33 Lichtenvoorde 70 73 48.. 18 54 64 56 41 39 31: 14 Lienden 61 39 71 - - - 68 [. 7j 57 62 37 68 86 77 Llngewaal 56 78 86 - - L_2, 84 54 32 36 31 70 67 Lochem 35 31 22 -. - 67 25 29 52 71 26 22 19 Maasdnel 48 62] 13, 40 65 24 53 17 76 28 17 Maurik 52 32 44 - -. 551 4 79 41. 7' 74 57 59 Millingen aan de Rijn 19 I 91 61 - - - 81 iï'r-" ""i4 _9TT 44 85 53 Neede 40 38 33 - - - 31 43 51 45 30 38 77 82 Neerijnen 75 72 63. - -1_8 44 78 24 52 81 81 Nijkerlç 4777 54 13 16 28 13] 26 81 17 18 21T13 20E" Nijmegen ' II 1] 38 27 27E"' 2 45 83 ijt'"""'7j1 57E"4t'""''3T Oldebroek 74 58 64 1 26 29 59 115' 62 20 54 75 45 Putten 68 83 65 2 14 25 50', 13 71 35 'Ö 49 36 70 Rertkum 17 23 16 d' 22] 4 74 48 18 59 82 27 32 40 Rheden rit173i'f4 24 'E_ 1 69 32 23 29 65 19 19 51 Rijnwaarden 24 18 23 - - -: j 64 75] 10)_3] 32 82 43 Rossum 72 66 45 -. - 82 23 1 61 19 83 71 52 Rozendaal 80 61 84 - - - 861 ' 3 _'.4] 86 86 86[,9] 24 Ruurlo 81 80 34 - - - rej 19 85 44 26 47 73 85 Scherpenzeel 79 85 85 - -. 57 72 17 65 33 65 51 28 Steenderen 78 67 49 -. - 28 57 41 55 16 78 64 60 Valburg 41 37 74 -. 58 69 19 81 66 85 40 56 Voorst 62 45 18 12 18 23 41 33 50 57 39 40 39 42 Vorden 71 55 25.. - 63 86[]I] 84 84 70 78 74 Wageningen 4) 41 81 29 28 1] 51 75 16 37 69 22[_6 161 Wamsveld 38 41 -. 73 63 [_10! 83 83 62 59 63 Web] 67 70], 1] -[]jj'],15] 81 34 80 67 84 65 66 West Maas en Waal 45 30 50 25 59 45 54 29 58 52 50 Westervoort 7751Ïö'l 66 - - - 33 16 73 64 60 35 37 26 Wjchen 28 17 53 25 '"_ 5! 8 71 29 25 58 49 37 [_ ', 11),'_ ""'9' Vvtnterswijk 16 24 301 e 17 20 21 24 76 25 53 24 21 31 WIsch 36 48 31 - - - 35 fl"'' 80 21 55 E"ïf 55 49 Zaltbommel 21 34 51 - - - 30 47 49[.' 12! 68E f'ff' 4 Zelhem 76 50 28 - - -!4' 66 72 49 28 i 76 84 Zevenaar 39 26] 3, 9 76 53[i5 34 73 17E 14 1 6' Zutphen 31 3T""'Ï1 23 li 61 47 38 39 19 64 10 4Ïl Bron: Bureau Economisch Onderzoek, afdeling Economische Zaken, Provincie Gelderland il 17 73 23 T

Staat 2. Aantal malen dat een gemeente voorkomt in de top 15 (hierbij is geen rekening gehouden met de hoogte van do score: een eerste plaats telt net zo zwaar mee als een vijftiende. Bovendien zijn de indicatoren onderling niet gewogen, een andere selectie of het toekennen van gewichten kan leiden tot een andere rangorde van gemeenten) algemene woning benolkings op leiding economie rotkenngs kenmerken achter misdaad totaal rangorde van de totaal od,catocen voorraad kenmerken atranke werkloos stands meest voorkomende score lijkheid tred categorie gemeenten orde bo incte top l5 top 15 Aalten 1 1 - - 2-1 - 5 1 liet 22 Animerzoden 1 1 -. 2 -.. - 4 2 Amhern 21 Angerlo - 1-1 1 -. - - 3 2 Nijmegen 21 Apeldoorn 1 1 3-3 2 3-3 16 2 Zutphen 21 ï Arnhem 1 2 3 2 3 3 2 2 3 21 5 Doesburg 17 ameveld -. 1 2 1-3 1 1 9 6 Apeldoorn 16 emmel. - - 1 1 - - - 2-6 Cuemborg 16 ergh 1 - - - - 1 1-3 8 Harderwijk 14 euningen 1 1 1 2 1 1.. 