De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Vergelijkbare documenten
De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

Eind- en Toetstermen VOL VCA April 2015

Rapportage Eind- en Toetstermen Compleet Versie april 2013

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

> < Risicoanalyse. Taak-risicoanalyse (TRA)

Eind- en Toetstermen VIL VCU

Eind- en toetstermen Basisveiligheid VCA en Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden VCA (ETT B-VCA en VOL-VCA)

Het echte VOL-VCA examen dat u na de opleiding gaat maken omvat 70 vragen en daarvoor heeft u maximaal 105 minuten de tijd.

Eind- en Toetstermen April 2015

De ri&e en het plan van aanpak

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

VEILIGHEIDS-CHECKLIST AANNEMERS: VOOR LEIDINGGEVENDEN

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

Safety Regulations. Uitvoeren van risicobeoordelingen: VGM plan, TRA en LMRA

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

De waarde van een TRA voor het laboratorium. Introductie + Onderwerpen

1. Arbowet: plichten van de werkgever

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers;

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Werken met CMR stoffen

Toelichting Arbochecklist Algemeen

Arbeidsomstandigheden

Dit document is alleen geldig op de aangegeven printdatum, tenzij de volgende gegevens zijn ingevuld:

Toelichting en gebruik V&G-deelplan.

Veilig en gezond werken

VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden

VCA Toelichting wijzigingen

Voorbeeld. versie 2; 26 juni 2017 pagina 1 van 5. Registratienummer 0000H0. Naam opleidingsinstituut CBR

Arbeidsomstandigheden en uitzendkrachten Hoe is dat geregeld?

Persoonlijke Beschermingsmiddelen EEN VERPLICHT NUMMER

Arbobeleidskader Lucas

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Het grijze boekje. Richtlijn veilig, gezond en milieutechnisch verantwoord werken in de funderingsbranche. Concept

Circulaire BRANDPREVENTIE

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige

Webinar. Gevolgen wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) 11 april 2017

Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie

VGM-deelplan Onderaannemers

Circulaire BRANDPREVENTIE

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

DE ARBOCATALOGUS. Veilig en gezond werken in de installatie en isolatiebranches

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Van Kerckhoven Groep. Aan alle bouw relaties van de Van Kerckhoven Groep. Geachte directie,

Eind- en Toetstermen Uniek VOL en Uniek VIL

Van Bedrijfsrie naar V&G plan. Toon Westerburger

Holland Solar heet u welkom. Veilig werken op daken. Solar Solu(ons 2015

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Introductie Stefan de Bijl Barbara de Kort Adviseur Kleemans Adviseur Kleemans

Kick-off STOPS. Werkzaamheden 2015 Twence BV 29 januari 2015

Informatieblad Diensten Arbo- & Veiligheidsinspecties

Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017

Voorbeeld. Naam opleider en registratienummer CBR, registratienummer 0000H0. Versienummer en datum Opleidingsplan versie 1; 25 maart 2016

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Inhoudsopgave. 1. Regelgeving en regels... 4

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor?

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Het organiseren van werk zonder gevaren kan het volgende inhouden: -- aanpassingen in werkzaamheden/werkmethoden

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Helger Siegert. Agenda

Veilig werken in de zonne-energie-sector

HSE guidelines december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Arbeidsomstandigheden en uitzendkrachten Hoe is dat geregeld?

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Veilig en gezond werken in het MKB

Checklist. Last Minute Risk Assessment

A3-1 (voorheen B-3-1) Antwoorden A3 Veilig werken. Het werk dat je tijdens schooldagen mag doen als je 14 jaar bent is oppassen en auto s wassen.

Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers

Basisveiligheid-VCA Proefexamen 4

Dit is een door het CCV goedgekeurd lesplan

Toetsingsrapportage RI&E

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Overzicht beboetbare nieuwe Arbo verplichtingen per

AANVULLING VIL-VCU (op VOL-VCA versie 4.3)

SAMENVATTING UITVOERDER P&O-BELEID, UITVOERDER ARBOBELEID EN LEIDINGGEVENDE INFORDOCUMENT TOOL

Vanaf nu moeten, bij een ernstig arbeidsongeval, ook de psychosociale oorzaken opgenomen worden in het omstandig verslag.

