Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG04 77 11 297 324 NOVEMBER 2000 EDITION NEERLANDAISE De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. RENAULT Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault. Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.
Algemeen Inhoud Blz. 01 GEGEVENS Motor - Koppeling - Versnellingsbak 01-1 Identificatie van de auto 01-2 02 HEFMIDDELEN Garagekrik - Bokken 02-1 Tweekoloms hefbrug 02-2 03 SLEPEN Alle types 03-1 04 SMEERMIDDELEN PRODUCTEN Verpakking 04-1 05 OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN Motor 05-1 Versnellingsbak 05-3 Stuurbekrachtiging 05-5 07 Inhouden - Soorten 07-1 Afmetingen 07-2 Spanning aandrijfriem hulporganen 07-4 Spannen van de distributieriem 07-6 Vastzetten cilinderkop 07-41 Banden en wielen 07-44 Remmen 07-45 Bodemhoogte 07-46 Controlewaarde van de voortreinhoeken 07-48 Controlewaarden van de achtertreinhoeken 07-67
Het werkplaatshandboek van de LAGUNA is samengesteld door specialisten op het gebied van reparatiewerkzaamheden en storingsdiagnose. De in dit handboek beschreven werkwijzen en diagnoses staan garant voor kwalitatief goede reparaties. Als er voor het uitbouwen-inbouwen van bepaalde onderdelen geen bijzonderheden gelden of als hier geen speciaal gereedschap voor is vereist, dan wordt aangenomen dat deze werkzaamheden voldoende bekend zijn bij gespecialiseerde monteurs en zullen deze ook niet nader worden beschreven. De facturatietijden worden door specialisten van Renault echter altijd zo realistisch mogelijk gemeten aan de hand van daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden, zelfs als deze niet voluit worden beschreven in de werkplaatsdocumentatie. MEETEENHEDEN Alle maten zijn aangegeven in millimeter (mm) tenzij anders staat aangegeven. De aantrekkoppels zijn aangegeven in decanewtonmeter (dan.m). De drukken zijn aangegeven in bar (N.B.: 1 bar = 100 000 Pa). De elektrische weerstanden worden aangegeven in ohm (Ω). De spanningen worden aangegeven in volt (V). TOLERANTIES Tenzij anders vermeld hebben de aangegeven aantrekkoppels een tolerantie van: In graden: ± 3. In dan.m.: ± 10%. MATERIAAL EN GEREEDSCHAP In sommige gevallen moet voor werkzaamheden aan RENAULT-modellen speciaal materiaal of speciaal gereedschap worden gebruikt. Een ruim aanbod hiervan vindt u in de catalogus voor speciale gereedschappen en materialen.
101 GEGEVENS 01 Motor - Koppeling - Versnellingsbak Motor Type auto Type Inhoud (cm 3 ) Type koppeling Type versnellingsbak XG0A K4M1598 215 CPOE 3500 JH3 XG0B F4P 1783 215 CPOE 4400 JR5 XG0G F9Q 1870 228-7900 PK6 XG0D L7X 2946 - SU1 XG0A XG0B K4M F4P 1598 1783 - DP0 IDENTIFICATIE VAN DE AUTO Voorbeeld: BG0A B : Type carrosserie (hatchback) G : Projectcode 0A : Motoraanduiding 01-1
GEGEVENS 01 Identificatie van de auto PLAATS VAN HET TYPEPLAATJE VAN DE AUTO 1 Typenummer van de auto en chassisnummer Deze informatie staat ook bij (B). 2 Max. toegelaten totaalgewicht 3 Max. toegelaten treingewicht (auto met aanhangwagen) 4 Max. toegelaten gewicht gemeten onder de vooras 5 Max. toegelaten gewicht gemeten onder de achteras 6 Technische gegevens van de auto 7 Lakcode 8 Uitrustingsniveau 9 Type van de auto 10 Stoelbekledingscode 11 Aanvullende uitrustingscode 12 Fabricagenummer 13 Interieurbekledingscode 01-2
102 HEFMIDDELEN 02 Garagekrik - Bokken Veiligheidsteken: deze werkzaamheden vragen extra zorg. ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Cha. 280-02 Cha. 408-01 of Cha. 408-02 Vulblok voor garagekrik Dop voor garagekrik Let op dat met een garagekrik altijd de juiste blokken worden gebruikt. De auto mag beslist niet worden opgekrikt onder de voorste wieldraagarmen of onder de achtertrein Afhankelijk van het type garagekrik gebruikt u dop Cha. 408-01 of Cha. 408-02 in combinatie met het blok Cha. 280-02. BOKKEN Bokken mogen alleen onder de volgende plaatsen gezet worden: ofwel onder de versterkte kriksteunpunten, ofwel onder de blokjes achter deze versterkingen. Voor het plaatsen van de bokken aan de achterkant moet de auto aan de zijkanten omhoog worden gebracht. Krik de voor- of achterkant op met gebruikmaking van de kriksteunpunten van de auto. GARAGEKRIK AAN DE ZIJKANT Gebruik het blok Cha. 280-02. Plaats de krik onder de drempelkoker onder het voorportier. Zorg dat de carrosserierand correct in de groef van het blok valt. 02-1
HEFMIDDELEN 02 Hefbrug VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR Er moet op een aantal zaken worden gelet: 1 - BIJ HET UITBOUWEN VAN ORGANEN Gebruik in principe geen tweekolomshefbrug maar een vierkolomshefbrug voor het uitbouwen van zware organen. Indien toch een tweekoloms hefbrug wordt gebruikt moet u de armen laten aangrijpen onder de kriksteunpunten van de auto. ACHTER 02-2
HEFMIDDELEN Hefbrug 02 2 - BIJ HET UITBOUWEN - INBOUWEN VAN ZWARE ORGANEN LET OP: bij het uitbouwen van zware delen met een tweekolomshefbrug moet de carrosserie altijd onlosmakelijk met de armen van de hefbrug zijn verbonden. Voor uw veiligheid en die van anderen, moet u als de auto op een tweekolomshefbrug staat, altijd op de balans van de auto letten. BENODIGD GEREEDSCHAP Spanriemen: lang 10 meter, breed 25 mm. SODICAM levert deze spanriemen onder bestelnummer: 77 11 172 554. Bij het uitbouwen van de zware organen (zoals het uitbouwen van de aandrijfgroep, achteras of brandstoftank enz.) en afhankelijk van: de belading van de auto, zijn lengte, de plaats van de hefbrugarmen, kan de auto uit balans raken. Om deze reden, is het verplicht om de armen van de hefrug aan de carrosserie vast te maken met behulp van een spanriem rondom of door het interieur van de auto. Dit soort spanriemen mag (om veiligheidsredenen) uitsluitend gebruikt worden voor het blokkeren van een auto aan een tweekolomshefbrug, en beslist niet voor andere doeleinden. Gebruik alleen spanriemen die in goede staat verkeren en die schoon zijn (zodat interieur of carrosserie niet beschadigt of vuil wordt). Zet de riem niet te strak vast om de auto niet te beschadigen (bescherm de dorpels indien nodig). 02-3
