Samen sterk ieders inbreng is van belang

Vergelijkbare documenten
Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

De aarde viert feest

Liefde, voor iedereen gelijk?

Rechtvaardige Rechters in actie

t Vuil Reclametruukske

Voedsel onder de loep

Ook getest op kinderen

Aardoliealarm in het bos

Over taaie taboes en lastige liefdes

Mirjams mama en moekie

De wereld op zijn kop

Als één blok samen. Laat 's morgens bij het binnenkomen de clip van de Phillibustas zien:

Het mysterie van ons bord

In de weer met striphelden

Over lege winkelrekken en andere weerberichten

Vind je eigen geld uit

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Vakantieland of crisisland

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

Geld is een bril, geluk is dat ook

Naar school in het Midden-Oosten

Afval als voedsel - voedsel maken zónder olie

Is jouw eurocent al gevallen

Op tocht met de New Star. Haal je GSM uit elkaar

Professoren in systeemdenken

Sociaal vlees. Bij lesmateriaal op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les.

Een doortastend onderzoeker, over grondstoffen en eindigheid

Cruisevaarders hou je vast

Iedereen een stem? Lesvoorbereiding. Verwondering

Grondstof tot nadenken

Broeierig Egypte. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Wij menen het! Vertel de leerlingen dat je een brief hebt gekregen van een aantal onderzoekers die hulp nodig hebben.

Winkelen in het bos?

Het klimaat, onder ons gezegd en gezwegen

Rovertje Roof, de aarde raakt op

Superboom. Kinderen onderzoeken op basis van een detail op een afbeelding hoe de volledige

Van afvalberg tot afvaldal

Bruine bananen. Doelstellingen

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

Op fietstocht in eigen land en naar zichzelf

Kiezen of verliezen. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

De bond voor de betere uitvinding

Door de bomen het pretpark zien

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

IKHEBHOOP.NL. In het kort Klassikaal en in kleine groepjes Ong. 60 minuten Muziek/kunst

Dag van de Biodiversiteit 2 de en 3 de graad (On)kruid vergaat niet

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Ik geloof dus ik ben?

IKHEBHOOP.NL LESBRIEF HET HOOP LIED! Handleiding leerkracht

Bron foto s: Pixabay

Ben jij in de stemming

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

DADA EN POMPIDOM GROEP 1-2

Je eigen nieuwjaarsbrief

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

INKIJKEXEMPLAAR. challenges voor ouders en kids! Spelboekje. Samenspel. Tover een glimlach op je gezin VAN DE FAMILY FACTORY

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Een boek schrijven voor dummy s

Handleiding Werkvormen Vragen stellen

Wie ben jij? HANDLEIDING

Wij gaan bouwen, wij gaan bouwen, Doe je mee, doe je mee, Pak dan ook je spullen, pak dan ook je spullen Zaag, plank, schroef, zaag, plank, schroef.

Zoveel heb ik jou lief

Lesmateriaal. Waar slaat dat op! Basisonderwijs groep 5 groep 8

Activiteit 8. Taal Kringgesprek Ik ben bang... Doelen. Materiaal. Voortaak

Het gedicht Kampioen

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is.

Piratenmaal. (2de graad) (75 )

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: TALENTENBANK

Nieuwjaarsbrief met een Djapo-toets

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

Spreekbeurt, en werkstuk

Activiteit 14. Muziek Pompoenlied. Doelen. Materiaal. Voortaak

PIRATEN. WAT LEERT DE LEERLING? Nadenken over hoe ze er uit zien.

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

DOCENTENHANDLEIDING KINDEREN DIE GEWOON KIND WILLEN ZIJN

200 JAAR STATEN-GENERAAL

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Sammie en opa. - Vakantiebestemmingen - Je dood vervelen

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Leeftijd: 9-12 Thema: God, heilige Geest, identiteit, Normen en waarden, Pinksteren Tijdsduur: 60+ min.

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is.

Spider(wo)man. Doelstellingen

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Dag 1 (door Rhune en Ashley) (09/02/09)

Begeleidende uitleg voor de leerkracht:

Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Transcriptie:

Samen sterk ieders inbreng is van belang Diversiteit 1ste graad Lesvoorbereiding Voor je begint Print het verhaal Op wereldreis met de zeilboot 1 maal uit. Toon de foto van de zeilboot op het smartboard Verwondering Vertel de leerlingen dat ze met een zeilboot een reis rond de wereld gaan maken. Toon de foto van de zeilboot. Lees Op wereldreis met de zeilboot voor. Gebruik zoveel mogelijk namen van de leerlingen in het verhaal. Tip: Je kan ervoor kiezen om deze les meer in te kleden: - Je toont geen tekening van een zeilboot, maar laat de leerlingen samen zelf een (zeil)boot ontwerpen op een groot blad papier. Op die manier kiezen zij zelf met welk soort boot zij op wereldreis vertrekken. De leerlingen geven de boot ook zelf een naam. - Je laat de leerlingen een echte boot timmeren. - Je laat de leerlingen op voorhand materiaal meebrengen van thuis: zwembandjes, reddingsvest, reddingsboei, kompas,... De les begint als iedereen is uitgerust met de nodige veiligheidsattributen voor een zeevaart. STAP 1: WAT IS ER GEBEURD? Bespreek het verhaal: Wat gebeurt er? Kijk samen op de wereldbol/wereldkaart waar de schipbreuk heeft plaatsgevonden. STAP 2: HULP ZOEKEN Bespreek: Hoe kunnen we hulp vragen?

(Boodschap in een fles--> Waarmee schrijven we? En waarop, want er is geen papier?, morsecode--> Hoe maken we licht? Helpt heel luid roepen?) Opgelet! Er zijn geen gsm's of computers met internet aan boord! Schrijf samen de boodschap waarmee je hulp wil zoeken en stuur de boodschap op de gekozen wijze de wereld in. Kennis STAP 3: TAAKVERDELING Bespreek: o Tot er hulp komt opdagen, moeten we proberen te overleven. Hoe doen we dat? (huis bouwen, bedden en dekens maken, voedsel zoeken, jagen, koken,...) Schrijf alles op het bord. Ga nu verder in op de kwaliteiten of talenten die nodig zijn om de genoemde taken te volbrengen. Voorbeeld: om een huis te bouwen moet je sterk zijn, handig, slim, goed kunnen samenwerken, goed kunnen meten,... Om voedsel te zoeken moet je veel over planten weten, goede ogen hebben, goed kunnen stappen, veel geduld hebben, goed op de tippen van je tenen kunnen lopen, graag wandelen,... Om een bed te kunnen maken moet je handig en creatief zijn, goed kunnen knutselen, goede ogen hebben,... Als de leerlingen niet op dreef komen, laat ze dan voor elke taak iemand voor de geest halen uit hun eigen omgeving. Vervolgens beschrijven ze deze persoon. Schrijf de eigenschappen van deze mensen op. Dat zijn de eigenschappen die nodig zijn om de taken uit te voeren. De volgende stap is de taakverdeling onder de leerlingen. Pas hier op voor mogelijke rollenpatronen: probeer de taken zoveel mogelijk te verdelen volgens talenten, en niet volgens geslacht. Voorbeeld: om te jagen moet je sterk zijn, maar ook goed kunnen lopen en goede ogen hebben. Ook al zullen vooral de jongens zich aangesproken voelen, toch zijn er kinderen met nog andere eigenschappen nodig om met succes te jagen. Daarom is de voorgaande stap, per taak de eigenschappen bepalen, erg belangrijk. Tip: Breid dit stuk naar keuze verder uit, al dan niet met de hulp van ouders: Kookactiviteit: De leerlingen brengen ingrediënten mee van thuis (al dan niet uit de eigen moestuin).

Nodig een natuurgids uit en ga samen op zoek naar eetbare planten in de natuur. Neem zelf een aantal ingrediënten mee en laat hen zelf een recept samenstellen. Knutselactiviteit (techniek!): De leerlingen bouwen zelf een hut in de klas of op de speelplaats met gevonden materiaal of met materialen die je zelf voorziet. Vraag hiervoor de hulp van een handige mama of papa. Je kan hen ook indelen in groepjes. Elk groepje werkt aan een ander aspect van het wonen: onderdak bouwen, meubels maken, servies knutselen, het huis versieren,... De kookactiviteit kan nu dienen als 'feestmoment' wanneer hun huis is ingericht. Erg leuk is om een vuurtje te maken en de maaltijd klaar te maken op het vuur: bananen op stokjes, appelmoes boven het vuur, kruidenthee met honing, aardappel in de schil,... STAP 4: HET VERDERE VERLOOP VAN HET VERHAAL De leerlingen vertellen zelf het verdere verloop van hun avonturen als schipbreukeling op een onbewoond eiland. Zij worden zelf de personages in hun eigen verhaal. Het verhaal draait met andere woorden vanaf nu rond hun personages, met hun verschillende talenten, die voor nieuwe avonturen komen te staan. Tips: Je kan ervoor kiezen om hen in één keer het verdere verloop en een slot te laten vertellen/verzinnen, ofwel in episodes, bijvoorbeeld elke dag een nieuwe episode. - Om de leerlingen te helpen, kan je hen telkens een gebeurtenis aanreiken waarop ze het verdere verloop verzinnen. Bijvoorbeeld: de gebeurtenissen bij het jagen, iemand die gewond raakt, een walvis die aanspoelt op het strand, hoe ze gered worden,... Bij elke episode worden andere hoofdpersonages gekozen. Je kan deze oefening klassikaal doen of in kleine groepen. Als je met kleine groepen werkt, kan je elke groep een andere gebeurtenis aanreiken waarrond ze een kort verhaal verzinnen. Schrijf telkens hun verhaal op en lees het hen voor. STAP 5: ALLEMAAL ANDERS Bespreek: We hebben het overleefd. Waarom is het ons gelukt? Zou je het alleen hebben overleefd? Waarom wel/niet? Welke taken heb je op je genomen? Waarom? Waren er taken die je ook goed had gedaan? Welke? Hoe zou het verhaal verlopen zijn hadden we allemaal over dezelfde talenten/eigenschappen beschikt? Bijvoorbeeld: wanneer iedereen heel sterk is en niemand handig? Is het goed om allemaal hetzelfde te zijn? Waarom wel/niet? Is het goed om allemaal verschillend te zijn? Waarom wel/niet? Moet je groot/volwassen zijn om iets goed te kunnen? Waarom wel/niet?