PBM's kopen en gebruiken

Vakjargon uit Arbowet en arbocatalogus. FNV Woordenlijst

Scoren met medezeggenschap

Rapportage EIND _ TOETSTERMEN 2015

Voorbeeld-RI&E, met Plan van Aanpak (met dank aan ArboUnie Noordwest Nederland)

NEN 3140 Veilige Bedrijfsvoering

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

Diensten informatieblad: Optimalisatie KAM & Arbo- & Veiligheidsinspecties. Coöperatie Baronije UA

TOOLBOX VEILIG WERKEN MET MACHINES

Regeling taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Arbeidsomstandighedenbeleid. azm

Hoofdstuk Paragraaf Eindterm Toetsterm 1. Wetgeving 1.5 Grondbeginselen arbeidstijdenwetgeving De kandidaat kan de doelstellingen van de

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Blootstelling aan gevaarlijke stoffen

Veilig en gezond werken in de diervoederindustrie

ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET

VEILIGHEIDSREGELS MOERDIJK

INHOU D. Hoofdstuk 1 ELEKTROTECHNISCHE RISICO S 1

Transcriptie:

1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet geeft van zowel de werkgever als de werknemer de rechten en plichten aan op het gebied van Veiligheid, Gezondheid en Welzijn. Dit heeft dan betrekking op het werk en de omstandigheden waaronder dit werk verricht moet worden. De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers op het werk; het zorgen voor bescherming tijdens de uitvoering van het werk; het zorgen voor zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden. De belangrijkste uitgangspunten van de Arbowet zijn: De werkgever draagt zorg voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer betreffende de met het werk verbonden aspecten en voert hiertoe een beleid. De te verrichten arbeid mag geen nadelige invloed hebben op de veiligheid en gezondheid van de werknemer. Risico s moeten voorkomen en zoveel mogelijk aan de bron bestreden worden. Werkgever en werknemer hebben rechten, maar ook plichten. De werkgever moet samenwerken en overleg plegen met de Ondernemingsraad (or) werknemersvertegenwoordiging of als deze er niet is met de betrokken werknemers. De werkgever organiseert voorlichting en opleiding voor de werknemer. De werknemer verleent zijn medewerking aan de voor hem georganiseerde voorlichting en opleiding. 15

hoofdstuk 1 Indien de werkgever niet over de nodige deskundigheid beschikt, laat hij zich ondersteunen door deskundige personen en/of diensten. Indien er op één locatie meerdere werkgevers werkzaamheden verrichten moeten deze samenwerken en hun optreden coördineren. Op de vraag op welke plaatsen de Arbowet van toepassing is kunnen we een kort antwoord geven. De Arbowet is van toepassing op alle plaatsen waar arbeid wordt verricht. In de praktijk betekent dit dat zodra er een gezagsverhouding is, de Arbowet toegepast moet worden. Met deze gezagsverhouding wordt bedoeld de relatie werkgever werknemer. De Arbowet is dan ook van toepassing op zowel de werknemer als de werkgever. Met werknemers worden ook stagiers, uitzendkrachten, vrijwilligers enz. bedoeld. Wanneer is iemand werkgever? In de Arbowet wordt onder werkgever verstaan: iemand die arbeid laat verrichten. Een werkgever is dus iemand die een huis laat bouwen, maar ook een uitzendbureau of iemand die thuiswerkers inhuurt. 1.2 Welzijn Welzijn kan worden omschreven als de tevredenheid van de werknemer over de arbeidsomstandigheden, de arbozorg en de inhoud van de arbeid. Dit houdt in dat de werknemer betrokken moet worden bij het indelen van het werk, het indelen van de werkplek en bij het meedenken over nieuw aan te schaffen gereedschap. Voorbeelden hiervan zijn: De inrichting van de werkplek moet aangepast zijn aan de werknemer. Er moet rekening gehouden worden met de persoonlijke eigenschappen van de werknemer, zoals leeftijd, geslacht, kennis van de voertaal en vakmanschap. Eentonig werk moet worden vermeden. De werknemer moet invloed kunnen uitoefenen op de eigen werkzaamheden. 16