HEFMIDDELEN Hefbrug 02 AANBRENGEN VAN DE VEILIGHEIDSRIEMEN Als u de riem op de volgende wijze aanbrengt kan er zonder belemmering onder de auto worden gewerkt. Breng de riem aan aan de voorkant of aan de achterkant van de auto als er massaverplaatsing plaatsvindt. Controleer de riem voor ieder gebruik. De armen van de hefbrug grijpen aan onder de kriksteunpunten van de auto. Breng de auto enkele centimeters omhoog. Bescherm het interieur van de auto (stoelen enz.). Voer de riem aan een kant onder een arm van de hefbrug en daarna naar de andere kant van de auto en terug, breng de beschermstukken aan om de carrosserie of de bekleding niet te beschadigen. Zet de riem niet te strak vast. Hieronder ziet u als voorbeeld hoe een auto aan de voorkant is vastgezet. 02-4
103 SLEPEN 03 Alle typen HOUD U BIJ HET SLEPEN ALTIJD AAN DE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN M.B.T. HET SLEPEN. DE AUTO MAG NOOIT GESLEEPT WORDEN AAN DE AANDRIJFASSEN. De sleepogen kunnen alleen gebruikt worden voor het slepen over de weg. De sleepogen mogen nooit gebruikt worden voor het direct of indirect optakelen van de auto of om deze bijv. uit een greppel te trekken. VOOR ACHTER 03-1
104 SMEERMIDDELEN PRODUCTEN 04 Verpakking OMSCHRIJVING VERPAKKING NUMMER VETTEN MOLYKOTE "BR2" voor draagvlakken van kabelstops, geleidehuls druklager, drukvlakjes van de koppelingsvork, lagerbussen van onderste draagarmen, spiebanen van torsiestaven, stuurhuis, spiebanen van aandrijfassen. MOLYKOTE "33 Medium" lagerbussen achtertrein, lagerbussen van stabilisatorstang. ANTI-SEIZE hittebestendig vet Turbo enz. "MOBIL CVJ" 825 Black star of MOBIL EXF57C voor aandrijfaskoppelingen. Blik 1 kg 77 01 421 145 Tube 100 g 77 01 028 179 Tube 80 ml 77 01 422 307 Zakje 180 g 77 01 366 100 MULTIFUNCTIONEEL VET wielsnelheidsopnemers. Uitlaatkit voor afdichting uitlaat. AFDICHTMIDDELEN Spuitbus 77 01 422 308 Blik 1,5 kg 77 01 421 161 RHODORSEAL 5661 Tube 100 g 77 01 421 042 77 01 404 452 VERHARDERSET (RHODORSEAL 5661) voor zijkanten hoofdlagerkappen. AUTO joint blauw pakkingpasta. "CIRCUIT PLUS" geleidend vernis voor reparatie van achterruitverwarming. VERNIS REMMEN Set 77 01 421 080 Tube 100 g 77 01 396 227 Flacon 77 01 421 135 Remvloeistof Flacon 0,5 liter DOT4 77 11 172 381 04-1
SMEERMIDDELEN PRODUCTEN Verpakking 04 OMSCHRIJVING VERPAKKING NUMMER AFDICHTMIDDELEN AUTO joint grijs pakkingpasta. LOCTITE 518 afdichting versnellingsbakhuis. Tube 100 g 77 01 422 750 Spuitje 24 ml 77 01 421 162 Lekdetector. Spuitbus 77 11 143 071 LIJMEN "LOCTITE - FRENETANCH" voorkomt loslopen van bouten, deze kunnen later weer losgedraaid worden. "LOCTITE - FRENBLOC" voor het borgen van bouten. "LOCTITE SCELBLOC" voor het borgen van lagers. Flacon 24 cc 77 01 394 070 Flacon 24 cc 77 01 394 071 Flacon 24 cc 77 01 394 072 "LOCTITE AUTOFORM" voor het borgen van het vliegwiel op de krukas. REINIGENDE SMEERMIDDELEN Flacon 50 cc 77 01 400 309 "NETELEC" kruip- en smeermiddel. Spuitbus 77 11 171 287 Carburateurreiniger. Spuitbus 300 ml 77 11 171 437 Reinigingsmiddel voor inspuitstukken. Bus 355 ml 77 01 423 189 Super-geconcentreerde kruipolie. Spuitbus 500 ml 77 01 408 466 "DECAPJOINT " (FRAMET) voor het verwijderen van pakkingresten van aluminium cilinderkoppen. Spuitbus 77 01 405 952 Reinigingsmiddel voor remmen. Spuitbus 400 ml 77 11 170 801 04-2
105 OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN 05 Motor ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Aftapsleutel AFTAPPEN: plug (1) VULLEN: plug (2) Motortypes F4P en K4M Motortype F9Q 05-1
OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN Motor 05 AFTAPPEN: plug (1) VULLEN: plug (2) Motortype L7X 05-2
OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN 05 Versnellingsbak AFTAPPEN: plug (1) VULLEN: plug (2) Motortypes F4P en K4M Handgeschakelde versnellingsbak Automatische transmissie Motortypes F4P en K4M Motortypes F4P en K4M Motortype F9Q Automatische transmissie 05-3
OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN Versnellingsbak 05 AFTAPPEN en VULLEN: plug (1) Motortype L7X 05-4
OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN 05 Stuurbekrachtiging Controle van het oliepeil OLIEPEIL STUURBEKRACHTIGINGSPOMP Gebruik voor het (bij)vullen uitsluitend ELF RENAULTMATIC D2 of MOBIL ATF 220. Het oliepeil moet zichtbaar zijn tussen de MINI en MAXI merktekens van het reservoir (1). Alle motortypes 39 05-5
107 07 Inhoud - Soorten Orgaan * Controleren met de peilstaaf Gemiddelde inhoud* in liters Na olie verversen controleren met de peilstaaf Dieselmotor (olie) N.B.: het oliepeil mag nooit boven het maxi-teken staan. Na vervangen van het oliefilter F9Q 4,65 4,8 Benzinemotor (olie) K4M4,7 4,85 F4P 4,95 5,1 L7X 5,1 5,4 Handgeschakelde versnellingsbak JR5 2,5 JH3 2,8 PK6 2,2 Automatische transmissie DP0 6 SU1 7,6 Orgaan Inhoud in liters Soort Remcircuit Normaal: 0,7 ABS: 1 SAE J 1703 en DOT 4 Gebruik alleen door Renault goedgekeurde remvloeistof. Orgaan Inhoud in liters Soort Tank Ongeveer 70 Loodvrij/diesel Stuurbekrachtiging Koelsysteem K4M-F4P F9Q L7X Apart reservoir 1,1 6,5 7 7,2 ELF RENAULT MATIC D2 of MOBIL ATF 220 GLACEOL RX (type D) alleen koelvloeistof toevoegen 07-1
Hatchback 07 Afmetingen In meters * onbelast 07-2
Break Afmetingen 07 In meters 18210 * onbelast 07-3
07 Spanning aandrijfriem hulporganen UITBOUWEN Motor F4P Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. Bouw uit: de spatplaat rechts voor en de flankbescherming de steun van het stuurbekrachtigingsreservoir. Draai de automatische spanrol in de hieronder aangegeven richting met een 16 mm-sleutel. Motor F9Q 07-4
