Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in.

Vergelijkbare documenten
Luister naar het lied. Geef aan welke van de onderstaande woorden in het lied voorkomen.

De regenworm en zijn moeder

In wezen is de mens alleen

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Raar is leuk Klein Orkest

Als de liefde niet bestond

Weduwnaar Jochem Myjer

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in.

Lieve juf. werkblad 1. 8 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam,

Luister naar het gedicht. Geef aan welke van de onderstaande woorden in het gedicht voorkomen.

Recht op vrije meningsuiting

Brabant Guus Meeuwis

Luister naar het lied. Geef aan welke van de onderstaande woorden in het lied voorkomen.

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Dichter bij de taal Nederlands leren met liedjes en poëzie

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Aladdin Herman Finkers

Luister naar het lied. Geef aan welke van de onderstaande woorden in het gedicht voorkomen.

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander.

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

Inhoud van deze lesbrief

Uitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6

Opdracht 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6

Waar gaan we het over hebben?

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Werkblad: Vind me dan

Praat-plaat. post. aad/thema/post werkblad 1

TaalCompleet: e-learning Hoe werkt het? Nederlands

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

VRIJHEID. Inleiding. Vrijheid. Zonder handen, zonder tanden. Lesbrief voor Voortgezet Onderwijs, onderbouw/bovenbouw

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

HEMELS HUWELIJK KALENDER 52 X WIJ TIJD VOOR ELKAAR. Willem en Marian de Vink

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf -

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Lesbrief 6. Herhaling thema.

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Ik ben verliefd. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen

Les 6. Herhaling thema.

groep4 Thema 4 week 1 werkboek spelling

Tevredenheid 1. Tevreden over wat je hebt gedaan 8 2. Tevreden in alle omstandigheden Tevreden met weinig Tevreden met wat je hebt 14

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Deze handreiking is van:

A) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

3 Pesten is geen lolletje

Begin altijd met werken in het boek. Het boek vertelt je wanneer je een opdracht op de computer moet doen. gebruikersaccount. registratiecode in

Mensen om van te houden

werkbladen thema 5 werk

Voor de ouders/verzorgers

Zondag 6 maart 2016, uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

Paragraaf 9.7 Opdracht 15

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Voorbereidende les - basis

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

BEGINNERSCURSUS DAG 1

De Keukentafel Uitdaging

General information of the questionnaire

6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan.

Wat heb je gisteren gedaan?

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Taalsterk: e-learning Hoe werkt het? Nederlands

Korte cursus Sinterklaasgedichten schrijven

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Elandencounters: de lichaamstaal

TaalCompleet: e-learning Hoe werkt het? Nederlands

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

Deze handreiking is van:

LES 14. In het ziekenhuis OEFENBLAD 1/6. Naam Groep. Ach gut, wat naar! Oh, wat vreselijk! 3.1 Medeleven tonen

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Thema Op zoek naar werk

Getekende woorden. 1 Bekijk de bladzijde. Welke woorden vallen meteen op?

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN

Ik mis je in alle kleuren

Hoofdstuk 4 Wonen in de ruimte

Zijn mooiste model. Auteur: Marian Hoefnagel Illustraties: Dirk van der Maat. Boekverslag van:... Klas:...

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6

Dit is een download bij het artikel Omdat je het kunt uit JOP COACH magazine, nr

Lesbrief. Een echte man Yvonne Kroonenberg

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

Inhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL LES 2: VRIJE TIJD LES 3: THUIS LES 4: NEDERLAND LES 5: TOEKOMST 126

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden;

Welkom bij onze vereniging! Omgangsregels

Waar of niet waar? Naarmate de mens ouder wordt, vergeet hij ook meer. Hoe praat je het beste met een persoon met dementie?

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

LES 9. Eet, drink en blijf gezond. Doe Lees. Lees. Schrijf Vraag thuis om een leeg blik, Loop Leer. Bid dat je gezonde beslissingen zal.

Laat Je Rela)e Niet Stuklopen

ZWAAR, LICHT. Je kan honderden voorbeelden geven van wat gewicht is, maar je herinnert je er maar één.

WERKBLAD pingo. naam. Heel lang geleden was het hier erg koud. Dat noemen we de ijstijd. Er waren heuvels, heel bijzondere heuvels.