wetgeving 1.3 Deskundige bijstand Een werkgever heeft de verplichting een interne preventiedienst op te richten en daarvoor één of meerdere deskundige personen aan te stellen. Als er in de onderneming geen of onvoldoende deskundigheid beschikbaar is doet de werkgever een aanvullend beroep op externe bijstand. De voornaamste functie van de deskundige personen en/of diensten is het bijstaan van de werkgever en de werknemers in het toepassen van de Arbowet. De belangrijkste taken van deze personen en/of diensten zijn: meewerken aan de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E); meewerken aan ongevallen- en incidentenonderzoek; adviseren van en samenwerken met de werknemers en/of de werknemersvertegenwoordiging; begeleiden van werknemers die door ziekte niet in staat zijn om te werken; het uitvoeren van arbeidsgeneeskundige onderzoeken. Het doel van het gezondheidstoezicht is het voorstellen van maatregelen om gezondheidsschade tijdens het uitvoeren van het werk en beroepsziekten te voorkomen en/of tijdig op te sporen. De werkgever heeft de verplichting werknemers in staat te stellen om periodiek een onderzoek te ondergaan ter voorkoming en beperking van risico s voor de gezondheid die veroorzaakt worden door de werkzaamheden. 1.4 Zorg voor andere personen dan werknemers Naast de zorg voor zijn eigen personeel heeft de werkgever de verplichting doeltreffende maatregelen te nemen om risico s voor andere personen te vermijden. Onder deze andere personen worden verstaan: werknemers van andere werkgevers; leveranciers, bezoekers, patiënten, enz.; omwonenden. 17

hoofdstuk 1 1.5 Toezicht door de overheid De Arbeidsinspectie is belast met het toezicht op de naleving van de Arbowet en de Arbeidstijdenwet. Bij een controle of onderzoek van de Arbeidsinspectie zijn de werkgever en werknemer(s) verplicht hieraan mee te werken. De Arbeidsinspectie kan, net als de politie, werknemers vragen naar een geldige legitimatie. Ook zullen zij, in geval van een ongeval, een onderzoek instellen naar de aanleiding. Indien de Arbeidinspectie van mening is dat de werkgever de verplichtingen uit de Arbowet niet op de juiste manier naleeft, kunnen zij de volgende maatregelen treffen: Een eis tot naleving stellen: bijvoorbeeld als niet wordt voldaan aan de regels betreffende de algemene zorg voor arbeidsomstandigheden van de werknemer, samenwerking en overleg en het niet hebben van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Het werk stilleggen: bijvoorbeeld als door het verblijven in een bepaalde ruimte of door het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden ernstig fysiek gevaar ontstaat voor de betrokken werknemer(s). Een proces-verbaal opmaken: naast het stellen van een eis tot naleving of het stil leggen van het werk kan een boete worden opgelegd. Bij een strafbaar feit wordt tevens een strafrechtelijke vervolging ingesteld. Een proces-verbaal (boeterapport) is een bestuurlijke boete. Dit betekent dat het strafbare feit aan de rechter ter beoordeling wordt voorgelegd en dat hij/zij de hoogte van de straf zal bepalen. De werkgever die toezicht houdt, aanwijzingen geeft en middelen verstrekt is tevens verantwoordelijk voor de naleving van de regels zoals omschreven in de Arbowet. Tevens kan de Arbeidsinspectie naar aanleiding van een beboetbaar feit een boeterapport opmaken. Dit kan zowel op de werkgever als op de werknemer van toepassing zijn. Een werknemer kan al voor een ogenschijnlijk kleine overtreding zoals het niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, waar dit wel verplicht is, een boeterapport opgelegd krijgen. 18