Spanning aandrijfriem hulporganen 07 Motor K4M Draai de automatische riemspanner in de hieronder aangegeven richting met een verzette ringsleutel van 13 mm. Blokkeer de spanrol met een inbussleutel (1) van 6 mm. Motor L7X Kantel de automatische spanrol met behulp van een vierkant van 9,53 mm. Verwijder de aandrijfriem hulporganen. INBOUWEN N.B.: monteer een gebruikte aandrijfriem niet opnieuw maar vervang hem. Ga bij het inbouwen te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. 07-5
Motortype F9Q 07 Spannen van de distributieriem ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1505 Mot. 1543 Riemspanningsmeter Riemvoorspangereedschap RIEMSPANMETHODE Koude motor (omgevingstemperatuur) Controleer of de spanrol goed op de pen (1) is geplaatst. De groef (4) van de krukas moet tussen de twee ribben (2) van het krukashuis staan, het merkteken (3) van de distributiepoelie van de krukas moet een tand links van de verticale as door de motor staan. 16153-1R 16187R Controleer of de BDP-stift Mot.1054 nog op zijn plaats zit. 07-6
Motor F9Q Spannen van de distributieriem 07 Monteer een nieuwe distributieriem en breng de merktekens op de nokkenas- en krukaspoelies en op de riem in lijn. Draai de spanrol tegen de riem door bout (2) in de steun te draaien. 07-7
Motor F9Q Spannen van de distributieriem 07 Verwijder de BDP-stift Mot.1054. Plaats de bout van de krukaspoelie voor de hulporganen voorzien van de ring nummer 4 uit de gereedschapset Mot. 1543. N.B.: Vergeet niet de ring op te bergen als u de krukaspoelie later weer monteert. 16351R 16563R 07-8
Motor F9Q Spannen van de distributieriem 07 Plaats Mot.1543 en de klok 1 over de bout van de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen. 16351-2R1 Span de riem tussen de distributiepoelie en de spanrol met Mot. 1543 en de klok 1, door de momentsleutel af te stellen op 1,1 dan.m. 16351-1S 07-9
Motor F9Q Spannen van de distributieriem 07 Plaats de meetkop van Mot. 1505 bij de riem. Span de riem door de bout (2) te verdraaien tot de riemspanning de voorgeschreven montagewaarde heeft van 88 ± 3 Hz. Zet de spanrol vast met 1 dan.m. 16151-5R1 Draai de krukas twee omwentelingen in de normale draairichting 07-10
Motor F9Q Spannen van de distributieriem 07 Plaats de BDP-stift Mot. 1054 terug en zet de distributie in de afstelpositie, (begin pas tegen de stift te drukken als de nokkenaspoelie een halve tand staat voor het afstelmerkteken dat u op het binnenste distributiedeksel heeft aangebracht, zodat de stift niet in een balanceergat terecht kan komen). Verwijder de BDP-stift Mot. 1054. Span de riem tussen de distributiepoelie en de spanrol met Mot. 1543 en de klok 1, door de momentsleutel af te stellen op 1,1 dan.m. Plaats de meetkop van Mot. 1505 bij de riem. Controleer of de riemspanningswaarde 85 ± 3 Hz is, corrigeer anders de afstelling. Zet de moer van de spanrol vast met 5 dan.m. N.B.: het juiste aantrekkoppel van de moer van de spanrol is van groot belang om te voorkomen dat de moer losloopt en ernstige motorschade ontstaat. LET OP: denk er voor het monteren van de krukaspoelie aan dat u de ring nummer 4 verwijdert en weer opbergt in de gereedschapset Mot. 1543. 07-11
Motor K4M 07 Spannen van de distributieriem ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 799-01 Blokkeergereedschap distributiepoelies Mot. 1368 Gereedschap voor het vastzetten van geleiderol van de distributieriem Mot. 1453 Motorsteungereedschap Mot. 1489BDP-stift Mot. 1490 Blokkeergereedschap nokkenaspoelies Mot. 1496 Nokkenasafstelgereedschap ONMISBAAR MATERIAAL Hoekverdraaisleutel Er zijn twee verschillende methodes voor het afstelling van de distributie. 1 e METHODE De eerste methode wordt gebruikt bij het vervangen van alle onderdelen bij de distributie waarvoor het niet nodig is (een van) de nokkenaspoelie(s) los te draaien. Afstellen van de distributie LET OP: ontvet het einde van de krukas, de boring van de krukaspoelie en de vlakken van de krukaspoelie om te voorkomen dat deze onderling slippen waardoor ernstige schade aan de motor kan ontstaan. Draai de inkepingen van de nokkenas met Mot. 799-01 in de stand die hieronder is aangegeven. 14490S 07-12
Motor K4M Spannen van de distributieriem 07 Plaats Mot. 1496, en zet het vast over de einden van de nokkenassen. Plaatsen van de riem Controleer of de krukas goed aanligt tegen de BDPstift Mot. 1489 (groef (5) van de krukas naar boven). Bij het vervangen van de distributieriem, moet u altijd de geleiderol en de spanrol vervangen. Let op bij het monteren dat de nok van de spanrol goed in de groef (A) ligt. 07-13
Motor K4M Spannen van de distributieriem 07 Plaats: de distributieriem, de geleiderol door de bevestigingsbout vast te zetten met Mot. 1368 (met een aantrekkoppel van 4,5 dan.m ter indicatie). Span de moer van de spanrol voor met 0,7 dan.m. Monteer de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen maar draai de bout ervan niet tegen de poelie vast (ruimte tussen bout en poelie 2 tot 3 mm). N.B.: de bout van de krukaspoelie voor de hulporganen kan opnieuw worden gebruikt als de lengte onder de kop niet groter is dan 49,1 mm (anders moet u hem vervangen), smeer de nieuwe bout niet met olie. Een gebruikte bout moet u echter wel met olie smeren. Zet de bout van de krukaspoelie vast met een aantrekkoppel van 2 dan.m en daarna met een hoek van 135 ± 15 (krukas rust tegen de BDP-stift). Verwijder de nokkenasblokkeergereedschappen Mot. 1496 en het BDP-gereedschap Mot. 1489. Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde), voor het einde van de twee omwentelingen, draait u de stift Mot. 1489 in het motorblok en draait u de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Spannen van de riem Zorg dat het beweegbare merkteken (A') van de spanrol 7 tot 8 mm voorbij het vaste merkteken (7) staat, met behulp van een inbussleutel van 6 mm (in B). N.B.: stand (A) komt overeen met de ruststand van het beweegbare merkteken. Verwijder de BDP-stift. Draai de moer van de spanrol maximaal een omwenteling los houd en de spanrol hierbij tegen met een 6 mm inbussleutel. Zet de beweegbare merkteken in lijn met het vaste merkteken en zet de moer vast met een aantrekkoppel van 2,7 dan.m. 07-14