7 8 Rozendaal 14 orculo - - - 1 - - - - - 1 8 Zaltbommel 14 rakel. - 1-2 - 1 1-5 8 Zevenaar 14 rummen 1 1. 3-1 2 8 12 Millingon aan de 13 uren 1 -. 1 2 - - -. 4 12 Wageningen 13 ulemborg 1 2 3 1 1 2 1 2 3 16 14 Doetinchem 12 dom -.. - 1 1 - -. 2 15 Groesbeek 11 irixperlo - 1 1 2-2 - 6 15 Weslervoort 11 odewaard - 1 1 1 2-1 1 7 17 Ede 10 oesburg 1 2 3 1 1 3 3 2 1 17 17 l-leerewaarden 10 I oetinchem 1 2 2 1 2 2. - 2 12 17 Rheden 10,uien 1 1 1 - - 1 - - 4 17 Ubbergen 10.,ven 2 1 1 1 4 - - - - 9 21 Bameveld 9 ct,teld - - -. -. 1-1 2 21 Duiven 9 de 1-2. 2-2 1 2 10 21 Eist 9 bergen 1 - - 1 2 - - 1-21 Gorssel 9 E burg 1-3. 1 1 6 21 Heumen 9 ~ 1 1-1 4 1 1 - - 9 21 Kesteren 9.. 1 2 -. 2 2. 7 21 Nujkerk 9 eb 1 1. - 1 1 1. - 5 28 Brummen 8 Ielderrnalsen.. 1 1 - -. - 2 28 Groenbo 8 dringen 1. 1 1 1. - 2 6 28 Wijchen 8 dt 1-1 -. - - - 2 28 Wscl, 8 ssel 1 3 1 1 3. - - 9 32 Beuningen 7 enlo - 1 - - 2 1 2 2 8 32 Dodewaard 7 esbeek - 1 1-3 3 3 - - 11 32 Epe 7 derwik 1 1 3 1 2-2 2 2 14 32 Hengelo 7 m - 1-2 1-2 - 6 32 Hoevelaken 7 l. 1 1 1 2 -. - 5 32 Kerkwijk 7 de - 1 - - - - 1 - - 2 32 Lienden 7 ewaarden 1 1 1 1 2 1-2 1 10 32 Lochem 7 ebo 1 2 1 1 1. 1 - - 7 32 Maasdrbel 7 ren -.. - 1 - - - - 1 32 Maurik 7 urnen 1 2 1 1 2. 1. 1 9 32 Renkum 7 levelaken 1 2-1 3 - - -. 7 32 Riinwaarden 7 sen. 1 1-1 - - - 1 4 32 Ruurlo 7 melo en Koppel 1 2 1. 2 -. - 6 45 Dunxperlo 6 wijk 1 2 1-2 - - 1. 7 45 Elburg 6 eren 1 2 1-2 - 1 2-9 45 Gendringon 6 envoorde - 2 -. 1 -. - 1 4 45 Hattem 6 en 1 2-1 2-1 - - 7 45 Hummelo en Kop 6 waal - - - 1 1-1 -. 3 45 Neerijnen 6 em 1 1. 2. 3 -. 7 45 Oldebroek 6 sdriet - - - - 3 1 2-1 7 45 Wtnterswijk 6 ik 1 1-1 2-1 1-7 53 Aalten 5 genaanderijn - 1 2 5 1 2 2-13 53 Brakel 5 e 1 - - - 1.. - - 2 53 Eibergen 5 ijnen 1 1-1 1-1 1-6 53 Ernielo 5 rk 1-1 3-2 - 2 9 53Hedel 5 e en 1 2 3 2 4 2 2 2 3 21 53 Stoenderen 5 speel - 1 1 1.. 1-4 53 Vorden 5 broek - - 1 2-2 1-6 53 Wamsveld 5 o - - 1 2 1 -. - - 4 53 Zelhem 5 urn 2 2 1 2 - - -. 7 62 Axnmerzoden 4 en 2 1 2 2 3. - - 10 62 Buren 4 aarden 1 -. 1 2-1 2-7 62 Drulen 4 urn 1 1-1 1... 4 62 Huissen 4 ndaal - 3 1 2 6. 1-1 14 62 Lichtenvoorde 4 o 2 1 1 1 2... 7 62 Nunspeet 4 rpenzeel - 1 1-2. - -. 4 62 Putten 4 deren 2.. 3 -. 5 62 Rossum 4 2 1 3 2 4 2 3 2 3 22 62 Scherpenzeel 4 rgen - 2 1 1 2 2 1-1 10 71 Angerlo 3 rg - - - - - - - - - 0 71 Bergh 3 t - 1 - - - - - - - 1 71 Lirrgewaal 3 n - 1 1 1 1-1 - - 5 71Wehl 3 ningen 1 3 2 1 1 2 1-2 13 75 Benimel 2 veld. 1 1 1 1 1 - - - 5 75 Didam 2 1. 1-1 - - - 3 75 Ecttteld 2 aas en Waal - 1. -. - 1. - 2 75 Geldermalsen 2 rvoort - 2 3-3 2 1. - 11 75 Gendt 2 0 1 1. 1 3 - -. 2 8 75 Hoorde 2 SWilk 1 2 1 1. - 1-6 75 Neede 2-2 1 2. 2 1-8 75 West Maas en W 2 mmcl 1 1 2-3 2 2 3 14 83 Borculo 1 1 1 1 1-1 - - 5 83 Heteren 1 ar 1 3 2 2 1 2 1 2 14 83 Vooral 1 n 2 2 3 1 4 3 2 1 3 21 86 Valburg 0 Bureau Economisch Onderzoek, afdeling Economische Zaken, Provincie Gelderland