Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België:

Vergelijkbare documenten
Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België:

Aanbevelingen voor de aanpak van Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae (CPE)

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2013

Q 1: Vraag 13/01/2012: Antwoord Prof. Y. Glupczynski: Q 2: Vraag 26/01/2012: Antwoord Béa Jans: enterobacteriaceae carbapenemase +

Algemene richtlijnen voor de detectie van carbapenemases bij multi-resistente Pseudomonas aeruginosa* en Acinetobacter spp. in Belgische laboratoria

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2014

Twee jaar na Maasstad - Hoe staan Carbapenemases in Nederland op de kaart? Daan Notermans

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)

Enquête in verband met CPE (1: microbiologisch luik) (2: ziekenhuishygiëneluik

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2015

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER

SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen:

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens.

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14

Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae. Kristien Van Vaerenbergh GAB 26 maart 2013

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen:

Streptococcus pneumoniae

Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels

Patiënteninformatie. Het opsporen van bacteriën

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Epidemiologische enquête : Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa in acute ziekenhuizen in België

Streptococcus pneumoniae

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen:

Cultuur M/12958 was een Klebsiella pneumoniae die resistentie vertoonde tegen verschillende antibioticaklassen (beta-lactams, aminoglycosiden,

Streptococcus pneumoniae

Haemophilus influenzae

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

OVERZICHT EN PRAKTISCHE AANPAK MDRO- UITBRAAK IN VLAANDEREN Caroline Broucke Afdeling Preventie NVKVV

Innocent NDM? De genetische achtergrond van een NDM positieve, meropenem gevoelige E. coli

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

Carbapenemase Producerende Enterobacteriën (CPE) Informatie voor patiënten en bezoekers. Dienst Ziekenhuishygiëne

Het referentielaboratorium voor rabiës is gevestigd op het WIV-Departement Pasteur Instituut te Brussel.

Het referentielaboratorium voor rabiës is op het WIV Departement Pasteur Instituut te Brussel gevestigd.

1. RSV: testaanbod. 1.1 RSV antigeen = sneltest

MDR Gram-negatieve bacteriën:

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Streptococcus pneumoniae

Carbapenemases. Maurine A. Leverstein-van Hall

RSV en influenza seizoen

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr Executive summary: wat men zeker moet weten over CPE

KPC uitbraak. Veronica Weterings Deskundige Infec4epreven4e Amphia ziekenhuis, Breda

Patiënteninformatie (CPE)

Naar een optimale workflow voor de detectie van carbapenemase-producerende Enterobacteriaceae vanuit screeningsstalen

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013.

Determinanten van dragerschap van meticilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in woonzorgcentra

BRMO. lessen uit het verleden & toekomstperspectief. Dr. (L.E.) Ina Willemsen Amphia ziekenhuis VHIG congres 11 april 2013

ampc Wat moet je ermee? Tobias Engel AIOS MMB

Tabel 2 : Rabies : verspreiding, per provincie, van de behandelde personen na blootstelling in België (2001)

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Consensus MRSA screening

Het referentielaboratorium voor rabiës is gevestigd op het WIV-Departement Pasteur Instituut te Brussel.

Streptococcus pneumoniae

RESIDENT: O. Ophelia

Pragmatisch beleid ivm MDRO in de woonzorgcentra

Tabel 2 : Rabies : verspreiding, per provincie, van de behandelde personen na blootstelling in België (2002)

Patiënteninformatie. Dienst Ziekenhuishygiëne. Meer weten over CPE (Carbapenemase Producerende Enterobacteriën) GezondheidsZorg met een Ziel

Aminoglycosiden. Gegevens van het Referentielaboratorium. Analysen verricht in het kader van het referentiecentrum. Referentielaboratorium

ZIEKENHUISHYGIENE in UZ Leuven: BASISPRINCIPES VOOR GSO S

Enterobacteriaceae die carbapenemasen produceren

ANALYSE EN TERUGKOPPELING VAN RESISTENTIECIJFERS. Matthijs Oyaert Supervisie: Apr. W. Laffut 15 mei 2012

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2017 (finaal)

Patiënteninformatie. Dienst Ziekenhuishygiëne. Leven met CPE thuis. GezondheidsZorg met een Ziel

BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg

Ribotype BR027 zet de langzame daling van zijn incidentie voort terwijl andere ribotypes zoals BR014, BR020, BR002 en BR078 in grote mate toenemen.

Preventie van MRSA overdracht

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09

Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005

Deze consensus besproken in de Bilulu werkgroep, beschrijft:

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

Rapportering voor het jaar 2013 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

European Antimicrobial Resistance Surveillance Network. Belgische deelname (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2013.