wetgeving 1.6 Grondbeginselen milieuwetgeving In de grondbeginselen van de milieuwetgeving wordt beschreven hoe de mens en het milieu beschermd moeten worden tegen de schadelijke effecten van de bedrijfsactiviteiten. Tevens wordt gesteld dat uitstoot van milieugevaarlijke stoffen en afvalstromen beperkt moeten worden en dat er zorg gedragen moet worden voor een doelmatige en correcte verwijdering van afvalstoffen. Om dit te bereiken moeten bedrijven en werknemers de volgende maatregelen nemen: productieprocessen aanpassen; uitstoot beperken; afvalstromen beperken en scheiden; zuinig en efficiënt omgaan met energie; zuinig en efficiënt omgaan met natuurlijke hulpbronnen. 1.7 Grondbeginselen Arbeidstijdenwetgeving Werken kost energie, daarom mogen werknemers niet te lang achter elkaar werken. In de Arbeidstijdenwet staat hoe lang iemand per dag en per week mag werken en wanneer iemand recht heeft op pauze of rusttijd. Die regels zijn er met het oog op de veiligheid, gezondheid en welzijn van werknemers, maar ook om werk, privé, vrije tijd en zorgtaken te kunnen combineren. De werkgever moet in zijn ondernemingsbeleid zoveel mogelijk rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van uw werknemers. Daarbij gaat het om zorgtaken, maar ook om andere verantwoordelijkheden, zoals scholing of vrijwilligerswerk. Over het beleid moet de werkgever overleg plegen met de or, de personeelsvertegenwoordiging of als die er niet is met de betrokken werknemers. De Arbeidstijdenwet geldt niet voor werknemers die ten minste driemaal het minimumloon verdienen (tenzij het gevaarlijk werk, nachtdienst of werk door niet leidinggevenden in de mijnbouw betreft). 19

hoofdstuk 1 1.8 Grondbeginselen wetgeving uitzendwerk Voor uitzendkrachten geldt dat, voor wat betreft veiligheid en gezondheid, zij dezelfde mate van bescherming genieten als de eigen medewerkers van de inlenende organisatie. De inlenende organisatie is dan ook verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van de uitzendkracht tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. De inlenende organisatie heeft samen met het uitzendbureau een gedeelde verplichting als het gaat om het voorlichten van de uitzendkracht. Het uitzendbureau moet de uitzendkracht informeren over de werkplek en de functie-eisen. De inlenende organisatie moet de uitzendkracht informeren over de specifieke gevaren die verband houden met de uit te voeren werkzaamheden. De operationeel leidinggevende staat in voor het feit dat de uitzendkracht de specifieke voorlichting en instructie krijgt. 1.9 Europese richtlijnen ten opzichte van Nationale wetgeving De Europese raad, die bestaat uit regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie, stelt Europese richtlijnen vast. Deze richtlijnen gelden voor alle lidstaten van de Europese Unie en moeten binnen een bepaalde periode, vijf jaar, worden omgezet in Nationale wetgeving. Een op de Europese wetgeving gebaseerde aanduiding is de CEmarkering. CE (Conformité Européene) is een aanduiding dat het betreffende product voldoet aan de minimale veiligheidseisen van de Europese Unie. Producten die voorzien zijn van CE-markering mogen vrij verhandeld en gebruikt worden binnen de aangesloten lidstaten. Voorbeelden van artikelen met een CE-markering zijn: PBM s; werktuigen/gereedschappen; hijskranen; veiligheidskleding; speelgoed. De CE-markering wordt aangebracht door de fabrikant of de invoerder van het betreffende product. Het toekennen van de CE-markering gebeurt op basis van een technisch dossier en een verklaring van 20

wetgeving overeenstemming, waarin de fabrikant of de invoerder bevestigt dat het product in overeenstemming is met de veiligheidseisen uit de richtlijn. CE-teken 21

2. Gevaren, risico s en preventie 2.1 Begrippen: gevaar en risico De begrippen gevaar en risico worden vaak door elkaar gebruikt om hetzelfde aan te duiden. Toch is er een groot verschil tussen een gevaar en een risico. In het woordenboek wordt gevaar uitgelegd als een kans op onheil, terwijl er voor risico staat dat dit gevaar voor schade of verlies is. Hieruit blijkt al dat er een duidelijk verschil is tussen een risico en een gevaar. In relatie tot veiligheid kan gevaar het beste omschreven worden als een kenmerk van een stof of product dat een ongeval kan veroorzaken. Een ander voorbeeld is een situatie die kan leiden tot een ongeval. Als we kijken naar risico, dan laat dat zich het best omschrijven als de mate van waarschijnlijkheid (kans) dat een bepaalde ongewenste gebeurtenis (ongeval) zal plaatsvinden, bepaald door de kans (frequentie en blootstellingduur) van optreden en de grootte van het ongewenste effect (schade/letsel). We kunnen het begrip risico dus omschrijven als: Risico = Kans x Effect 2.2 Onderkennen van risico s en gevaren Tijdens de uitvoering van onze werkzaamheden worden we blootgesteld aan risico s en gevaren. Enkele voorbeelden van risico s die we op de werkplek tegen kunnen komen zijn: brand; explosie/ontploffing; vallen; vallende voorwerpen; lawaai; straling; 23