Motor K4M Spannen van de distributieriem 07 Controle van de afstelling en de spanning. Controle van de spanning Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde), voor het einde van de twee omwentelingen, draait u de stift Mot. 1489 in het motorblok en draait u de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Verwijder de BDP-stift. Controleer of de merktekens van de geleiderol in lijn liggen, herhaal anders de spanprocedure. Controle van de afstelling Controleer, voordat u de afstelling van de distributie controleert, of de merktekens van de spanrol in lijn liggen. Draai de stift Mot. 1489 in het motorblok en draai vervolgens de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Plaats (zonder forceren) het nokkenasafstelgereedschap Mot. 1496 (de inkepingen in de nokkenassen moeten horizontaal liggen). Als het gereedschap niet goed past, moet u de distributie en de riemspanning opnieuw afstellen. 07-15
Motor K4M Spannen van de distributieriem 07 2 e METHODE De tweede methode wordt gebruikt bij het vervangen van alle onderdelen bij de distributie waarvoor het nodig is (een van) de nokkenaspoelie(s) los te draaien. Plaats Mot. 1496, en zet het vast over de einden van de nokkenassen. Hierbij moeten de moeren van de nokkenassen altijd worden vervangen. Afstellen van de distributie LET OP: het is van groot belang dat u het einde van de krukas en de nokkenassen (aan distributiezijde), de boring in de poelies en de raakvlakken tussen krukas en poelie en nokkenas en poelie grondig ontvet om motorschade te voorkomen als gevolg van het slippen van de poelie op de krukas of de nokkenas. Plaats de groeven van de nokkenassen zoals is aangegeven in onderstaande tekening, door de twee oude moeren van de nokkenaspoelies vast te draaien op de schroefdraad aan het einde van de nokkenassen. Plaats de nokkenaspoelies en de nieuwe moeren (draai de nieuwe moeren vast tot op 0,5 à 1 mm van de poelie, niet blokkeren). Controleer of de krukas goed aanligt tegen de BDPstift Mot. (groef (5) van de krukas naar boven). 07-16
Motor K4M Spannen van de distributieriem 07 Bij het vervangen van de distributieriem, moet u altijd de geleiderol en de spanrol vervangen. Let op dat de nok van de spanrol goed in de groef (A) ligt. Plaats de geleiderol door de bevestigingsbout vast te zetten met Mot. 1368 (met een aantrekkoppel van 4,5 dan.m ter indicatie). Zet het RENAULT-logo op een van de spaken van de nokkenaspoelies verticaal naar boven (A), plaats de distributieriem op de poelies van de nokkenassen en monteer het blokkeergereedschap van de nokkenaspoelies Mot. 1490 (gebruik de bevestigingen van het distributiedeksel voor het vastzetten van Mot. 1490). 07-17
Motor K4M Spannen van de distributieriem 07 Monteer de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen maar draai de bout ervan niet tegen de poelie vast (ruimte tussen bout en poelie 2 tot 3 mm). Spannen van de riem Controleer of er nog steeds 0,5 tot 1 mm ruimte is tussen de nokkenaspoelies en hun moeren. Zorg dat het beweegbare merkteken (A') van de spanrol 7 tot 8 mm voorbij het vaste merkteken (7) staat, met behulp van een inbussleutel van 6 mm (in B). N.B.: stand (A) komt overeen met de ruststand van het beweegbare merkteken. Verwijder het nokkenaspoelieblokkeergereedschap Mot. 1490. Draai de distributie zes omwentelingen rechtsom (aan distributiezijde gezien) met de uitlaatpoelie met behulp van Mot. 799-01. Draai de moer van de spanrol maximaal een omwenteling los houd en de spanrol hierbij tegen met een 6 mm inbussleutel. Zet de beweegbare merkteken (A) in lijn met het vaste merkteken (7) en zet de moer vast met een aantrekkoppel van 2,7 dan.m. Verwijder de krukaspoelie om het onderste distributiedeksel te kunnen plaatsen (zonder de bevestigingsbouten), en plaats de krukaspoelie terug. N.B.: de bout van de krukaspoelie voor de hulporganen kan opnieuw worden gebruikt als de lengte onder de kop niet groter is dan 49,1 mm (anders moet u hem vervangen). smeer de nieuwe bout niet met olie. Een gebruikte bout moet u echter wel met olie smeren. Plaats het nokkenaspoelieblokkeergereedschap Mot. 1490, gebruik hierbij indien nodig Mot. 799-01. Span de moer van de spanrol voor met 0,7 dan.m. 07-18
Motor K4M Spannen van de distributieriem 07 Controleer of de krukas goed aanligt tegen de stift Mot. 1489. Controle van de afstelling en de spanning Controle van de spanning Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde), voor het einde van de twee omwentelingen, draait u de stift van Mot. 1489 in het motorblok en draait u de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Verwijder de BDP-stift. Controleer of de merktekens van de geleiderol in lijn liggen, herhaal anders de spanprocedure. Draai de moer van de spanrol maximaal een omwenteling los houd en de spanrol hierbij tegen met een 6 mm inbussleutel. Zet de beweegbare merkteken in lijn met het vaste merkteken en zet de moer vast met een aantrekkoppel van 2,7 dan.m. Controle van de afstelling Zet de bout van de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen vast met een aantrekkoppel van 2 dan.m en daarna met een hoek van 135 ± 15 (krukas rust tegen de BDP-stift). Zet de moer van de uitlaatnokkenaspoelie vast met 3 dan.m en daarna over een hoek van 84. Verwijder het nokkenasafstelgereedschap Mot. 1496, het blokkeergereedschap Mot. 1490, en de BDP-stift Mot. 1489. Controleer, voordat u de afstelling van de distributie controleert, of de merktekens van de spanrol in lijn liggen. Draai de stift Mot. 1489 in het motorblok en draai vervolgens de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift en houd hem daartegen. Plaats (zonder forceren) het nokkenasafstelgereedschap Mot. 1496 (de inkepingen in de nokkenassen moeten horizontaal liggen). Als het gereedschap niet goed past, moet u de distributie en de riemspanning opnieuw afstellen. 07-19