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2015/1

Transcriptie:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: 1 januari 2012 tot 0 april 201 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), OD Volksgezondheid en surveillance, Brussel, Nationaal referentiecentrum (NRC) voor resistente enterobacteriën, UCL, Mont-Godinne.

Definities en methodologie DEFINITIE CPE-STAM In 2012 Enterobacteriaceae: surveillance van K. pneumoniae, E. coli en E. cloacae + andere enterobacteriën welke aan de criteria voldoen Resistent (I/R) voor minstens één carbapenem (meropenem, imipenem, ertapenem) volgens EUCAST of CLSI criteria Carbapenemaseproductie bevestigd door het Nationaal Referentiecentrum (NRC) Vanaf januari 201 Enterobacteriaceae: surveillance met focus op K. pneumoniae en E. coli + andere enterobacteriën welke aan de criteria voldoen, enkel bij verdenking van een epidemie epidemie = één of meerdere gevallen (zelfde carbapenemase) in een ziekenhuis, binnen de periode van 1 maand. Resistent of Intermediair (I/R) voor meropenem volgens EUCAST of CLSI criteria DE SURVEILLANCE HEEFT BETREKKING OP door het NRC bevestigde carbapenemase producerende stammen, melding van CPE gevallen (zonder bevestiging door het NRC) door ziekenhuizen: - in een reeds gedocumenteerde en bevestigde epidemische context, - met in house ervaring met carbapenemase identificatie. EXCLUSIE VAN DUBBELS: m.n. indien een CPE+ patiënt meermaals in de surveillancedatabank voorkomt (met zelfde carbapenemase) dan wordt enkel de eerste stam van deze patiënt in de analyse opgenomen. 2

Aantal stammen en patiënten in de surveillance van 1 januari 2012 tot 0 april 201 Totaal 1076 stammen CPE-negatief 450 stammen (41.8%) CPE-positief 626 stammen bij 594 CPE+ patiënten: 566 patiënten komen slechts éénmaal voor in de databank 28 patiënten met dubbels: 24 patiënten (2 maal), 4 patiënten ( maal) Type dubbels CPE-positieve patiënt (met éénzelfde carbapenemase): - Identificatie tijdens hospitalisatie en contrôlekweek door privé laboratorium na ziekenhuisontslag, - Identificatie door privé labo en staalafname tijdens een latere ziekenhuisopname, - Heropgenomen (met contrôlekweken) in éénzelfde ziekenhuis, - met opeenvolgende opnames/transfers in/uit meerdere verschillende ziekenhuizen (max. ), - met meerdere staalafnames (zelfde carbapenemase) tijdens éénzelfde ziekenhuisverblijf: afgenomen op dezelfde dag of op verschillende dagen, afgenomen thv éénzelfde anatomische lokalisatie of van verschillende lokalisaties, met identificatie van verschillende bacteriële species (max. ) Voor de hierna volgende analyse werden - dubbels uitgesloten: elke patiënt wordt slechts éénmaal geteld (de eerste CPE+ stam).

Aantal laboratoria met melding van CPE-stammen 4

Aantal laboratoria met melding van CPE-stammen Totaal: 69 laboratoria (594 CPE-stammen) 59 ziekenhuislaboratoria (566 stammen) 10 private laboratoria (28 stammen) Aantal laboratoria 0 25 20 15 10 5 0 2012 201 Ziekenhuis lab Privé lab Linéaire (Ziekenhuis lab) 5

Nieuwe gerapporteerde CPE-stammen 6

Maandelijks aantal nieuwe CPE-stammen: verdeling volgens bacteriële species 1/1 /2012-0/04/201 n=594 CPE+ stammen Aantal nieuwe CPE-stammen 70 60 50 40 0 20 10 2 4 2 4 27 2 4 1 2 2 2 4 1 2 18 20 7 2 25 5 8 5 41 5 2 21 Multi species Andere enterobacteriën K. oxytoca C. freundii E. cloacae E. coli K. pneumoniae 4 4 1 24 25 20 16 0 2012 201 +149 +11 +179 +15 7

Maandelijks aantal nieuwe CPE-stammen: verdeling volgens type carbapenemase 1/1 /2012-0/04/201 n= 594 CPE+ stammen 70 Meerdere Aantal nieuwecpe-stammen 60 50 40 8 10 Andere (GES, IMI) NDM VIM-1 KPC-2 OXA-48 0 20 10 2 2 2 1 51 2 7 5 4 18 17 2 29 42 45 2 1 28 1 8 24 28 5 20 0 2012 201 8