hoofdstuk 2 bewegende onderdelen (bijvooorbeeld geraakt worden door of bekneld raken tussen); vergiftiging; verkeer, voertuigen; enz. Deze risico s ontstaan niet vanzelf, maar hebben een oorzaak. Mogelijke oorzaken waardoor de risico s ontstaan zijn: De soort werkzaamheden: hogedrukvloeistofreiniging; werken met gevaarlijke stoffen; werken met elektriciteit; graafwerkzaamheden; werken met stralingsbronnen. De werkplek en/of de werkomgeving: werken op hoogte; werken in besloten ruimten. De arbeidsmiddelen die gebruikt worden: werken met gevaarlijk gereedschap; werken met gevaarlijke machines. Producten en materialen waar mee gewerkt wordt: werken met gevaarlijke stoffen, chemicaliën. Het gedrag van de werknemer: stoer gedrag; haastig werken; ongeïnteresseerd zijn in het werk; spelen tijdens het werk. Naast de risico s die omschreven zijn, kunnen er op de werkplek andere risicoverhogende factoren aanwezig zijn. Voorbeelden van deze risicoverhogende factoren zijn: een rommelige werkplek; een te hoge of te lage temperatuur; te veel of te weinig licht; lawaai; trillingen; weersomstandigheden; complexiteit van het werk; gevaarlijke werkzaamheden in de omgeving; kennis en vakbekwaamheid; weinig bewegingsvrijheid; weinig vluchtwegen. 24

gevaren, risico s en preventie 2.3 Preventiehiërarchie Preventie betekend voorkomen. In relatie tot risico en gevaar kunnen we het volgende aan preventie maatregelen nemen: Voorkomen dat het risico toeneemt. Maatregelen nemen om het risico te verminderen. Voorkomen dat een ongeval plaatsvindt. Voorkomen dat er gezondheidsschade optreedt. Voorkomen dat er milieuschade optreedt. In de Arbowet is een zogenaamde arbeidshygiënische strategie opgenomen. In deze strategie is omschreven welke soort maatregelen genomen kunnen worden en in welke volgorde deze genomen moeten worden. Als eerste moeten er brongerichte maatregelen getroffen worden. Hierbij kan gedacht worden aan het uitschakelen van gevaren, het wegnemen van de oorzaak, het toepassen van een andere veiligere werkmethode, enz. Voorbeelden hiervan zijn: Gebruikmaken van een ongevaarlijke stof ter vervanging van een gevaarlijke stof. Verf zonder oplosmiddelen toepassen. Stoffen in plaats van in poedervorm in tabletvorm gebruiken. Als tweede mogen risicobeperkende of -verminderende maatregelen getroffen worden. Hierbij kan gedacht worden aan collectieve beschermingsmaatregelen en beveiligingen, geschikte werkmethoden en arbeidsmiddelen. Als derde mogen, indien er nog restrisico s blijven bestaan, persoonlijke beschermingsmiddelen worden toegepast. Naast de omschreven maatregelen uit de arbeidshygiënische strategie moet er ook organisatorische en begeleidende maatregelen genomen worden. Voor de organisatorische maatregelen moeten we dan denken aan het beperken van de blootstelling in duur, frequentie, intensiteit en aantal personen. Voor de begeleidende maatregelen moet gedacht worden aan: informatie, opleiding en instructie; etikettering, signalering en waarschuwing. In de praktijk wordt preventie van ongevallen aangepakt door het voorkomen van onveilige handelingen en onveilige situaties. 25