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 799-01 Mot. 1054 Mot. 1453 Mot. 1496 Blokkeergereedschap distributiepoelies BDP-stift Motorsteungereedschap Nokkenasafstelgereedschap Mot. 1509Blokkeergereedschap nokkenaspoelies Mot. 1509-01 aanvulling op Mot. 1509 Mot. 1517 Montagestempel inlaatnokkenaskeerring ONMISBAAR MATERIAAL Hoekverdraaisleutel Er zijn twee verschillende methodes voor het afstelling van de distributie. 1 e METHODE De eerste methode wordt gebruikt bij het vervangen van alle onderdelen waarvoor het nodig is de uitlaatnokkenaspoelie en de inlaatnokkenasversteller los te draaien. Hierbij moet u altijd vervangen: de moer van de uitlaatnokkenaspoelie, de bout van de inlaatnokkenasversteller, de nokkenaskeerring van de nokkenasversteller, de keerring van de dop van de nokkenasversteller. 07-20
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Methode voor het loszetten van de uitlaatnokkenaspoelie en de inlaatnokkenasversteller. Verwijder het bovenste tandwiel op de grondplaat. Hierbij gebruikt u Mot. 1509 en Mot. 1509-01. 07-21
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Plaats: de afstandsbus (1) van Mot. 1509-01 op het tapeind (2), de bovenste bout (3) waarbij u de afstandsbus (4) van Mot. 1509-01 tussen het gereedschap en de lagerkap van de nokkenas plaatst (de bout niet vastzetten). Mot. 1509 zoals aangegeven op onderstaande tekening, de borstmoer (5) van Mot. 1509-01. 07-22
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Zet de borstmoer (6) en de bout (7) vast, en breng de tandwielen van Mot. 1509 in contact met de nokkenaspoelies en zet de moeren (8) vast met 8 dan.m. Bouw uit: de dop van de inlaatnokkenasversteller met een inbussleutel van 14 mm, Vervangen van de keerring van de inlaatnokkenasversteller: Plaats de keerring van de inlaatnokkenasversteller met behulp van Mot. 1517 en de oude bout (2). 16019-4R2 N.B.: voor het gebruik van Mot. 1517, moet u het gat vergroten tot 13 mm. de moer van de uitlaatnokkenaspoelie, de bout van de inlaatnokkenasversteller, 07-23
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Afstellen van de distributie LET OP: het is van groot belang dat u de einden van de krukas (distributiezijde) en de nokkenassen (distributiezijde), de boring in de poelies en de raakvlakken tussen krukas en hulporganenpoelie en tussen de nokkenassen en uitlaatnokkenaspoelie en inlaatnokkenasversteller grondig ontvet om motorschade te voorkomen als gevolg van het slippen van de poelie op de krukas of de nokkenassen. N.B.: draai de inkepingen horizontaal, met de poelie en de nokkenasversteller op hun plaats, met behulp van de oude moer van de poelie en de oude bout van de nokkenasversteller die u vastzet met MAXIMAAL 1,5 dan.m. Controleer of de zuigers halverwege hun slag staan (zodat zij de kleppen niet kunnen raken). Draai de inkepingen van de nokkenassen horizontaal zoals hieronder is getekend (draai de nokkenassen eventueel met Mot. 799-01). 07-24
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Controleer of de poelie van de inlaatnokkenasversteller goed is vergrendeld (niet naar links of rechts kan draaien). 07-25
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Plaats Mot. 1496, op de einden van de nokkenassen. Verkeerde stand Verwijder de oude moer van de poelie, en de oude bout van de nokkenasversteller en vervang ze door een nieuwe moer en bout (laat een ruimte van 0,5 tot 1 mm tussen de bout of de moer en de nokkenaspoelies). Krukas goed geblokkeerd Controleer of de krukas goed in het BDP staat en de stift niet in een balanceergat zit (groef (5) van de krukas naar boven). 07-26
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Bij het vervangen van de distributieriem, moet u altijd de geleiderol en de spanrol vervangen. Let op dat de nok (1) van de spanrol goed in de groef (2) ligt. Plaats: de distributieriem, de spanrol (3) en zet de bevestigingsbout vast met 4,5 dan.m, de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen, maar draai de bout ervan niet tegen de poelie vast (ruimte van 2 tot 3 mm tussen bout en poelie) N.B.: de bout van de krukaspoelie voor de hulporganen kan opnieuw worden gebruikt als de lengte onder de kop niet groter is dan 49,1 mm (anders moet u hem vervangen), smeer de nieuwe bout niet met olie. Een gebruikte bout moet u echter wel met olie smeren. 07-27
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Spannen van de riem Controleer of er nog steeds 0,5 tot 1 mm ruimte is tussen de nokkenaspoelies en de moer en de bout. N.B.: draai de spanrol niet linksom. Breng de merktekens (6) en (7) van de spanrol in lijn met een 6 mm inbussleutel bij (B). Span de moer van de spanrol voor met 0,7 dan.m. Draai de distributie zes omwentelingen rechtsom (aan distributiezijde gezien) met de uitlaatpoelie met behulp van Mot. 799-01. N.B.: controleer of de moer en de bout van de nokkenaspoelies hun bijbehorende poelies niet raken. Druk ook af en toe de nokkenaspoelies tegen de nokkenassen. Breng de merktekens (6) en (7) indien nodig in lijn door de moer van de spanrol maximaal een omwenteling los te draaien en de spanrol hierbij tegen te houden met een inbussleutel van 6 mm. Zet de moer daarna vast met een koppel van 2,8 dan.m. Zet de bout van de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen vast met 2 danm (BDP-stift nog steeds op zijn plaats in de krukas). 07-28
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Zet een met een potlood een merkteken (C) tussen de nokkenaspoelies en het nokkenaslagerhuis. VERWIJDER DE BDP-STIFT 07-29