Bijlage 6: Schetsbordverhaal Zacheüs

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Transcriptie:

6 Kees Spiering Thuis werkblad 1 Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in. Thuis Kees Spiering Alsof je een plek (1). Om je heen kijkt en weet dat je thuis bent. Een weiland, vergeten (2) duinen en bosrand, iemand buigt tussen jou en een feest op zoek naar de wijn, een (3) wordt zijn eerste woorden, wat geschreven werd voor jou door een nooit (4) hand. Alsof je dit al kende voor je het zag. Er (5) was voor je er zou komen. Zo thuis 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 1

werkblad 2 Wat betekenen de onderstreepte woorden? Kies steeds de juiste definitie. 1 Vroeger konden we op dit veld voetballen, maar nu staat er een hek omheen. 2 Er liepen negen koeien in het weiland. 3 We maakten een lange wandeling door de duinen. 4 Het boek lag op de rand van de tafel. 5 Alle mensen bogen toen de koning de kamer binnenkwam. 6 Hij drinkt graag wijn bij het eten. Definities 1 omheen = 2 het weiland = 3 het duin = 4 de rand = 5 buigen = 6 de wijn = a met je hoofd naar beneden bewegen, meestal uit respect b een heuvel van zand bij de zee c rondom d het buitenste deel van iets e een veld met gras waar een boer bijvoorbeeld koeien op laat lopen = de wei f een drank met alcohol, die gemaakt wordt van druiven 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 2

werkblad 3 Welk woord hoort niet in de reeks thuis? Waarom niet? 1 buigen knikken krommen strekken 2 de boulevard het duin de kust het strand 3 omheen overheen onderdoor tijdens 4 de kant het midden de rand de zijde 5 de boerderij de wei de weide het weiland 6 het bier de cola de jenever de wijn 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 3

werkblad 4 Lees de tekst van Thuis en beantwoord onderstaande vragen. 1 Wat is het centrale thema van dit gedicht? 2 Wat bedoelt de auteur van het gedicht met de uitspraak Zo thuis? a snel thuis b op deze manier thuis c bijna thuis 3 De auteur van het gedicht gebruikt meerdere malen het woord alsof. Waarvoor wordt dit woord gebruikt? 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 4

werkblad 5-1 Werk samen met twee medecursisten. Geef antwoord op onderstaande vragen. 1 Bekijk onderstaande zin uit het gedicht. Let daarbij vooral op het vetgedrukte woord. Waarnaar verwijst dit woord? Alsof je om je heen kijkt en weet dat je thuis bent. De vormen me, je, en ons noemen we wederkerende voornaamwoorden. Ze verwijzen terug naar het onderwerp van de zin: ik jij u hij zij het wij jullie u zij vergis vergissen vergissen vergissen me je ons je 2 Goed of fout? 1 Hij mij vaak. goed fout 2 Ik erger hem altijd aan mijn irritante broertje. goed fout 3 Als Sandra een toets moet maken, windt ze altijd erg op. goed fout 4 De baby verslikte ons in de melk. goed fout 5 Stelt u even voor. goed fout 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 5

werkblad 5-2 3 Waarnaar verwijst het wederkerende voornaamwoord? 1 Iedereen verslaapt weleens. 2 De demente vrouw herinnert nog wel veel van vroeger. 3 Wij maken ons veel zorgen om onze zieke hond. 4 De kinderen amuseerden prima in het attractiepark. 5 Als ik vrij heb, verveel ik me nooit. 4 Vul het wederkerende voornaamwoord in. 1 Voetballers stellen op het veld vaak erg aan. 2 Als student moest ik vaak haasten om mijn werk op tijd af te krijgen. 3 Na het sporten wassen wij altijd meteen. 4 De uitslag van het examen laat op wachten. 5 Schaam jij voor je slechte cijfers? 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 6

werkblad 6 Zoek iemand die weleens ergens op abonneert. weleens bemoeit met iemand anders. altijd netjes gedraagt. goed kan inleven in anderen. tijdens de les weleens misdraagt. altijd ontfermt over de kinderen. weleens overeet. weleens schaamt als hij/zij Nederlands praat. altijd uitslooft voor het andere geslacht. weleens in de datum. graag wil verloven. weleens verschuilt achter iemand anders. weleens verslikt in zijn/haar eigen speeksel. weleens verspreekt. altijd voorneemt om zijn/haar best te doen tijdens de les. 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 7

werkblad 7 Werk samen met een medecursist. Stel elkaar de wat-doe-je-als-je? -vragen. Verwerk in je antwoord telkens een aantal van de gegeven wederkerende werkwoorden. Voorbeeld: Cursist A: Cursist B: Cursist A: Wat doe je als je wakker wordt? Ik kleed me aan. Wat doe jij als je wakker wordt? Eerst draai ik me nog een keer om. Daarna was ik me. Situatie 1: Wat doe je als je ziek bent? Gebruik: zorgen maken, afmelden, ziek melden. Situatie 2: Wat doe je als je naar het theater gaat? Gebruik: amuseren, vermaken, voornemen. Situatie 3: Wat doe je als je je schaamt? Gebruik: vergissen, verspreken, uit de voeten maken. 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 8

werkblad 8 Je medecursist wil graag iets leren over jouw land van herkomst. Schrijf een persoonlijke brief gericht aan je medecursist waarin je hem/haar vertelt over jouw land van herkomst. De brief moet ten minste aan de volgende eisen voldoen: ongeveer 100 woorden gepaste aanhef beschrijving van het land van herkomst mening over het land van herkomst gepaste afsluiting 6 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam, 2018 9