hoofdstuk 2 Een onveilige handeling is een handeling die niet volgens de geldende veiligheidsvoorschriften wordt uitgevoerd en daardoor kan leiden tot een ongeval. Voorbeelden van onveilige handelingen zijn: werken zonder werkvergunning of toelating waar dit vereist is; niet gebruiken van een voorgeschreven persoonlijk beschermingsmiddel; het buiten werking stellen van beveiligingen; gereedschap op een onjuiste manier gebruiken; kapot gereedschap gebruiken; het onjuist verplaatsen van een last. Indien een onveilige handeling wordt waargenomen moet direct actie genomen worden. Deze actie bestaat uit het (laten) stoppen van de onveilige handeling en het doen van een melding aan de hiërarchische leidinggevende. Een onveilige situatie is een situatie waarin gewerkt wordt zonder dat aan de voorwaarden voor veilig werken is voldaan en daardoor kan leiden tot een ongeval. Voorbeelden van onveilige situaties zijn: geen of onvoldoende verlichting; geen of geblokkeerde vluchtwegen; een niet opgeruimde werkvloer; geen of onvoldoende beveiligde apparatuur of machines. Indien een onveilige situatie wordt waargenomen moet ook direct actie genomen worden. Deze actie kan bestaan uit het wegnemen van de oorzaak, het afschermen/beveiligen van de onveilige situatie, het waarschuwen van anderen of het inschakelen van anderen. 2.4 Risicobeheersing en beleidsvoering De werkgever is verplicht een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid te voeren. De Risico Inventarisatie en Evaluatie is hier een onderdeel van en bestaat uit verschillende stappen, te weten: het identificeren van de gevaren; het inventariseren van de risico s; het evalueren van de risico s. In de risico inventarisatie worden de eerste twee stappen genomen. Tevens worden hierin de risicobeperkende maatregelen en de risico s 26

gevaren, risico s en preventie voor bijzondere categorieën werknemers, zoals zwangere vrouwen, jeugdigen en ouderen, vastgelegd. Het risicobeheersysteem is gebaseerd op de RI&E en kent de volgende onderdelen: planning van het beleid (methoden, taakverdeling); uitwerking van het beleid (doelstellingen en middelen); uitvoering van het beleid; evaluatie en bijsturing van het beleid. 2.5 (Taak-) Risicoanalyse en LMRA 2.5.1 taak risico analyse Een Taak Risico Analyse (TRA) is een analyse van de gevaren die verbonden zijn aan de uitvoering van (risicovolle) taken ten aanzien van de veiligheid en gezondheid van werknemers. Het doel van een TRA is het analyseren en evalueren van de aan een (risicovolle) taak verbonden risico s en het afspreken van beheersmaatregelen om zo tot een veilige uitvoering van de taak te komen. Bij het opstellen van een TRA worden bij voorkeur alle medewerkers betrokken die belast zijn met de planning of de uitvoering van de werkzaamheden. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van de hulp van deskundigen zoals een veiligheidsfunctionaris, planning- en werkvoorbereidingdeskundigen. 27

hoofdstuk 2 TRA Het maken van een TRA kan in de volgende gevallen noodzakelijk zijn: bij het uitvoeren van taken en werkzaamheden waar geen procedure voor voorhanden is; voor de aanvang van nieuwe projecten; bij het aanschaffen van nieuwe machines; bij nieuw- of verbouw; bij het opstellen en evalueren van procedures; bij het inschakelen van een jongere, een stagiair of een uitzendkracht; als het wordt voorgeschreven in het werkvergunningsysteem. Tijdens de uitvoering van de (risicovolle) taak kan het noodzakelijk zijn dat de gemaakte TRA bijgesteld moet worden. Situaties waarin dit noodzakelijk is kunnen zijn: Het opgestelde werkplan blijkt niet meer uitvoerbaar. Men heeft niet de beschikking over het juiste gereedschap of de juiste middelen. De werkcondities zijn gewijzigd. De installatie is niet (meer) drukloos, gas- of spanningsvrij. Het werk dient dan stil gelegd te worden en na aanpassing van de TRA moeten alle betrokken medewerkers op de hoogte gebracht 28