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Houd het vliegwiel tegen met een grote schroevendraaier en zet de bout van de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen vast over een hoek van 115 ± 15. Verkeerde stand Plaats het nokkenaspoelieblokkeergereedschap Mot. 1509 met de aanvulling van Mot. 1509-01. Zet de krukas in de afstelstand met behulp van de zojuist aangebrachte merktekens tussen de nokkenaspoelies en het nokkenaslagerhuis. Met deze merktekens in lijn, weet u zeker dat de stift in het blokkeergat en niet in een balanceergat in de krukas zit. Ga op dezelfde wijze te werk als bij het uitbouwen. Correcte stand 07-30
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Zet de nieuwe bout van de inlaatnokkenasversteller vast met 10 dan.m. Krukas goed geblokkeerd Zet de moer van de uitlaatnokkenaspoelie vast met 3 dan.m en daarna over een hoek van 86 ± 16. Verwijder het nokkenasafstelgereedschap Mot. 1496, het blokkeergereedschap Mot. 1509, en de BDP-stift Mot. 1054. Controle van de afstelling en de spanning Controle van de spanning: Draai de krukas bijna twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde), en vlak voor het einde van de tweede omwenteling (een halve tand voor de door u eerder aangebrachte merktekens), plaatst u de BDP-stift (zodat deze tussen het balanceergat en het afstelgat op de krukwang rust) en draait u de distributie door tot in de afstelpositie. Voor het afstelgat Verwijder de BDP-stift. Controleer of de merktekens van de spanrol in lijn liggen, herhaal anders de spanprocedure. Draai de moer van de spanrol maximaal een omwenteling los en houd de spanrol hierbij tegen met een 6 mm inbussleutel. Breng de merktekens van de spanrol in lijn, en zet de moer definitief vast met 2,8 dan.m. 07-31
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Controle van de afstelling: Controleer, voordat u de afstelling van de distributie controleert, of de merktekens van de spanrol in lijn liggen. Plaats de BDP-stift (controleer of de eerder aangebrachte merktekens van nokkenaslagerhuis en poelies in lijn liggen). Plaats (zonder forceren) het nokkenasafstelgereedschap Mot. 1496: de inkepingen in de nokkenassen moeten horizontaal en aan de onderkant liggen. Als het gereedschap niet goed past, moet u de distributie en de riemspanning opnieuw afstellen. Plaats de dop (1) (met een nieuwe afdichting) van de nokkenasversteller en zet hem vast met 2,5 dan.m. 07-32
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 2 e METHODE De tweede methode wordt gebruikt bij het vervangen van alle onderdelen bij de distributie waarvoor het niet nodig is de uitlaatnokkenaspoelie en de inlaatnokkenasversteller los te draaien. Afstellen van de distributie LET OP: ontvet het einde van de krukas, de boring van de krukaspoelie en de vlakken van de krukaspoelie om te voorkomen dat deze onderling slippen waardoor ernstige schade aan de motor kan ontstaan. Draai de inkepingen van de nokkenas met Mot. 799-01 in de stand die hiernaast is aangegeven. Plaats Mot. 1496, en zet het vast over de einden van de nokkenassen. 07-33
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Controleer of de krukas goed in het BDP staat en de stift niet in een balanceergat zit (groef (5) van de krukas naar boven). Krukas goed geblokkeerd Verkeerde stand 07-34
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Controleer of de poelie van de inlaatnokkenasversteller goed is vergrendeld (niet naar links of rechts kan draaien). 07-35
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Bij het vervangen van de distributieriem, moet u altijd de geleiderol en de spanrol vervangen. Let op dat de nok (1) van de spanrol goed in de groef (2) ligt. Plaats: de distributieriem, de spanrol (3) en zet de bevestigingsbout vast met 4,5 dan.m, de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen, maar draai de bout ervan niet tegen de poelie vast (ruimte tussen bout en poelie 2 tot 3 mm). N.B.: de bout van de krukaspoelie voor de hulporganen kan opnieuw worden gebruikt als de lengte onder de kop niet groter is dan 49,1 mm (anders moet u hem vervangen), smeer de nieuwe bout niet met olie. Een gebruikte bout moet u echter wel met olie smeren. 07-36
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 N.B.: draai de spanrol niet linksom. Breng de merktekens (6) en (7) van de spanrol in lijn met een 6 mm inbussleutel bij (B). Span de moer van de spanrol voor met 0,7 dan.m. Zet de bout van de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen vast met 2 dan.m (krukas steunt op BDP-stift Mot 1054). 07-37
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Zet een merkteken (C) op de poelie van de inlaatnokkenasversteller en de uitlaatnokkenaspoelie ten opzichte van het nokkenaslagerhuis. Verwijder het nokkenasafstelgereedschap Mot. 1496 en de BDP-stift Mot. 1054. Houd het vliegwiel tegen met een grote schroevendraaier, en zet de bout van de krukaspoelie van de aandrijfriem hulporganen vast over een hoek van 115 ± 15. 07-38
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Controle van de afstelling en de spanning Verkeerde stand Controle van de spanning: Draai de krukas bijna twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde). Vlak voor het einde van de tweede omwenteling (een halve tand voor de door u eerder aangebrachte merktekens), plaatst u de BDP-stift (zodat deze tussen het balanceergat en het afstelgat op de krukwang rust) en draait u de distributie door tot in de afstelpositie. Verwijder de BDP-stift Mot. 1054. Controleer of de merktekens van de spanrol in lijn liggen, herhaal anders de spanprocedure. Draai de moer van de spanrol maximaal een omwenteling los en houd de spanrol hierbij tegen met een 6 mm inbussleutel. Correcte stand Breng de merktekens op de spanrol in lijn, en zet de moer definitief vast met 2,8 dan.m. 07-39