Bacteriële species en carbapenemase type 9

Bacteriële species en carbapenemase type (%) 1/1 /2012-0/04/201 Bacteriële species Carbapenemase type Andere 1.5% Meerdere 1.5% NDM 1.7% GES 0.2% IMI 0.2% Meerdere 0.4% C. freundii 5.7% E. cloacae 8.% K. oxytoca 4.7% KPC-2 10.4% VIM-1 5.1% E. coli 8.1% K. pneumoniae 70.2% OXA-48 82.2% K. pneumoniae (417) en E. coli (48) = 78.% van alle CPE OXA-48 (488) en KPC-2 (62) = 92.6 % van alle CPE Andere: E. kobei, E. asburiae, S. marcescens, H. alvei, M. morganii, P. rettgeri; R. ornithinolytica Meerdere: OXA-48 + NDM-1, OXA-48+VIM 10

Type van carbapenemasen bij K. pneumoniae en bij E. coli 1/1 /2012-0/04/201 K. pneumoniae (n = 417) E. coli (n = 48) VIM GES NDM OXA+VIM KPC 2% VIM 2% NDM % KPC 14% OXA-48 85% OXA-48 9% 11

CPE type OXA-48: 1/1/2012 tot 0/04/201 (n=488 nieuwe gevallen) Verband met het buitenland: 27 gevallen 5 12 2 2 12

CPE type KPC-2: 1/1/2012 tot 0/04/201 (n=62 nieuwe gevallen) Verband met het buitenland: 9 gevallen 2 6 8/9 KPC-positieve gevallen in de provincie Luik vertonen géén verband met het buitenland. Clusters in 4 ziekenhuizen. 1 1

CPE type VIM-1: 1/1/2012 tot 0/04/201 (n=0 nieuwe gevallen) Verband met het buitenland: 2 gevallen 1 1 14

CPE type NDM: 1/1/2012 tot 0/04/201 (n=10 nieuwe gevallen) Verband met het buitenland: 5 gevallen 1 2 1 1 15 5/10 NDM-positieve gevallen vertonen géén verband met het buitenland.

Indicatie voor staalafname 16

Indicatie voor staalafname OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 0 10 594 Indicaties /context voor staalafname (gegevens beschikbaar voor 584 patiënten) Screening context 54% 2% 48.% 70% 50.9% Klinische context 46% 77% 51.7% 0% 49.1% *Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemases van het type GES, IMI, OXA+VIM,.. 17

Anatomische sites bij staalafname voor screening 1/1 /2012-0/04/201 n= 297 patiënten met screeningstaal (50.9%) Rectale wisser n= 261 88% Faeces n= Urine n= 10 Respiratoir n= Meerdere sites n= 1 Meerdere (n=1) n. Rectale wisser + respiratoir 5 urine 6 wonde 1 Urine + ander n. spec. 1 Andere (n=7) n. Andere n= 7 Keelwisser 4 Perineum/huid wisser 2 Ander, n. spec. 1 18

Anatomische sites bij staalafname in een klinische context 1/1 /2012-0/04/201 n= 284 patiënten met staal afgenomen in klinische context (49.1%) Respiratoir n= 58 20% Wonde n=27 10% Bloed, katheter n= 15 5% Andere n= 8 Andere (n=8) n. Peritoneale katheter of vocht, ascites CSV 1 Stoelgang Info niet beschikbaar 1 Urine n= 174 61% Meerdere n= 2 Meerdere (n=2) n. Urine + wonde 1 Bronchusapiraat + drainagevocht 1 19

Infectieuse status en recente antibioticabehandeling 20

Infectieuse status en recente antibioticabehandeling OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 0 10 594 Recente behandeling met antibiotica (gegevens voor 227 patiënten) Recente antibioticabehandeling 79.5% 8.% 87.5% 8.% 80.6% Infectieuse status bij CPE-positieve patiënten (gegevens voor 549 patiënten) Kolonisatie 62.1% 44.8% 62.1% 77.8% 60.5% Infectie 7.9% 55.2% 7.9% 22.2% 9.5% *Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemases van het type GES, IMI, OXA+VIM,.. 21

Hospitalisatieafdeling 22

Ziekenhuisafdeling waar de patiënt verblijft bij detectie van CPE OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 0 10 594 Gemiddelde leeftijd (min-max) 75.9 j. (1-101) 74 j. (24-90) 61.4 j. (1-92) 54.9 j. (19-88) 74.5 j. (1-101) Sex ratio (M/V) 0.9 0.8 1.4 1 0.9 Gehospitaliseerd of ambulant (gegevens beschikbaar voor 584 patiënten) Gehospitaliseerd Ambulant 90.0% 10.0% 9.4% 6.6% 96.7%.% 100% 0% 90.9% 9.1% Ziekenhuisafdeling waar CPE gedetecteerd werd (gegevens voor 526 patiënten) IZ, brandw., hemato-onco 22.8% 5.1% 75.9% 20.0% 27.2% Geriatrie, Sp, revalidatie, 7.6% 26.% 0.0% 10.0%.7% palliatief Geneeskunde 21.4% 1.6% 6.9% 40.0% 22.0% Heelkunde 11.5%.5% 17.2% 20.0% 11.0% Andere, meerdere 6.8%.5% 0.0% 10.0% 6.1% * Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemasen van het type GES, IMI, OXA+VIM, 2