gevaren, risico s en preventie worden van de veranderingen voor dat opnieuw met de werkzaamheden kan worden begonnen. 2.5.2 lmra (laatste minuut risico analyse) Voor de aanvang van de werkzaamheden of de aanvang van een nieuwe taak is het belangrijk om een LMRA uit te voeren. Door het uitvoeren van een LMRA worden de aan de werkzaamheden verbonden risico s op de werkplek in kaart gebracht en kunnen direct maatregelen genomen worden om de risico s weg te nemen. Ook bij routinewerkzaamheden is het belangrijk om vooraf een LMRA uit te voeren. Indien de werkomstandigheden veranderen moet opnieuw een LMRA uitgevoerd worden om zo de eventuele gevaren van de nieuwe situatie in kaart te brengen. Het is belangrijk dat de LMRA uitgevoerd wordt door de werknemer die de werkzaamheden gaat uitvoeren omdat deze zich dan bewust is van de gevaren die aan de werkzaamheden verbonden zijn. Een eenvoudige manier om deze LMRA uit te voeren is het beantwoorden van vier vragen. 1. Weet ik welk werk ik moet doen en hoe ik het moet doen? 2. Heb ik het juiste gereedschap en is dit gekeurd? 3. Heb ik de juiste PBM s (Persoonlijke Beschermingsmiddelen)? 4. Is de werkomgeving veilig? LMRA 29

hoofdstuk 2 Als een van deze vragen met Nee moet worden beantwoord moeten de volgende stappen worden genomen: 1. Start niet met werken. 2. Neem contact op met je leidinggevende. 3. Bespreek de situatie en neem de nodige maatregelen. 4. Voer opnieuw de LMRA uit en als alles in orde is kan het werk worden gestart/hervat. 2.6 V&G Actieplan Aan de hand van de opgestelde RI&E moet een schriftelijk verslag van de in de RI&E geïdentificeerde risico s en de maatregelen die de werkgever gaat nemen worden opgesteld. Dit schriftelijk verslag wordt het plan van aanpak genoemd. Het plan van aanpak bevat ten minste de volgende onderdelen: de te bereiken doelstellingen; de concrete preventiemaatregelen; in te zetten middelen (financieel, materieel en organisatorisch); de taakverdeling (wie is waarvoor verantwoordelijk). Het plan van aanpak moet jaarlijks schriftelijk worden gerapporteerd en is een onderdeel van het sociaal jaarverslag. Voorafgaand aan de schriftelijke rapportage voert de werkgever overleg met de ondernemingsraad (or), de personeelsvertegenwoordiging of de belanghebbende werknemers. 2.7 Communicatie van risico s en beheersmaatregelen naar de werkvloer De risico s die aan het uitvoeren van werkzaamheden verbonden zijn en de bijbehorende beheersmaatregelen moeten voor aanvang van de werkzaamheden aan alle betrokken werknemers worden meegedeeld. Dit gebeurt bij voorkeur op de werkplek. Communicatie ten aanzien van risico s en beheersmaatregelen kan op verschillende manieren plaatsvinden. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: een kick-off meeting: een bijeenkomst van de opdrachtgever(s) en alle betrokken aannemers (of vertegenwoordigers daarvan) 30