Motor F4P Spannen van de distributieriem 07 Controle van de afstelling: Controleer, voordat u de afstelling van de distributie controleert, of de merktekens van de spanrol in lijn liggen. Plaats de BDP-stift (controleer of de eerder aangebrachte merktekens van nokkenaslagerhuis en poelies in lijn liggen). Plaats (zonder forceren) het nokkenasafstelgereedschap Mot. 1496: de inkepingen in de nokkenassen moeten horizontaal en aan de onderkant liggen. Als het gereedschap niet goed past, moet u de distributie en de riemspanning opnieuw afstellen. 07-40
Motoren F4P-K4M 07 Vastzetten cilinderkop METHODE VOOR HET VASTZETTEN VAN DE CILINDERKOP De bouten kunnen opnieuw worden gebruikt als de lengte onder niet groter is dan 118,5 mm (motor F4P) of 117,7 mm (motor K4M) anders moeten alle bouten worden vervangen. LET OP: zuig voor het vastzetten van de kopbouten de olie weg uit de bevestigingsgaten. Smeer nieuwe bouten niet met olie. Gebruikte bouten moet u echter wel met olie smeren. Zet alle bouten in de hieronder aangegeven volgorde vast met een aantrekkoppel van 2 dan.m. Controleer of alle bouten vastzitten met 2 dan.m en voer dan (bout voor bout) een hoekverdraaiing uit van 165 ± 6 (motor F4P) of 240 ± 6 (motor K4M). De kopbouten worden hierna niet meer nagetrokken. 07-41
Motor F9Q Vastzetten cilinderkop 07 METHODE VOOR HET VASTZETTEN VAN DE CILINDERKOP LET OP: zuig voor het vastzetten van de kopbouten de olie weg uit de bevestigingsgaten. de kopbouten mogen na demontage niet opnieuw worden gebruikt, monteer altijd nieuwe kopbouten. De cilinderkop hoeft niet te worden nagetrokken. Voorspannen van de pakking Zet alle bouten in de hieronder aangegeven volgorde vast met een aantrekkoppel van 3 dan.m, en daarna over een hoek van 100 ± 4. Wacht 3 minuten, om de pakking te stabiliseren. Vastzetten van de cilinderkop: de kopbouten worden per paar vastgezet, de volgende methode geldt achtereenvolgens voor de boutparen 1-2 en daarna 3-4, 5-6, 7-8 en 9-10. zet de bouten 1-2 geheel los, zet de bouten 1-2 vast met 2,5 dan.m, gevolgd door een hoekverdraaiïng van 213 ± 7, herhaal het loszetten en weer vastzetten voor de boutparen 3-4, 5-6, 7-8 en 9-10. De kopbouten worden hierna niet meer nagetrokken. 07-42
Motor L7X Vastzetten cilinderkop 07 METHODE VOOR HET VASTZETTEN VAN DE CILINDERKOP LET OP: zuig voor het vastzetten van de kopbouten de olie weg uit de bevestigingsgaten. Zet de bouten één voor één in de aangegeven volgorde vast met een aantrekkoppel van 2 dan.m. Zet de bouten één voor één geheel los. Zet de bouten in de hieronder aangegeven volgorde één voor één vast met een aantrekkoppel van 1,5 dan.m, en daarna over een hoek van 225. 07-43
Wielen - Banden 07 Wielen - Banden Type Velg Banden Bandenspanning (bar) koud Voor Achter BG0A BG0B BG0R 6,5J15 6,5J16(1) 195/65R15H 205/55R16V(1) 2,3 2,2 BG0G 6,5J16(1) 205/55R16V 2,5 2,2 BG0A BG0B BG0R BG0G KG0A KG0B KG0R KG0G 6,5J16* 7J17* 205/55R16 225/45R17V 205/60R16V 2,3 2,2 KG0A KG0B KG0R KG0G 6,5 J 16 205/55R16V 2,3 2,2 BG0D KG0D 6,5J16* 7J17* 205/55R16V 205/60R16V 225/45R17V 2,7 2,2 De opgegeven bandenspanningen zijn de waarden voor gebruik op de "autosnelweg" * Aluminium velg (1) Overmaat Bij auto's met een automatische transmissie moet de bandenspanning voor 0,1 bar hoger zijn (behalve SU1) Aantrekkoppel wielmoeren: 10,5 dan.m Velgslingering: Stalen velg = 1 mm Lichtmetalen velg = 0,3 mm 07-44
Maten van het remsysteem 07 Maten van het remsysteem Autotype BG0A BG0B BG0R BG0R KG0R KG0A KG0B BG0A(1) BG0B(1) BG0R(1) BG0A* BG0B* BG0R* BG0D KG0D Dikte remschijven (in mm) Dikte remschijven (in mm) Max. Voor Achter toegestane slingering Normaal Mini Normaal Maxi schijf (mm) 24 21,5 11 8,8 0,2 26 23,5 11 8,5 0,2 26 23,5 11 8,5 0,2 28 25,5 11 8,5 0,2 (1) Overmaat band * Lichtmetalen velg Dikte remblokken/voering (mm) (met grondplaat) Autotype Voor Achter Remvloeistof BG0A BG0B BG0R BG0A KG0A BG0B KG0B BG0R KG0R BG0G KG0G BG0D KG0D Nieuw Mini Nieuw Mini 17 7,5 16 7 17,5 7,5 16 7 SAE J1703 DOT 4 SAE J1703 DOT 4 07-45
Bodemhoogte 07 Bodemhoogte MODEL Voor H1-H2 =...mm Achter H4-H5 =...mm Maat (X) (in mm) Rechts en links BG0A KG0A BG0B KG0B BG0D KG0D BG0G KG0G BG0R KG0R 122,5 105 - Tolerantie: ± 3,5 mm Bij eenzelfde as mag het verschil tussen links en rechts niet meer bedragen dan 5 mm, met als hoogste zijde de bestuurderskant. 07-46
07 Bodemhoogte MEETPUNTEN 18209 Hoogte H2 wordt gemeten onder de bout van bevestigingspunt A van de draagarm. Hoogte H5 wordt gemeten onder de steun van de achtertrein. 07-47
BG0A met 15" banden 07 Controlewaarden van de voortreinhoeken HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 46 4 16 ±30 4 46 H5 - H2 = 28 mm H5 - H2 = 8 mm H5 - H2 = -12 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 126 mm H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 126 mm H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-48
BG0B met 15" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 49 4 19 ±30 4 49 H5 - H2 = 26 mm H5 - H2 = 6 mm H5 - H2 = -14 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 124 mm H1 - H2 = 136 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 124 mm H1 - H2 = 136 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-49
BG0R met 15" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 51 4 21 ±30 4 51 H5 - H2 = 25 mm H5 - H2 = 5 mm H5 - H2 = -15 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 122 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 146 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 122 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 146 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-50
BG0A met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 49 4 19 ±30 4 49 H5 - H2 = 28 mm H5 - H2 = 8 mm H5 - H2 = -12 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 123 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 149 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 123 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 149 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-51