Voorgeschiedenis 24

Voorgeschiedenis: recent ziekenhuisverblijf in België - in het buitenland OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 0 10 594 CPE+ patiënten met ziekenhuisverblijf in België in het buitenland (gegevens voor 46 patiënten) Hospitalisatie/verblijf in 10.2% 20.9% 8.% 50.0% 1.0% buitenland Recent verblijf in 55.1% 48.8% 50.0% 0.0% 52.6% ziekenhuis/wzc in België Geen recent verblijf in ziekenhuis / WZC 0.6% 27.9%.% 20.0% 0.4% * Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemasen van het type GES, IMI, OXA+VIM, 25

CPE-positieve patiënten: verband met een hospitalisatie /verblijf in het buitenland (n=44) Landen Aantal gevallen OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM MIX Marokko 9 9 Griekenland, Kreta 8 2 5 1 Turkije 8 7 1 India 5 4 1 Italië Egypte 2 1 1 Tunesië 2 2 Algerije 1 1 Senegal 1 1 Thailand 1 1 Roemenië 1 1 Vietnam 1 1 Libië en Tunesië 1 1 Frankrijk 1 1 TOTAAL 44 26 9 2 5 2 26

Clusters en uitbraken 27

Aantal ziekenhuizen met melding van CPE-clusters 1 januari 2012 tot 0 april 201 Sinds 1 januari 2012: 16 ziekenhuizen melden CPE-clusters ( 1). Dit aantal is zonder enige twijfel een onderschatting van het probleem. Aantal ziekenhuizen met cluster van het type: 28

Evolutie van het aantal nieuwe patiënten met CPE 1/1/2012 0/04/201 Aantal nieuwe patiënten met CPE 70 60 50 40 0 20 Alle ziekenhuizen Aantal nieuwe patiënten met CPE 70 60 50 40 0 20 Alle ziekenhuizen behalve ziekenhuis met belangrijke outbreak 10 10 0 0 n = 594 stammen: K. pneumoniae: 70%, E. coli: 8% OXA-48: 82%, KPC: 10%, VIM: 5% Gemid. leeftijd: 74.5 j (OXA-48: 76, KPC: 74, VIM: 61) % met infectie: 9.5% (urinair: 59%, respiratoir: 21%) Ziekenhuisafdeling: IZ/hemato-onco/burn: 27%, geneeskunde: 22%, geriatrie: 4% Voorgeschiedenis: ZH/WZC België: 5%, géén ZH/WZC: 0%, buitenland: 1% n = 417 stammen: K. pneumoniae: 67%, E. coli: 9% OXA-48: 75%, KPC: 15%, VIM: 7% Gemid. leeftijd: 72 j (OXA-48: 74, KPC: 74, VIM: 61) % met infectie: 46% (urinair: 60%, respiratoir: 22%) Ziekenhuisafdeling: IZ/hemato-onco/burn: 4%, geneeskunde: 24%, geriatrie: 2% Voorgeschiedenis: ZH/WZC België: 47%, géén ZH/WZC: 4%, buitenland: 14%

Besluit Toename van het aantal laboratoria met melding van CPE-verdachte stammen (NRC) In België: vooral K. pneumoniae, type OXA-48 en type KPC CPE+ patiënten zijn meestal ouderen (gemiddelde leeftijd 75 jaar) Vergeleken met OXA-48-gevallen lijken KPC+ gevallen ernstiger: meer infecties, geïsoleerd uit klinische stalen, patiënten verblijven vaak in hoog risico afdelingen (IZ, hemato-oncologie,..). Slechts 21% van de KPC+ gevallen zijn gelinkt aan ziekenhuistransfer uit/verblijf in het buitenland. Voor OXA-48 positieve gevallen is dit percentage nog lager (10.2%). Anderzijds verbleef de helft van alle CPEpositieve patënten recent in een ziekenhuis/wzc in België. CPE type OXA-48: raakt alle provincies en is endemisch in de provincie Antwerpen en epidemisch in de provincie Oost-Vlaanderen Voorkomen van KPC-clusters (klonaal) en lokale/regionale verspreiding in de provincie Luik met uitbreiding naar de provincie Luxemburg (de kwartaal 2012). Voorkomen van CPE type NDM zonder link met het buitenland (5/10) in regio Brussel en Provincie West-Vlaanderen. 0