gevaren, risico s en preventie voor de aanvang van het werk, waarbij alle risico s, beheersmaatregelen en interacties worden besproken; startwerkvergadering: een bijeenkomst van leidinggevende(n) en uitvoerende(n) om de activiteiten, risico s en beheersmaatregelen voor een klus door te spreken; shiftoverdracht: een bijeenkomst in geval van ploegendienst waarbij de afgaande en de opkomende ploeg informatie uitwisselen over de status van werkzaamheden, eventuele afwijkingen van het plan, gevaarlijke situaties en andere relevante gebeurtenissen van de afgelopen dienst; VGM-bijeenkomst (toolboxmeeting): een korte bijeenkomst van leidinggevenden/toezichthouders en operationele medewerkers waarin allerlei onderwerpen in het kader van veiligheid, gezondheid en milieu besproken worden. VIL De communicatie van risico s en beheersmaatregelen ten opzichte van uitzendkrachten wordt in twee delen gedaan. De intercedent verzorgt de algemene basisinformatie over de risico s aangaande de activiteiten, omstandigheden, functie en werkplek. De inlener verzorgt de communicatie ten aanzien van de specifieke arbeidsplek gebonden risico s. Dit dient plaats te vinden bij de ontvangst van de uitzendkracht door de inlener en voor aanvang van de werkzaamheden. Bij voorkeur vindt dit plaats op de werkplek. 2.8 Veiligheidsaspecten in de werkvoorbereiding Het doel van de werkvoorbereiding is het vaststellen van een werkwijze die veilig is en geen gezondheidsschade veroorzaakt. De elementen die tijdens de werkvoorbereiding beschouwd moeten worden om het werk op een veilige wijze te laten verlopen zijn: het opstellen van een tijdsplanning voor het gehele werk; vaststellen en vastleggen in welke volgorde de werkzaamheden op een veilige manier uitgevoerd kunnen worden; bepalen welke materialen, gereedschappen en machines nodig zijn om de klus uit te kunnen voeren; het bepalen van de benodigde tijd en maatregelen die nodig zijn om het werk op een veilige en gezonde manier uit te kunnen voeren. 31

hoofdstuk 2 2.9 Risicovolle werkzaamheden Onder risicovolle werkzaamheden wordt verstaan het uitvoeren van risicovolle taken of het uitvoeren van werkzaamheden in een risicovolle omgeving. Binnen bedrijven worden de risicovolle taken vastgelegd op basis van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en de Taak Risico Analyse (TRA). Voorbeelden van risicovolle taken zijn: laswerkzaamheden in een brandgevaarlijke omgeving; werken in een inerte omgeving; werken met ademlucht (perslucht). Voorbeelden van werkzaamheden in een risicovolle omgeving zijn: werkzaamheden in een besloten ruimte; werken in een omgeving waar gevaarlijke stoffen vrij kunnen komen. Bij de uitvoering van risicovolle werkzaamheden is het belangrijk dat men zich houd aan een aantal gedragsregels. De gedragsregels die gelden bij het uitvoeren van risicovolle werkzaamheden zijn: het beschikbaar hebben van een geldige werkvergunning; kennis van de inhoud van de werkvergunning; het beschikbaar hebben van een Taak Risico Analyse (TRA); kennis van de inhoud van de TRA; verwijzen naar de voorzorgsmaatregelen in de bedrijfsvoorschriften van de opdrachtgever; alleen aanvangen met de werkzaamheden als aan alle voorwaarden is voldaan; het voor aanvang van de werkzaamheden uitvoeren van een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA). De taken van de leidinggevende tijdens het uitvoeren van risicovolle werkzaamheden zijn: regelmatig controleren of de werkzaamheden volgens de gemaakte afspraken worden uitgevoerd; gebruikmaken van de afgesproken beheersmaatregelen; voldoende of in sommige gevallen continu aanwezig zijn; ingrijpen als er wordt afgeweken van de gemaakte afspraken. Als er tijdens het uitvoeren van een risicovolle taak afgeweken moet worden van het werkplan moeten de werkzaamheden worden gestopt. De (taak) risicoanalyse moet worden bijgesteld en met de verantwoor- 32

gevaren, risico s en preventie delijke leidinggevende en/of opdrachtgever en eventueel de veiligheidskundige besproken worden. Na overeenstemming over de bijgestelde (taak)risicoanalyse moet deze met alle betrokken medewerkers worden besproken. VIL De intercedent geeft de uitzendkracht informatie over de eventueel uit te voeren risicovolle taken. Vooraf moeten afspraken met de inlener gemaakt worden over hoe de uitzendkracht wordt geïnformeerd. Hierbij moet gedacht worden aan instructies, opleiding(en) en eventuele toetsen. Aandachtspunten bij de uitvoering van risicovolle taken door uitzendkrachten zijn: Voorafgaand moeten uitzendorganisatie en uitzendkracht geïnformeerd worden. Er moet een omschrijving zijn van de specifieke en/of bijkomende veiligheidsmaatregelen. Er moeten afspraken gemaakt worden over wie de uitzendkracht informeert en instructies en eventuele beschermingsmiddelen geeft. 33