STAP 6: HET VERHAAL Lees als afsluiter het hele verhaal helemaal voor. Tip: Maak een mooi boekje van het verhaal. De leerlingen kunnen de tekst per episode van tekeningen voorzien. Ook erg leuk is om er een voelboekje van te maken, met de zaken uit de natuur waarmee een huis, bed, schilderij, zijn gemaakt. Voorbeeld: Van de bladeren waarmee de leerlingen een bed hebben geknutseld, kan je een blad in het boekje plakken. Tips voor bijkomende activiteiten 1. Een zeilboot tekenen: Materiaal Per tweetal: een foto van een zeilboot op zee Per leerling: grote tekenvellen, wasco, draad, lijm Tijd 30 minuten Doel De kinderen maken een tekening van een zeilboot op zee. Deel de foto van de zeilboot uit. Geef de kinderen de gelegenheid om de afbeeldingen te bekijken en er met elkaar over te praten. Laat ze daarna reageren. Je kunt de volgende vragen gebruiken: Zijn dit boten van vroeger of van nu? Hoe komen deze boten vooruit? Wat gebruiken de boten daarvoor? Waaraan zitten die zeilen vast? Hoe staan die masten vast? Geef de kinderen de opdracht: Maak een tekening van zo'n groot zeilschip dat op zee vaart. Doe dat met waskrijt. Gebruik stukjes draad voor de touwen. Haal de foto van het zeilschip op zodat het geen natekenen wordt! Deel de materialen uit. De kinderen gaan aan de slag. Hang de werkstukken op en bespreek ze kort. Laat enkele kinderen hun tekening toelichten. Vraag andere kinderen daarop te reageren. Geef aan dat ze iets mogen zeggen over een tekening die ze leuk vinden. 2. Zingen: Wat gaan we doen met de dronken zeeman? Materiaal Eventueel begeleidingsinstrumenten, bijvoorbeeld een tamboerijn of trom

Tijd 20 minuten Doel De kinderen leren het lied Wat gaan we doen met de dronken zeeman. Je kunt de tekst van het lied op het bord schrijven. Maar het is ook mogelijk om het lied vertellend aan te bieden. Cursief staat de tekst van het verhaal, waarmee je het lied kunt aanbieden. De liedtekst is in dit verhaal opgenomen. 3. Verhaal + liedje Er was eens een matroos op een grote zeilboot. Die matroos heeft een lange reis gemaakt. Hij is blij dat hij terug thuis is en viert de hele avond feest. Maar: hij drinkt een beetje te veel bier. Dus brengen zijn vrienden hem terug naar het schip. Daar staat de kapitein hen op te wachten. En hij vraagt: Wat gaan we doen met de dronken zeeman (3x) als de zon komt kijken? De vrienden kijken om zich heen. Achter het grote schip hangt de sloep. Dat is een kleine roeiboot. En ze antwoorden: Leg hem in de sloep totdat hij staan kan (3x) als de zon komt schijnen. Ja, maar..., zegt de kapitein. Morgen moeten we vroeg opstaan. We gaan weer op reis. Hoe krijgen we hem dan op tijd wakker? Gooi een emmer water op de zeemanskater (3x) als de zon komt schijnen. (uitleg van het begrip kater kan wenselijk zijn.) En dan? vraagt de kapitein. Hang hem aan de lijn in de wind te drogen (3x) als de zon komt kijken. Dat vindt de kapitein een grappig idee. Hij helpt de vrienden mee en ondertussen zingen ze samen: Dat gaan we doen met de dronken zeeman (3x) als de zon komt kijken. Dit liedje horen de andere matrozen op het schip. Ze vinden het erg leuk. Dus de volgende dag zingen ze het liedje, terwijl ze aan de touwen van de zeilen trekken. En ze merken dat het liedje hen daarbij helpt. Want je moet allemaal tegelijk aan het touw trekken. En dat gaat goed als je het liedje zingt. Probeer maar mee te doen. Laat de kinderen naast hun stoel gaan staan. Zing het lied voor. Kinderen die stukjes kunnen meezingen, doen dat (met name het refrein). Allemaal maken ze bewegingen alsof ze aan een touw trekken. Geef het voorbeeld door je bewegingen af te stemmen op het ritme van het liedje. Herhaal het lied.