BG0B met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 52 4 22 ±30 4 52 H5 - H2 = 27 mm H5 - H2 = 7 mm H5 - H2 = -13 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 121 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 121 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-52
BG0R, BG0G met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 48 4 18 ±30 4 48 H5 - H2 = 25 mm H5 - H2 = 5 mm H5 - H2 = -15 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-53
BG0A met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 48 4 18 ±30 4 48 H5 - H2 = 25 mm H5 - H2 = 5 mm H5 - H2 = -15 mm WIELVLUCHT -0 06-0 14 ±30-0 22 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 134 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 134 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +1 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-54
BG0A, BG0B met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 35 4 05 ±30 4 35 H5 - H2 = 42 mm H5 - H2 = 22 mm H5 - H2 = 2 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 141 mm H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 152 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 141 mm H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 152 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-55
BG0G met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 37 4 07 ±30 4 37 H5 - H2 = 41 mm H5 - H2 = 21 mm H5 - H2 = 1 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 140 mm H1 - H2 = 136 mm H1 - H2 = 152 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 140 mm H1 - H2 = 136 mm H1 - H2 = 152 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-56
BG0R met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 25 3 55 ±30 4 25 H5 - H2 = 40 mm H5 - H2 = 20 mm H5 - H2 = 0 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 140 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 153 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 140 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 153 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-57
BG0D met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 26 3 56 ±30 4 26 H5 - H2 = 39 mm H5 - H2 = 19 mm H5 - H2 = -1 mm WIELVLUCHT -0 06-0 14 ±30-0 22 H1 - H2 = 139 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 151 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 139 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 151 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +1 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-58
KG0A met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 49 4 19 ±30 4 49 H5 - H2 = 28 mm H5 - H2 = 8 mm H5 - H2 = -12 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 123 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 145 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 123 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 145 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-59
KG0B met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 52 4 22 ±30 4 52 H5 - H2 = 27 mm H5 - H2 = 7 mm H5 - H2 = -13 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 121 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 144 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 121 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 144 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-60
KG0R, KG0G met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 48 4 18 ±30 4 48 H5 - H2 = 25 mm H5 - H2 = 5 mm H5 - H2 = -15 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 143 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 143 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-61
KG0D met 16" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 48 4 18 ±30 4 48 H5 - H2 = 25 mm H5 - H2 = 5 mm H5 - H2 = -15 mm WIELVLUCHT -0 06-0 14 ±30-0 22 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 134 mm H1 - H2 = 145 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 119 mm H1 - H2 = 134 mm H1 - H2 = 145 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 10 ± 10 +1 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-62
KG0A, KG0B met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 35 4 05 ±30 4 35 H5 - H2 = 44 mm H5 - H2 = 24 mm H5 - H2 = 4 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 140 mm H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 140 mm H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-63
KG0G met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 37 4 07 ±30 4 37 H5 - H2 = 43 mm H5 - H2 = 23 mm H5 - H2 = 3 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 139 mm H1 - H2 = 136 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 139 mm H1 - H2 = 136 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-64
KG0R met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 25 3 55 ±30 4 25 H5 - H2 = 42 mm H5 - H2 = 22 mm H5 - H2 = 2 mm WIELVLUCHT -0 05-0 12 ±30-0 20 H1 - H2 = 138 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 138 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 ± 10 +0 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-65
KG0D met 17" banden Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND VAN DE VOORTREIN AFSTELLEN LANGSHELLING 3 26 3 56 ±30 4 26 H5 - H2 = 42 mm H5 - H2 = 22 mm H5 - H2 = 2 mm WIELVLUCHT -0 06-0 14 ±30-0 22 H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm DWARSHELLING 12 12 12 30 ±30 12 52 H1 - H2 = 137 mm H1 - H2 = 135 mm H1 - H2 = 148 mm SPORING (Voor 2 wielen) Uitspoor +0 10 ± 10 +1 mm ± 1 mm ONBELAST Afstellen door de stelhuls van de spoorstangen te verdraaien 1 slag = 30 (3 mm) VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN ONBELAST 07-66