Filosoferen Maak van je leerlingen veerkrachtige en kritische wereldburgers door met hen te filosoferen. Zet je samen met de leerlingen in een kring. Zorg dat je elkaar in de ogen kan kijken. Vertel hen dat je gaat nadenken over één vraag (zie voorbeeld). Hoe meer vragen die ene vraag oproept, hoe beter. Het is helemaal niet erg als de leerlingen geen pasklare antwoorden vinden. Er zijn slechts drie regels: 1) Ze mogen allerlei opmerkingen maken als ze bereid zijn het uit te leggen. 2) Ze luisteren naar elkaar. 3) Alles wordt in vertrouwen gezegd. Voorbereiding: Je bereidt een filosofisch gesprek voor door een discussieplan op te stellen (zie hieronder). Je start met één thema uit de les als concept. Daaruit leid je opnieuw verschillende concepten af. Deze concepten helpen je om de hoofdvraag en bijvragen te formuleren. De bijvragen kunnen aan bod komen om een antwoord te vinden op de hoofdvraag. Let wel, het is niet de bedoeling om tijdens het filosofisch gesprek het discussieplan letterlijk te volgen. Laat ruimte voor de inbreng van de leerlingen. Het discussieplan is als een kompas dat je door het gesprek kan leiden. Gemeenschappelijke beleving: Zoek een mooie foto van twee kindjes die elkaar zoenen, knuffelen of vastpakken.

samen sterk uniek talenten overleven opbouwe n creatief ellende geluk keuzes Hoofdvraag: Als mensen samenwerken, zijn het dan vrienden van mekaar? Subvragen: Wat is vriendschap? Moeten we altijd samenwerken? ijn alle mensen evenveel waard? Hebben alle mensen talenten? Moeten mensen geld met elkaar delen? Maak je geluk samen?

Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in filosoferen met kinderen' reiken we een houvast aan om een filosofisch gesprek te begeleiden aan de hand van inspirerende vragen. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen. Interessante informatie over filosoferen met kinderen vind je bij de links. Actie Werk verder met de talenten/eigenschappen waar de leerlingen zichzelf of de anderen mee identificeerden tijdens het verhaal. De leerlingen maken voor zichzelf een medaille, hoed, poncho, hoofdlint,... waar 1 of meerdere talenten op geschreven of getekend staan. De leerlingen trekken elk een naam van een klasgenootje. Aan hem of haar schrijven ze een kort briefje met hun waardering voor de leerling en waarom. Voorbeeld: Ik vind het knap dat jij goed kan knutselen. Jij kan hard lopen en daardoor konden we een konijn vangen... Tip: Je kan er ook voor kiezen om zelf namen uit te delen. Op die manier kan je leerlingen waarvan je weet dat ze tegengestelde karakters of talenten hebben, of waar er dikwijls ruzie tussen is, voor elkaar een waardering laten schrijven. In Gent organiseerden mensen een 'Fabricoleermarkt' (zie Achtergrondinfo). Ter voorbereiding van deze markt kan elke leerling zijn talent benutten of ontdekken. Organiseer een Fabricoleermarkt op school, waarbij elke leerling naar buiten kan komen met zijn of haar talent. Reflectie Nieuwe inzichten weken soms wat los... Zin om wat tijd te maken om de opgedane inzichten te bespreken? Neem dan hier een kijkje. Dit optioneel lesdeel biedt een waardevolle meerwaarde aan het lesidee. De leerlingen tekenen of knutselen elk een vis of een boot, die ze uitknippen. Ze schrijven of tekenen op de achterkant een lachend of een droevig gezichtje. Hang de figuren op in de klas en bespreek ze. Waarom tekende je een lachend/droevig gezichtje?